Datum 1 oktober 2018 Informatie over de gevolgen van de nieuwe bekostigingssystematiek van het voorgezet onderwijs in relatie tot leerlingendaling

Vergelijkbare documenten
Tweede Kamer der Staten-Generaal

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Prognose aantal leerlingen (index: 2011 = 100) (index: 2016 = 100)

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

Tabellenrapportage Quickscan leerlingendaling VO. schoolbesturen, gemeenten en provincies

2016D04781 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Ontwikkeling aantal leerlingen (index: 2009 = 100) (index: 2014 = 100)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum 22 februari 2017 Voortgang vereenvoudiging bekostiging voortgezet onderwijs en reactie advies Onderwijsraad

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 2 november 2009

Primair Onderwijs Rijnstraat 50 Den Haag Postbus BJ Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

kunnen onder meer onderling afspraken maken over wijzigingen in hun onderwijsaanbod.

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Ontwikkeling leerlingaantallen

Basisscholen in krimpgebieden in schooljaar 2017/2018

Quickscan leerlingendaling PO en VO Schoolbesturen, gemeenten, provincies

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

Quickscan leerlingendaling PO en VO Schoolbesturen, gemeenten, provincies

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG. Datum 20 november 2015 Betreft Leerlingendaling in het vmbo

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

logoocw de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag 5 maart 2004 VO/F/04/9969

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee).

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

1 Motie van de leden Bruins en Rog, Kamerstuk VIII-95 en toezegging bij de plenaire begrotingsbehandeling d.d. 7 december 2017.

Bijlage 1 Spreiding en fluctuaties leerplichtige asielzoekers

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum 28 november 2018 Betreft Beantwoording vragen schriftelijk overleg (Kamerstuk 31293, nr. 415))

Datum 20 april 2018 Betreft Naar afschaffing fusietoets funderend onderwijs: uitwerking van het regeerakkoord

In deze brief informeren wij u over de ontstane situatie bij de Stichting Edudelta Onderwijsgroep (hierna: Edudelta).

Mijnheer de Staatssecretaris,

Graydon Kwartaalmonitor Q3 2018

Formatieraming Voortgezet Onderwijs

Voorzitter Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

Analyse ontwikkeling leerlingaantallen

Uw brief van. 11 juli 2005

Voortgezet onderwijs. Ontwikkeling van het aantal leerlingen in Noord-Brabant. Transvorm Tilburg, januari 2019 T F

Gemeentelijke Duurzaamheidsindex GDI-2014 Data voor alle 12 provincies

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Tabellenrapportage quickscan leerlingendaling. schoolbesturen en gemeenten

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Toelichting op bekostiging samenwerkingsverbanden passend onderwijs

Datum 15 maart 2018 Antwoord op schriftelijke vragen van de leden Rudmer Heerema en Wiersma (beiden VVD)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Toelichting op bekostiging samenwerkingsverbanden passend onderwijs

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Onderdelen van uw plan die al mogelijk zijn Uw plan bevat een aantal onderdelen waar u ook zonder experimenteerruimte mee aan de slag kunt.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Provinciale leerlingenontwikkeling in Nederland: Wat hebben we achter de rug en wat staat ons nog te wachten?

ICT in het basis- en voortgezet onderwijs. Schooljaar

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

Toelichting op de veranderingen in de kengetallen van samenwerkingsverbanden primair onderwijs

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN FYSIOTHERAPEUTEN Peiling 2003

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Ontwikkeling naar duurzaamheid is te belangrijk om aan het toeval over te laten.

Factsheet Schorsingen en verwijderingen

FACTSHEET SCHORSINGEN IN HET (VOORTGEZET) SPECIAAL ONDERWIJS ELEKTRONISCHE MELDINGEN OVER DE SCHOOLJAREN EN

Samenwerken aan technisch vmbo in Flevoland

Onderzoek naar het gebruik van ICT in het basis- en voortgezet onderwijs

Het Bestuur van de Aloysius Stichting Onderwijs Jeugdzorg Postbus ZH VOORHOUT. t.a.v. de heer drs. H. Kelderman. Datum

Datum 6 november 2015 Bekostigingssystematiek gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

