Gemeente Achtkarspelen. Beleidsplan Schuldhulpverlening

Vergelijkbare documenten
Notitie Schulddienstverlening

Beleidsregels Schuldhulpverlening gemeente Renkum 2012 e.v.

Beleidsregels Integrale Schuldhulpverlening

Schulddienstverlening

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maassluis houdende regels omtrent schuldhulpverlening

Beleidsplan schuldhulpverlening Een passend verhaal

Beleidsregels schuldhulpverlening gemeente Velsen 2013

BELEIDSREGELS SCHULDHULPVERLENING GEMEENTE MONTFOORT

Beleidsplan schuldhulpverlening Een passend verhaal

Het college van de gemeente Geldermalsen;

Beleidsregels Schuldhulpverlening

Beleidsregel toelating tot de schuldhulpverlening

Beleidsregels schuldhulpverlening Heemskerk april 2013

Het college heeft besloten tot vaststelling van de regeling schuldhulpverlening 2017 en verder.

Raadsnota. Raadsvergadering d.d.: 25 juni 2012 Agenda nr: Onderwerp: Wet gemeentelijke schuldhulpverlening. Aan de gemeenteraad,

Jaarverslag. schulddienstverlening Een goede start

Beleidsregels Schuldhulpverlening Gemeente Leiderdorp 2018

BELEIDSPLAN GEMEENTELIJKE SCHULDHULPVERLENING ONDERBANKEN

Besluit College van BenW

Agendapunt: 19 No. 50/'12. Dokkum, 24 april ONDERWERP: Wet gemeentelijke schuldhulpverlening

Collegebesluit. Onderwerp Budgetondersteuning op maat loont Nummer 2019/ Portefeuillehouder Roduner, F.J. Programma/beleidsveld 3.

Beleidsplan schuldhulpverlening

Beleidsregels toelating tot schulddienstverlening gemeente Borger-Odoorn.

Beleidsregels Gemeentelijke Schuldhulpverlening Hellevoetsluis

Beleidsregels Schulddienstverlening Eindhoven

Beleidsregel toelating tot de schuldhulpverlening 2017

Beleidsregels Toelating tot de schuldhulpverlening

Beleidsplan schuldhulpverlening Gemeente Kollumerland c.a.

Beleidsregels Schuldhulpverlening

Beleidsregels Integrale Schuldhulpverlening Gemeente Boxmeer

Beleidsregels Integrale Schulddienstverlening Oost Gelre

a. college: college van burgemeester en wethouders van Menterwolde;

Gemeente Oss. Pilot Duurzame Financiële Dienstverlening

Zundertse Regelgeving

Beleidsregel Toegang Schulddienstverlening Gemeente Oldebroek 2016

Beleidsregels Gemeentelijke Schuldhulpverlening het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hellevoetsluis;

Uitvoeringsregeling schulddienstverlening Hollands Kroon 2016

Beleidsregels Schulddienstverlening Haarlem Het college van de gemeente Haarlem

Beleidsregel schuldhulpverlening gemeente Leeuwarden 2014

Dit elektronisch gemeenteblad is een officiële uitgave van het college van de gemeente Reusel-De Mierden.

Uitvoeringsregels schuldhulpverlening 2012

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Aa en Hunze;

Beleidsregels schulddienstverlening gemeente Helmond 2018

Toelating schuldhulpverlening gemeente Waalwijk

Beleidsplan schuldhulpverlening Gemeente Achtkarspelen

Beleidsregels Schuldhulpverlening Achtkarspelen

Beleidsregels schuldhulpverlening Haarlemmerliede en Spaarnwoude. Het college van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

Beleidsregels. Schuldhulpverlening. gemeente Reimerswaal

Beleidsregels Schuldhulpverlening 2013

december Totaal behandeld

Beleidsregels Integrale schuldhulpverlening

Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Loon op Zand; Gelet op artikel 2 en artikel 3 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening,

Schriftelijke vragen. Namens de fractie van de PvdA. Siebren Buist. Reg. Nr (in te vullen door de griffie)

Beleidsregels Schuldhulpverlening gemeente Utrecht

Heerhugowaa Stad van kansen

Raadsvergadering van 6 september 2012 Agendanummer: 9.1

Beleidsregels schuldhulpverlening gemeente Tiel

Beleidsregels Schuldhulpverlening gemeente Beverwijk 2017

596681/ november 2017

Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen

De beleidsregels treden in werking, de dag na publicatie, 21 februari 2013.

Bijlage 3 Producten 1 2 MAART

Beleidsregels integrale gemeentelijke schuldhulpverlening

Advies dienstverleningsovereenkomst Kredietbank Nederland

*Z01051DA582* Registratienummer:Z /1826

Beleidsregels integrale schuldhulpverlening Gemeente IJsselstein

College van B en W van de Gemeente Breda. Beleidsregels over toelating tot schuldhulpverlening

Gemeenteblad nr. 1, 1 november Toelating tot de schuldhulpverlening Gemeente Deurne 2012

Beleidsregels Schuldhulpverlening gemeente Geertruidenberg Het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Geertruidenberg;

Burgemeester en Wethouders

memo de gemeenteraad M.J.C. Suijker (wethouder) datum 29 november 2011

Cijfers Schuldhulpverlening 2016

Beleidsregels Schuldhulpverlening

Beleidsregels integrale schuldhulpverlening Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoorn besluit:

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere (Flevoland)

Plan schuldhulpverlening Gemeente Ten Boer

Beleidsregels schulddienstverlening Westvoorne 2017

Plan voor de schuldhulpverlening Gemeente Wormerland en gemeente Oostzaan

Congres Sociale zekerheid in beweging

Schulden? Pak ze snel aan

Naam en telefoon. Sille Dohmen 5772 Afdeling. Portefeuillehouder

25 juni 2013 Gemeenteblad

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel;

Beleidsregels integrale gemeentelijke schuldhulpverlening gemeente Cuijk

schulddienstverlening gemeente Brielle

Hoofdstuk 1 Inleiding

Aanvullende notitie op het Beleidsplan schuldhulpverlening gemeente Menterwolde

*1766 * Onderwerp: Uitvoeringsplan schuldhulpverlening Vergadergegevens. Vervolgbehandeling. Toetsing voorafgaand aan B&W-vergadering

Schulden? Pak ze snel aan

Beleidsplan SCHULDHULPVERLENING Gemeente Tytsjerksteradiel

De gemeenteraad. Cc college van b&w. Geachte leden van de gemeenteraad,

SCHULDHULPVERLENING september

Datum 10 december 2014 Betreft Kamervragen van de leden Yïcel (PvdA) en Schouten (CU) over onoplosbare schulden

ZELFREDZAAMHEID in Amsterdam

Evaluatie Beleid Schuldhulpverlening. Gemeenten Achtkarspelen en Tytsjerksteradiel

Beleidsplan Schuldhulpverlening Venray

Beleidsplan integrale schuldhulpverlening

Beleidsregels schulddienstverlening Midden-Groningen

Bijlage 1. Startnotitie wettelijk kader minnelijke schuldhulpverlening

Transcriptie:

Gemeente Achtkarspelen Beleidsplan Schuldhulpverlening 2017-2020 Gemeente Achtkarspelen april 2017 1

Inhoud 1. Inleiding 3 2. Samenvatting 4 3. Ontwikkelingen 7 4. Beleidskader 10 5. Visie, definities, uitgangspunten en doelgroep integrale schuldhulpverlening 13 6. Uitvoering door het team Schulddienstverlening 16 7. Ontwikkelingen voor de komende jaren 19 8. Doelstellingen 21 9. Kwaliteitsborging 22 2

