Melken met een automatisch melksysteem

Vergelijkbare documenten
Module 5 Melkwinning en koeling

Les 1 Automatisch melken

Energie actueel Ronald Visser Energiebesparing bij melkveehouders

Efficiënt Melken en Koelen. Thibaud Leys Product Manager Koeling Fullwood Packo NV Frederick Audenaert Country Manager Fullwood Packo België

Uw melk snel gekoeld en veilig bewaard

Mag het een liter méér zijn?

DENK VERDER. WORD EEN FULLWOOD FARMER PRODUCTFOLDER SIDE CAP

DENK VERDER. WORD EEN FULLWOOD FARMER PRODUCTFOLDER

HOOFDSTUK 4 Monitoring

Introductie AMS-STAGE

Een verhoogd coligetal: Klebsiella-mastitis als mogelijke oorzaak?

1. Energieverbruik op uw bedrijf

HOOFDSTUK 2 Controle attentielijsten &KPI s

2 Melkbewaring Typen tanks en werking Energiebesparing Afsluiting 36

DENK VERDER. WORD EEN FULLWOOD FARMER PRODUCTFOLDER

WEIDEGANG WIJZER DENK VERDER. WORD EEN FULLWOOD FARMER

InProgress. Periodiek magazine van de GEA Farm Technologies dealers: uw Total Solution Provider. nummer 13, najaar 2011

ENERGIEBESPARING IN DE MELKVEEHOUDERIJ

Goede Agrarische Praktijk. Reiniging van melkinstallaties en melkkoeltanks

DeLaval waterdrinkbakken Meer water betekent meer melk

HOOFDSTUK 2 Controle attentielijsten & KPI s

Robot & Weiden. Resultaten enquête 2

Invullijst Koekompas

Hoofdbediening CO 2. RF en Uitbreidingssensor CO 2. RF Handleiding voor de gebruiker. Verwarming Koeling Ventilatie Filtering

Melksystemen en melkrobots

Oefentekst voor het Staatsexamen

Automatisch melken en uiergezondheid

Voergang één zijde krachtvoerautomaten. veel weidegang, simpele huisvesting. Via selectiepoorten bijvoergedeelte

MELKWINNING HOOFDSTUK Melkstal Maatvoering in de melkstal 301

Automatisch de beste DeLaval Vrijwillig- MelkSysteem VMS

Duurzame energie. uitgestoten in vergelijking met een conventioneel verwarmingssysteem, bijvoorbeeld een CV ketel.

Melken: van krukje tot robot. innovators in agriculture

Handboek Melkveehouderij 2014

ComfoFan CMF 14 Handleiding voor de gebruiker

MELKSTEL WISSEL SERVICE

Gefeliciteerd met uw vernieuwde woning!

InProgress. Periodiek magazine van de GEA Farm Technologies dealers: uw Total Solution Provider. nummer 14, voorjaar 2012

Maximaal weidegras. Stripweiden A-B-A. Graslandkalender. Gras Arbeidsgemak Weidevakmanschap Melkproductie. Max. 2 koeien per ha

DeLaval individuele en groepsdrinkbakken Meer schoon water betekent meer melk

Gebruiksaanwijzing Gaasbakken

Vocht in de woning. Ventileren is gezond en bespaart energie

Uw veestapel in beeld. Sensoren beschikbaar op de Merlin melkrobot. CrystaLab maakt dagelijks sturen op basis van gehalten mogelijk!

Verzeker jezelf van een goede oplevering.

Kwaliteit. Benodigdheden Transparante fles Uitgebreid wateronderzoek Witte emmer Test-sets voor ijzer-, hardheiden PH-bepaling

SCHAPEN EN GEITEN MELKEN. Efficiënt melken in een optimale werkruimte VOOR DIER, MELK EN MELKER SACMILKING.COM

Robot & Weiden. Resultaten enquête 3

ComfoFan S 425 Handleiding voor de gebruiker Manuel de l utilisateur

INHOUD. Melktechniek. Automatisering. Logistiek. Melkstal INHOUD

Melkwinning. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Melksystemen en melkrobots

Lely s vrij koeverkeer

Zuinig koelen met het Packo Eco gamma

Staphycoloccus aureus, van kwaad naar beter. Uiergezondheidspanel november 2018

Praktische kijk op droogstandsmanagement bij Vlaamse melkveebedrijven. Samenvattend rapport

Melktips voor powervrouwen

Robot & Weiden. Resultaten enquête 1

Geef verse lucht de ruimte, woon en werk gezonder

Uw beste keuze! Packo melkkoeling bij automatisch melken (AMS)

Meten van voerefficiëntie voor betere benutting eigen ruwvoer. Meten van voerefficiëntie voor betere benutting eigen ruwvoer

Gebruiksaanwijzing RTW100

melkrobot robotten techniek 1 Nathalie Snaet

Instructie Ventilatie

Modern melkveehouden: een revolutie! innovators in agriculture

DeLaval Focus. Deze Focus wordt u aangeboden door:

Sensoren in melkveestallen. Kristine Piccart (ILVO) April 2019

AUTOMATEN 1 voor de distributie van rauwe, onverpakte melk: hygiënevereisten

Checklist Stalverlichting

Belangrijke instructies

HANDLEIDING PREMIUM. De krachtigste en zuinigste douche ter wereld GEFELICITEERD! MONTAGE UPFALLSHOWER

Uw ventilatiesysteem: natuurlijke toevoer, mechanische afvoer

Nieuwe droogzetrichtlijnen voor Bart Geurts Dierenarts

Factsheet HACCP. 1) Ongediertebestrijding

MS Semen Storage Pro

Vereniging van eigenaren

ComfoFan S R 275 Handleiding voor de gebruiker Manuel de l utilisateur

Opdracht 1 Bewust kijken op je praktijkbedrijf

Lichtbron van rendement

Voor koe, melk en melker...

Bijlage: Aanpassingen stal voor afvoer verse mest

SATURNUS DENK VERDER. WORD EEN FULLWOOD FARMER

Het bepaalde in deze beschikking is niet van toepassing op:

Reader studenten. Automatisch melken

Uw ventilatiesysteem: Vraaggestuurde ventilatie met natuurlijke toevoer, mechanische afvoer;

MR-D1. Milking Robot.

Energieke Veehouderij. Hilko Ellen / Rick van Emous / Gerrit Kasper / Maikel Timmerman / Harm Wemmenhove

aanvullende gebruikers handleiding AQUA Plus Versie

Dwarrelende stofdeeltjes kunnen ademhalingsmoeilijkheden opleveren bij astmapatiënten. Door goed schoonmaken wordt het aantal stofdeeltjes verlaagd.

Bewonersinformatie Rosmalen. Aandachtspunten voor uw vernieuwde woning

PRAKTIJKBLAD ASBEST SANEREN MET LEVENDE HAVE IN DE STAL

Continue meten = continue weten

DeLaval vacuümpompen DVP & DVPF Moderne en betrouwbare oplossingen

Verzeker jezelf van een goede oplevering.