Groepsgrootte in het basisonderwijs

Schorsingen en verwijderingen in het funderend onderwijs

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Ontsluitingskwaliteit openbaar vervoer voor woningen,

SCHORSINGEN EN VERWIJDERINGEN 2007/ /2012

In onderstaande tabellen is de ontwikkeling van de werkgelegenheid per provincie per sector weergegeven. Het betreft:

Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025

Primair Onderwijs Onze referentie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Arbeidsmarkt: verschil tussen Utrecht en Noorden van het land blijft groot

Linda Honig, Commissariaat voor de Media Postbus 913

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

.., Algemene Rekenkamer. BEZORGEN De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Gen era a Binnenhof AA Den Haag

Datum 5 december 2018 Beantwoording aanvullende vragen voorhang Besluit bekostiging gvo en hvo op openbare scholen

Graydon Kwartaalmonitor. incl Kwartaal 4

Kwartaalmonitor Q

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer de Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 17 juli 2017 Betreft Monitor betaaltermijnen overheid

Leenonderzoek Verbouwingen De cijfers 2016 vs 2015

Onderzoek naar het gebruik van ICT in het basis- en voortgezet onderwijs in het schooljaar

Factsheet Schorsingen en Verwijderingen Trends, analyses en wetenswaardigheden

Inpassing van lwoo en pro in passend onderwijs

Aanvulling BBL-oud-grond Provincies, natuurlijk doen! Onder embargo. 2

KvK-Bedrijvendynamiek

Persbericht. Werkloosheid in alle provincies gedaald

MARKTFLITSEN SPECIAL: Leeftijd intermediaire bedrijven. Bedrijfsleeftijd is een goede indicatie voor financiële soliditeit en omvang

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Informatie ministerie OCW over lwoo en pro

Nieuwe verdeelmodel provinciefonds

Beleidsreactie op initiatiefnota van het lid Straus Krimp in het voortgezet onderwijs: van kramp naar kans

Bijlagen hoofdstuk 2 Demografie en ruimtegebruik Carola Simon

Transcriptie:

>Retouradres Postbus 175 25 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 218 25 EA..DEN HAAG Voortgezet Onderwijs Rijnstraat 5 Den Haag Postbus 175 25 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl Uw brief van 2 september 218 Datum 1 oktober 218 Betreft Informatie over de gevolgen van de nieuwe bekostigingssystematiek van het voorgezet onderwijs in relatie tot leerlingendaling Uw referentie 218D4511 Bijlagen 1 Inleiding Op 2 september jl. verzocht uw Kamer mij een brief te sturen met een landelijk overzicht van de gevolgen van het nieuwe bekostigingsmodel per schoolbestuur, met daarbij een overzicht van hoe deze effecten zich verhouden tot de groei of krimp in de betreffende regio. Met deze brief voldoe ik aan dat verzoek. Ook ga ik hierbij in op de brief van 25 september jl. van de provincie Friesland over dezelfde thematiek, die namens zes provincies met een krimpregio aan uw Kamer is gestuurd. Ik zal hen overigens nog separaat benaderen over de inhoud van de brief. Ik begrijp de zorgen van deze bestuurders goed, maar vind dat zij de leerlingendaling nu ten onrechte verbinden aan de vereenvoudiging van de bekostiging. De noodzaak tot vereenvoudiging van de bekostiging De huidige bekostiging van het voortgezet onderwijs is complex, ondoorzichtig en onvoorspelbaar. Bestuurders, scholen, medezeggenschapsraden en toezichthouders hebben hier last van: het is lastiger om te anticiperen op ontwikkelingen en daarop beleid te ontwikkelen. Ook bevat de huidige bekostiging soms onbedoeld sturende prikkels, omdat vaste voeten, ratio s en bekostigingsbedragen afhangen van het aanbod op de school. Dat leidt er bijvoorbeeld toe dat een bestuur voor een leerling op een categorale vmbo-school een lager bedrag aan bekostiging ontvangt dan voor een vmbo-leerling op een brede scholengemeenschap. Het komt voor dat er scholen zijn die zich als brede scholengemeenschappen presenteren, maar het onderwijs op gescheiden locaties organiseren. De sturende prikkels in de bekostiging kunnen leiden tot beslissingen op financiële in plaats van onderwijsinhoudelijke gronden. Tot slot belemmert een ingewikkelde bekostiging schoolbesturen bij hun financiële planning. In het sectorakkoord is met de VO-raad afgesproken om een vereenvoudigd bekostigingsmodel voor het voortgezet onderwijs in te voeren. Ook de Algemene Rekenkamer en de Onderwijsraad hebben geadviseerd de bekostiging van het voortgezet onderwijs te vereenvoudigen. Het nu voorliggende model heb ik in nauwe samenwerking met de VO-raad ontwikkeld. Het model is eenvoudig, houdt rekening met reële kostenverschillen en vermindert het aantal sturende prikkels. De ALV van de VO-raad heeft afgelopen voorjaar met overgrote meerderheid ingestemd met dit model. Het Pagina 1 van 11

