Toxicologie enkele begrippen



Vergelijkbare documenten
Risicobeoordeling voor mens

Bijlage II Vereiste informatie voor kennisgeving krachtens artikel 4 of artikel 8, lid 1

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Gevaarlijke stoffen zijn stoffen die gevaarlijk zijn voor je gezondheid. Op je werk, maar ook thuis zijn veel meer gevaarlijke stoffen dan je denkt.

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU

Samenvatting. Vraagstelling

Chemisch toxicologische eigenschappen van acrylonitril en medische aspecten van een blootstelling

Kiezen van milieuvriendelijke schoonmaakmiddelen Reinhilde Weltens

Tri- en tetrachlooretheen

Klasse 9: Diverse gevaarlijke stoffen en voorwerpen

SAMENVATTING Technische mengsels van vetoplosbare polychloorbifenylen (PCBs) zijn gebruikt als vloeistof in transformatoren, condensatoren en als

Betekenis H-zinnen. Gevarenaanduidingen voor materiële gevaren

DEEL 1: GEVARENAANDUIDINGEN ; H-zinnen

Diethyleenglycol. Inleiding

Indelen van stoffen en mengsels volgens CLP

Samenvatting. Vraagstelling

MATERIAL SAFETY DATA SHEET

Toolbox-meeting Gevaarlijke stoffen

Wat is ARIE? Hoe werkt de webapplicatie ARIE aanwijzing? Ga naar u krijgt dan het volgende scherm:

Samenvatting. Vraagstelling

Risk & Safety zinnen (Risico- en veiligheidsaanduidingen op etiketten)

intreedt. De LD50-waarde wordt uitgedrukt in het gewicht van de teststof per gewichtseenheid proefdier (mg/kg). vii) LC50

Samenvatting. Vraagstelling

MATERIAL SAFETY DATA SHEET

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD ORGAPOWER KERNMIX (Volgens EG-richtlijn 2001/58/EC) versie1/9/2010

Biotransformatie en toxiciteit van

Spuitresidu Veiligheid voor de toepasser/werker/consument en de houding van de retail

Behoud effectief middelenpakket: verantwoord gebruik en risico van einde toelating. Arjan de Bever Berkel Enschot 27 maart 2013

Veiligheidsinformatieblad

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Geboorte van een nieuwe molecule Onderzoek naar de ontwikkeling van nieuwe medicijnen Omar Pivetta M.D.

Ecologische risicobeoordeling is gericht op het voorspellen van nadelige. effecten van stoffen op natuurlijke populaties. In het algemeen wordt

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

Hierbij gaat voor de delegaties document D033652/02 - BIJLAGE.

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD. 1 Identificatie van de stof of het preparaat en van de vennootschap/onderneming

Inhoud van de Investigator s Brochure (IB)

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD volgens Verordening (EG) Nr. 1907/2006

(Voor de EER relevante tekst)

MATERIAL SAFETY DATA SHEET

Chronisch onderzoek is van belang bij stoffen waarbij accumulatie kan optreden.

Onderwerp: Toxicologische evaluatie rubbergranulaat kunstgrasvelden in de gemeente Valkenswaard.

Risicobeoordeling en beheer met betrekking tot de aanwezigheid van fipronil in eieren, eiproducten, pluimveevlees en verwerkte producten

RISICOZINNEN (R-ZINNEN)

MATERIAL SAFETY DATA SHEET

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

ALLES rondom residuen: wat moeten we weten?

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD volgens Verordening (EG) Nr. 1907/2006 Weedazol Versie 6 (Nederland) Datum van uitgifte: 2010/11/29

Inhoud. A. van Leeuwenhoeklaan MA Bilthoven Postbus BA Bilthoven KvK Utrecht T

Versie 1.2 Herzieningsdatum Printdatum Identificatie van de stof of het mengsel en van de vennootschap/ onderneming

FAGRON a.s. Veiligheidsfiche

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

Samenvatting en advieswaarde

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD overeenkomstig Verordening (EG) Nummer 1907/2006 : IR ALL SEASON. : Uitsluitend voor industrieel en beroepsmatig gebruik.

licht ontvlambaar licht ontvlambaar

Proefdieren in Vlaanderen in 2014 uitgedrukt in cijfers

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

Proefdieren in Vlaanderen in 2015 uitgedrukt in cijfers

Veiligheids Informatie Blad

Gevarenaanduidingen voor materiële gevaren.