GEA ApolloMilkSystem. Automatisch melkstel met afgifte speen-dipmiddel en backflush

Uw ventilatiesysteem: Decentrale ventilatie

Ventielventilatie. Beschrijving

GEBRUIKSAANWIJZING ZUMOVAL BASIC

S900 S901 S902 S901-2D S903 S901-4D PS900 S903 PS300

InProgress. De toekomst is begonnen! nummer 5, najaar 2007

fermacell Technische tip

Transcriptie:

Melken met een automatisch melksysteem

Inhoud Colofon Uitgever: Animal Sciences Group van Wageningen UR Divisie Veehouderij Postbus 65 8200 AB Lelystad Tel: 0320 238 238 Fax: 0320-238050 E-mail: info.po.asg@wur.nl Internet: www.asg.wur.nl Samenstelling: Harm Wemmenhove, Animal Sciences Group van Wageningen UR, divisie Veehouderij Vormgeving: Communication Services Lelystad Fotografie: Communication Services Lelystad, diverse fabrikanten Drukker: Drukkerij Cabri BV Lelystad Eerste druk 2006/oplage 2000 De uitgever aanvaardt geen aansprakelijkheid voor gevolgen bij gebruik van in deze brochure vermelde gegevens. Voorwoord..........................3 Inleiding............................4 Aanschaf.........................4 Systemen........................5 Plaats..............................6 Automatisch melksysteem.............7 Bedieningsruimte...................7 Hygiënische voorzieningen............8 Veiligheid.........................8 Inrichting bedieningsruimte............9 Vloer............................9 Wanden..........................9 Plafond..........................9 Verlichting........................9 Ventilatie.........................9 Verwarming.......................9 Koeverkeer........................10 Het koeverkeer kan op verschillende wijze worden gerealiseerd...........10 Ruimtes rond het automatisch melksysteem.......................10 Wachtruimte.....................11 Separatieruimte...................11 Kantoor.........................11 Machinekamer....................11 Beweiding.........................12 Systemen van bewieding inde praktijk...12 Hygiëne in de stal...................13 Reiniging..........................14 Drie keer reinigen.................14 Andere spoelingen.................15 Filter wisselen....................15 Persleiding......................16 Energie en water....................17 Energie en water..................17 Waterverbruik....................17 Separeren van melk.................18 Onderhoud.........................19 Melkwaliteit........................20 Bewaring van melk..................21 Inhoud tank......................21 Mogelijkheden voor bewaring van melk........................22 Melkkoeltank met interval koeling......22 IJsbanktank met buffervat............22 Stromend diepkoelen..............23 Buffervat........................23 Tot slot.........................23 Tips..............................24 Situatieschetsen..................25-27 2

Voorwoord Ontwikkelingen volgen elkaar snel op. Werd in het begin van de jaren negentig nog aarzelend naar automatisch melken gekeken, nu anno 2006 is automatisch melken een geaccepteerd melksysteem dat op een toenemend aantal bedrijven in Nederland wordt toegepast. Met het ingebruiknemen van een automatisch melksysteem komen er andere facetten in de bedrijfsvoering naar voren die te maken hebben met de inrichting van het bedrijf, het melken of de bewaring van melk. Vanzelfsprekend moet de melk van goede kwaliteit zijn. Daarnaast mag het melktransport van de boerderij naar de zuivelfabriek geen oponthoud ondervinden. In 1998 is de eerste brochure Melken met een automatisch melksysteem verschenen. Echter, deze is achterhaald door alle technische ontwikkelingen en veranderde inzichten. In opdracht van de Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO) is daarom een nieuwe brochure ontwikkeld. In deze brochure worden richtlijnen en een aantal oplossingsmogelijkheden aangegeven waar een veehouder rekening mee moet houden wanneer hij een automatisch melksysteem aanschaft. De brochure is voorgelegd en becommentarieerd door de Technische Commissie Melkwinning van de zuivelindustrie. Bij de samenstelling van de brochure is dankbaar gebruik gemaakt van de informatie en ervaringen van de leveranciers van automatische melksystemen. Mede namens de opdrachtgever, dank ik Harm Wemmenhove voor het samenstellen en ook een ieder die verder heeft meegewerkt aan het tot stand komen van deze brochure. De brochure kan veehouders van dienst zijn bij de keuze voor het automatisch melken. Een goed overwogen keuze zal bijdragen tot een kwalitatief hoogwaardig product melk. In de praktijkregelingen van de verschillende zuivelondernemingen worden voorwaarden zogenaamde leveringsvoorwaarden gesteld. Het is raadzaam om bij aanschaf van een automatisch melksysteem hier naar te informeren bij uw zuivelonderneming. Voor verdere suggesties en vragen kunt u eveneens terecht bij de zuivelindustrie. Ir. Paul Vriesekoop Directeur veehouderij Animal Sciences Group van Wageningen UR Divisie veehouderij Automatisch melken 3

Inleiding Aanschaf Voor de omschakeling naar automatisch melken is een goede voorbereiding nodig. Dit verlaagt de kans op teleurstellingen door te hoge verwachtingen. Het is niet zo dat met de aanschaf van een automatisch melksysteem alles automatisch gaat. Voor de koeien, maar vooral ook voor de veehouder vraagt de introductie van automatisch melken een behoorlijke gewenningsperiode. De overwegingen voor veehouders om een automatisch melksysteem aan te schaffen zijn zeer verschillend. Belangrijke factoren zijn, naast bedrijfseconomische verwachtingen van het nieuwe systeem, vooral de sociale aspecten. Meer vrije tijd, meer tijd voor het gezin, meer flexibiliteit en verbeteren van fysieke arbeidsomstandigheden voor de melker tijdens het melken (door automatisch melken). De aanschaf van een automatisch melksysteem is een ingrijpende verandering voor het melkveebedrijf. Het is een investering die grote invloed heeft op de gehele bedrijfsvoering. Het werk van de veehouder verandert drastisch. Bij automatisch melken verdwijnen de vaste werkzaamheden rond het melken en deze worden vervangen door een meer managementgerichte bedrijfsvoering. Op de meeste bedrijven kan men arbeidsbesparing realiseren. Bij een bedrijf met vreemde arbeid kan er mogelijk een kostenbesparing optreden op de uitgaven voor arbeid. Met een automatisch melksysteem is het mogelijk koeien meerdere keren per dag te melken. Hierdoor kan de melkproductie stijgen. Het meerdere keren per dag melken heeft bovendien een positieve invloed op de uiergezondheid en het welzijn van voornamelijk de hoog productieve dieren. Daarnaast zijn automatische melksystemen veelal uitgerust met sensoren, waardoor meer managementgegevens beschikbaar komen. De vraag of een automatisch melksysteem economisch gezien aantrekkelijk is, is niet voor elk bedrijf op dezelfde manier te beantwoorden. Er zijn een groot aantal bedrijfsspecifieke factoren die een rol spelen bij de aanschaf. Het te investeren bedrag in een automatisch melksysteem is o.a. afhankelijk van (jaar)kosten voor een (nieuwe) melkstal, de te realiseren arbeidsbesparing, de productiestijging en de jaarkosten van het automatisch melksysteem. Het is dan ook niet mogelijk om een algemeen geldend advies over de investering in een automatisch melksysteem te geven. 4 Automatisch melken

