Gemeente Tiel Uitvoeringsprogramma Handhaving Wabo-taken 2016-2017 Periode : 2016-2017 Versie : 1.1 Vastgesteld : Publicatie :
Samenvatting Uitvoeringsprogramma 2016-2017 VERGUNNINGVERLENING 1. Behandelen aanvragen om omgevingsvergunningen a. Blijvend stimuleren vooroverleg b. Verdere integratie vergunningsprocessen (o.m. monumenten en uitwegen) c. Ambitie doorlooptijd reguliere aanvraag: 4 weken d. Ambitie doorlooptijd sloopmelding: 2 weken e. Ambitie aantal van rechtswege verleende vergunningen: 0 f. Aantal bezwaren: 5 p.j., aantal gerechtelijke procedures: 2 p.j. 2. Toezicht op omgevingsvergunningen a. Toezicht vindt plaats overeenkomstig de beleidsuitgangspunten b. 850 controles op omgevingsvergunning per jaar c. 50 controles op sloopmeldingen per jaar d. Toezicht op prominente dossiers: i. bouw van de Westluidense Poort ii. verbouw bestaande deel bij Van der Valk iii. toezicht bij op- en afbouw evenementen, m.n. bij Appelpop HANDHAVING 3. Handhavingstoezicht a. Toezicht vindt plaats overeenkomstig de beleidsuitgangspunten b. Afhandeling van circa 50 meldingen en klachten per jaar c. 400 controles per jaar d. Tenminste 6 keer per jaar een avond- of nachtsurveillance e. Toezicht op woonwagenlocaties f. Toezicht op overbewoning door arbeidsmigranten en andere doelgroepen g. Toezicht op verwijdering asbestdaken. h. Toezicht op plichten van eigenaars om: i. galerijflats met uitkragende betonnen galerij- of balkonvloeren te onderzoeken ii. de constructieve veiligheid van roestvaststalen constructies in zwembaden te onderzoeken. 4. Sanctionerend optreden a. Sanctionerend optreden vindt plaats overeenkomstig de beleidsuitgangspunten b. Afhandelen 10 verzoeken tot sanctionerend optreden per jaar c. Ambitie om afhandeltermijn handhavingsverzoeken: 8 weken d. Totaal aantal afgeronde handhavingszaken per jaar: 40 e. Aantal bezwaar- en beroepsprocedures per jaar: 5 Foto s voorzijde: Start nieuwbouw Lingebrug (rechtsboven), fundering storten Waterplein (midden links), storten onderwaterbeton Westluidense poort (midden rechts) 2
INHOUDSOPGAVE Samenvatting Uitvoeringsprogramma 2016-2017... 2 HOOFDSTUK 1. INLEIDING... 4 1.1 Aanleiding van dit uitvoeringsprogramma... 4 1.2 Beschikbare capaciteit voor de bouwtaken... 4 1.3 Beleidskaders... 5 HOOFDSTUK 2 VERGUNNINGVERLENING... 6 2.1 Aanvragen om omgevingsvergunningen... 6 2.2 Toezicht op omgevingsvergunningen... 7 HOOFDSTUK 3 HANDHAVINGSTOEZICHT EN SANCTIONEREND OPTREDEN... 9 3.1 Handhavingstoezicht... 9 3.2. Sanctionerend optreden... 11 3
HOOFDSTUK 1. INLEIDING 1.1 Aanleiding van dit uitvoeringsprogramma Vanaf 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo) van kracht. Met de invoering van de Wabo is tevens de omgevingsvergunning ingevoerd op het gebied van de fysieke leefomgeving. Onderdeel van de Wabo is de verplichting tot het opstellen van een uitvoeringsprogramma 1. In dit programma dient te worden uitgewerkt welke van de voorgenomen activiteiten het bestuursorgaan uitvoert en welke prioriteiten het daarbij stelt. De taken die het college heeft op grond van de Wabo, worden in Tiel door verschillende organisaties uitgevoerd. De milieutaken worden uitgevoerd door Omgevingsdienst Rivierenland (hierna: ODR). De Wabo-taken wat betreft brandveiligheid zijn ondergebracht bij de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid (hierna: VRGZ). In 2015 heeft de raad besloten om de uitvoering de overige Wabo-taken