MOTORMANAGEMENT BENZINEMOTOREN



Vergelijkbare documenten
AIRCONDITIONING - Beschrijving

RUITENWISSERS/-SPROEIERS

Elektrische functie printen DIMLICHT

AUTORADIO. Als optional kan een HIFI 'Bose' systeem worden geleverd met speciale hifi luidsprekers en een externe versterker.

ABS DUCATO

ALARM. De werking van het systeem wordt door de body computer geregeld, die via de seriële verbinding commando''s verzendt/ontvangt.

Transmissietechniek in motorvoertuigen (5)

Controleer achtereenvolgens: of er geen storingen in het CODE-systeem aanwezig zijn of de traagheidsschakelaar in de 'onderbroken' stand staat

Algemeen. -Inlaatluchtcircuit -Brandstofcircuit -Elektrisch! elektronisch circuit

Montagehandleiding ZT-50 N Vacuum Cruise Control

Crafter. Regelapparaaten. Overzicht en inbouwplaats delen van de regelapparaaten. Inbouwplaatsen

Lambdasondes. Beschrijving

Beschrijving 2. Plaatsing componenten. 2-polige stelmotor. A = Luchtstroom. 1. Aansluitingen 2. Huis 3. Permanente magneet 4. Anker 5.

Geschreven door Eric Leijten vrijdag, 01 oktober :44 - Laatst aangepast dinsdag, 25 oktober :05

Landi LSI Drooggas slave injectie systeem. Inbouw instructie cil.

Praktijkvoorbeeld van het diagnosticeren van een motormanagementstoring. 1 Gegevens. 2 Klacht. 3 Historie voor het aanbieden bij autodiagnose.

Setnummer: Montage voorschrift. GC90c CAN-bus

Alarmsensoren aansluiten. Algemeen

Passat. 1,9 l - turbodieselmotor/74 kw, motorcode AVB vanaf mei ,9 l - turbodieselmotor/96 kw, motorcodes AVF, AWX vanaf mei 2002 Aanwijzingen:

Toerental-/positiesensoren: inductie-sensoren. Beschrijving. Afgegeven signaal

Examenopgaven VMBO-KB 2004

Motormanagement simulatie MegaSquirt Hoofdstuk 3

FA23 Aansluitschema Onderdeel nr:

Aansluiting van alarm op voorbereide bekabeling

MegaSquirt motormanagement-simulatie Hoofdstuk: Inleiding

Elementaire meettechniek (6)

Zekeringen en Relais

Examenopgaven VMBO-BB 2004

Montagehandleiding AP-300 / AP-500 Cruise Control

C259 - Stekker voor uitgebreide functies C259

Beschrijving. Algemeen. Motorregelmodule

Luchthoeveelheidsmeters: Alle typen, behalve Karman Vortex. Beschrijving. Principeschema

Bij een inductieve ontsteking, zoals toegepast op MG, wordt de energie die nodig is voor een vonk opgebouwd in de bobine.

Figuur 1: De plaats van de gloeistiften. Links: voorkamer, midden: wervelkamer, rechts: directe inspuiting (MOT)

Activering krachtafnemer automatische transmissie

5 D-Jetronic van Bosch

Setnummer: Montage voorschrift GC90. Versienummer: 17.06F

NUMMER : 076/ DATUM : VERSIE NR : B

Handleiding APK2Reader Model 2017

MODELJAAR 2004 TYPE GOEDKEUR ( R115 ) PLAATSING GOEDKEUR STICKER SET NUMMER 337/

meetwaarde zie figuur

Mogelijke Proeve- of BPVopdrachten. Eerste Scootertechnicus (ESCT)

Dis ontsteking niveau 3

Cruisecontrol GC90 montagevoorschrift

Tractor Rapid-kit inbouw instructies. Handleiding voor het inbouwen en aansluiten van: Rapid KT-V4T-00. Tuning-kit voor Tractoren

X Veiligheidsgordel 3 Verklikkerlicht brandt (met waarschuwingstoon) bij ingeschakelde ontsteking: Gordel omdoen, zie pagina 33.