# Melkingen en melksnelheid Melkingen per dag 2.0 kg/min 2.5 kg/min 3 kg/min 220 170 melkingen 200 60 Koeien, 2.8 melkfrequentie 180 of 55 Koeien, 3.1 melkfrequentie 160 140 120 100 8 10 12 14 16 Melkgift in kg # Kg melk en melksnelheid 2.0 kg/min 2.5 kg/min 3.0 kg/min Kg melk per dag 2500 2250 2000 1750 1500 1250 8 10 12 14 16 Melkgif t per melking in kg Figuur 1: Invloed van melksnelheid en melkgift (bij een éénboxsysteem) Wanneer de bestaande melkstal moet worden vervangen of gerenoveerd of bij nieuwbouw is een overweging om een automatisch melksysteem aan te schaffen op zijn plaats. Systemen Automatische melksystemen kunnen globaal worden onderverdeeld in éénboxen multiboxsystemen. Bij de éénboxsystemen heeft elke melkbox zijn eigen robotarm, terwijl bij multiboxsystemen een robotarm 2 tot 5 melkplaatsen bedient. De capaciteit van een éénboxsysteem ligt rond de 170 melkingen per etmaal. Bij multiboxsystemen is de capaciteit iets moeilijker aan te geven, omdat er grote verschillen in opstellingen zijn. Globaal kan de volgende vuistregel voor wat betreft de capaciteit worden aangehouden: 300 melkingen voor twee eerste boxen en 135 melkingen voor de daarop volgende box(en). De capaciteit van het automatisch melksysteem wordt mede bepaald door de melkgift per melking en de melksnelheid van de koeien. Daarnaast is de handelingen- en reinigingstijd van het melksysteem van invloed op de capaciteit. In figuur 1 wordt de invloed van de melkgift per keer en de melksnelheid op het aantal mogelijke melkingen weergegeven. Ook wordt de melkgift per keer en de melksnelheid in relatie gebracht met de hoeveelheid melk die per dag kan worden geproduceerd. Automatisch melken 5

Plaats De exacte plaats waar het automatisch melksysteem wordt gesitueerd is afhankelijk van de bedrijfssituatie. Van invloed op de plaats van het systeem zijn o.a. het al dan niet aanwezig zijn van productiegroepen, de plaats waar koeien voor eventuele beweiding naar buiten gaan en de mogelijkheid voor het separeren van koeien. De plaats van het automatisch melksysteem bepaalt de routing in de stal. Het automatisch melksysteem wordt zodanig geplaatst, dat deze voor koeien zichtbaar en gemakkelijk toegankelijk is. Ook de veehouder moet het automatisch melksysteem gemakkelijk, via een schone ruimte of doorgang, kunnen bereiken. In deze situatie kan ook zonder werkkleding controle op het systeem worden uitgevoerd. Op bedrijven waar één automatisch melksysteem functioneert, wordt deze meestal aan de voorzijde of aan de zijkant van de stal geplaatst. Op grotere bedrijven waar meerdere automatische melksystemen worden gebruikt, kunnen deze bijvoorbeeld in een cluster (melkeiland) centraal in de stal worden geplaatst. Zo blijven de looplijnen voor de melkkoeien kort en houdt de veehouder een goed overzicht. Bij plaatsing moet er naar worden gestreefd om de afstand tot het tanklokaal zo kort mogelijk te houden. Achter in deze brochure vindt u een aantal voorbeelden met betrekking tot de plaats van het automatisch melksysteem. 6 Automatisch melken

Automatisch melksysteem De huidige automatische melksystemen kennen twee lange zijden: een koezijde en een bedieningszijde. Aan de koezijde komen de koeien het automatisch melksysteem binnen en verlaten deze weer na het melken. Aan de bedieningszijde is alle melktechnische apparatuur opgesteld. Dit zijn onder andere de robotarm en de besturingsinstrumenten. Aan deze zijde komt de veehouder meerdere keren per dag voor controle en andere werkzaamheden. Ook de onderhoudsmonteur moet hier voor een groot deel zijn werk doen. Vanuit hygiënisch oogpunt is het nodig dat deze bedieningsruimte aan een aantal eisen voldoet. Bedieningsruimte De bedieningszijde van het automatisch melksysteem moet opgesteld worden in een met minimaal drie zijden afgesloten ruimte die via een deur te bereiken is. De koezijde van de robot kan een open gedeelte naar de ligboxenstal toe zijn. Bij bedrijven waar meerdere automatische melksystemen in gebruik zijn, worden deze vaak in spiegelopstelling geplaatst, waarbij de bedieningzijden van beide systemen een min of meer afgesloten ruimte vormen (zie situatieschets). Om te voorkomen dat er veel stof binnenkomt, is het noodzakelijk om een plafond boven het automatisch melksysteem te maken. De muren, vloer en plafond moeten goed te reinigen zijn zodat het geheel een schone indruk geeft. In het volgende hoofdstuk wordt in detail ingegaan op de mogelijkheden voor wanden, vloeren en plafond. Om de bedieningsruimte schoon te houden is het noodzakelijk dat deze vanuit een schone bedrijfsruimte of doorgang te bereiken is. Dit betekent dat de ingang tot de bedieningsruimte niet over Automatisch melken 7

veeroosters, mestgang of ligboxen te bereiken moet zijn. De bedieningsruimte van het automatisch melksysteem dient te allen tijde vorstvrij te worden gehouden. De exacte afmeting van de bedieningsruimte is moeilijk aan te geven, dit is afhankelijk van het automatisch melksysteem dat men kiest. Bedenk wel dat de arm van het systeem draait binnen de bedieningsruimte. Zorg voor voldoende arbeidsveiligheid en maak de bedieningsruimte niet te klein. Hygiënische voorzieningen Om de vloeren en wanden van de bedieningsruimte en de koestand(en) goed schoon te kunnen maken, moet in deze ruimte bij voorkeur warm en koud water beschikbaar zijn. Handmatig kan dan met een slang en spuitpistool de ruimte schoon gehouden worden. Dit moet meerdere keren per dag gebeuren. Ook de plaats waar de koeien staan en de in- en uitlooproutes moeten regelmatig schoongemaakt worden. Bij sommige systemen kan de koestand automatisch worden gespoeld. Voor de afvoer van dit spoelwater moet er een afvoer zijn naar de mestkelder of een aparte opslag. Lozen van dit water op het riool is niet toegestaan. Zorg dat de afvoerputjes voorzien zijn van stankafsluiters. Veiligheid Voor uw eigen veiligheid en de veiligheid van anderen is het aan te raden dat alle ruimtes, zoals de bedieningruimte, de machinekamer maar zeker ook de bedieningsruimte kunnen worden afgesloten. Monteer eventueel veiligheidsschakeling op de ingangsdeur. 8 Automatisch melken