1 Inleiding Sinds de inwerkingtreding van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) op 1 juli 2012 is de zorgplicht van gemeenten op het gebied van de schuldhulpverlening wettelijk geregeld. Het uiteindelijke doel van de wet is het bereiken van een gerichte en effectieve schuldhulpverlening. De Wgs schrijft onder meer voor dat de gemeenteraad een plan vaststelt dat richting geeft aan de integrale schuldhulpverlening aan de inwoners van zijn gemeente (artikel 2, lid 1). In juli 2012 is het eerste beleidsplan schuldhulpverlening vastgesteld. De looptijd van dat eerste beleidsplan was dus tot en met het jaar 2016. Dit is aanleiding voor het opstellen van dit volgende beleidsplan schuldhulpverlening dat van kracht wordt voor de periode 2017 tot en met 2020. In dit beleidsplan worden visie en uitgangspunten van het schuldhulpverleningsbeleid van de gemeente Achtkarspelen vastgelegd. Tot 2018 geldt dit ook nog voor de gemeente Kollumerland c.a.. Zoveel mogelijk worden landelijke en lokale ontwikkelingen vertaald naar de doelen en acties voor de komende jaren. Hierbij wordt gedacht aan de transformaties in het sociaal domein, de totstandkoming van een wettelijk breed moratorium en de steeds verdere uitbouw van de Dorpenteams en Jeugdteams, alsmede de beëindiging van de samenwerking met de gemeente Kollumerland c.a.. In ieder geval dient het beleidsplan een basis te bieden voor de immer complexe schuldenproblematiek die zich in de dagelijkse praktijk blijft voordoen en die, mede als gevolg van de nasleep van de economische crisis om oplossingen blijft vragen. 3

2 Samenvatting Terugdringen van de schuldenproblematiek staat blijvend op de politieke agenda. Ook in de afgelopen jaren is de vraag om ondersteuning bij financiële problemen toegenomen. Dit is enerzijds het gevolg van de financiële crisis, maar anderzijds ook het gevolg van de inzet van dorpenteams en jeugdteams, waardoor de problematiek minder in de verborgenheid blijft. Er zijn tekenen van economisch herstel, maar dit wil niet zeggen dat de problematiek direct vermindert. In 2009 heeft de gemeente Achtkarspelen, naar aanleiding van een pilot, besloten om de schuldhulpverlening in de reguliere bedrijfsvoering op te nemen. Vanwege de toenmalige samenwerking op het gebied van Sociale Zaken met de gemeente Kollumerland c.a. sloot ook deze gemeente zich hierbij aan. Per juli 2012 werd de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening van kracht. Een belangrijk uitgangspunt van deze wet is dat schuldhulpverlening een integraal karakter moet hebben. Dat betekent dat niet alleen aandacht moet zijn voor het oplossen van de financiële problemen, maar dat ook gekeken moet worden naar oorzaken of omstandigheden die aan de problemen ten grondslag hebben gelegen en er gezocht moet worden naar oplossingen hiervoor. Dit uitgangspunt wordt ook in de gemeente Achtkarspelen onderschreven en om deze reden wordt veelal de bredere term schulddienstverlening gehanteerd. Sedert 2012 heeft de samenwerking van de gemeente Achtkarspelen met de gemeente Kollumerland c.a. op het gebied van Sociale Zaken zich verlegd naar een veel bredere samenwerking op (nagenoeg) alle gebieden met de gemeente Tytsjerksteradiel. De wijze waarop de Schulddienstverlening wordt uitgevoerd in samenwerking met de gemeente Kollumerland c.a. is sindsdien ongewijzigd gebleven, maar de gemeente Kollumerland c.a. heeft laten weten de dienstverleningsovereenkomst per 2018 te willen opzeggen in verband met de bestuurlijke samenvoeging met de gemeenten Dongeradeel en Ferwerderadiel. Met de ontvlechting is reeds een aanvang gemaakt. Op dit moment wordt aan de hand van nog op te stellen scenario s onderzocht hoe de toekomst van de Schulddienstverlening in Achtkarspelen er uit moet komen te zien. De insteek is dat schulddienstverlening in eigen beheer zal blijven worden uitgevoerd. De colleges van burgemeester en wethouders van Achtkarspelen en Kollumerland c.a. (tot 2018) willen met het schuldhulpverleningsbeleid ondersteuning bieden voor iedere inwoner met financiële problemen die niet in staat is deze zelfstandig op te lossen. Doel van de hulp is dat de klant (weer) in staat is te participeren in de maatschappij, het liefst schuldenvrij. De schulddienstverlening wordt aangeboden conform de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs), de Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp), de landelijke richtlijnen van de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet (NVVK) en de NEN-8048 norm (certificering). Schulddienstverlening maakt deel uit van het brede gemeentelijke Armoedebeleid. Het Armoedebeleid is gericht op een stimulerend minimabeleid met aandacht voor de duurzame ontwikkeling van de inwoners. Hierbij heeft een ieder, onder het aanspreken van de eigen verantwoordelijkheid, (vraaggericht) recht op een individuele ondersteuning van de gemeente vanuit bijzondere bijstand en gemeentelijke voorzieningen waarbij individueel maatwerk de basis is. Een schuldensituatie werkt belemmerend ten aanzien van duurzame ontwikkeling. Pas nadat weer licht aan het einde van de tunnel zichtbaar wordt komen mensen weer in hun kracht en kan gewerkt worden aan een oplossing en het voorkomen dat men weer in 4

