RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP DE VOGELENZANG School : De Vogelenzang Plaats : Spijkenisse BRIN-nummer : 15VM Onderzoeksnummer : 115108 Datum schoolbezoek : 16 juni 2009 Datum vaststelling rapport : 5 oktober 2009
INHOUDSOPGAVE 1 ONDERZOEK...5 2 BEVINDINGEN...7 3 CONCLUSIE...11 BIJLAGE...13 3
1 ONDERZOEK Op 16 juni 2009 heeft de inspectie De Vogelenzang bezocht in het kader van het vierjaarlijks bezoek. Tijdens dit onderzoek heeft de inspectie de kwaliteit van het onderwijs beoordeeld aan de hand van een aantal indicatoren. In het kader van haar verplichting om scholen voor primair onderwijs ten minste eenmaal per vier jaar te bezoeken, beoordeelt de inspectie scholen met een beperkte, vaste set van indicatoren, waarmee zij conform de Wet op het Onderwijstoezicht (WOT) kan beoordelen of de school op belangrijke onderdelen onderwijs van voldoende kwaliteit biedt. Deze indicatoren hebben in ieder geval betrekking op de kwaliteitszorg, de zorg en begeleiding, de resultaten, de ontwikkeling van leerlingen en enkele aspecten betreffende de naleving van de wet- en regelgeving, waaronder de onderwijstijd. De bevindingen uit dit onderzoek worden gebruikt bij de eerstvolgende risicoanalyse. Deze analyse gaat vooraf aan de beslissing of het toezichtarrangement van de school eventueel aangepast dient te worden. De inspectie heeft op een aantal basisscholen naast het vierjaarlijkse onderzoek ook een themaonderzoek uitgevoerd. Het beleid van de overheid is er op dit moment op gericht het niveau van de basisvaardigheden taal en rekenen te verbeteren. In dat kader voert de inspectie op scholen themaonderzoeken uit naar (aspecten van) het onderwijs in deze basisvaardigheden. In 2009 is dit onderzoek bij rekenen-wiskunde onder andere gericht op de kwaliteit van opbrengstgericht werken. Het doel is om op landelijk niveau een beeld te geven van de kwaliteit van opbrengstgericht werken bij rekenen-wiskunde. De Vogelenzang maakt deel uit van de landelijke steekproef van scholen voor dit onderzoek. Om het onderzoek te kunnen uitvoeren heeft de inspectie gebruik gemaakt van een waarderingskader met indicatoren en criteria. De school heeft hiervan bij de afronding van het schoolbezoek een overzicht ontvangen. In dit rapport worden de bevindingen van het themaonderzoek op de school alleen op hoofdlijnen weergegeven. In hoofdstuk 2 van dit rapport vermeldt de inspectie in algemene zin de sterke en minder sterke kanten van het onderwijs op De Vogelenzang. Bij de aangeduide verbeterpunten is tevens een onderbouwing van deze constatering opgenomen. Dit hoofdstuk beschrijft tevens kort de belangrijkste bevindingen van het themaonderzoek opbrengstgericht werken bij rekenen-wiskunde. In hoofdstuk 3 volgt de conclusie. 5
Onderzoeksmethode vierjaarlijks bezoek Deze rapportage is gebaseerd op: De indicatoren uit het bestaande waarderingskader primair onderwijs van de inspectie. Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. Schoolbezoek, waarbij schooldocumenten en handelingsplannen zijn bestudeerd; gesprekken met de directie en de intern begeleider(s)/zorgcoördinator(en) zijn gevoerd. Het themaonderzoek opbrengstgericht werken bij rekenen-wiskunde bestond uit de volgende activiteiten: Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. Schoolbezoek, waarbij in een aantal groepen de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van activiteiten rekenen-wiskunde. Deze groepsbezoeken vonden plaats in de groepen 2, 4, 6 en 8; schooldocumenten zijn bestudeerd; gesprekken met de directie, de intern begeleider, leraren en leerlingen zijn gevoerd. 6