Inrichting bedieningsruimte In dit hoofdstuk komen de mogelijkheden aan de orde voor het hygiënisch inrichten van de bedieningsruimte. Vloer De vloer moet goed en gemakkelijk te reinigen zijn. Tegels of kunststof coating op de vloer hebben de voorkeur. Epoxymortelvloeren nemen snel vuil aan wanneer ze droog zijn. Indien deze vloeren worden toegepast, is het aan te bevelen deze te voorzien van een afdichtingslaag. De vloer moet een afschot hebben van 2 cm per meter naar de afvoerput. Het afvoerputje of afvoergoot moeten voorzien zijn van een stankafsluiter en regelmatig worden gereinigd. Melkresten moeten niet openlijk worden afgevoerd naar de mestkelder. Dit kan vliegen aantrekken en eventuele achtergebleven melkresten kunnen gemakkelijk gaan stinken. De vloer van de koestand moet ook goed te reinigen zijn. Ook hier moet afschot zijn om (vuil) water goed af te kunnen voeren. De koestand mag niet in open verbinding staan met de mestput. Wanneer voor de afwerking van de vloer een epoxycoating wordt gebruikt, moet de ondergrond goed uitgehard zijn. Meestal wordt hier een periode van 5-6 weken voor aangehouden. Wanden Ook de wanden moeten goed en gemakkelijk te reinigen zijn. Een wand van steen of betonelementen is het beste. Deze wand kan worden afgewerkt met een twee componenten muurcoating tegels of kunststof panelen. Plafond Het plafond moet schoon en glad afgewerkt zijn. Als het automatisch melksysteem aan een zijkant van de ligboxenstal geplaatst wordt, is een (geïsoleerd) staldakplafond boven het automatisch melksysteem voldoende. In andere gevallen is een apart plafond noodzakelijk om te voorkomen dat stof en vuil in de bedieningsruimte komt. Zorg dat de voervijzel niet over de robot naar de voertrechter loopt. Verlichting Voor controle en onderhoudswerk is het noodzakelijk dat er voldoende lichtpunten in de bedieningsruimte zijn aangebracht. Hiervoor is minimaal één TLlamp nodig (kleurcode 84). Deze lamp moet voorzien zijn van een beschermkap. Verder is het van belang dat er voldoende contactdozen in de bedieningsruimte aanwezig zijn. Ventilatie Het automatisch melksysteem moet geplaatst worden in een frisse en goed geventileerde ruimte. Om te voorkomen dat vliegen e.d. overlast veroorzaken, kan gebruik gemaakt worden van mechanische ventilatie. Verwarming De ruimte van een automatisch melksysteem dient vorstvrij te zijn. Dit kan betekenen dat er in koude periodes een warmtebron moet worden geplaatst. Houd hier bij de inrichting van de bedieningsruimte rekening mee. Automatisch melken 9

Koeverkeer Het koeverkeer is een van de belangrijkste zaken rond het melken met een automatisch melksysteem. Wanneer de koeien niet uit zichzelf bij het melksysteem komen, gaat het ten koste van de melkproductie of er is meer arbeid nodig om het aantal melkingen te realiseren. Zorg voor logische looplijnen voor de koeien bijvoorbeeld van de ligplaats naar het automatisch melksysteem en vervolgens naar het voerhek. Om de koeien zo snel mogelijk aan de routing in de stal te laten wennen, is het aan te bevelen om in eerste instantie te beginnen met enkele doorgangen en daarna over te stappen op vrij koeverkeer. Uiteraard is ook een goede klauwverzorging van invloed op het koeverkeer. Het koeverkeer kan op verschillende wijze worden gerealiseerd. Vrij koeverkeer: De koeien lopen vrij door de stal en kunnen uit eigen wil naar het melksysteem. Dit systeem wordt het meest toegepast. Semi vrij koeverkeer: Een combinatie van beide systemen waarbij koeien die lange tijd niet zijn gemolken, alleen via het automatisch melksysteem naar het voerhek kunnen. Koeien die regelmatig het automatisch melksysteem bezoeken kunnen ook via een doorgang, voorzien van een selectiepoort, bij het voerhek komen. Eenrichtingsverkeer: De koeien kunnen alleen vanuit het liggedeelte via het automatisch melksysteem naar het voerhek komen. Het aantal keren dat een koe ruwvoer op kan nemen is in dit systeem beperkt. Vandaar dat eenrichtingsverkeer niet wordt aanbevolen en maar weinig wordt toegepast. Het koeverkeer naar het automatisch melksysteem kan worden gestimuleerd door een smakelijk krachtvoer in het automatisch melksysteem te voeren. Houd er rekening mee dat een koe niet meer dan 1,5-2 kg krachtvoer per melking kan opnemen in het automatisch melksysteem. Ook de ruwvoerverstrekking is van invloed op het koeverkeer. Zorg dat er altijd smakelijk ruwvoer aan het voerhek ligt. Stel de hoeveelheid dusdanig af dat de koeien gretig blijven. Bedenk wel dat ieder poortje of eenrichtingshekje in principe een obstakel vormt voor de dieren. Probeer deze dan ook zoveel mogelijk te vermijden. Zorg voor voldoende ruimte voor en na het automatisch melksysteem zodat koeien vlot het systeem kunnen binnen lopen en ook weer verlaten. Koeverkeer is belangrijk; zorg voor een logische route in de stal 10 Automatisch melken