dezelfde situatie terecht komt. Hiervoor kan men dan (meer structureel) in het budgetbeheer worden opgenomen. Ook kunnen in bepaalde gevallen hiervoor vrijwilligers worden ingezet. De uiteindelijke doelstelling is dan ook, zoals ook verwoord in het coalitie-akkoord van het college, dat minder mensen een beroep moeten hoeven doen op schulddienstverlening en dat in voorkomende gevallen vrijwilligers worden ingezet bij budgetbeheer. Voordat dit zover is kan iedere inwoner van Achtkarspelen of Kollumerland c.a. (voorlopig), die hulp nodig heeft bij financiële problemen, met zijn vraag bij het Team Schulddienstverlening terecht. Per individuele hulpvraag wordt een traject op maat aangeboden. De eigen verantwoordelijkheid van de burger staat hierbij voorop. Schuldtrajecten zijn zwaar en daarom zijn de motivatie en het hebben van competenties om dit tot een goed einde te brengen voorwaarden om resultaat te behalen. Door vroegtijdig hulp te bieden wordt zoveel mogelijk voorkomen dat financiële problemen uitgroeien tot problematische schulden. Om deze reden wordt ingestoken op een preventieve benadering. Om te zorgen dat signalen nog vroeger worden opgepakt is het van essentieel belang dat de medewerkers van het team Schulddienstverlening zo snel mogelijk kunnen worden ingeschakeld of, nog liever, fysiek aanwezig zijn en meedraaien in het Jeugd- en dorpenteam 1. Om deze reden is eind 2016 een pilot gestart, waarbij de medewerkers daadwerkelijk enkele uren per week aanwezig zijn binnen het Jeugd- en dorpenteam. Ook in 2017 krijgt deze werkwijze een vervolg. Met bovenstaande uitgangspunten sluit de schulddienstverlening aan bij de principes van de transformatie in het sociaal domein. De ingang tot schulddienstverlening voor de inwoners van beide gemeenten is bij voorkeur via het Jeugd- en dorpenteam (of het Sociaal Team Kollumerland c.a. (hierna ook te noemen Jeugd- en dorpenteam ). Het is ook mogelijk dat het signaal vanuit een andere bron wordt aangeleverd, maar ook dan wordt het Jeugd- en dorpenteam ingeschakeld. Het feit dat een gekwalificeerde medewerker van een dergelijk team achter de voordeur komt betekent dat veel meer een integrale hulpvraag tot stand komt en ook andere geconstateerde problemen kunnen worden opgepakt. Hierdoor wordt een meer duurzame oplossing voor de problemen bij de persoon of binnen het gezin bereikt. De dienstverlening behelst, afhankelijk van de zwaarte van het geval, het geven van informatie en advies, het in samenwerking met het Jeugd- en de dorpenteam inzetten van vrijwilligers (via Humanitas, Kearn of SUSKA 2 ), het inzetten van preventief budgetbeheer (in verschillende gradaties), het stabiliseren van de schulden en het realiseren van een moratorium, het eventueel overdragen naar professionele bewindvoering, het uitvoeren van een schuldbemiddelingstraject, het overdragen naar het wettelijk schuldsaneringstraject (WSNP) en het bieden van nazorg. We kunnen stellen dat we goed op weg zijn met het realiseren van het gestelde doel, maar we weten ook dat we er nog niet zijn. In de nieuwe planperiode gaan we door op 1 Het Jeugd- en dorpenteam is de beoogde doorontwikkeling van de aanvankelijke afzonderlijke dorpenteams en jeugdteams. 2 SUSKA zijn de vrijwilligers van het Samenwerkingsverband Uitkeringsgerechtigden Steunpunt Kollumerland c.a. en Achtkarspelen, die ondersteuning bieden bij het invullen van formulieren (huur- en zorgtoeslag, belasting en heffingskortingen), het aanvragen van een uitkering of voorziening, het voorbereiden van gesprekken met het UWV (Werkbedrijf) en gemeente, het indienen van klachten en het opstellen van bezwaaren beroepschriften en het beschikbaar stellen van voorlichtingsmateriaal. 5

de ingeslagen weg en proberen we door middel van het inzetten van het Jeugd- en dorpenteam nog meer in te steken op vroegsignalering en preventie. In dit kader zullen de medewerkers van het team Schulddienstverlening zoals gezegd enkele uren per week meedraaien met het Jeugd- en dorpenteam. Daarnaast zullen, zodra een solide systeem van vrijwilligers via Kearn is opgezet, waar mogelijk en wenselijk, vrijwilligers worden ingezet. In de verdere ontwikkeling van de schulddienstverlening in de gemeente Achtkarspelen zal ook worden onderzocht in hoeverre de samenwerking met de gemeente Tytsjerksteradiel op dit onderdeel verder kan worden uitgebouwd. Om deze reden is het Bestuurlijk Overleg Schulddienstverlening in 2015 uitgebreid met de portefeuillehouder en de beleidsmedewerker van Tytsjerksteradiel. 6

3 Ontwikkelingen Landelijk Na de invoering van de Wgs op 1 juli 2012 is de belangstelling voor de problematiek van schuldensituaties niet afgenomen. De economische crisis en de nasleep die daarbij hoort zorgt daar wel voor. Er zijn sinds kort tekenen van herstel van de economie, maar het algemene beeld ten aanzien van financiële problematiek is nog steeds zorgelijk. Maatregelen om de schuldenproblematiek terug te dringen blijven onverminderd speerpunt van het beleid van het kabinet. De regering blijft de mogelijkheden verkennen om verbeteringen aan te brengen in het landelijk beleid. Dit betreft onder meer maatregelen tegen overkreditering en een betere bescherming van het bestaansminimum (beslagvrije voet). De berekening van de beslagvrije voet is inmiddels vereenvoudigd. Deze was zo ingewikkeld dat deze regelmatig te laag werd vastgesteld. Daarnaast bestaat sinds eind 2015 een digitaal beslagregister, waarop alle gerechtsdeurwaarders worden aangesloten, zodat men kan zien of er op een inkomen reeds beslag ligt. Dit moet de samenwerking bevorderen. Ook overlegt het kabinet met landelijke partijen zoals de telecom- en de incassobranche over preventieve maatregelen en kwaliteitseisen (Brief Tweede Kamer, 24515, nr. 300, 23 maart 2015). De cijfers laten nog steeds geen rooskleurig beeld zien. Uit het onderzoek Huishoudens in de rode cijfers 2015 van Panteia (Zoetermeer) blijkt dat de schuldenproblematiek in 2015 in Nederland vergeleken met voorgaande jaren is verergerd. Eén op de vijf huishoudens heeft te maken met risicovolle of zelfs problematische schulden. Van deze groep ontvangt blijkens het onderzoek 15,7% geen schuldhulpverlening. Daarnaast zijn er in vergelijking tot eerder onderzoek meer huishoudens met onbetaalde rekeningen, maar zijn er minder huishoudens met een roodstand op de bankrekening. Daarmee lijkt er een verschuiving plaats te vinden van het maximaal benutten van kredietfaciliteiten naar het eerder stoppen met betalen van de rekeningen. Huishoudens met een laag inkomen, zonder kinderen en wonend in een huurwoning lijken de meeste kans te hebben op problematische schulden, terwijl risicovolle schulden (kredieten en betalingsachterstanden) met name voorkomen bij laagopgeleide jonge stellen met kinderen van niet Westerse afkomst en een laag inkomen. Schulden lijken de oorzaak te hebben in een combinatie van factoren. Bij huishoudens met risicovolle schulden leidt onbewust irrationeel gedrag tot financiële problemen, al wordt dit door de betrokkenen vaak ontkend. Huishoudens met problematische schulden zien de problemen wel omdat zij deze niet meer kunnen negeren, maar omdat dit leidt tot stress gaat het hun leven beheersen en komt men uitsluitend tot korte-termijn oplossingen. Het is gebleken dat men zich pas in allerlaatste instantie tot schuldhulpverlening wendt, omdat men dat iets voor de allerergste gevallen vindt, waartoe men zichzelf niet rekent. Ook uit de landelijke monitor betalingsachterstanden blijkt een toename ten opzichte van vorige metingen. In 2014 heeft 32,1% van alle huishoudens betalingsachterstand. In 2011 was dit nog 27,8%. Uit de monitor blijkt verder dat nog steeds veel huishoudens hun financiële situatie niet hebben verbeterd, maar wel opvallend is dat de totale omvang van de bedragen van de achterstallige rekeningen niet of nauwelijks is gestegen ten opzichte van 2011. Dat laatste zou verklaard kunnen worden door de strengere eisen van onder andere banken en hypotheekverschaffers bij het aangaan van financiële verplichtingen door huishoudens. Een andere verklaring voor de positievere resultaten kan zijn dat huishoudens voorzichtiger zijn geworden in het aangaan van hoge leningen en het voor grote bedragen rood staan. Waarschuwingen via campagnes en kredietverschaffers, maar zeker ook de invloed van ervaringen in de eigen omgeving van huishoudens 7