bij de gemeente Tiel te laten. Hoewel deze taken een breed scala aan activiteiten beslaat (bouwen, slopen, monumenten, uitwegen, kappen etc.) worden deze gemakshalve aangeduid als bouwtaken. In dit uitvoeringsprogramma wordt een prognose gegeven van de bouwtaken, zoals deze in 2016 en 2017 door de gemeente Tiel zullen worden uitgevoerd op het gebied van de Wabo. De Omgevingsdienst Rivierenland heeft het uitvoeringsprogramma uitgewerkt in een Werkprogramma. Het Werkprogramma van de ODR voor 2016 is op 26 januari 2016 door het college vastgesteld. Het Algemeen Bestuur van VRGZ heef op 30 juni jongstleden het Regionaal beleidsplan 2016-2019 en Regionaal risicoprofiel vastgesteld. Deze stukken zijn ondertussen aangeboden aan de gemeenteraad. Het Regionaal beleidsplan is een plan op hoofdlijnen. Deze hoofdlijnen worden concreter vertaald in projectplannen voor de jaarthema s en verder in de jaarplannen van de verschillende diensten. Er vindt afstemming plaats tussen de diverse uitvoerings-, werk- en projectplannen op ambtelijk en directieniveau. Ambtelijk gebeurt dat via de externe coördinator/handhavingsregisseur. Op directieniveau vindt afstemming plaats via het algemeen bestuur. Wethouder Verspuij heeft namens Tiel zitting in het algemeen bestuur van de ODR. Burgemeester Beenakker heeft zitting in het algemeen bestuur van VRGZ en is daarbij portefeuillehouder wat betreft de brandweer. 1.2 Beschikbare capaciteit voor de bouwtaken Ten behoeve van de uitvoering van de bouwtaken op grond van de Wabo is de volgende capaciteit beschikbaar. 1 Artikel 7.3 Besluit omgevingsrecht 4
Tabel 1. Vergunningverlening (incl. omgevingsloket) Formatie 4,48 fte Team Vergunningen Toezichthouders Handhaving 2,10 fte 1,81 fte Totaal Wabo taken overige teams 0,80 fte 9,19 fte De totale capaciteit voor de uitvoering van de Vergunningen, Toezichts- en Handhavingstaken (hierna: VTH taken) bedraagt in totaal 9,19 fte, verdeeld over totaal 16 personen. Deze medewerkers zijn voornamelijk ingedeeld bij Team Vergunningen. Daarvan zijn 6 medewerkers volledig beschikbaar voor de uitvoering; 10 medewerkers houden zich ook bezig met andere werkzaamheden voor de gemeente Tiel. De uitvoering van de Wabo vindt niet uitsluitend plaats binnen Team Vergunningen. Binnen Team Stad wordt door 4 medewerkers (in deeltaak) geadviseerd bij vergunningaanvragen en toezicht. Het gaat daarbij om de aspecten bodem, geluid, natuurwetgeving, archeologie en monumenten. In Team Leefbaarheid wijken en dorpen is 1 medewerker belast met de Wabo activiteit kappen. 1.3 Beleidskaders Het uitvoeringsprogramma is een programma, zoals bedoeld in de door de raad vastgestelde Nota Integraal Handhavingsbeleid Gemeente Tiel 2013-2017. In het integrale handhavingsbeleidsplan zijn als uitgangspunten opgenomen: 1. De gemeente Tiel geeft het goede voorbeeld 2. De handhaving is eenduidig, helder en transparant 3. Geïnvesteerd wordt in het voorkomen van overtredingen 4. De handhaving vindt gebieds- en risicogericht plaats 5. Waar mogelijk wordt integraal gehandhaafd 6. Effectiviteit Deze uitgangspunten zijn leidend geweest bij het opstellen van dit uitvoeringsprogramma en worden ook veelala benoemd bij de diverse onderdelen. 5