Over Betuwe College Oefeningen H3 Elektriciteit deel 4

INSTALLATIE HANDLEIDING MKR 41

Geschreven door Eric Leijten vrijdag, 01 oktober :12 - Laatst aangepast dinsdag, 25 oktober :05

Lupo Stroomloopschema nr 25 / 1 Uitgave

Centrale elektrische eenheden

Motor Scooter Alarm Systeem. Installatie handleiding

1. Welke gasmotoren kent u? 2. Wat verstaat u onder een Otto gasmotor? 3. Wat verstaat u onder een diesel-gasmotor?

Dieselmanagement (5) E. Gernaat (ISBN ) 1 Unit-injectoren en unitpompen

Citroën DS21 en DS23 Injection électronique. Het Bosch D jetronic benzine injectie systeem

Alarm- en knipperlichtrelais MGA

Crafter. Zekering- en bezetting relaisplaatsen. Overzicht zekeringhouder. Inbouwplaatsen

A170 / A200 AANTAL KLEPPEN MOTORCODE M / M TRANSMISSIE TYPE TYPE VSI INJECTOREN (RAIL NUMMER + KLEUR) RETROFIT VERSIE ( LPG / CNG ) LPG

Auto Advies J.Speksnijder

Lezen meetwaardenblokken Tdi motoren

Inhoudsopgave. 3. Product informatie

INFO DIAG DIAGNOSE- APPARATUUR. Citroën Distributeur Nieuwe Auto's. - Afleveringstechnicus - Coördinator terugroepacties. Citroën Erkend Reparateur

928 Tech Talk: de Ignition Monitoring Relay (IMR) (by Theo Jenniskens)

Activering EK-krachtafnemer. Algemene informatie

CAN-bus Cruisecontrol GC90c montagevoorschrift

Signalering. Comfort en veiligheidssystemen

DUMAN US-Module V1.5 2 ste druk Inbouw handleiding. Bedankt voor de aanschaf van de DUMAN US-Light Module V1.5

Bedradingsschema. Student booklet

SPECIFICATIES ZEKERINGEN- EN RELAISKAST IN MOTORRUIMTE (CVM)

FOCWA Branchetoetsdocument. Diagnostische vaardigheden in SH, niveau 3. Vereniging FOCWA Schadeherstel Juni 2011

Inleiding Motormanagment. 7BSO Autotechnieken Module Motormanagement

Motor en randorganen

Mogelijke Proeve- of BPVopdrachten. Scootertechnicus (SCT)

Deelsystemen. E. Gernaat, ISBN Deelsystemen

Over Betuwe College Oefeningen H3 Elektriciteit deel 4

Installatie handleiding Centrale Deurvergrendeling De Basis unit. Schema type 1

EAT-245 Diagnose Motormanagement diesel 1

INSTRUCTIES VOOR HET VERVANGEN VAN DE

Voertuigelektronica en. -elektriciteit van Hella. Oplossingen voor elke situatie! Thermo Management. Technische service. Verkoop - ondersteuning

Elektrische installatie

Bewaakt op afstand activeren van noodstopfunctie

Handleiding Motronic diagnose apparaat MDD

Activeren voetplaat volgens EN Functie

Overspeed bij Dieselmotoren

Elektrische techniek

Veiligheid,comfort en communicatie (1)

Lancia Dedra Integrale werkplaatshandboek.

Datum/Date: 04/2003ne Update: 07/2007 Car Access System E60, E61, E63, E64, E70, E81, E87, E90, E91, E92, E93

R Verklaar alle antwoorden zo goed mogelijk

Schaduwstation 18 januari 2009

Instructiehandleiding

INFO DIAG DIAGNOSE- GEREEDSCHAP. FILIALEN Afdeling Training DEALERS ERKEND REPARATEURS

Historische autotechniek (3)

ATC- Apeldoorn Lezing 7 maart 2016 Ontwikkelingen BERU

OMVL DREAM XXI N Drooggas slave injectie systeem

Hartelijk gefeliciteerd met de aanschaf van een COBRA alarmsysteem type 889.