Samenvatting en advieswaarde

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU

Bijlage I - IA - IB - IIA. BIJLAGE I: Lijst van werkzame stoffen met op gemeenschapsniveau overeengekomen eisen voor opneming in biociden

MATERIAL SAFETY DATA SHEET

TGG 8 uur mg/m 3 (ppm) 14 (20) 3,25 (1) 1 (0,9) 0,7 (0,1) 7 (1,5) 0,15 (0,1) 0,14 (0,1)

1.2 Relevant geïdentificeerd gebruik van de stof of het mengsel en ontraden gebruik Gebruik van de stof of het : Luchtverfrissers

Samenvatting. Vraagstelling

Instructie gevaarlijke stoffen algemeen:

Veiligheidsfiche Samengestelde organisch-minerale meststof

ecoline coatings BV Pagina: 1 / 6 VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Conform de regelgeving (EC) No. 1907/2006

Naam van het chemische produkt : Ammoniumnitraat-ureumoplossing. Naam van leverancier : Breustedt Chemie B.V.

: SC Johnson Benelux bvba Groot Mijdrechtstraat RV Mijdrecht

Inschatting gezondheidsrisico s grafietregen Wijk aan Zee RIVM 2019

Introductie Het voor u liggende overzicht bevat de volgende informatie voor Wm- en Wvo-vergunningverleners:

BIJLAGE IVA: GEGEVENS OVER WERKZAME STOFFEN FUNGI, MICRO-ORGANISMEN EN VIRUSSEN

Blootstelling aan gevaarlijke stoffen

TGG 8 uur mg/m 3 (ppm) Zuurstof*** 19 21%

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

Voorlichting & Training. Gevaarlijke Stoffen

1.2 Relevant geïdentificeerd gebruik van de stof of het mengsel en ontraden gebruik Gebruik van de stof of het : Luchtverfrissers

Handelsnaam : Soapy Desinfecterend

PAGO Gevaarlijke Stoffen juni 2018 dia nr 5. Blootstelling aan gevaarlijke stoffen op het werk in Nederland. PAGO Gevaarlijke Stoffen

SYNONIEMEN: 2-Propeennitril, Acrylnitril, Vinylcyanide EINECS nr: CAS nr: EEG nr:

Productnaam Zône Brandspiritus 85%

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD volgens Verordening (EG) Nr. 1907/2006

Veiligheidsfiche in overeenstemming met Richtlijn (EC) 1907/2006. Gebruikssector VLOEIBARE GECHLOREERDE BASE CHLOOR ALKALISCHE REINIGER

Samenvatting en advieswaarde

Veiligheidsinformatieblad volgens richtlijn 91/155/EEG

Veiligheidsinformatieblad

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

BIJSLUITER Activyl Tick Plus spot-on oplossing voor honden

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD PRODUCT : TARGET

Samenvatting en advieswaarde

Veiligheidsinformatieblad

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD PRODUCT : TARGET

Wat betekent dit voor. van omwonenden?

Brandgevaar: moeilijk brandbaar.

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Opgesteld in overeenstemming met Datum: richtlijn 93/112/EG Vervangt versie van:

Amoxy Active 697 mg/g

Samenvatting, conclusies en aanbevelingen

Transcriptie:

009 1 Toxicologie enkele begrippen Regelmatig worden wij geconfronteerd met begrippen als zeer giftige stof, of de zeer gevaarlijke chemische stof-x. Vaak zijn deze begrippen niet nader omschreven en is het moeilijk om door vergelijking met andere stoffen de relatieve giftigheid voldoende in te schatten. De tot dusverre verschenen chemische feitelijkheden bevatten veelal gegevens over de giftigheid (toxiciteit) van de behandelde stoffen in de vorm van een LD 50-waarde of een MACwaarde. Deze aflevering wil enkele begrippen in de toxicologie uitleggen en daarnaast een korte beschrijving geven van het onderzoek waarmee de relatieve schadelijkheid van een stof wordt bepaald. Onderzoek op het gebied van de toxicologie de wetenschap der vergiften wordt gedaan om een indruk te krijgen van de risico s, verbonden aan het gebruik van stoffen. In het kader van verschillende wetten, die het gebruik van chemische stoffen regelen, worden gegevens geëist over de toxiciteit van te gebruiken stoffen. Veelal worden deze gegevens verkregen via min of meer voorgeschreven proeven. Het toxiciteitsonderzoek Elke stof is in principe giftig, óók zout of suiker, wanneer de toegediende hoeveelheid maar groot genoeg is. Toxiciteitsonderzoek wordt niet alleen uitgevoerd ten behoeve van de mens, maar ook van het milieu. De toxicoloog is vooral geïnteresseerd in het toxiciteitsprofiel van de stof. Welke effecten worden door blootstelling aan deze stof veroorzaakt? Is er een invloed te meten op bv. groei, gedrag, sterfte, voedsel- of wateropname? Zijn er effecten te vinden in organen of

009 2 Toxicologie enkele begrippen weefsels? Daarbij is het belangrijk de aard van de nadelige effecten van een stof te bestuderen en de dosis te kennen waarbij die effecten veroorzaakt worden. Voorts wil men de wijze waarop die effecten tot stand zijn gekomen weten en tenslotte de hoogste dosis vaststellen waarbij net geen schadelijke werking meer wordt gezien. Bij dergelijk onderzoek is het van belang onderscheid te maken naar de manier waarop een stof wordt toegediend, bijvoorbeeld via de mond (oraal), via de ademhalingsorganen (inhalatie) of via de huid (dermaal). Bij toxiciteitsonderzoek, dat erop is gericht voor de mens de gezondheidsrisico s vast te stellen, moet men de stoffen onderzoeken op de voor de mens meest relevante wijze van blootstelling. Voor dergelijk onderzoek wordt vrijwel steeds gebruik gemaakt van proefdieren, die model staan voor de mens. Naast muis, rat, cavia en konijn wordt, zij het minder vaak, gebruik gemaakt van hond, varken, aap en kwartel. Wanneer het toxiciteitsonderzoek echter meer gericht is op het milieu, de zgn. eco-toxicologie, wordt gebruik gemaakt van waterorganismen zoals algen, daphniae en vissen, of van bacteriën levend in de bodem. Het toxiciteitsonderzoek, dat volgens nationale en internationale richtlijnen geschiedt, kan globaal worden verdeeld in acuut, subacuut, sub-chronisch, chronisch en specialistisch onderzoek. In dergelijk onderzoek worden naast groei, gedrag, sterfte, voederen waterconsumptie ook bloedwaarden en klinisch-chemische parameters onderzocht. Bij beëindiging van de proef wordt meer of minder uitgebreid weefsel- en orgaanonderzoek verricht om, soms slechts microscopisch waarneembare, veranderingen op te sporen. Acute toxiciteit Een eerste indruk van de toxiciteit van een stof wordt gegeven door de sterfte bij toediening van een éénmalige dosis. Als maat wordt daarbij de zgn. LD 50-waarde gebruikt. De LD 50 (letale dosis 50) is de hoeveelheid stof, die na éénmalige orale of dermale toediening binnen korte tijd (ca. 14 dagen) sterfte van 50% van de proefdieren veroorzaakt. Wanneer sprake is van blootstelling via de lucht of via water (alg,