21 211 2 21 214 2 21 217 218 21 22 221 222 22 224 225 22 227 228 22 2 vereenvoudigde bekostigingsmodel kan dus op breed draagvlak rekenen in de sector. Ik kan me voorstellen dat de gevolgen van krimp voor een school in combinatie met de herverdeeleffecten van de vereenvoudiging van de bekostiging in sommige situaties in het voortgezet onderwijs een zware opgave kan zijn. Echter, leerlingendaling enerzijds en de vereenvoudiging van de bekostiging anderzijds zijn twee verschillende zaken. Het is zaak de cijfers en bedragen zeer zorgvuldig te gebruiken bij de berekening van de effecten. Het beeld zoals geschetst in de brief van de Provincie Friesland herken ik dan ook niet. Hetzelfde geldt voor de brief aan uw Kamer van een aantal schoolbesturen. Ik hecht er aan dit te verhelderen. Ik ga hierna in op zowel de impact van leerlingendaling als de gevolgen van de vereenvoudiging van de bekostiging. Forse impact leerlingendaling De leerlingendaling in het voortgezet onderwijs is al langer aan de gang en gaat door tot tenminste 2. Het betreft een autonome ontwikkeling, waarbij het aantal leerlingen in de komende vijftien jaar daalt met gemiddeld procent. Op dit moment heeft 1 procent van de schoolbesturen te maken met leerlingendaling; in 21 is dat naar verwachting opgelopen tot 82 procent. Met name het beroepsonderwijs wordt hard geraakt door de krimp. Niet alleen loopt het aantal leerlingen op het vbo in absolute zin terug, maar ook kiezen relatief steeds meer ouders en leerlingen voor het algemeen vormend onderwijs. Het is dan ook met reden dat ik schoolbesturen al langer oproep om nu al met een gezamenlijke inspanning te zorgen dat er een kwalitatief goed en dekkend onderwijsaanbod in de regio blijft bestaan. Overigens kan dit ook betekenen dat losse vestigingen en scholen, juist ten behoeve van een robuust en toekomstbestendig onderwijsaanbod, worden opgeheven. De onderstaande grafiek geeft de ontwikkeling en prognose van het aantal leerlingen in het voortgezet onderwijs tussen 21 en 2 weer: 12 1 8 4 2 88 8 84 82 8 Pagina 2 van 11