X C D X C D. voertuigentechniek CSPE KB minitoets bij opdracht 8

VOERTUIGENTECHNIEK CSE KB

Elementaire meettechniek (1)

Transcriptie:

Elektrische functie printen MOTORMANAGEMENT BENZINEMOTOREN 147 MOTORMANAGEMENT BENZINEMOTOREN - Beschrijving Een elektronisch systeem bewaakt en regelt alle parameters van de motor voor optimale prestaties en een laag verbruik door snel te reageren op de verschillende bedrijfsomstandigheden.

Het systeem heeft één regeleenheid die zowel de statische ontsteking (loze-vonk-systeem) als de inspuiting (sequentieel gefaseerd) regelt. Op basis van de signalen die van diverse sensoren afkomstig zijn, stuurt de regeleenheid de actuatoren aan voor het regelen van: het brandstofsysteem; de luchttoevoer; het gaspedaal; de motorkoeling; de uitlaat met katalysator; het benzinedamp-opvangsysteem. Ook het gasklephuis wordt automatisch geregeld door de regeleenheid: de opening van de gasklep wordt berekend door een specifiek programma in de inspuitregeleenheid; Hierdoor ontbreekt een mechanische verbinding tussen het gaspedaal en het gasklephuis. Dankzij bovenstaande elektronische regelingen voldoet deze motor aan de meest recente milieu-normen en de doorlopende controle door het EOBD (European On Board Diagnosis); met dit systeem is een doorlopende diagnose van de componenten van de auto die van invloed zijn op de emissie, mogelijk en wordt door het branden van het bijbehorende lampje in het instrumentenpaneel een defect in de componenten weergegeven. Voor meer informatie 1056 BRANDSTOFSYSTEEM MET BENZINE-INSPUITING. Het systeem wordt ook geregeld m.b.v. relais in de zekeringen- en relaiskast in de motorruimte. de voeding van de regeleenheid en de diverse componenten van het systeem (sensoren en actuatoren) wordt beschermd door zekeringen die ook in de zekeringen- en relaiskast in de motorruimte zijn geplaatst. MOTORMANAGEMENT BENZINEMOTOREN - Elektrisch schema

Componentcode Omschrijving Verwijzing naar unit A30 Bobine (cil. 1) 5510C A30 Bobine (cil. 2) 5510C A30 Bobine (cil. 3) 5510C A30 Bobine (cil. 4) 5510C A30 Bobine 5510C B1 Zekeringen- en relaiskast in motorruimte. - B1 Zekeringen- en relaiskast in motorruimte. 5505A B2 Zekeringen- en relaiskast onder dashboard 5505A B5 MAXI-FUSE hoofdzekeringenhouder - B99 Hoofdzekeringenhouder op accu 5530B C10 Massa-aansluiting linksvoor - C15 Massa op dashboard bestuurderszijde - C38 Massa op tunnelconsole - C40 Massa op motor - D4 Stekker voor / motor - D7 Verbindingstekker voor / laadsysteem - D49 Stekker pedaalstelsel - D97 Kortsluitstekker - E50 Instrumentenpaneel 5560B H1 Start-/contactslot 5520A I30 Rempedaalschakelaar 5550D I31 Schakelaar op koppelingspedaal 1056B I50 Traagheidsschakelaar 1040A K15 Lambdasonde op rechter voorkatalysator - 1080B K15 Lambdasonde op rechter voorkatalysator - 1080B K15 Lambdasonde op voorkatalysator- 1080B K16 Lambdasonde op linker voorkatalysator- 1080B K16 Lambdasonde op voorkatalysator -2-1080B K17 Lambdasonde achter hoofdkatalysator- 1080B