009 3 daphnia of vis) spreekt men van de letale concentratie 50 (LC 50). In deze proeven wordt meestal alléén naar sterfte en gedrag gekeken. De LD 50 of LC 50 testen worden gezien als maat voor de acute toxiciteit van een stof, en om die reden worden ze veelvuldig door de wetgever geëist. De waarde van deze testen is echter zeer beperkt, aangezien geen enkele informatie wordt verkregen over lange termijn effecten na meermalige blootstelling. Op grond van de LD 50-waarden wordt een eerste giftigheidsclassificatie van stoffen gemaakt. waarde van LD 50 oraal uitgedrukt in mg stof per kg lichaamsgewicht giftigheid 1 extreem toxisch 1-50 zeer toxisch 50-500 matig toxisch 500-5000 licht toxisch 5000-15000 praktisch niet toxisch > 15000 relatief ongevaarlijk Sub-acute en sub-chronische toxiciteit Het betreft hier onderzoeken die vier weken tot ca. drie maanden duren. De te onderzoeken stof wordt, in verschillende doseringen (meestal drie) dagelijks toegediend via voer of drinkwater, of via de lucht of de huid. Bij dit onderzoek worden meerdere (sub-acuut) tot een zeer groot aantal (sub-chronisch) parameters bestudeerd. Het doel is om het toxiciteitsprofiel te bepalen en een dosis vast te stellen, waarbij geen schade meer wordt veroorzaakt, de zgn. no-observed toxic effect level of no-adverse effect level. Er bestaat een tendens om het sub-acute onderzoek uit te breiden door een groter aantal parameters te bestuderen, waardoor het een goedkoper alternatief voor de meer tijd vergende sub-chronische proef zou kunnen zijn.

009 4 Toxicologie enkele begrippen Chronische toxiciteit Na het sub-chronische onderzoek wordt voor een aantal toepassingen van stoffen ook nog chronisch toxiciteitsonderzoek geëist. Het meestal twee jaar of langer durende onderzoek, wordt in de regel identiek aan het sub-chronisch onderzoek uitgevoerd, maar ook worden nu tijdens de proef een aantal bloed- en klinisch-chemische parameters meerdere malen bestudeerd. Vaak wordt dit onderzoek, dat gericht is op het vaststellen van een no-effect level gecombineerd met onderzoek naar de mogelijke kankerverwekkende activiteit van de betrokken stof. Reproductie- en teratologisch onderzoek Stoffen waaraan de mens mogelijk gedurende zijn hele leven wordt blootgesteld, dienen ook onderzocht te worden op hun mogelijke invloed op de vruchtbaarheid en het nakomelingenschap, alsmede op de eventuele vruchtbeschadigende (teratogene) werking. Mutageniteitsonderzoek Dit onderzoek wordt uitgevoerd om vast te stellen of een stof veranderingen (mutaties) in het erfelijk materiaal kan aanbrengen. Het vaststellen van zulke veranderingen is om twee redenen belangrijk. Wanneer dergelijke veranderingen optreden in cellen, die van belang zijn voor de vorming van het nakomelingenschap (de eicellen en de zaadcellen), dan kan dit leiden tot erfelijke afwijkingen. Ten tweede kunnen andere in het lichaam aanwezige cellen zodanig worden veranderd, dat ze in staat zijn dochtercellen te leveren met een andere erfelijke informatie (somatische mutatie) welke kan leiden tot het onder bepaalde omstandigheden uitgroeien van dergelijke cellen tot kankercellen. Om mutageniteit aan te tonen, zijn een aantal testen voorhanden, welke worden uitgevoerd met testorganismen, als bacteriën, gisten, schimmels, insekten en gekweekte cellen van zoogdieren, en eveneens in zoogdieren zelf. Het is gebleken, dat een groot deel van de kankerverwekkende stoffen (60-90 %) mutageen is. An-

009 5 dersom moet men stellen, dat van alle mutagene stoffen slechts een gedeelte kankerverwekkend bleek te zijn. De meest gebruikte mutageniteitstest is een test, uitgevoerd met Salmonella bacteriën, de zgn. Ames-test. Huid- en oogirritatie-onderzoek, overgevoeligheidsonderzoek Dit onderzoek is er op gericht om bij het daarvoor meest geschikte proefdier, eventuele oogirritatie, huidirritatie of overgevoeligheid aan te tonen. Voor stoffen welke in industriële processen worden gebruikt, waarbij huid- en oogbelasting mogelijk is, is dit onderzoek van belang, alsmede voor schoonheidsmiddelen. Het vaststellen van een onschadelijke hoeveelheid voor de mens Het vaststellen van een voor de mens toelaatbare hoeveelheid van de stof, is het eindpunt van het toxicologisch onderzoek voor zover dat op de mens gericht is. Bij het vaststellen van een dagelijkse toelaatbare dosis, is het van belang te weten hoe de stof gebruikt gaat worden: éénmalig, frequent gedurende een bepaalde tijd, of gedurende het gehele leven. Op basis van dit gegeven wordt bepaald hoe uitgebreid en hoe langdurend toxicologisch onderzoek dient te zijn. Het naar aanleiding van de toepassing van de stoffen uitgevoerd onderzoek, wordt dan aangewend voor het bepalen van een toelaatbare dosis voor de mens. De gegevens van het dier worden dus vertaald naar de mens. Omdat dit vertalen gepaard gaat met allerlei onzekerheden, wordt gebruik gemaakt van een zgn. veiligheidsfactor. Uitgangspunt voor het bepalen van een voor de mens aanvaardbare dosis, is de gevonden no-toxic effect level in het dierexperiment. De no-toxic effect levels, uitgedrukt in mg/kg lichaamsgewicht per dag, worden nu door een veiligheidsfactor gedeeld om de aanvaardbare dagelijkse dosis te bepalen. De grootte van de veilig-