Ruimtes rond het automatisch melksysteem Wachtruimte Ook bij automatisch melken moeten wel eens koeien worden gehaald. Vandaar dat een wachtruimte voor het automatisch melksysteem nodig is. De wachtruimte moet plaats bieden aan ongeveer 10% van de aanwezige melkkoeien. Maak deze wachtruimte niet te klein. Uit welzijnsoogpunt is de aanwezigheid van drinkwater in deze ruimte gewenst. Separatieruimte Hoewel een separatieruimte in de praktijk niet altijd wordt toegepast, kan een dergelijke ruimte handig zijn om koeien te controleren, zoals bij een mastitisbehandeling, inseminatie of een drachtigheidscontrole. Het beste is dat de koeien in deze ruimte de andere koeien kunnen zien en niet geheel worden afgezonderd. Koeien kunnen langere tijd (meer dan 12 uur) verblijven in deze ruimte. Vandaar dat er voldoende voer, water en ligplaatsen aanwezig moeten zijn in de separatieruimte. In een enkel geval kan het zinvol zijn om koeien, waarbij de melkingen zijn mislukt, te separeren. Op deze wijze kan gemakkelijk controle op deze dieren worden uitgeoefend. Ook zonder separatieruimte is er goed met een automatisch melksysteem te werken. Echter, het afzonderen van koeien zal meer tijd kosten. Kantoor Bij het managen van een bedrijf met een automatisch melksysteem wordt o.a. veel gebruik gemaakt van computergegevens (attentielijsten). Om deze gegevens goed te kunnen bekijken en te verwerken is een kantoor wenselijk. Computerapparatuur is gevoelig voor stof, vocht en temperatuur. Een goed geïsoleerde en verwarmde kantoorruimte is geen luxe. Bovendien maakt een goed ingerichte ruimte het werken plezieriger. Het mooiste is dat vanuit de controleruimte ook de koeien en het automatisch melksysteem kunnen worden geobserveerd. Dit is in bestaande situaties niet altijd haalbaar. Machinekamer In de machinekamer wordt een deel van de apparatuur geplaatst die nodig is voor het functioneren van het automatisch melksysteem of voor de koeling van melk. De apparatuur die in de machinekamer wordt geplaatst, bestaat uit een compressor, (eventueel) een vacuümpomp en een koelaggregaat. Daarnaast wordt de machinekamer ook veel gebruikt voor plaatsing van de boilers, een eventuele warmteterugwinning en voorzieningen voor een bronwaterinstallatie. Het is aan te raden om een afsluitbare kast in de machinekamer te plaatsen. In deze kast kunnen filters, tepelvoeringen en andere onderdelen worden bewaard. Automatisch melken 11

Beweiding Weidegang wordt vaak gezien als meer werk vanwege het ophalen van de koeien. Ook de verwachte afname van de capaciteit van het automatische melksysteem of van de melkproductie kan aanleiding zijn om de koeien het gehele jaar op stal te houden. Aan de andere kant is weidegang goed voor het welzijn van de koeien, zijn de voerkosten lager en is het gunstig voor het imago van de melkveehouderijsector. De afstand van het perceel tot het automatische melksysteem en het eventueel bijvoeren in de stal hebben invloed op het koeverkeer naar het automatisch melksysteem. Onderzoek geeft aan dat een afstand van 500 meter van het perceel tot het systeem een beperkt effect heeft op de melkproductie en het melkinterval. Ook als er veel in de stal wordt bijgevoerd tijdens weidegang, leidt dit niet tot hogere producties. Wel kan bijvoeren in de stal dienen als strategisch managementmiddel om een goed koeverkeer voor het automatische melksysteem te verkrijgen. Systemen van beweiding in de praktijk: Beperkt weiden. s Ochtends wordt via een selectiepoort bij de deur van de stal bepaald welke koeien gemolken zijn en dus naar buiten kunnen. Koeien die niet zijn gemolken, moeten eerst door het automatisch melksysteem voor ze naar buiten kunnen. s Avonds worden alle koeien weer binnengehaald. Op deze wijze worden de koeien minstens tweemaal per dag gemolken. Standweiden. De koeien worden gedurende een langere periode op een (groot) perceel vlak bij de stal gehouden. De dieren worden gestuurd via selectiepoorten. Wisselweiden. Koeien die door het automatisch melksysteem zijn gemolken, gaan in eerste instantie naar perceel A. Wanneer deze koeien terugkomen voor een bezoek aan het automatische melksysteem, komen ze nadien in perceel B. Wanneer het melkinterval te lang wordt voor de koeien die nog in perceel A lopen, worden deze dieren naar het automatische melksysteem gebracht. Nadat ze gemolken zijn, kunnen ze naar perceel B. Vervolgens gaan alle koeien weer naar perceel A. Op deze wijze heeft de veehouder een goed zicht op de melkintervallen. Wel vragen koepaden, perceelgrootte en indeling de nodige aandacht. 12 Automatisch melken

Hygiëne in de stal Bij een automatisch melksysteem worden de koeien doorgaans meerdere keren per etmaal gemolken, veelal met wisselende melkintervallen. De melker is niet meer continu aanwezig. De controlefuncties worden overgenomen door sensoren. De veehouder wordt met behulp van attentiemeldingen geattendeerd op eventuele afwijkingen. Het melken in een automatisch melksysteem verloopt via een vast protocol waarbij het systeem geen direct verschil maakt tussen bijvoorbeeld schone en vuile koeien. Bij de meeste systemen kan de veehouder aan de hand van de verschillende attenties de instellingen aanpassen, bijvoorbeeld de voorbehandeltijd. Het zal duidelijk zijn dat schone koeien een positieve werking hebben op het functioneren van het automatisch melksysteem. De volgende aandachtspunten spelen hierbij een rol: De ligplaatsen van de koeien worden regelmatig (minimaal tweemaal per dag) schoongemaakt, en voorzien van voldoende schoon en droog strooisel. Een (mobiele) mestschuif op de roosters bevordert de hygiëne in de stal, waardoor de koeien schoner blijven en vlotter worden aangesloten. Bovendien komt het de kwaliteit van de melk ten goede. Uiers regelmatig scheren c.q. branden, dit vergemakkelijkt het aansluiten van de koeien. De vijzel die zorgt voor de toevoer van krachtvoer niet boven de robot laten lopen. Hierdoor wordt de hoeveelheid stof op de robot beperkt. De stal dient goed te worden geventileerd. Zorg voor voldoende verlichting, vooral rond het automatisch melksysteem. Zorg voor vluchtwegen voor ranglagere dieren. Schone ligplaats belangrijk Automatisch melken 13