K17 Lambdasonde achter hoofdkatalysator- 1080B K17 Lambdasonde op de katalysator 1080B K18 Lambdasonde op katalysator - 2 1080B K30 Oliedruksensor (onderbreker) 1084A K36 Motortemperatuurzender 1056B K41 Luchtkwantummeter 1056B K46 Toerental-/BDP-sensor 5510C K46 Toerental-/BDP-sensor 5510C K47 Fasesensor 1056B K50 Pingelsensor - 1 5510C K50 Pingelsensor - 1 5510C K51 Pingelsensor - 2 5510C K55 Gaspedaalsensor 1068A L10 Benzinedampafsluitklep 1080E L15 Bedieningsmagneetklep spruitstukverstelling 1072D M1 Body computer 5505A M10 Inspuitregeleenheid 1056B N40 Elektrische brandstofpomp en tankvlotter 1040A N70 Elektro-inspuitventiel 1056B N70 Inspuitventiel (cil. 1) 1056B N70 Inspuitventiel (cil. 2) 1056B N70 Inspuitventiel (cil. 3) 1056B N70 Inspuitventiel (cil. 4) 1056B N75 Actuator op gasklephuis 1056B N76 Actuator nokkenasverstelling 1056B MOTORMANAGEMENT BENZINEMOTOREN - Functiebeschrijving De inspuitregeleenheid M10 regelt en controleert alle functies van de ontsteking en de inspuiting. De directe voeding vanaf de accu loopt via de CVM-zekering op de accu (stekker B99 ).

De voeding vanaf het contactslot (15/54) is aangesloten op pen 47 van stekker A van M10 via zekering F16 in zekeringen- en relaiskast in de motorruimte B1. De regeleenheid M10 wordt rechtstreeks gevoed vanaf de accu op pen 15 van stekker A via zekering F18 in zekeringen- en relaiskast B1. Het hoofdrelais T9 in B1 regelt het gehele systeem: het relais wordt bekrachtigd met een massasignaal vanaf pen 31 op stekker A van regeleenheid M10. Het hoofdrelais levert vervolgens de voedingsspanning: aan pen 16, 32 en 48 van stekker A op de regeleenheid via zekering F17 in B1 ; aan de luchtkwantummeter K41, de benzinedamp-afsluitklep L10 en de lambdasondes K15 en K17 ; (alle beschermd via zekering F11 in B1 ; aan de inspuitventielen N70 en bobine A30 via zekering F22 in B1. Het brandstofpomprelais T10 in B1 wordt gevoed via zekering F21 in B1. Het wordt bekrachtigd via een massasignaal vanaf pen 30 op stekker A van regeleenheid M10 en levert de voedingsspanning aan de elektrische brandstofpomp N40. De pomp is op massa aangesloten via de traagheidsschakelaar I50 die bij een ongeval het circuit onderbreekt, waardoor de brandstofpomp stopt en gevaarlijke lekkage van brandstof wordt voorkomen. De inspuitregeleenheid M10 ontvangt de signalen van de diverse sensoren, zodat alle parameters over de werking van de motor kunnen worden gecontroleerd. De toerentalsensor K46 levert via een wisselspanningssignaal op pen 10 en 59 van stekker B op regeleenheid M10 informatie over het motortoerental. Omdat het signaal zwak is, wordt de kabel door een gevlochten mantel afgeschermd. De fasesensor K47 wordt gevoed vanaf pen 51 van stekker B op regeleenheid M10 en de massa ligt aan pen 26 van stekker B. De sensor levert een wisselspanningssignaal over de motorfase aan pen 42 van stekker B op de regeleenheid. De koelvloeistoftemperatuursensor K36 ontvangt de referentiemassa vanaf pen 26 van stekker B op regeleenheid M10 en levert een temperatuurafhankelijk signaal aan pen 25 van stekker B op de regeleenheid. De twee lambdasondes K15 en K17 leveren aan de regeleenheid M10 informatie over de samenstelling van het lucht/brandstofmengsel op twee plaatsen in het uitlaatsysteem:een voor en een na de katalysator. Sonde K15 voor de katalysator zendt het signaal naar pen 23, stekker B van M10, terwijl pen 55 de referentiemassa levert. Lambdasonde K15 wordt door een verwarmingsweerstand verwarmd, zodat de sonde snel de bedrijfstemperatuur bereikt. De verwarmingsweerstand wordt gevoed door het hoofdrelais en het massasignaal komt van pen 34 op stekker B van regeleenheid M10. De sonde K17 na de katalysator zendt het signaal naar pen 28, stekker B van M10, terwijl pen 60 de referentiemassa levert. Lambdasonde K17 wordt door een weerstand verwarmd, die wordt gevoed door het hoofdrelais en een massasignaal ontvangt van pen 50, stekker B van regeleenheid M10.