HOOFDSTUK 2 VERGUNNINGVERLENING In dit hoofdstuk is een overzicht gegeven van de vergunningverlening. Dit betreft zowel de procedure tot het aanvragen van omgevingsvergunningen, als het feitelijke toezicht hierop gedurende de bouw. 2.1 Aanvragen om omgevingsvergunningen Het behandelen van aanvragen om omgevingsvergunningen is een verplichte wettelijke taak op grond van de Wabo. De omgevingsvergunning bestaat uit verschillende activiteiten, zoals benoemd in de Wabo (artikel 2.1 en 2.2). 2.1.1 Aantal aanvragen Hieronder is opgesomd welke activiteiten in de afgelopen 3 jaar zijn aangevraagd en wat de prognose is voor 2016 en 2017. De prognoses zijn gebaseerd op de halfjaarresultaten 2016 2 en de kwartaalmonitor van het CBS voor het tweede kwartaal 2016. Uit de kwartaalmonitor volgt een licht dalende trend wat betreft het aantal afgegeven omgevingsvergunningen voor het bouwen. Aan te vragen activiteiten 2013 2014 2015 2016 2017 omgevingsvergunningen Vooroverleg 0 28 64 100 120 Bouwen 182 199 167 165 165 Aanleggen 1 9 8 16 16 Sloopmelding 137 127 133 130 130 Gebruiksmelding (Brandveiligheid) 9 16 10 20 20 Monumenten 11 12 16 20 20 Uitweg 15 7 14 20 20 Kappen 53 31 40 50 50 TOTAAL Activiteiten 457 482 501 521 541 Opvallend is verder de toename van het aantal maal dat vooroverleg wordt aangevraagd. Het vooroverleg biedt aanvragers de mogelijkheid om met de gemeente in gesprek te gaan over de voorgenomen plannen. Tijdens dit overleg kunnen mogelijke knelpunten, vragen over de procedure en/of aanvraag en in te dienen gegevens naar voren komen. Het draagt derhalve bij aan een realistische verwachting over de haalbaarheid van het project. Hoe beter dit vooroverleg wordt gevoerd, des te meer profijt levert dit dus op voor de klant in het vervolg van de procedure. Om die reden wordt het vooroverleg dan ook aanbevolen door ons omgevingsloket. Dit zal ook in 2016 en 2017 het geval zijn, zodat een verdere stijging wordt voorzien. 2 Op basis van het programma OpenWave 6
2.1.2. Overige prioriteiten in het vergunningenproces in 2016 en 2017 Naast het verder promoten van het vooroverleg ter verbetering van de verwachtingen van de klant, gelden voor 2016 en 2017 ook een aantal andere prioriteiten ter verbetering van de dienstverlening. Dit betreft voornamelijk de verdere integratie van een aantal (vergunnings-)processen, die nu nog voor een groot deel buiten team Vergunningen worden afgehandeld, zoals voor de activiteiten monumenten en uitwegen. Het doel is om de proceslijnen te verkorten, zodat de klant sneller en meer duidelijkheid verkrijgt op de uitkomst van het project. Daarnaast gelden ook in het vergunningenproces een aantal ambities. Deze zijn hieronder weergegeven. Doorlooptijd omgevingsvergunningen Wettelijke afhandeltermijn (reguliere procedure) Ambitie gemiddelde doorlooptijd (reguliere) aanvragen in Tiel in 2016-2017 Wettelijke afhandeltermijn sloopmelding Ambitie gemiddelde doorlooptijd bij activiteit slopen (37) Wettelijke afhandeltermijn mutatie/wijziging sloopmelding Gemiddelde doorlooptijd bij mutatie/wijziging in Tiel (84) : 8 weken (56 dagen) : 4 weken (28 dagen) : 4 weken (28 dagen) : 2 weken (14 dagen) : 1 week (7 dagen) : <1 week (3,8 dagen) Bijzondere situaties Van rechtswege verleende omgevingsvergunningen : 0 (termijnoverschrijding) Bezwaarschriften tegen omgevingsvergunningen : allen ongegrond, circa 5 Beroepschriften tegen omgevingsvergunning : allen ongegrond, circa 2 2.2 Toezicht op omgevingsvergunningen Het toezicht op omgevingsvergunningen vindt plaats door het feitelijk controleren van de naleving op de omgevingsvergunning. In Tiel is er is geen