Reiniging Bij de ontwikkeling van de huidige automatische melksystemen hebben hygiëne en reinigbaarheid veel aandacht gekregen. Bij het reinigen van een automatisch melksysteem speelt niet alleen de reinigingsfrequentie een belangrijke rol, maar ook de afstelling van de reiniging en het wisselen van het filter. Een belangrijk verschil tussen de diverse systemen is de reinigingsmethodiek: verdringingsreiniging (o.a. hittereiniging) of circulatiereiniging. Dit heeft vooral invloed op de tijdsduur van reinigen. Beide methoden kunnen het systeem goed reinigen. Het is van belang dat bij de reiniging van de robot voldoende water wordt gebruikt. Hierbij moet ook rekening worden gehouden met de lengte van de persleiding en eventuele andere voorzieningen die in de persleiding zijn opgenomen, zoals een voorkoeler. Door het automatisch melksysteem zo dicht mogelijk bij het tanklokaal te plaatsen, kunnen de persleidingen zo kort mogelijk worden gehouden. Temperatuurverliezen van het reinigingswater worden hiermee zoveel mogelijk tegengegaan. Bij circulatiereiniging moet de eindtemperatuur van het reinigingswater minimaal 40 0 C bedragen. Aanbevolen wordt een eindtemperatuur van 50 0 C te hanteren. Bij hittereiniging dient de installatie ten minste 2 minuten op 77 0 C te blijven. Ook dient er voldoende reinigingsmiddel te worden gedoseerd. Regelmatige controle op het reinigingsmiddel is noodzakelijk. Een goede sanitaire aanleg is van belang voor een goede reiniging. Bij de montage van kleppen op de melkkoeltank mogen geen dode hoeken ontstaan. Deze zijn moeilijk te reinigen. Een frequente visuele controle op de reiniging van het automatisch melksysteem blijft nodig. Soms wordt dit in het managementsysteem getoond. Drie keer reinigen Een voorwaarde vanuit de zuivelindustrie is om het automatisch melksysteem driemaal per etmaal te reinigen, automatisch om de acht uur. Vaak is dit ook opgenomen in de verschillende leveringsvoorwaarden van de zuivelindustrieën. Uit onderzoek van de Animal Sciences Group blijkt dat drie keer reinigen vooral een gunstig effect heeft op het verlagen van coli-achtigen, lactobacillen en psychrotrofe bacteriën. 14 Automatisch melken

Tabel 1. Resultaten reinigingsfrequentie Onderdeel Kiemgetal Coli-achtigen Lactobacillen Psychrotrofen 3x daags reinigen 10 13 320 522 2x daags reinigen 13 173 877 1047 In tabel 1 zijn de resultaten weergegeven. Andere spoelingen Naast de reguliere reiniging vinden bij diverse systemen tussenspoelingen plaats. Bij deze tussenspoelingen wordt een gedeelte van het automatisch melksysteem gespoeld. De frequentie van de tussenspoelingen kan worden ingesteld. Bij veel systemen worden na iedere melking de tepelbekers gespoeld. Op deze manier wordt een besmetting van koe tot koe zoveel mogelijk tegengegaan. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om na een bepaalde tijd of na een aantal koeien een extra spoeling uit te voeren. Hierbij wordt een gedeelte van het automatisch melksysteem gespoeld. Dit wordt mede bepaald door de bezetting van het automatisch melksysteem. Vooral bij een lage bezetting zijn dergelijke spoelingen nodig. Filter wisselen Het beste moment om het buisfilter te vervangen is vóór het reinigen verwijderen en na het reinigen het nieuwe aanbrengen. Maar bij een automatisch melksysteem is dit praktisch gezien niet altijd uitvoerbaar. Het meest optimale moment is waarschijnlijk na de voorspoeling; resten melk en vuil zijn dan meegenomen met het voorspoelwater. De hoofdreiniging en naspoeling gebeuren met een schoon filter. Het uitvoeren van de hoofdreiniging met een vuil filter moet vermeden worden omdat vuil de desinfectiecomponent uit de oplossing bindt en afbreekt. Bij een aantal automatische melksystemen wordt het filter automatisch verwisseld tijdens de reiniging van het systeem Automatisch melken 15

Bij een aantal systemen wordt het wisselen van het filter automatisch geregeld. Tijdens het wisselen van het filter is er nog enige visuele controle op de melk mogelijk. Indien de hoeveelheid vuil toeneemt, zal er meer aandacht aan de stalhygiëne moeten worden besteed of de uiers moeten worden geschoren. Wanneer er vlokjes op het filter zitten, dan dient de koe met (klinische) mastitis te worden opgespoord. te hebben, maar vragen wel extra aandacht bij de reiniging. Veelal betekent dit extra waterverbruik en extra voorzieningen. Lange persleidingen hebben bovendien het nadeel dat er relatief veel melk in achterblijft. In de praktijk kan het voorkomen dat deze melk lange tijd (circa een half uur) ongekoeld achterblijft in de persleiding. Lange persleidingen moeten daarom worden vermeden. Persleiding Door het automatisch melksysteem zo dicht mogelijk bij het tanklokaal te plaatsen, blijft de lengte van de persleiding beperkt. Lange persleidingen hoeven op zich geen nadelige invloed op de melk 16 Automatisch melken

Energie en water Energie en water Het energieverbruik bij automatische melksystemen bestaat uit een basisbelasting van het systeem, de vacuümpomp, de melkpomp, de warmwatervoorziening en perslucht die nodig is voor de bediening van het systeem en het hekwerk. Globaal kan per 1000 kg melk met de volgende waarden (zie tabel rechtsboven) worden gerekend. Er is wel veel spreiding tussen merken en bedrijven. Energiebesparing is te realiseren o.a. door een frequentieregelaar voor de vacuümpomp, voorkoeling toe te passen en eventueel door het gebruik van een warmteterugwinning. Wanneer er voorkoeling wordt toegepast, zorg er dan voor dat de voorkoeler bestand is tegen de druk van de perslucht uit het Automatisch melksysteem (robot incl. perslucht) 40 kwh per 1000 kg Spreiding 25-60 kwh Koeling 15 kwh per 1000 kg Spreiding 10-22 kwh systeem. Daarnaast moet er een goede drainage zijn van het voorkoelwater tijdens de reiniging, anders wordt de eindtemperatuur van het reinigingswater niet gehaald. Waterverbruik Het waterverbruik van het automatisch melksysteem varieert per merk. Het verbruik is vergelijkbaar met een conventionele melkstal waarbij driemaal per dagwordt gemolken. Naast de (inwendige) reiniging van het automatisch melksysteem wordt er water verbruikt voor het voorbehandelen, het backflush systeem en de eventuele tussenspoelingen. Daarnaast dient het automatische melksysteem dagelijks uitwendig te worden gereinigd. Globaal zal het waterverbruik 700 tot 1000 liter per etmaal (éénbox) bedragen. Met voorkoeling (buizenkoeler) is energie te besparen. Automatisch melken 17

Separeren van melk De gegevens van koeien waarvan de melk niet mag worden geleverd, dienen door de veehouder, in de computer te worden ingebracht. In het automatisch melksysteem vindt vervolgens de herkenning en de separatie van de melk plaats. Gesepareerde melk kan worden opgevangen in de daarvoor bestemde emmers of bijvoorbeeld in een melkbus. Het is aan te raden dat indien van meerdere koeien melk moet worden gesepareerd, de melk van iedere koe apart op te vangen. Afwijkende melk kan ook worden geloosd op een apart putje, met een stankafsluiter, om vervolgens te worden afgevoerd naar de mestkelder. Ook voorbehandelingswater met melk moet op een dergelijke wijze worden afgevoerd. Na iedere melking waarbij de melk wordt gesepareerd, moet er een extra spoeling met lauw-warm water plaatsvinden, om residuen van geneesmiddelen in de melk te voorkomen. Indien een koe wordt behandeld met bijvoorbeeld antibiotica is het zaak deze eerst in te voeren in het managementprogramma van het automatisch melksysteem, alvorens de koe daadwerkelijk te behandelen. Op deze wijze wordt voorkomen dat melk van behandelde dieren niet wordt gesepareerd en per ongeluk in de melkkoeltank terecht komt. Afwijkende melk wordt gesepareerd in emmers 18 Automatisch melken