kunnen hieraan hebben bijgedragen (Monitor betalingsachterstanden 2014, Panteia, Zoetermeer, december 2014). Het aantal mensen dat hulp zoekt bij schuldhulpverlening is tussen 2011 en 2014 gestegen (Jaarverslagen NVVK, 2011 t/m 2014, NVVK, Den Haag). In 2015 zijn het aantal aanmeldingen voor schuldhulpverlening voor het eerst sinds jaren niet gestegen. De omvang van de schulden steeg in 2015 echter wel sterk, van 38.500 in 2014 naar 42.900 vorig jaar. Opvallend is voorts het groter aantal ZZP ers dat zich voor schuldhulpverlening meldt. Tot slot hebben mensen vaker hulp nodig bij het in balans brengen van inkomsten en uitgaven. In onderstaande tabel worden enige cijfers van de NVVK getoond: Nederland 2012 2013 2014 2015 Aanvragen schuldregeling 84.000 89.000 92.000 90.400 Gemiddelde hoogte schulden ( ) 33.500 37.700 38.500 42.900 Niet regelbare schulden 8.300 12.400 13.800 14.500 Regeling met succes tot stand 38% 41% 39% 37% Onderzoek toont aan dat de inzet van schuldhulpverlening leidt tot baten op andere terreinen. Deze zijn het hoogst op de terreinen van het wonen en de uitkeringsverstrekking. Gemiddeld genomen levert een euro inzet aan schuldhulp een besparing (vermeden kosten) van 2,4 euro op andere terreinen op (Schuldhulpverlening loont!, N. Jungmann & R. van Geuns, Hogeschool Utrecht/Regioplan, 2011). Financiële problemen of zelfs een problematische schuldsituatie zijn om meerdere redenen onwenselijk. Een schuldsituatie is een probleem in de privésfeer, maar in toenemende mate ook een sociaal maatschappelijk probleem. Hierbij moet gedacht worden aan gezinnen die uit huis worden gezet wegens huurachterstand, royering van zorgverzekering of afsluiting van gas en licht. Deze problemen leiden weer tot andere problemen in de sociale sfeer, op het werk en brengen mensen in een sociaal isolement. In de hierboven genoemde werkelijkheid ligt bij gemeenten de taak om met het aan hen ter beschikking gestelde instrumentarium proberen zoveel mogelijk aan de problematiek te doen. In aanvulling hierop krijgen per april 2017 de gemeenten de mogelijkheid aangereikt om een breed wettelijk moratorium, ook wel afkoelingsperiode genoemd, aan te vragen. Het breed wettelijk moratorium is een periode van maximaal 6 maanden, waarin de schuldeisers geen gebruik kunnen maken van hun bevoegdheden om verhaal te halen op de goederen van de schuldenaar. Ook mogen de schuldeisers geen goederen opeisen die zich in de macht van de schuldenaar bevinden. Hiermee kan tijd worden gecreëerd om financiële stabiliteit tot stand te brengen. Achtkarspelen en Kollumerland c.a. Ook in de gemeenten Achtkarspelen en Kollumerland c.a. zien we een gemiddeld genomen heftige schuldenproblematiek. De positie van de inwoners en de situatie waarin zij leven (laag opgeleid, lage inkomens) maken dat veel mensen in de gevarenzone verkeren. Inwoners van Achtkarspelen en Kollumerland c.a. kunnen, bij voorkeur via het Jeugd- en dorpenteam, terecht bij het Team Schulddienstverlening voor hulp bij hun financiële moeilijkheden. Het team Schulddienstverlening is onderdeel van het Team Sociaal Domein Publieksdiensten binnen de Werkmaatschappij. De activiteiten van het team Schulddienstverlening omvatten het hele traject van de schuldhulpverlening, van adviesgesprek tot en met nazorg. Het team is al sinds 2009 operationeel. Hiernaast bestaan voorzieningen als SUSKA, Humanitas, vrijwilligers via Kearn, professionele bewindvoering, Jeugd- en dorpenteam in beide gemeenten, etc. 8

Als we de schuldhulpverlening in breder perspectief bekijken, zien we in Achtkarspelen en Kollumerland c.a. een samenwerking met vele netwerkpartners. Daarnaast is schuldhulpverlening onderdeel van het participatiebeleid. Schuldhulpverlening kan namelijk een voorwaarde zijn voor re-integratie op de arbeidsmarkt en als onderdeel in een traject worden opgenomen. 9

4 Beleidskader - De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) De Wgs vormt het belangrijkste kader voor de schuldhulpverlening in de gemeenten. Deze wet is sinds 1 juli 2012 van kracht. Ook voor invoering van deze wet boden de gemeenten Achtkarspelen en Kollumerland c.a. al schulddienstverlening voor haar inwoners. Hiervoor gold geen ander wettelijk kader dan de algemene zorgplicht van gemeenten voor hun inwoners op basis van de Gemeentewet. Elke gemeente heeft op grond van de Wgs de verantwoordelijkheid om schuldhulpverlening te bieden aan haar inwoners. De Wgs schrijft voor dat de gemeenteraad daarvoor een beleidsplan schuldhulpverlening vaststelt. Hierin staan de hoofdzaken van het door de gemeente te voeren beleid betreffende integrale schuldhulpverlening en het voorkomen van schuldproblemen. Verder omvat de Wgs enkele bepalingen over de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de schuldhulpverlening. Een belangrijke bepaling is bijvoorbeeld de maximale wachttijd van vier weken na de aanmelding. De lange wachtlijsten (landelijk) moesten hiermee fors verminderen. Onlangs is de Wgs geëvalueerd door Bureau Berenschot. Uit dit onderzoek blijkt dat: - de Wgs heeft bijgedragen aan een meer geformaliseerd, beter beschreven proces in de schuldhulpverlening; - de Wgs er toe heeft geleid dat de lokale politiek meer bij de schuldhulpverlening betrokken is geraakt; - door de gemeentelijke schuldhulpverlening hard wordt gewerkt aan samenwerking in de keten, preventie en processturing; - de verschillen van inrichten en uitvoering van de Wgs tussen gemeenten vrij groot zijn; - bepaalde ontwikkelingen, zoals de brede toegang tot schuldhulpverlening, de snelheid waarmee het proces van schuldhulpverlening wordt vormgegeven en de juridische positie van klanten in het kader van bezwaar en beroep, nog wel zorgen baren. - De Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp) Met de Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp) wordt de wettelijke schuldhulpverlening via de rechter geregeld. Vanuit het Rijk is aan gemeenten de wettelijke verplichting opgelegd om een zogenaamde Wsnp-verklaring af te geven. Hierin geeft de gemeente aan waarom het minnelijke traject mislukt is. Op basis van deze verklaring kan de klant een verzoek bij de rechter indienen voor het wettelijk schuldsaneringstraject. Buiten deze wettelijke bepalingen hebben gemeenten de vrijheid om zelf regels op het terrein van schuldhulpverlening vast te stellen en mogen zij zelf bepalen hoe zij schuldhulpverlening vormgeven. Naast de Wgs en de al genoemde Wsnp bestaan andere wettelijke bepalingen, landelijke convenanten en lokaal beleid waarmee rekening moet worden gehouden. - De Participatiewet (PW) Landelijk heeft grofweg een kwart van de klanten van de schuldhulpverlening een bijstandsuitkering op grond van de PW. Door de decentralisatie vallen sinds 2015 meer mensen met een arbeidsbeperking (voorheen deels Wajong, Wsw) onder de verantwoordelijkheid van de gemeente. Belangrijk uitgangspunt van de PW is de eigen verantwoordelijkheid om in het eigen onderhoud te voorzien. Schulden kunnen een belemmering zijn voor de re-integratie. Goede schuldhulpverlening is voor deze groep van belang en kan dit onderdeel uitmaken 10