specifiek toezichtprotocol vastgesteld. Dit is ook geen wettelijke vereiste. Per project wordt maatwerk geleverd, waarbij o.m. wordt gekeken naar de omvang van het project, de impact op de omgeving en de technische kwaliteit van het werk. Beleidsuitgangspunten bij het toezicht op omgevingsvergunningen: Controle vindt in beginsel plaats gedurende de uitvoering van het project; niet achteraf. Enkel dan kan immers tijdig bijsturing plaatsvinden in het bouwproces. Dit past in het uitgangspunt uit de integrale handhavingsnota dat geïnvesteerd wordt in het voorkomen van overtredingen. Uitvoering vindt plaats volgens de vergunning. De vergunninghouder is primair verantwoordelijk. Toezicht concentreert zich op kernbepalingen als veiligheid en gezondheid. De brandweer heeft hierbij een rol als adviseur. Dit past in het uitgangspunt uit de integrale handhavingsnota dat handhaving gebieds- en risicogericht plaats vindt. Hinder, schade of gevaar op of rondom een bouwplaats of evenementplaats moet worden voorkomen. Dit past eveneens in het hiervoor genoemde uitgangspunt. Er mogen geen (nagenoeg) onomkeerbare illegale situaties ontstaan. 7
In het handhavingsbeleid zijn verder de belangrijkste uitgangspunten vastgelegd waarmee toezichthouders ook in 2016 en 2017 rekening moeten houden: 2.2.1 Aantal controles bouwen en slopen Hieronder zijn het aantal te verwachten controles in 2016 en 2017 weergegeven. Deze prognose is gebaseerd op het aantal controles in de afgelopen 3 jaar, alsmede de resultaten in het eerste half jaar van 2016. Het gaat daarbij om controles op omgevingsvergunningen, alsmede de controles op sloopmeldingen. Aantal controles Controles bouw Controles sloopmeldingen Totaal controles per jaar 2013 846 205 1051 2014 822 151 973 2015 677 86 763 Verwachting in 2016 850 50 900 Verwachting in 2017 850 50 900 Opvallend is dat in 2015 minder controles hebben plaatsgevonden dan in de voorgaande jaren. Daarvoor lijken een aantal redenen aanwezig te zijn. Ten eerste heeft er in 2014/2015 een verschuiving plaats gevonden van werkzaamheden, zodat de administratieve afhandelingen van sloopmeldingen wordt uitgevoerd door toezichthoudende capaciteit. Daarom is minder tijd beschikbaar voor feitelijke controle. In 2016 wordt gezocht naar extra toezichtscapaciteit om dit tekort te dekken. Ook wordt de toezichthouder handhaving hiervoor een extra dag ingezet. Ten tweede doet het fenomeen zich voor dat de controles zich intensiveren als gevolg van de toegenomen mogelijkheden van (digitale) communicatie. Vragen en wijzigingen ten aanzien van de vergunningen worden meer dan ooit telefonisch en per e-mail afgehandeld. Hierdoor zijn er meer contactmomenten. Dit zorgt echter tevens voor meer administratieve belasting bij de toezichthouders. Uiteraard is dit positief in de zin dat hierdoor het bestaande beleidsuitgangspunt dat uitvoering plaats vindt volgens de vergunning vaker wordt bereikt; feitelijk worden er namelijk ook meer afwijkingen geconstateerd (die alsnog worden gecorrigeerd). Evident is echter dat hiermee meer tijd gemoeid gaat. 2.2.2 Overige prioriteiten in het toezicht op vergunningen in 2016 en 2017 Behoudens het voorgaande zijn er in 2016 en 2017 voor het bouwtoezicht geen specifiek prioriteiten gesteld. Wel is er sprake van toezicht op enkele bijzondere omgevingsvergunningen. Dit betreffen dossiers die meer dan de gebruikelijke hoeveelheid tijd, energie, politieke