Onderhoud Voor probleemloos functioneren van een automatisch melksysteem is goed en regelmatig onderhoud nodig. Alleen dan kan goede kwaliteitsmelk worden geleverd. De fabrikanten hebben hiervoor een abonnementensysteem opgezet waarbij regelmatig onderhoud aan het automatisch melksysteem wordt uitgevoerd (vier of meer keer per jaar). Het melktechnische deel zoals o.a. capaciteit van de vacuümpomp, de leklucht van het systeem en het pulsatiesysteem dienen minimaal tweemaal per jaar te worden gemeten en zonodig hersteld. Het doormeten van deze onderdelen dient volgens de richtlijnen van de Stichting KOM te worden uitgevoerd. Een meet- en adviesrapport dient aanwezig te zijn. Storingen bij het aansluiten kunnen worden tegengegaan door de sensor waarmee de spenen worden gedetecteerd regelmatig schoon te maken. Net als bij een traditionele melkstal moeten bij een automatisch melksysteem de tepelvoeringen, afhankelijk van het materiaal, na circa 2500 melkingen (siliconen tepelvoeringen gaan langer mee) worden vervangen. Het monteren van de tepelvoeringen gebeurt door de veehouder. Let op dat de tepelvoeringen niet gedraaid in de tepelbekers komen. Belangrijk bij de oplevering en het onderhoud van het automatische melksysteem is de controle van de reiniging, met name vloeistofhoeveelheden, concentratie reinigingsmiddel, temperatuur en drainage tussen twee spoelgangen. Een van de oorzaken voor afwijkende Minimaal twee keer per jaar wordt er een meet- en adviesrapport opgemaakt. vloeistofhoeveelheden is bijvoorbeeld een andere waterdruk dan aangenomen. Het is dan ook zaak dat bij het opstellen van het meet- en adviesrapport (MAR) ook de reiniging goed wordt gemeten, gecontroleerd en ingevuld. Na het uitvoeren van het onderhoud dient de installatie gereinigd te worden, hiermee wordt voorkomen dat losgeraakte vuilresten in de melk terecht komen. Automatisch melken 19

Melkkwaliteit Bij automatische melksystemen worden de melkgift, het melkinterval, temperatuur en geleidbaarheid van de (kwartier) melk gemeten. Sommige systemen kunnen ook bloed in de melk detecteren of kunnen een indicatie voor de hoogte van het celgetal geven. Aan de hand van al die gegevens wordt een attentielijst opgesteld, waarop de koeien staan waarmee vermoedelijk iets aan de hand is. Met behulp van deze parameters (of een enkele hiervan) bepaalt de veehouder of de koe gezonde melk produceert en of de melk geleverd kan worden. Om de melkkwaliteit op koeniveau goed te bewaken, worden minimaal tweemaal per dag attentielijsten uitgedraaid. Onderzoek gaf aan dat de melkkwaliteit van bedrijven die overgaan op automatisch melken, een lichte achteruitgang vertoont. Het gaat hierbij voornamelijk om het kiemgetal, celgetal, vriespunt en zuurtegraad van het melkvet. Na zo n 6 maanden zijn het kiemgetal en het celgetal veelal gedaald tot een niveau dat vergelijkbaar is met het gemiddelde bij conventioneel melkende bedrijven. De zuurtegraad van het melkvet blijft meestal wat verhoogd. De oorzaak is te vinden in melkfrequentie en de techniek. Hoe vaker koeien gemolken worden, hoe hoger de zuurgraad van het melkvet. Ook vond men bij gevoelige melk dat als melk met meer lucht verplaatst wordt, zoals bij automatische melksystemen meestal het geval is, de zuurgraad toeneemt. Daarnaast spelen voeding en het eventuele aanvriezen van de melk in de melkkoeltank een rol bij een verhoging van de zuurtegraad. Pas daarom de melkkoeltank aan op uw bedrijfssituatie. Met een automatisch melksysteem kan zonder meer melk van goede kwaliteit worden geleverd. Attentie Melkgift te laag Melkinterval te lang Geleidbaarheid verhoogd Temperatuur te hoog Activiteit verhoogd Activiteit verlaagd Kleur van melk afwijkend Mogelijke oorzaak Koe is ziek, of tochtig Koe is kreupel, tochtig Kans op mastitis, verhoogd celgetal Koe is ziek, uierontsteking Koe is tochtig Koe is ziek Bloed in de melk, mastitis 20 Automatisch melken

Bewaring van melk Het transport van de melk moet snel en vlot kunnen verlopen. Dit betekent dat er geen wachttijden voor de RMO-chauffeur mogen zijn. De zuivelindustrie stelt dan ook de volgende voorwaarden aan het melken met een automatisch melksysteem. De melk dient 24 uur per etmaal ongehinderd, zonder wachttijden, opgehaald te kunnen worden, onafhankelijk van het automatische melksysteem. De handelingen die een RMO-chauffeur moet uitvoeren om de melkkoeltank te kunnen legen, moeten eenvoudig zijn en tot een minimum beperkt blijven. Dit betekent dat via het bedienen van slechts één schakelaar de melkstroom naar de (hoofd)tank wordt beëindigd. Na het bedienen van deze schakelaar mag er geen melk meer in de tank komen. Hierna kan de RMOchauffeur de tank volgens de normale procedure bemonsteren en leeghalen. De melk dient binnen 3 uur goed gekoeld te worden tot beneden de 4 C, ook tijdens de bewaring mag de temperatuur niet boven de 4 C komen. Oproming en aanvriezen van melk moeten worden voorkomen. Na 1 minuut roeren moet de melk van homogene samenstelling zijn. De kritische alarmpunten moeten door een direct signaal worden doorgegeven aan de veehouder. Dit geldt zowel voor ééntanksystemen als bij gebruik van een zogenaamde tussentank. Kritische alarmpunten zijn o.a.: Tank niet gereinigd/water in de tank/kleppen staan foutief. Koeling functioneert niet of onvoldoende. Er mag geen melk in de tank worden gepompt voordat de oorzaak van het alarm is verholpen. Er moet een inspoelbeveiliging aanwezig zijn waardoor vermenging van melk en reinigingswater voorkomen wordt. Er dient een duidelijke instructie voor RMO chauffeur aanwezig te zijn. Om aan bovenstaande voorwaarden te kunnen voldoen zullen er voor de opslag en de bewaring ook enige aanpassingen moeten plaatsvinden. Automatisch melken 21