009 6 Toxicologie enkele begrippen heidsfactor (in de voedingstoxicologie meestal 10-100) hangt af van de aard en de omvang van het verrichte onderzoek en van eventuele gegevens die (reeds) bekend zijn over de blootstelling aan de mens. Dr. R. Kroes 1983-06-08

009 7 BIJLAGE Lijst van een aantal begrippen die in de toxicologie worden gebruikt accumulatie acute toxiciteit ADI additie antagonisme biotransformatie carcinogeniteit chronische toxiciteit het ophopen van de stof in het lichaam schadelijk effect veroorzaakt door een stof binnen korte tijd (bijv. 14 dagen) wanneer deze éénmaal wordt gegeven. Gewoonlijk uitgedrukt in LD 50 of LC 50 acceptable daily intake maximaal aanvaardbare dagelijkse opneming door de mens. combinatiewerking van twee of meerdere giftige stoffen waarbij de werking gelijk is aan de som van de werking die de stoffen afzonderlijk uitoefenen combinatiewerking van twee of meer giftige stoffen waarbij de werking geringer is dan de som van de werking die de stoffen afzonderlijk uitoefenen de biochemische omzetting van toxische stoffen het vermogen van een stof om kwaadaardige gezwellen te veroorzaken schadelijk effect veroorzaakt door een stof na blootstelling gedurende het grootste deel van de normale levensduur

009 8 Toxicologie enkele begrippen EPEL MAC MAC-C MAC-TGG MIC mutageniteit NAEL NEL NTEL éénmalige populatie expositie limiet, de hoogst toelaatbare concentratie gedurende 1 2, 1 of 2 uur waaraan de bevolking in noodsituaties mag worden blootgesteld, zonder blijvende effecten de maximale aanvaarde concentratie van een gas, damp, nevel of van stof, is de concentratie in de lucht op de werkplek die, voor zover de huidige kennis reikt, bij herhaalde expositie ook gedurende een langere tot zelfs een arbeidsleven omvattende periode, in het algemeen de gezondheid van zowel de werknemer als ook hun nageslacht niet benadeelt maximale aanvaarde concentratie - Ceiling overschrijding van deze concentratie moet in alle gevallen worden voorkomen maximale aanvaarde concentratie Tijd Gewogen Gemiddelde (8 uur/dag, 5 dagen/week) maximale immissie concentratie, de hoogst toelaatbare concentratie in de lucht in woongebieden. het vermogen van een stof om veranderingen in het erfelijk materiaal aan te brengen no-adverse-effect level no-effect level no-toxic-effect level

009 9 sub-acute toxiciteit sub-chronische toxiciteit synergisme teratogeniteit TLV schadelijk effect veroorzaakt door een stof na herhaalde blootstelling gedurende een periode variërend van 1-6 weken schadelijk effect veroorzaakt door een stof na blootstelling gedurende ca. 1 10 gedeelte van de levensduur van het (kleine) proefdier combinatiewerking van twee of meerdere stoffen waarbij de werking groter is dan de som van de werking die de stoffen afzonderlijk uitoefenen het vermogen van een stof om structurele of functionele schade aan het nakomelingschap toe te brengen threshold limit value, een Amerikaanse waarde die overeenkomt met de Nederlandse MAC-waarde, zonder echter expliciete vermelding van invloed op het nageslacht