2 BEVINDINGEN 2.1 Vierjaarlijks bezoek In de bijlage van dit rapport treft u een overzicht van de bij dit onderzoek betrokken indicatoren aan, en de bevindingen van de inspectie daarover. Uit dit overzicht valt op te maken dat op De Vogelenzang de kwaliteit van het onderwijs voor de meeste onderzochte indicatoren op orde is. Het betreft hier met name de onderdelen opbrengsten, zorg en begeleiding en wet- en regelgeving. Verbeterpunten Naast de positief beoordeelde aspecten, vraagt de inspectie aandacht voor enkele onderdelen waarvan de kwaliteit verbetering behoeft. Het betreft hier met name de aspecten zorg en begeleiding en de indicatoren betreffende opbrengstgericht werken (1.2) en de begeleiding van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften (13.2). Toelichting Kwaliteitszorg In het afgelopen jaar heeft de school die al twee fusies meemaakte werderom te maken gehad met een fusie. Dit heeft de nodige energie gekost van de directie en beide teams. De school bestaat nu uit drie locaties: Vogelenzang- Noord, Vogelenzang-Zuid en Vriesland (voorheen De Kooij). Het team werkt momenteel hard aan het versterken van de doorgaande lijnen in de school. De school heeft voldoende zicht op de onderwijsbehoeften van de leerlingenpopulatie, hetgeen zich vertaalt in extra aandacht voor leerlingen die meer aan kunnen of juist extra zorg nodig hebben. Via vragenlijstonderzoek bij ouders, leerlingen en leerkrachten en evaluatiebijeenkomsten met het team verkrijgt de school inzicht in haar sterke en zwakke punten. Bij deze wijze van evalueren formuleert de school niet vooraf wat haar kwaliteitseisen voor het onderwijs en leren zijn zodat de evaluatie wat globaal blijft. De school heeft dit opgepakt door voor verschillende onderdelen (differentiatie, instructiemodel, zorg) kwaliteitseisen vast te leggen en deze geregeld te evalueren via klassenbezoeken en in vergaderingen. Hierdoor heeft de school in voldoende mate zicht op haar onderwijskwaliteit. 7
Ten aanzien van de systematische evaluatie van opbrengstgegevens is De Vogelenzang bezig met een omslag richting meer opbrengstgericht werken. De school is gestart met het maken van trendanalyses voor rekenen-wiskunde. De directie en intern begeleiders bespreken de trendanalyses en de recente gegevens uit het leerlingvolgsysteem waarbij de ontwikkeling van de groep en mogelijke vervolgacties centraal staan. De school hanteert wel doelen maar die zijn nog erg impliciet en kunnen versterkt te worden door de doelen te baseren op de resultaten van de evaluaties.wel zijn leerkrachten gestart met het vaststellen van minimumdoelen rekenen-wiskunde voor de verschillende groepen. Het team wordt zich meer bewust van de mogelijkheid om te sturen op opbrengstdoelen en de invloed van hoge verwachtingen op leeropbrengsten. Het team van De Vogelenzang werkt voldoende planmatig aan haar schoolontwikkeling. De beleidsvoornemens uit het schoolplan zijn concreet uitgewerkt in verandertrajecten die sturing geven aan de schoolontwikkeling. De directeur, intern of extern begeleiders houden middels klassenbezoeken tussentijds bij in hoeverre de beoogde veranderingen ook daadwerkelijk plaats vinden in de klas. De verandertrajecten leiden tot afspraken die vastgelegd worden en naderhand regelmatig onderwerp van gesprek en bijstelling zijn. Op deze manier wordt gewaarborgd dat veranderingen ook beklijven. Zorg en begeleiding Basisschool De Vogelenzang beschikt over een volgsysteem waarmee zij de ontwikkeling van leerlingen voldoende kan volgen en uitval vroegtijdig kan signaleren. De school hanteert heldere afspraken voor wanneer kinderen in aanmerking komen voor extra begeleiding. Binnen het gedifferentieerde instructiesysteem vangt de school in de groep ook leerlingen op die een grote uitval vertonen op de toetsen uit het leerlingvolgsysteem. Deze leerlingen ontvangen verlengde instructie en een minimumaanbod. De inspectie heeft aandacht gevraagd om leerlingen die meer uitdaging nodig hebben en onvoldoende leerwinst laten zien gezien hun capaciteiten ook als zorgleerling aan te merken. Een aantal zorgleerlingen ontvangt naast het onderwijs in de groep extra begeleiding vanuit een groepsplan of