aandacht en/of kosten met zich meebrengen. Hieronder zijn de tot nu toe bekende zaken benoemd. a) Het toezicht op de bouw van de Westluidense Poort. Het is de bedoeling dat de parkeergarage rond de zomer op de juiste hoogte is. De verwachte oplevering van het cultuurgebouw is kwartaal 1 2017. Het toezicht hierop kost gemiddeld 1 dag per week. b) Het toezicht op de bouw bij Van der Valk. Hierbij is de fase gestart dat het bestaande deel wordt verbouwd. Ook deze werkzaamheden zullen een groot deel van 2016 beslaan. c) Het toezicht bij de op- en afbouw bij evenementen, voornamelijk rondom Appelpop. Het betreft hier immers gelegenheden waarbij veel mensen aanwezig zijn in, op, onder en rondom tijdelijke bouwwerken, zodat de minimalisering van mogelijke risico s het intensieve toezicht rechtvaardigt. 8
HOOFDSTUK 3 HANDHAVINGSTOEZICHT EN SANCTIONEREND OPTREDEN Naast het toezicht op omgevingsvergunningen ziet de Wabo op een breder spectrum aan toezichts- en handhavingsactiviteiten 3. In dit hoofdstuk is een overzicht gegeven van de wijze waarop het handhavingstoezicht en de sanctionering plaats vindt in 2016 en 2017, en welke prioriteiten daarbij zijn gesteld. 3.1 Handhavingstoezicht Het handhavingstoezicht betreft de afhandeling van meldingen, klachten en (formele) verzoeken om handhaving door Tielse burgers en bedrijven over (mogelijke) overtredingen, alsmede het opvolgen van interne signalering, het uitvoeren van themagericht toezicht en surveillance. Tot slot vinden er controles plaats als gevolg van lopende handhavingszaken (zaken waarbij de vinger aan de mouw wordt gehouden of sanctionerend optreden plaats vindt). Bij het uitvoeren van het handhavingstoezicht is geen vast werkprotocol aanwezig, vanwege de uniciteit van elk geval. De toezichthouder komt daarmee per geval veel vrijheid toe om te bepalen op welke wijze een bepaald geval moet worden aangepakt. Wel zijn er een aantal algemene beleidsuitgangspunten waaraan voldaan moet zijn: Op elke klacht, melding of verzoek om handhaving van een burger of bedrijf vindt controle en opvolging plaats. Indien de veiligheid en gezondheid in het geding is vindt handhavend optreden direct plaats door middel van (mondelinge) bestuursdwang. Er mogen geen (nagenoeg) onomkeerbare situaties ontstaan. Verzoeken om handhaving worden binnen een redelijke termijn van 8 weken afgehandeld, eventueel met een verlenging van 6 weken. Alle meldingen, klachten en verzoeken om handhaving worden digitaal geregistreerd, alsmede de wijze van afhandeling. 3 Artikel 5.1 van de Wabo geeft aan dat het toezicht tevens ziet op naleving van andere wetgeving, waaronder de Woningwet (o.m. het toezicht op bestaande bouw), de Monumentenwet en de Wet ruimtelijke ordening (o.m. het toezicht op bestemmingsplannen). 9
3.1.1 Aantal activiteiten handhavingstoezicht Op basis van voorgaande jaren is de verwachting voor 2016 en 2017 dat het de volgende aantallen betreft: Handhavingstoezicht 2016 en 2017 Aantal Aantal controles Meldingen, klachten en verzoeken 50 100 om handhaving over mogelijke overtredingen Themagericht toezicht, interne 100 signalering en surveillance Toezicht op lopende handhavingszaken 300 Op zichzelf blijft het aantal meldingen, klachten en verzoeken om handhaving redelijk constant. Wel vindt er vaker controle plaats op projecten met de vraag of deze al dan niet vergunningsvrij zijn; een gevolg van de toename van het aantal