van het re-integratietraject. Daarbij kan het in bepaalde gevallen aangewezen zijn om voor een klant de kortste weg naar werk te volgen (waardoor meer financiële middelen voor de oplossing van het probleem kunnen worden aangewend) en is het in andere gevallen van belang om alvorens het voorgaande te doen eerst rust en stabiliteit in de gezinssituatie aan te brengen. Een goede wisselwerking tussen het Team Schulddienstverlening en het Team Werk is dus van groot belang. De PW kent daarnaast de bijzondere bijstand (inclusief de Kansregeling (=Individuele Inkomenstoeslag), de Individuele Studietoeslag en de Collectieve Ziektekostenverzekering) en de eigen gemeentelijke voorziening, de Topregeling (t.b.v. maatschappelijke participatie van iedere burger, in het bijzonder kinderen), die een rol spelen in de ondersteuning van deze groep. - De Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) Goede schuldhulpverlening, met aandacht voor preventie en nazorg is een belangrijk instrument om kwetsbare burgers te helpen om blijvend te kunnen participeren in de samenleving. Met de decentralisatie van AWBZ taken, waaronder begeleiding, naar de gemeente is de doelgroep van de Wmo 2015 verder uitgebreid. - De Jeugdwet De ondersteuning voor de doelgroep tot 18 jaar is gedecentraliseerd naar de gemeente. Voor de gezinnen die jeugdhulp ontvangen is het van belang dat het Team schulddienstverlening en het onderdeel Jeugd in het Jeugd- en dorpenteam elkaar weten te vinden. Laatstgenoemde drie wetten zijn op 1 januari 2015 in werking getreden. Ze betekenen een decentralisatie van rijks/provincietaken naar de gemeente (de zogenoemde 3D s). Doel van de 3 D s (werk, zorg en jeugd) is onder meer een meer integrale en vraaggerichte benadering van de inwoners. Hierdoor komen problemen op alle leefgebieden naar voren. Geldproblemen spelen hierbij vaak een grote rol. Het is daarom zaak te zorgen voor een goede aansluiting van de schuldhulpverlening op de integrale dienstverlening en vice versa. - Overige landelijk vastgestelde regels * Een regeling ter voorkoming van energieafsluiting gedurende de wintermaanden. * De door de NVVK vastgestelde gedragscodes voor uitvoerders van schuldhulpverlening. * De door de NVVK met grote landelijke schuldeisers opgestelde convenanten. - gemeentelijke kaders * het Coalitie-akkoord. * de Sociale Agenda. * diverse beleidsplannen. * gemeentelijke afspraken met organisaties over signalering achterstanden * overige gemeentelijke regelgeving. Met het coalitieakkoord 2014-2018 In sosjaal en belutsen mienskip en het tussentijds van kracht geworden nieuwe coalitieakkoord Mei inoar ien is armoedebestrijding als een speerpunt benoemd en is het armoedebeleid opnieuw opgezet. Met ingang van 1 11

januari 2015 is dit nieuwe armoedebeleid Iedereen van waarde van kracht. Het in de tussentijd aangetreden nieuwe college omarmt nog steeds onverkort deze uitgangspunten. In de coalitieakkoorden en dus ook in het armoedebeleidsplan, spreekt het college de ambitie uit dat bestaande armoede moet worden bestreden en dat voorkomen moet worden dat nieuwe armoede ontstaat. Binnen deze ambitie ondersteunen we, geheel volgens de kanteling, de inwoners om de eigen kracht aan te spreken, maar tegelijkertijd kunnen de minder krachtige inwoners rekenen op steun en bescherming door de gemeente. Schuldhulpverlening is opgenomen in de programmabegroting onder programma 4 Werk en Inkomen. Als beleidsdoelstelling is opgenomen: Minder inwoners moeten een beroep hoeven doen op schulddienstverlening en budgetbeheer wordt meer door vrijwilligers overgenomen. Met het bovenstaande is het beleidskader voor de gemeentelijke schuldhulpverlening aangegeven. In het volgende hoofdstuk is dit verder uitgewerkt en vertaald naar doelstellingen voor de schulddienstverlening in Achtkarspelen en Kollumerland c.a.. 12

5 Visie, definitie, uitgangspunten en doelgroep integrale schuldhulpverlening Visie Met de uitvoering van schulddienstverlening willen de gemeenten Achtkarspelen en Kollumerland c.a. participatie bevorderen en maatschappelijke kosten beperken. Met schulddienstverlening wordt noodzakelijke ondersteuning op het gebied van preventie, schuldenregelingen en nazorg geboden om het voor de klant maximaal haalbare aan financiële zelfredzaamheid te bereiken. Definitie Integrale schuldhulpverlening is een samenhangend hulpaanbod van preventie tot en met nazorg met als doel zowel financiële problemen als de oorzaak hiervan op te lossen of te stabiliseren, zodanig dat ze geen belemmering vormen om te participeren in de samenleving. Het gaat bij de gemeentelijke schuldhulpverlening om het ondersteunen van een inwoner bij het vinden van een oplossing voor financiële problemen, maar ook om het ondersteunen bij het vinden van een oplossing voor de eventuele oorzaken hiervan of voor omstandigheden die verhinderen dat de financiële problemen kunnen worden opgelost. Om deze reden wordt vaak het begrip Schulddienstverlening gebruikt. Bij de inzet van schulddienstverlening wordt maatwerk toegepast. De eigen verantwoordelijkheid en gedragsverandering van de klant staan hierbij voorop. Daarnaast houdt integrale schuldhulpverlening in dat zoveel mogelijk voorkomen wordt dat (opnieuw) problematische schulden ontstaan (schuldpreventie). Hieronder wordt weergegeven binnen welke kaders voor de gemeente Achtkarspelen (en daarvan afgeleid voor de gemeente Kollumerland c.a. tot 1-1-2018) de doelstelling schuldhulpverlening wordt geformuleerd. Uitgangspunten Bovenstaande leidt tot de formulering van de volgende uitgangspunten: - Schulddienstverlening is in principe eenmalig. - Zowel het oplossen van de financieel-technische kant van de schulden als het realiseren van gedragsverandering ter voorkoming van nieuwe schulden staan centraal bij schulddienstverlening. - Schulddienstverlening is laagdrempelig en wordt zo vroeg mogelijk opgepakt. - Burgers met (problematische) schulden kunnen ongeacht de hoogte van hun inkomen een beroep doen op schuldhulpverlening. - Binnen de Schulddienstverlening wordt (arbeids)participatie bevorderd en wordt van een klant ook inzet verwacht om zoveel mogelijk inkomsten te genereren om daarmee een bijdrage te leveren aan de oplossing van het schuldenprobleem, tenzij arbeidsparticipatie in de gegeven situatie een station te ver is en de klant meer gebaat is bij het brengen van rust en stabilisatie, alvorens toegeleid te worden naar de arbeidsmarkt. - Degene die in een problematische schuldsituatie zit, is primair zelf daarvoor verantwoordelijk; hij/zij moet zich daarvan bewust zijn c.q. bewust worden gemaakt. De 13