handelingsplan. Deze plannen verschillen in de mate waarin aangegeven is wat de achterliggende problematiek is, wat de nagestreefde doelen zijn en op welke manier men deze wil bereiken. Hierdoor wisselt de mate waarin de plannen sturing geven aan het handelen van de leerkrachten. De aanwezige plannen worden meestal geëvalueerd. In de evaluatie wordt wel teruggeblikt op de gestelde doelen maar zoals gezegd zijn de doelen veelal nog te globaal. Mede daarom vindt slechts in beperkte mate een reflectie op het effect van de handelingsplannen plaats. De school verkrijgt hiermee informatie om de leerling verder te begeleiden. De school bewijst zich een dienst door de doelen concreter te formuleren omdat ze de informatie daarmee relevanter is voor een mogelijke bijstelling van het handelingsplan. Dat is de reden waarom indicator 11.3 (de planmatigheid) als onvoldoende en indicator 11.4 (vaststellen van de effecten) als voldoende is beoordeeld. Opbrengsten Basisschool De Vogelenzang verantwoordt zich over haar eindresultaten met de Cito-Eindtoets. De eindopbrengsten zijn over drie jaar gezien voldoende. De inspectie baseert dit oordeel op de resulaten van alle locaties inclusief de nieuwe locatie Vriesland. 8
Op de tussentijdse momenten (technisch lezen in groep 3 en 4, rekenenwiskunde in groep 4 en 6, begrijpend lezen in groep 6) zijn de resultaten op alle onderdelen voldoende. De inspectie heeft haar oordeel op de tussentijdse opbrengsten alleen gebaseerd op de locatie Vogelenzang Zuid waar het onderzoek plaatsvond. De inspectie beoordeelt ook of de school kan aantonen dat leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften zich ontwikkelen naar hun mogelijkheden. Hierbij gaat het om leerlingen die een leerlinggebonden financiering (lgf) ontvangen als deze leerlingen een eigen leerlijn hebben, of het eindniveau van groep 8 niet halen, of om leerlingen die op één of meerdere onderdelen een eigen leerroute volgen. Belangrijk is dat de school voor deze leerlingen een ontwikkelingsperspectief opstelt en daar tussendoelen van afleidt. Vervolgens moet het leerstofaanbod hierop afgestemd worden en regelmatig worden nagegaan of de ontwikkeling naar verwachting verloopt, met als doel om zowel het perspectief als het aanbod indien nodig aan te kunnen passen. Basisschool De Vogelenzang heeft het voornemen op deze manier te gaan werken. Op dit moment gebeurt dat echter nog niet. Daarom is indicator 13.2 als onvoldoende beoordeeld. Naleving Ten aanzien van de naleving van wettelijke voorschriften heeft de inspectie geconstateerd dat er niet wordt voldaan aan onderstaand(e) wetsartikel(en): * De geplande onderwijstijd voldoet aan de wettelijke vereisten (WPO, art. 8, lid 7, onder b). De school heeft namelijk tien vierdaagse schoolweken gepland terwijl het maximum aantal vierdaagse schoolweken zeven is. Met het bevoegd gezag zijn hierover afspraken gemaakt om deze omissie te herstellen in het schooljaar 2009-2010. 2.2 Themaonderzoek Opbrengstgericht werken bij rekenen-wiskunde Bij het themaonderzoek zijn verschillende kwaliteitsaspecten van het onderwijs op het punt van opbrengstgericht werken onderzocht, namelijk het leerstofaanbod, de onderwijstijd, het didactisch handelen, de zorg en begeleiding, de resultaten en de kwaliteitszorg. De inspectie is bij deze kwaliteitsaspecten nagegaan in welke mate de school opbrengstgericht werkt bij rekenen-wiskunde. Daarbij worden drie niveaus onderscheiden: schoolniveau, groepsniveau en leerlingniveau, waaronder de aanpak van zorgleerlingen. Deze rapportage vermeldt op hoofdlijnen wat de belangrijkste bevindingen zijn voor de genoemde kwaliteitsaspecten op elk van de genoemde niveaus op de school. 9