vergunningsvrije bouwwerken. Controle daarop vindt derhalve vaker achteraf plaats (tijdens of na de bouw) en minder vooraf (door middel van een vergunningtoets). In de praktijk wordt het omgevingsloket echter ook vaak vooraf benaderd met de vraag of een bepaald project vergunningsvrij is. Steeds vaker vindt het handhavingstoezicht themagericht plaats. Ook in 2016 en 2017 zal dit weer plaatsvinden. Deze thema s zijn hieronder weergegeven. Ook zal in 2016 en 2017 een aantal maal (tenminste 6 keer) een avond- of nachtsurveillance plaats vinden in zowel de stad Tiel, de omliggende dorpen als in het buitengebied. Dit wordt uitgevoerd samen met de brandweer en andere partners. Deze controles hebben dus een intergraal karakter, conform het integraal handhavingsbeleid, afhankelijk van het doel van de controles. 3.1.2 Overige prioriteiten in het handhavingstoezicht in 2016 en 2017 In 2016 en 2017 hebben een aantal thema s een hogere prioriteit. Voor deze speerpunten in het handhavingstoezicht is extra aandacht vanuit de organisatie. Veelal ligt er een duidelijk veiligheids- of gezondheidsbelang aan ten grondslag, maar ook andere belangen kunnen een rol spelen, bijvoorbeeld omdat een enkelvoudige aanpak weinig effect geeft; dergelijke overtredingen worden derhalve batchgewijs opgepakt. In 2016 en 2017 hebben de volgende thema s prioriteit: 1. Toezicht op de woonwagenlocaties. Net als voorgaande jaren zullen alle woonwagenlokaties worden bezocht om naleving van de regels te bevorderen. De focus ligt net als in 2015 op de locatie aan de Latensteinse Rondweg. Ook de andere locaties houden echter de aandacht. 2. Toezicht op overbewoning door arbeidsmigranten en andere doelgroepen. Zowel in stad Tiel als het buitengebied blijkt dit een terugkerend onderwerp, zodat dit ook in 2016 en 2017 een speerpunt is. Hierbij heeft vooral de brandveiligheid een hoge prioriteit. Het toezicht is dus vooral risicogericht, zoals bedoeld in het integraal handhavingsbeleid. 3. Toezicht op verwijdering asbestdaken. Vanaf 2024 zijn asbestdaken in Nederland verboden. Eigenaren van asbestdaken zijn zelf verantwoordelijk voor het verwijderen van asbest. Er is hiervoor per 1 januari 2016 een subsidieregeling. De rol van de gemeente zal zich in 2016 en 2017 vooral richten op de inventarisatie van asbestdaken en het informeren van de eigenaars over deze regelgeving. Dit punt heeft dus een preventief karakter, overeenkomstig de beleidsuitgangspunten. Naast de voorgaande door het college gekozen prioriteiten, zijn landelijk ook een aantal thema s aangewezen, waarbij een eigenaar wordt verplicht bepaalde onderzoeken uit te voeren. Het college is 10
bevoegd gezag, ter controle hiervan. Voor 2016 en 2017 gelden op grond van Hoofdstuk 5a Regeling Bouwbesluit 2012 de volgende onderzoeksplichten: 4. Vanaf 1 januari 2016 geldt de verplichting voor eigenaren van galerijflats om binnen anderhalf jaar onderzoek te laten uitvoeren. Het gaat hierbij om galerijflats met uitkragende betonnen galerij- of balkonvloeren die monoliet zijn verbonden aan de betonnen verdiepingsvloeren of gevelbalken. Vanuit de gemeente wordt vooral in eerste instantie een inventariserende en informerende rol verwacht. Mocht blijken dat de eigenaren niet of onvoldoende het vereiste onderzoek invullen, dan zal het college daar op toezien in termen van handhaving. 