De pingelsensor K50 levert een signaal over het pingelen van de motor aan pen 22 van stekker B op de regeleenheid M10. De massa komt van pen 54 op stekker B. Omdat het signaal zwak is, wordt de kabel door een gevlochten mantel afgeschermd. De luchtkwantummeter K41 (met voeding vanaf het hoofdrelais) krijgt vanaf pen 63 van stekker A op de regeleenheid de referentiespanning en levert een signaal over de hoeveelheid inlaatlucht aan pen 57 van dezelfde stekker. In K41 is ook de luchttemperatuursensor geplaatst die voor de referentiemassa is aangesloten op pen 25 van stekker A op M10, terwijl op pen 54 van stekker A het temperatuursignaal wordt geleverd. De gaspedaalsensor K55 bestaat uit twee potentiometers (een hoofd- en een beveiligingssensor). De eerste krijgt de voeding en massa respectievelijk vanaf pen 56 en 24 van stekker A op M10 en levert een signaal aan pen 8 van dezelfde stekker. De tweede krijgt de voeding en massa respectievelijk vanaf pen 7 en 25 van stekker A op M10 en levert een signaal aan pen 40 van stekker A. Op pen 27 van stekker A op M10 wordt een signaal geleverd vanaf de remlichtschakelaar I30, die wordt gevoed via het contactslot (INT) via zekering F37 in zekeringen- en relaiskast B2. Pen 59, stekker A van M10 ontvangt het signaal van de koppelingspedaalschakelaar I31. De regeleenheid M10 regelt de inspuitduur van de inspuitventielen N70 via een duty cycle vanaf pen 19 (cil. 1), 52 (cil. 2), 35 (cil. 3) en 3 (cil. 4) van stekker B op M10. De voedingsspanning voor de inspuitventielen N70 komt van het hoofdrelais. De regeleenheid M10 regelt ook de hoogspanning voor ontsteking via de bobines A30 en de massasignalen op de primaire bobinewikkelingen via pen 16 en 14 van stekker B voor de cilinders 1-4 en via pen 30 en 31 van stekker B op M10 voor de cilinders 2-3. De voedingsspanning voor de bobines A30 komt van het hoofdrelais. De gasklepactuator N75 is voorzien van twee parallel geschakelde potentiometers die de opening van de gasklep door de stappenmotor meten. De motor ontvangt de voeding vanaf pen 17-49 en 1-33 op stekker B van M10. Pen 58 van stekker B levert de voeding aan de twee potentiometers, pen 26 levert het massasignaal, terwijl via pen 24 en 41 van dezelfde stekker de signalen vanaf de gasklepactuator N75 binnenkomen. De brandstofdamp-afsluitklep L10 verzorgt de afvoer van brandstofdampen naar het inlaatsysteem van de motor, waarin de dampen voor verbranding aan het lucht/brandstofmengsel worden toegevoegd. De klep L10 wordt gevoed vanaf het hoofdrelais. De opening wordt door de regeleenheid op basis van de motorbelasting via een dutycycle-signaal vanaf pen 5 van stekker B op M10 geregeld. Regeleenheid M10 ontvangt - pen 60, stekker A - het signaal van de motoroliedruksensor K30. De regeleenheid M10 is via het CAN met de Body Computer M1 en de andere knooppunten van het netwerk verbonden: via dit netwerk wordt informatie