De inspectie concludeert dat de school een aantal elementen van opbrengstgericht werken toepast, maar dat zowel op individueel niveau, groepsniveau als schoolniveau de opbrengstgerichtheid verbeterd kan worden. De school beschikt namelijk nog niet over schoolspecifieke doelen voor de opbrengsten bij rekenen-wiskunde. Wel voert zij sinds dit jaar (trend)analyses uit in het kader van de kwaliteitszorg, trekt zij hieruit conclusies en onderneemt aansluitend actie. Op schoolniveau valt verder op dat opbrengstgegeven worden verzameld en geanalyseerd, maar dat er in de praktijk van alledag vooral conclusies worden getrokken op individueel leerlingniveau (ten behoeve van de zorgleerlingen met leerachterstanden), en veel minder op groepsniveau. Dit houdt verband met het feit dat de school geen doelen voor de opbrengsten bij rekenen-wiskunde op groepsniveau heeft gesteld. Het methode is leidend voor het handelen van de leraren. De afstemming op verschillen in ontwikkeling van de leerlingen gebeurt volgens de differentiatievormen die de methode aangeeft, maar gaat hier niet bovenuit. Dat betekent dat er waarschijnlijk met name voor de betere leerlingen meer leerwinst te behalen is. Voor de zorgleerlingen zijn er voldoende remediërende materialen beschikbaar. De leerresultaten bij rekenen-wiskunde vertonen een min of meer stabiele trend. In de afgelopen drie jaar zijn de opbrengsten aan het einde van de schoolperiode van een voldoende niveau. De tussentijdse opbrengsten voor rekenen-wiskunde zijn voldoende in de groepen 5,6,7 en 8. De school richt zich ook dit jaar op de verbetering van het reken-wiskundeonderwijs. 10
3 CONCLUSIE De inspectie concludeert dat de kwaliteit van het onderwijs op De Vogelenzang op de in het vierjaarlijksonderzoek onderzochte onderdelen op orde is. In het onderzoek is gebleken dat het onderwijs op die gebieden geen of nauwelijks tekortkomingen kent. Deze conclusie zal worden betrokken bij de eerstvolgende jaarlijkse risicoanalyse die voorafgaat aan de beslissing of het toezichtarrangement eventueel aangepast dient te worden. 11
BIJLAGE Overzicht indicatoren en bevindingen In de bevindingen wordt tot uitdrukking gebracht of de indicatoren bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs: 1 draagt niet of nauwelijks bij; 2 draagt onvoldoende bij; 3 draagt voldoende bij; 4 draagt in hoge mate bij; 5. geen waardering. Dit oordeel wordt alleen toegekend indien de school zich niet kan verantwoorden met behulp van betrouwbare en valide opbrengstgegevens of, bij 13.2, geen leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften heeft. Het kwaliteitsprofiel van De Vogelenzang Kwaliteitszorg 1 2 3 4 1.1 De school heeft inzicht in de verschillen in onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. 1.2 De school evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van haar opbrengsten. 1.3 De school evalueert regelmatig het leren en onderwijzen. 1.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 1.5 De school borgt de kwaliteit van het leren en onderwijzen. 1.6 De school rapporteert aan belanghebbenden inzichtelijk over de gerealiseerde kwaliteit van het onderwijs. Zorg en begeleiding, inclusief toetsinstrumenten 1 2 3 4 10.1 De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. 11.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens, bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. 11.3 De school voert de zorg planmatig uit. 11.4 De school gaat de effecten van de zorg na. Opbrengsten: resultaten van leerlingen en hun voortgang in de ontwikkeling 1 2 3 4 5 12.1 De resultaten van de leerlingen aan het eind van de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 13.1 De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 13.2 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden. 13
Wet- en regelgeving W1 De school heeft de vastgestelde schoolgids aan de inspectie toegestuurd. W2 De school heeft het vastgestelde schoolplan aan de inspectie toegestuurd. W3 Het bestuur heeft het vastgestelde zorgplan aan de inspectie toegestuurd. W4 De geplande onderwijstijd voldoet aan de wettelijke vereisten. ja nee 14