5. Vanaf 1 juli 2016 geldt de verplichting voor eigenaren van zwembaden om onderzoek te doen naar de constructieve veiligheid van roestvaststalen constructies in zwembaden en hierop een halfjaarlijkse inspecties uit te laten voeren naar de staat van dit roestvaststaal. Het college heeft reeds in haar besluit van 23 april 2012 om bij Zwembad Sportplaza Groenendaal verscherpt toezicht in te stellen, nadat in 2011 het dak volledig was vervangen. Dit toezicht zal ook, tezamen met het vereiste onderzoek, in 2016 en 2017 plaats vinden. 3.2. Sanctionerend optreden Sanctionerend optreden is het sluitstuk in de uitvoering rondom omgevingsvergunningen en andere overtredingen. Indien vergunningverlening en toezicht geen soelaas biedt, zal regelconformiteit afgedwongen moeten worden met bestuursrechtelijke dwangmiddelen. Dit zal in de regel betekenen dat de overtreder hiertoe een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang wordt aangezegd. Tegen een dergelijke belastende beschikking staan diverse rechtsmiddelen open (bezwaar, beroep, hoger beroep), zodat dit een omvangrijke procedure kan zijn. Bij sanctionerend optreden worden in 2016 en 2017 de volgende beleidsuitgangspunten in acht genomen: 11
1. Sanctionerend optreden in Tiel vindt in ieder geval plaats indien: a. Er door belanghebbende(n) is verzocht om handhavend optreden tegen een overtreding. b. Er sprake is van een klaarblijkelijk gevaar voor de veiligheid of gezondheid van mens of dier. c. Er wordt gebouwd zonder of in afwijking van een vergunning (bouwstop) en/of er een onherstelbare c.q. onomkeerbare situatie dreigt te ontstaan (kappen of slopen). 2. Het gedogen van een overtreding vindt binnen de gemeente Tiel niet plaats, behalve: a. In geval van klaarblijkelijke overmacht; b. In geval van een overgangssituatie (bijvoorbeeld concreet uitzicht op legalisatie); c. Handhavend optreden onevenredig is ten opzichte van de belangen van de overtreder. 3. Als bestuursrechtelijk dwangmiddel stelt het college in beginsel de last onder dwangsom vast. Indien een dwangsom is verbeurd, wordt deze ook feitelijk geïnd. In uitzondering hierop wordt de last onder bestuursdwang vastgesteld indien: a. Vereiste spoed noopt tot bestuursdwang. b. Klaarblijkelijk kenbaar is dat degene aan wie de last wordt opgelegd niet in staat is deze te betalen. 4. In de volgende situaties wordt tevens aangifte gedaan van een strafbaar feit: a. Bij het gebruik van geweld of dreiging hiermee jegens een toezichthouder of een ander bij de overtreding betrokken persoon. b. Indien de overtreding niet ongedaan kan worden gemaakt en vervangende maatregelen niet mogelijk zijn of onvoldoende compenseren. 3.2.1 Aantal procedures en ambities Op basis van voorgaande jaren is de verwachting voor 2016 en 2017 dat het de volgende aantallen betreft: Sanctionerend optreden en ambities 2016 en 2017 Aantal Aantal te behandelen verzoeken om handhaving 10 Afhandeltermijn verzoeken om handhaving 8 weken Aantal te behandelen overtredingen van een omgevingsvergunning 10 Aantal te behandelen overtreding van het bestemmingsplan 15 Aantal te behandelen overtredingen overig 5 Aantal bezwaar- en beroepsprocedures 5 (80% ongegrond) 3.2.2 Overige prioriteiten in het sanctionerend optreden in 2016 en 2017 Gezien het ondersteunende karakter van het sanctionerend optreden zijn de prioriteiten gelijkluidend aan die in het toezicht. Wel zal er verder nog aandacht zijn voor het verbeteren van de registratie en archivering van handhavingszaken. 12