schuldenaar is de probleemeigenaar. - Schuldhulpverlening moet klantgericht, helder en eindig zijn. Met de klant worden afspraken gemaakt en vastgelegd in een schuldhulpverleningsplan. Dit bestaat uit een doelperspectief inclusief de daarbij behorende afspraken over gedragsmatige aspecten, de financieel-technische verplichtingen waaraan de klant moet voldoen, de aard en omvang van de begeleiding en inzicht in de doorlooptijd. - Klanten die de afspraken niet nakomen krijgen eerst een schriftelijke waarschuwing. Een tweede keer wordt het traject afgesloten. Hiervan kan soms worden afgeweken, maatwerk blijft het uitgangspunt. - Een aanpak in samenwerking (volgens het principe 1 huishouden 1 plan) is uitgangspunt waar het gaat om klanten die met meervoudige problematiek en verschillende instellingen te maken hebben. Dit houdt in: samenwerking met en onderlinge doorverwijzing tussen de verschillende hulpverleningsorganisaties waarbij er één regisseur is. - Er wordt beoordeeld in hoeverre een klant of zijn schuldenpakket regelbaar is. Wanneer op voorhand duidelijk is dat de klant niet of niet voldoende te helpen is, wordt geen schuldenregeling gestart. Per situatie wordt bepaald wat het hoogst haalbare is. Soms komt dit neer op stabilisatie en hooguit beperkt budgetbeheer. Regelbaar schuldenpakket Onregelbaar schuldenpakket Regelbare klant Schuldensituatie is op te lossen met schuldhulpverlening Schuldensituatie is alleen te stabiliseren Onregelbare klant Mogelijkheden hangen af van individuele dossier: soms stabiliseren, soms geen oplossing Gemeente kan niets of nauwelijks iets doen - De wachttijd van melding tot intakegesprek is niet langer dan 4 weken en in crisissituaties niet langer dan 3 dagen, waarbij onder een crisissituatie wordt verstaan een gedwongen woningontruiming, energieafsluiting of overheveling van de zorgverzekering naar de bronheffing. - Bij constatering van een schuldensituatie bij een gezin met kinderen wordt, voor zover de melding niet bij het Jeugd- en dorpenteam vandaan is gekomen, een verwijzing naar het Jeugd- en dorpenteam gedaan, zodat gericht alle hulp kan worden ingezet die voor het kind in de gegeven situatie nodig is. Hoewel het algemene uitgangspunt geldt dat iedereen die zich meldt binnen de toepasselijke termijnen in behandeling wordt genomen en voor de problemen een passend aanbod wordt gezocht, kan, in geval van een wachtlijst, in een crisissituatie voorrang worden verleend aan een gezin met kinderen. - Er bestaan regionale afspraken ter voorkoming van afsluiting van energie en er zijn afspraken gemaakt ter voorkoming huisuitzettingen, terwijl daarnaast convenanten bestaan tussen NVVK en grote schuldeisers. Doelgroep Doelgroep voor schulddienstverlening is iedere inwoner van de gemeenten Achtkarspelen en Kollumerland c.a. 3 ; 3 (vanaf 1 september 2017 worden personen die in de stabilisatiefase (Fase 1) zitten/komen, overgedragen aan de Schulddienstverlening van de DDFK-gemeenten. Cliënten die reeds in het schuldbemiddelingstraject (Fase 2) zitten blijven bij de gemeente Achtkarspelen in het traject) 14

- Ongeacht de hoogte van het inkomen; - Met een vraag op het gebied van financiën/schulden; - Van wie redelijkerwijs is te voorzien dat zij niet kunnen doorgaan met het betalen van de schulden of die verkeren in een toestand dat zij zijn opgehouden te betalen. Achtkarspelen kiest voor een brede toegankelijkheid van de schulddienstverlening aan natuurlijke personen. Er mogen geen groepen op voorhand worden uitgesloten. Zelfstandigen met een nog functionerende onderneming worden voor schuldensituaties, vanwege de specialistische problematiek, doorverwezen naar Zuidweg & Partners. Waar het mogelijk is wordt een zaak voorafgaand hieraan aangemeld bij De Friese Zaak. In sommige situaties kan verwijzing naar Bureau Zelfstandigen Fryslân plaatsvinden wanneer door middel van het Bbz 2004 een oplossing kan worden bereikt. Een zelfstandige met uitsluitend privéschulden of een zelfstandige die zijn onderneming heeft beëindigd, kan eveneens in aanmerking komen voor gemeentelijke minnelijke schuldhulpverlening. De Wgs regelt dat dak- en thuislozen zonder inschrijving in de BRP zich kunnen wenden tot de daarvoor in het kader van de Participatiewet aangewezen centrumgemeenten. Voor Achtkarspelen (en Kollumerland c.a.) is de gemeente Leeuwarden ten aanzien van dak- en thuislozen de centrumgemeente, tenzij er voor de belanghebbende een puntadres is vastgesteld. In dat geval is de gemeente, waarin dat adres ligt, in principe aangewezen. Een aparte doelgroep in de Wgs vormen de gezinnen met inwonende minderjarige kinderen. Als gezinnen met inwonende minderjarige kinderen een beroep doen op schuldhulpverlening is er sprake van extra kwetsbaarheid. Voorkomen moet worden dat een dergelijk gezin op straat komt te staan. Daarnaast is het van belang aandacht te hebben voor groepen die vaak niet als meteen als risicogroep herkend worden, zoals laaggeletterden en licht verstandelijk beperkten. Ook statushouders hebben vaak een achterstand in kennis op het gebied van financiën en regelgeving. Het college bepaalt of een inwoner in aanmerking komt voor de schuldhulpverlening. Hierover zijn beleidsregels opgesteld. In de beleidsregels is vastgelegd aan welke voorwaarden burgers moeten voldoen om in aanmerking te komen voor schuldhulpverlening. Op grond van de Wgs mogen gemeenten schuldhulpverlening weigeren aan personen die fraude hebben gepleegd of al eerder gebruik hebben gemaakt van schuldhulpverlening 4. De beleidsregels geven hiervoor richtlijnen. Het blijft altijd een afweging van de individuele situatie. Om in aanmerking te komen voor schuldhulpverlening, moet de schuldenaar in ieder geval ingezetene zijn die rechtmatig verblijf houdt in Nederland. Wordt de schuldenaar afgewezen voor de schuldhulpverlening, dan kan hij daartegen bezwaar maken en eventueel in beroep gaan (Algemene wet bestuursrecht). Sinds de invoering van de Wgs is slechts 2 keer bezwaar gemaakt, waarvan 1 bezwaar gegrond is verklaard. Het andere bezwaarschrift is nimmer met aanvullende gronden aangevuld en is als ingetrokken beschouwd. 4 De nieuwe bepaling in de Participatiewet dat boetes onder voorwaarden geheel of gedeeltelijk kwijtgescholden kunnen worden als men meewerkt aan een schuldenregeling (art 18a, lid 13 PW) lijkt met deze bepaling uit de Wgs in strijd te zijn. 15