verzonden over: zelfdiagnose van het systeem, dat kan worden gebruikt door de stekker G van M1 aan te sluiten. koelvloeistoftemperatuur, dat naar instrumentenpaneel E50 wordt verzonden om de meter en het bijbehorende lampje te bedienen; toerental, dat wordt verzonden naar het instrumentenpaneel E50 ; lage motoroliedruk, dat wordt verzonden naar instrumentenpaneel E50 om het bijbehorende lampje te bedienen; Ontvangen wordt via het CAN het signaal van de snelheidsmeter, dat door de ABS-regeleenheid M50 wordt gegenereerd Het zelfdiagnoseprogramma van regeleenheid M10 levert ook een signaal (vanaf pen 46, stekker A) direct aan het 'EOBD'-lampje in het instrumentenpaneel E50. De gegevens van de zelfdiagnose kunnen worden uitgelezen via stekker G van Body Computer M1 - pen 7; deze ontvangt de signalen van pen 53, stekker A van regeleenheid M10 via de diagnose-verbinding. MOTORMANAGEMENT BENZINEMOTOREN - Opstelling van componenten Componentcode Omschrijving Verwijzing naar unit A30 Bobine (cil. 1) 5510C A30 Bobine (cil. 2) 5510C A30 Bobine (cil. 3) 5510C A30 Bobine (cil. 4) 5510C A30 Bobine 5510C B1 Zekeringen- en relaiskast in motorruimte. - B1 Zekeringen- en relaiskast in motorruimte. 5505A B2 Zekeringen- en relaiskast onder dashboard 5505A B5 MAXI-FUSE hoofdzekeringenhouder - B99 Hoofdzekeringenhouder op accu 5530B C10 Massa-aansluiting linksvoor - C15 Massa op dashboard bestuurderszijde - C38 Massa op tunnelconsole - C40 Massa op motor - D4 Stekker voor / motor - D7 Verbindingstekker voor / laadsysteem -

D49 Stekker pedaalstelsel - D97 Kortsluitstekker - E50 Instrumentenpaneel 5560B H1 Start-/contactslot 5520A I30 Rempedaalschakelaar 5550D I31 Schakelaar op koppelingspedaal 1056B I50 Traagheidsschakelaar 1040A K15 Lambdasonde op rechter voorkatalysator - 1080B K15 Lambdasonde op rechter voorkatalysator - 1080B K15 Lambdasonde op voorkatalysator- 1080B K16 Lambdasonde op linker voorkatalysator- 1080B K16 Lambdasonde op voorkatalysator -2-1080B K17 Lambdasonde achter hoofdkatalysator- 1080B K17 Lambdasonde achter hoofdkatalysator- 1080B K17 Lambdasonde op de katalysator 1080B K18 Lambdasonde op katalysator - 2 1080B K30 Oliedruksensor (onderbreker) 1084A K36 Motortemperatuurzender 1056B K41 Luchtkwantummeter 1056B K46 Toerental-/BDP-sensor 5510C K46 Toerental-/BDP-sensor 5510C K47 Fasesensor 1056B K50 Pingelsensor - 1 5510C K50 Pingelsensor - 1 5510C K51 Pingelsensor - 2 5510C K55 Gaspedaalsensor 1068A L10 Benzinedampafsluitklep 1080E L15 Bedieningsmagneetklep spruitstukverstelling 1072D M1 Body computer 5505A M10 Inspuitregeleenheid 1056B N40 Elektrische brandstofpomp en tankvlotter 1040A

N70 Elektro-inspuitventiel 1056B N70 Inspuitventiel (cil. 1) 1056B N70 Inspuitventiel (cil. 2) 1056B N70 Inspuitventiel (cil. 3) 1056B N70 Inspuitventiel (cil. 4) 1056B N75 Actuator op gasklephuis 1056B N76 Actuator nokkenasverstelling 1056B