Inleiding aan de wand. Ook kan luchtinslag optreden doordat de roerder slechts gedeeltelijk in de melk draait. Dit gaat vaak gepaard met enige botervorming. Intervalkoeling of melkstroom gestuurde koeling kan in deze gevallen uitkomst bieden. Mogelijkheden voor bewaring van melk Er zijn verschillende manieren van opslag en bewaring van melk in combinatie met automatisch melken. Bij automatisch melken komen kleine hoeveelheden gelijktijdig in de melkkoeltank. Om aanvriezen van melk te voorkomen moet de koeling worden aangepast Duidelijke instructiekaart is nodig Inhoud tank De inhoud van de koeltank moet overeenkomen met de benodigde opslagcapaciteit. Houd bij de berekening van de inhoud van de melkkoeltank rekening met een eventuele toename van de hoeveelheid melk. Voor de berekening van de opslagcapaciteit kan gebruik worden gemaakt van de volgende vuistregels: Bij een gespreid afkalfpatroon: melkquotum x 0,0115. Bij een voor- of najaarskalvende veestapel: melkquotum x 0,0125. Bij een te grote koeltank kunnen problemen ontstaan in een periode met weinig melk. De eerste uren kan het voorkomen dat de roerder en de koeling niet goed functioneren, zodat de melk niet goed wordt gekoeld of zelfs aanvriest Melkkoeltank met intervalkoeling Veelal wordt een intervalkoeling toegepast. Hierbij wordt, in plaats van de melktemperatuur, de melkhoeveelheid of de temperatuur van het koelmiddel gemeten. Hierdoor kan de koeling ook bij kleine hoeveelheden melk nauwkeurig worden bepaald en wordt aanvriezen van de melk voorkomen. In sommige gevallen kunnen bestaande melkkoeltanks worden omgebouwd. Bij stromend diepkoelen wordt gebruik gemaakt van een buffervat 22 Automatisch melken

Vrijwel alle melkkoeltanks zijn uitgerust met een zogenaamde verdringingsreiniging, waarbij de reinigingstijd zoveel mogelijk wordt beperkt. Tijdens het legen en reinigen van de tank met intervalkoeling, wordt het automatisch melksysteem stilgezet. IJsbanktank IJsbanktanken worden soms gebruikt in gebieden waar het lichtnet een geringe capaciteit heeft. Een ijsbanktank maakt de gehele nacht, bij een laag elektriciteitstarief, ijswater aan waarmee de melk wordt gekoeld. Een voordeel van een ijsbanktank is dat de melk niet aanvriest. De melk die gewonnen wordt met een automatisch melksysteem kan dus direct na het legen en reiniging van de melkkoeltank weer worden gekoeld. Stromend diepkoelen Bij het stromend diepkoelen wordt de melk gekoeld tot 4 0 C voordat deze in de melkkoeltank komt. Dit gebeurt door een speciaal voor dit doel gefabriceerde warmtewisselaar/platenkoeler (zie foto). Het voordeel van dit systeem is dat de melk te allen tijde gekoeld in de melkkoeltank komt. Voor een gelijkmatige aanvoer van melk naar de koelunit, wordt een buffervat geplaatst. Door de inhoud van dit buffervat af te stemmen op de tijdsduur van het legen en de reiniging van de melkkoeltank, kan het automatisch melksysteem ook gedurende deze periode gewoon doormelken. De aanschaf van een dergelijk koelsysteem vraagt de nodige investering; vandaar dat dit systeem maar weinig wordt toegepast in de praktijk. Buffervat Om ook wanneer de tank geleegd en gereinigd wordt het automatisch melksysteem door te laten werken, is het mogelijk om tussen het automatisch melksysteem en de melkkoeltank een buffervat te plaatsen. De inhoud van dit buffervat wordt bepaald door de tijdsduur van het legen en de reiniging van de tank. Doorgaans zal dit circa 100 liter per melkbox zijn. De melk moet direct na de reiniging uit het buffervat naar de melkkoeltank worden gepompt. Het buffervat dient goed en met voldoende water te worden gereinigd. Tot slot De aanschaf van een automatisch melksysteem betekent veelal een grote verandering voor de veehouder en zijn bedrijf. Het gaat vaak om grote investeringen. De plaatsing van een automatisch melksysteem vraagt dan ook de nodige onderlinge afstemming tussen de leverancier van het automatisch melksysteem, de aannemer, de elektricien, de zuivelindustrie en andere voorlichtende instanties. Het is daarom goed om voor de plaatsing van het automatisch melksysteem een afstemmingsoverleg te houden met alle betrokkenen. Automatisch melken 23

Tips T ips Neem voldoende tijd voor de aanschaf en de plaatsing van een automatisch melksysteem. Bereidt u goed voor, het is een ingrijpende verandering. Maak in overleg met de fabrikant een goed draaiboek. Zorg dat bij de opstart van het systeem enige overcapaciteit in het systeem zit. Streef niet direct naar een hoog aantal melkingen, maar laat de melkproductie van de koe leidend zijn voor de melkfrequentie. Melk laagproductieve dieren niet te vaak. Dat kost capaciteit en verhoogt de zuurtegraad van het melkvet. Dieren die behandeld moeten worden, met bijvoorbeeld antibiotica, eerst in het managementsysteem invoeren voordat de behandeling wordt toegediend. Daarmee wordt voorkomen dat antibioticaresten in de melk terechtkomen. Koeien die gemolken worden met een automatisch melksysteem blijven doorgaans langer binnen. Pas de ventilatie van de stal hier op aan. Een goede voorbehandeling begint in de ligbox. Zorg voor droge en schone ligplaatsen. Hierdoor blijven ook de koeien schoon. Scheer regelmatig de uiers van de koeien. Vervang borstels en tepelvoeringen bij automatische melksystemen tijdig volgens advies van de leverancier. Controleer dagelijks water- en luchttoe- en afvoer en eventuele dosering van desinfectiemiddel, zowel bij tepelvoeringen als bij eventuele borstels. Het is van belang om het ophalen van koeien zo veel mogelijk te beperken, zodat koeien kunnen wennen aan het ophaalregiem. Een aantal koeien zal niet eerder naar het automatisch melksysteem toegaan, wanneer de veehouder de koeien haalt. Bovendien wordt de mogelijke arbeidsbesparing niet gerealiseerd. Voortdurend voldoende vers en smakelijk voer voor het voerhek bevordert het koeverkeer. Ook beweiding in combinatie met een automatische melksysteem is goed mogelijk. Het vraagt enige arbeid en een goede werking van de selectiepoorten. Pas de percelen aan op het beweidingsysteem. 24 Automatisch melken

Bijlagen: Situatieschetsen Automatisch melken 25

Bijlagen: Situatieschetsen 26 Automatisch melken

Automatisch melken 27

28 Automatisch melken