6 Uitvoering door Team Schulddienstverlening NVVK gedragscodes en richtlijnen De uitvoering wordt verricht conform de NVVK gedragscodes en richtlijnen. De gemeente Achtkarspelen is als lid aangesloten bij de NVVK. Er zijn diverse voordelen verbonden aan het lidmaatschap: - Schuldeisers zijn eerder bereid om mee te werken aan een schuldsaneringstraject indien de bemiddelaar een NVVK-lid is. - De NVVK volgt landelijke ontwikkelingen op schuldhulpverlening en budgetbeheer en zorgt dat haar leden hierover worden geïnformeerd. - De NVVK onderhandelt met landelijke organisaties om te komen tot convenanten waarbij de belangen van de schuldenaren en schuldeisers zo goed mogelijk worden behartigd. - De NVVK neemt deel aan het proces van certificering van de beroepsgroep. De leden van de NVVK worden op de hoogte gehouden van de actuele ontwikkelingen over dit onderwerp. Preventie en nazorg Wanneer we participatie willen bevorderen en maatschappelijke kosten willen voorkomen, dan is en blijft preventie een belangrijk instrument. In de Wgs is vastgelegd dat het beleidsplan moet ingaan op de activiteiten gericht op preventie en nazorg. Onder preventie wordt een mix van maatregelen, activiteiten en voorzieningen verstaan, die er op gericht zijn dat mensen weer financieel vaardig worden en zich zo gaan gedragen dat deze financiën ook op orde blijven. Met nazorg wordt het voorkomen van terugval en recidive beoogd. Op het gebied van preventie en nazorg hanteert het Team SDV de volgende activiteiten: Activiteit Informatie en advies Preventief budgetbeheer Omschrijving Het doel van het proces Informatie en advies is het geven van advies over het zelfstandig bereiken van duurzaam financieel evenwicht, zonder een beroep te doen op schuldregeling of stabilisatie. Onder Informatie en advies wordt ook verstaan het doorverwijzen naar derden, waaronder Humanitas (organiseren thuisadministratie) instanties als Kearn (voor vrijwilligers) of SUSKA (ondersteuning bij het aanvragen van regelingen en het invullen van formulieren) of de website www.wijzeringeldzaken.nl. Doorbetaling van de vaste lasten wanneer er geen sprake is van een schuldregeling. Er is budgetbeheer in 3 verschillende varianten waardoor maatwerk kan worden geboden. Voor preventief budgetbeheer betalen klanten een eigen bijdrage. Voor mensen die leerbaar zijn wordt beoordeeld of zij door middel van 16

Proactieve benadering Afspraken schuldeisers Nazorg budgetcoaching op termijn weer zelfstandig kunnen functioneren. Vroegsignalering door het Jeugd- en dorpenteam en consulenten PW en WMO, alsmede door de deelname van een consulent SDV aan het Jeugd- en dorpenteam. Met verschillende schuldeisers zijn uitvoeringsafspraken gemaakt, naast de convenanten van NVVK met de grote schuldeisers. Binnen een jaar na afronding van de schuldbemiddeling wordt contact opgenomen met de klant om te informeren of de inkomsten en uitgaven nog in balans zijn. Het schulddienstverleningstraject Het schulddienstverleningstraject bestaat uit twee fasen en ziet er, kort omschreven, als volgt uit: 1 Na aanmelding wordt het probleem van de schuldenaar geïnventariseerd. In deze fase wordt de totale schuldenlast opgemaakt. Het bereiken van stabilisatie is hierin een eerste vereiste. Tevens wordt gekeken naar het inkomen van de schuldenaar en of er mogelijkheden zijn om dit inkomen te vergroten. Hierbij wordt bekeken of er meer gewerkt kan worden en of de schuldenaar gebruik maakt van alle beschikbare inkomensondersteunende regelingen zoals zorg- of huurtoeslag. Eventueel kan geconstateerd worden dat het financieel probleem opgelost kan worden met slechts een advies aan de schuldenaar. Ook kan soms een betalingsregeling worden getroffen. Deze mogelijkheden doet zich vooral voor als de schuldenaar zich tijdig meldt en de schulden nog niet problematisch zijn. Zijn die mogelijkheden er niet, dan treedt fase 2 is en wordt een concrete oplossing gezocht voor het schuldenprobleem. Fase 2 Bij een schuldregeling bemiddelt de schuldhulpverlenende instantie tussen de schuldenaar en zijn schuldeisers om een minnelijke regeling van de totale schuldenlast te bewerkstelligen. De schuldenaar komt in aanmerking voor een minnelijke schuldregeling als hij in een problematische schuldsituatie verkeert. Hiervan is sprake als redelijkerwijs is te voorzien dat de schuldenaar niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of als hij heeft opgehouden te betalen. De schuldregeling geldt hiermee als het zwaarste instrument dat de schuldhulpverlening in het minnelijke traject ter beschikking staat, omdat een schuldregeling tegen finale kwijting wordt verleend. Van de schuldeisers wordt dus verwacht dat zij hun vordering op de schuldenaar voor een deel kwijtschelden. De schuldregeling verschilt hiermee van andere oplossingsmogelijkheden, zoals de betalingsregeling, omdat bij deze oplossingen volledige terugbetaling van het totale schuldenpakket het resultaat is. Als geen akkoord wordt bereikt, kan een wettelijk traject worden ingezet (Wsnp). De schuldregeling wordt om voornoemde reden alleen ingezet bij problematische schulden, zoals hierboven gedefinieerd. Hoewel er afspraken zijn met de KBNL om door middel van een nieuwe lening schulden te herfinancieren of om saneringskredieten in te zetten, zijn deze mogelijkheden in de afgelopen jaren nog nooit ingezet. 17

Wsnp Wanneer in het minnelijk traject geen overeenstemming wordt bereikt met de schuldeisers dan kan de klant een beroep doen op de Wsnp. Een belangrijke voorwaarde voor het wettelijk traject is dat er eerst een minnelijk traject is doorlopen. Het Wsnptraject loopt via de Rechtbank. Een medewerker van het team SDV stelt een verzoekschrift op waarmee de klant de rechtbank kan verzoeken om toelating. De klant krijgt een Wsnp-bewindvoerder toegewezen. Een belangrijke voorwaarde om toe gelaten te worden tot de Wsnp is dat de klant de afgelopen 5 jaar te goeder trouw moet hebben gehandeld en er geen problemen zijn die een duurzame schuldenvrije toekomst in de weg staan. Op het gebied van schulddienstverlening hanteert het Team SDV de volgende activiteiten: Activiteiten Budgetbeheer Betalingsregeling Schuldbemiddeling Budgetcoaching in voorkomende gevallen Omschrijving Het doorbetalen van de vaste lasten tijdens een schuldregelingstraject. Hiervoor wordt geen eigen bijdrage gevraagd. Het doel van de betalingsregeling is het volledig betalen van de vordering in een aantal termijnen. Een betalingsregeling is een overeenkomst tussen de klant en de schuldeiser, waarin wordt bepaald dat de vastgestelde vordering volledig wordt terugbetaald in een vooraf vastgesteld aantal termijnen. Het bewerkstelligen van een minnelijke regeling van de totale schuldenlast. Een schuldbemiddeling is een overeenkomst tussen de klant en de schuldeiser, waarin wordt afgesproken dat de totale schuldenlast gedeeltelijk wordt terugbetaald in termijnen naar draagkracht tegen finale kwijting of dat aan het einde van de looptijd kwijtschelding wordt verleend. Het aanleren van vaardigheden aan de klant om het eigen budget te kunnen beheren. 18

7 Ontwikkelingen voor de komende jaren Breed wettelijk moratorium (afkoelingsperiode) Met ingang van 1 april 2017 wordt aan gemeenten de mogelijkheid geboden om in gevallen van schuldensituaties een verzoek tot een breed wettelijk moratorium, oftewel een afkoelingsperiode, bij de Rechtbank in te dienen. Als het breed moratorium wordt toegewezen dan mogen de schuldeisers maximaal 6 maanden geen gebruik maken van hun bevoegdheden om verhaal te halen op de goederen van hun schuldenaar. Ook mogen de schuldeisers geen goederen opeisen die zich in de macht van de schuldenaar bevinden. Concreet betekent dat onder andere dat deurwaarders, incassobureaus en de overheid tijdens het moratorium geen beslag mogen leggen op goederen, inkomen of uitkering. Ook mogen zij geen gebruik maken van een reeds opgelegd beslag. Het beoogde einddoel van het breed moratorium is financiële stabiliteit. Tijdens het wettelijk moratorium moet de gemeente er o.a. voor zorgen dat de schuldenaar bepaalde verplichtingen nakomt. Doet de schuldenaar dat niet, dan is de gemeente in enkele gevallen verplicht om de opheffing van het breed moratorium te verzoeken. Het breed wettelijk moratorium betekent een welkome aanvulling op het realiseren van een schuldenregeling. Tot dusverre werd in de praktijk aan verzoeken aan schuldeisers om eventuele invorderingsmaatregelen op te schorten en het schuldenpakket niet verder te verzwaren met rente en/of invorderingskosten en verzoeken om een eventueel loonbeslag op te schorten maar weinig gehoor gegeven. Herfinancierings- en saneringskredieten Er moet hernieuwde aandacht zijn voor het inzetten van herfinancierings- en saneringskredieten. In sommige situaties, bijvoorbeeld voor mensen voor wie geen schuldenregeling mogelijk is, of bij mensen die het tijdens een 3 jaar durend schuldbemiddelingstraject extreem moeilijk zullen hebben om steeds het licht aan het eind van de tunnel te blijven zien, kan het inzetten van dit instrument het aangewezen middel zijn. Dit principe komt er op neer dat onder borgstelling van de gemeente een geldlening bij de KBNL wordt aangevraagd voor het herfinancieren van de schuld of het ineens saneren van de schulden (onder kwijting van het restant) en dat de belanghebbende vervolgens onder intensieve begeleiding van de gemeente, waaronder budgetbeheer, volgens een op de individuele omstandigheden afgestemde manier zullen aflossen. Hierdoor zal aan mensen meer toekomstperspectief worden geboden. Vanzelfsprekend moet het inzetten van deze mogelijkheid vanwege de financiële risico s beperkt blijven tot incidentele gevallen waarin dit feitelijk de enige oplossing is. Vroegsignalering en preventie onderbrengen bij het Jeugd- en dorpenteam Om problemen nog eerder te onderkennen is het van belang dat er in het eerste contact met gezinnen al aandacht is voor het onderwerp (dreigende) betalingsachterstanden, zodat meteen, afhankelijk van de zwaarte van het geval, kan worden ingegrepen met de inzet van vrijwilligers (in ontwikkeling), danwel dat de zaak naar de professionals in de Werkmaatchappij wordt overgedragen voor budgetbeheer (in verschillende gradaties) en eventueel schuldbemiddeling (of sanering). Communicatie richting belanghebbenden Om mensen, die in financiële problemen zijn geraakt, of daarmee worden bedreigd, goed te bereiken moet er aandacht zijn voor de manier waarop deze mensen worden benaderd. Uit diverse onderzoeken is naar voren gekomen dat brieven en andere documentatie, zoals de gemeente gewend is te hanteren, vaak onvoldoende aankomt. De reden hiervoor is in de eerste plaats de hoge mate van laaggeletterdheid bij sommige inwoners. Daarnaast moet echter het effect dat het dagelijks verkeren in armoede op mensen heeft in termen van gedrag en bevattingsvermogen niet worden onderschat. 19

Wet bescherming erfgenamen tegen schulden Door het zuiver aanvaarden van een erfenis kan iemand in financiële moeilijkheden raken. De nieuwe wet regelt dat een erfgenaam alleen zuiver kan hebben aanvaard als hij zaken uit de nalatenschap heeft verkocht, bezwaard of heeft onttrokken aan het verhaal van schuldeisers. Vereenvoudiging berekening beslagvrije voet Deurwaarders zijn met ingang van 2017 voor het berekenen van de beslagvrije voet niet meer afhankelijk van de informatie die afkomstig zijn van de schuldenaar, doch moet de berekening maken op basis van gegevens uit bestaande registraties. Hierdoor bestaat de verwachting dat de beslagvrije voet beter zal worden vastgesteld, waardoor schuldenaren minder snel in financiële problemen zullen raken. De effecten van het digitale beslagregister Een ander instrument dat de financiële positie van schuldenaren moet beschermen is de verplichting om elk beslag aan te melden voor het beslagregister. Deze verplichting geldt vanaf 2016. De bedoeling is dat beslagleggers op voorhand al kunnen bepalen hoeveel beslagen er zijn en of er nog ruimte is met inachtneming van de beslagvrije voet. Hierdoor wordt een schuldenaar niet onnodig geconfronteerd met proces- en of executiekosten. Volgens de NVVK werpt het digitale beslagregister reeds zijn vruchten af. 20

8 Doelstellingen De beschreven aanpak in dit plan heeft tot doel: - De participatie van onze inwoners te vergroten: Investeren in schuldhulpverlening zorgt ervoor dat schulden geen belemmering meer zijn voor de inwoners om te participeren in de maatschappij. - Het ontstaan van schulden te voorkomen: Investeren in een goed preventief aanbod voorkomt het ontstaan van schulden en de daarmee samenhangende maatschappelijke problemen. - Een langdurig resultaat te bereiken: Het resultaat moet zijn dat de inwoner weer financieel zelfredzaam is en niet terugvalt in een schuldensituatie. - Maatschappelijke kosten die voortvloeien uit schuldensituaties te voorkomen: Door een goed aanbod op het gebied van schuldhulpverlening blijven de maatschappelijke risico s, zoals schooluitval, criminaliteit, huisuitzettingen en niet slagen van re-integratietrajecten, en de daarmee samenhangende kosten beperkt. - De aanpak op het terrein van de Participatiewet en de WMO te versterken: Het succes op de terreinen van armoedebestrijding, participatie (re-integratie en zorg) wordt versterkt door een succesvol beleid op schuldhulpverlening. 21

9 Kwaliteitsborging Lidmaatschap NVVK De gemeente Achtkarspelen is lid van de NVVK. Dit is de overkoepelende organisatie van schuldhulpverlenende instanties in Nederland. Het NVVK-lidmaatschap wordt door zowel klanten als schuldeisers vaak gezien als kwaliteitskeurmerk. De NVVK heeft gedragscodes ontwikkeld waarin richtlijnen voor goede schuldhulpverlening zijn opgenomen. Deze gedragscodes zijn bindend voor de leden. Het team Schulddienstverlening werkt met de gedragscodes die op haar van toepassing zijn. Hierdoor is de kwaliteit van de schuldhulpverlening geborgd. Interne kwaliteit Het is voor het lidmaatschap van de NVVK nodig dat de Schuldhulpverlening in de gemeenten Achtkarspelen en Kollumerland c.a. voldoet aan bepaalde eisen. Om deze reden wordt de gemeente iedere drie jaar onderworpen aan een NVVK-Audit. Interne Controle Vanaf 2015 maakt het werkproces van schulddienstverlening onderdeel uit van de Interne Controle. Binnen de rapportages worden de bevindingen, conclusies en aanbevelingen naar aanleiding van uitvoering van de interne controle op het proces van de uitvoering van de schulddienstverlening van de gemeente Achtkarspelen in beeld gebracht. Automatiseringssysteem Het team Schulddienstverlening werkt met het automatiseringssysteem Smart FMS. Dit systeem voorziet in zowel budgetbeheers- als schuldbemiddelingstrajecten en wordt tevens gebruikt voor aanmeldingen WSNP. Smart FMS biedt in het kader van budgetbeheer de mogelijkheid om voor elke klant in het budgetbeheer een budgetrekening en een leefgeldrekening te beheren. Deze mogelijkheid wordt sinds 2016 gebruikt en dit zal op termijn het voorgaande systeem bij de SNS-bank, dat in de komende jaren wordt afgebouwd, vervangen. De budget- en leefgeldrekeningen worden gevoed door een verzamelrekening, die nog wel bij SNS-bank loopt. 22