Uit dit beeld blijkt dat leerlingendaling een forse impact heeft op de hele sector. Als gevolg daarvan bij ongewijzigd beleid daalt het budget aan bekostiging van de sector met circa 8 miljoen. Dat is 1 tot procent van het huidige budget voor het voorgezet onderwijs. Uw Kamer en ik hebben voor de zomer uitgebreid gesproken over leerlingendaling en de gevolgen daarvan voor de sector. Samenwerking tussen schoolbesturen is in de komende jaren het sleutelwoord. Besturen zijn genoodzaakt om samen afspraken te maken over een dekkend regionaal en lokaal onderwijsaanbod dat bestand is tegen de krimp. Ik ondersteun schoolbesturen waar dat nodig is. Vanaf 21 komt er gerichte procesbegeleiding voor probleemregio s. Bovendien brengt de Commissie Dijkgraaf in de komende maanden de impact van leerlingendaling en de knelpunten die schoolbesturen ervaren in beeld. Dit advies verwacht ik begin volgend jaar. Het voortgezet onderwijs is gebaat bij een vereenvoudigd bekostigingsmodel. Juist met een eenvoudig bekostigingsmodel zijn schoolbesturen beter in staat om te anticiperen op veranderende omstandigheden, waaronder dalende leerlingenaantallen. Omdat het nieuwe model rekening houdt met reële kostenverschillen en zo min mogelijk sturende prikkels bevat, is dat ook mogelijk. Het aantal parameters in de bekostiging wordt teruggebracht van ruim veertig tot slechts vier. Besturen kunnen hierdoor een betere meerjarige financiële planning maken en anticiperen op toekomstige ontwikkelingen. In de huidige bekostiging betekent een herschikking van het aanbod vaak dat scholen, doordat zij een bepaalde schoolsoort niet meer aanbieden, te maken krijgen met een andere vaste voet en een andere ratio. In de vereenvoudigde bekostiging is de bekostiging gekoppeld aan het type leerlingen op een school en niet aan het totale aanbod op de school. Discussies over vormgeving van het regionale onderwijsaanbod, die juist in krimpregio s van groot belang zijn, worden dan niet langer vertroebeld door de mogelijkheid tot onverwachte effecten in de bekostiging. Er is een eenvoudig te berekenen relatie tussen bestuurlijk handelen en het financiële effect daarvan. De vereenvoudiging van de bekostiging is budgetneutraal. Dat betekent dat er met dit traject dus niet wordt bezuinigd. Wel leidt de vereenvoudiging van de bekostiging tot een herverdeling van middelen. Het betreft hier een bedrag van 5 miljoen, dat neerkomt op nog geen procent van het bekostigingsbudget voor het voortgezet onderwijs. De impact van een eventueel negatief herverdeeleffect van de bekostiging is relatief klein ten opzichte van de effecten de leerlingendaling teweegbrengt. Het proces van leerlingendaling en de vereenvoudiging van de bekostiging lopen bovendien niet synchroon. De leerlingendaling noopt nu al tot adequate gezamenlijke actie van besturen. De beoogde inwerkingtreding van de vereenvoudiging van de bekostiging is 1 januari 221. Door de overgangsregelingen zal de nieuwe verdeling naar verwachting in 22 geheel zijn geëffectueerd. De gevolgen van de vereenvoudiging van de bekostiging per bestuur in beeld Uw Kamer vraagt om een overzicht van de gevolgen van het nieuwe bekostigingsmodel per schoolbestuur, met daarbij een overzicht van hoe deze effecten zich verhouden tot de groei of krimp in de betreffende regio. In bijlage 1 is dit overzicht met indicatieve herverdeeleffecten opgenomen. Ik wil de genoemde cijfers en percentages echter wel plaatsen in het hierboven geschetste perspectief. Als ik naar de besturen kijk die te maken hebben met Pagina van 11

leerlingendaling, dan zie ik zowel besturen met een positief als met een negatief herverdeeleffect. Twee jaar geleden is de Onderwijsraad gevraagd om advies uit te brengen over de samenloop van leerlingendaling en de vereenvoudiging van de bekostiging. De Onderwijsraad concludeerde dat de daling van leerlingenaantallen en de uitdagingen die dat stelt aan met name het onderwijsaanbod in dunbevolkte gebieden, een autonome ontwikkeling betreft die losstaat van de bekostigingssystematiek. Daarbij constateerden zij dat er geen eenduidig verband bestaat tussen de berekende herverdeeleffecten van de voorgenomen vereenvoudiging en de daling van leerlingenaantallen. 1 Natuurlijk kan een negatief herverdeeleffect, hoe klein dit ook is, een opgave betekenen voor een schoolbestuur, bijvoorbeeld doordat het aantal fte s teruggebracht moet worden. In individuele gevallen komt het zeker voor dat een sterke terugloop van het aantal leerlingen samengaat met negatieve herverdeeleffecten. Door de overgangsregeling van vier jaar geven we alle besturen ruim de tijd om zich voor te bereiden op de nieuwe hoogte van de bekostiging. Voor de besturen met een negatief herverdeeleffect van meer dan procent is daarnaast een specifieke compensatieregeling ontwikkeld. Deze besturen worden gedurende de eerste vijf jaar na invoering extra gecompenseerd, zodat zij zich nog beter kunnen aanpassen op de nieuwe bekostiging. Hiermee is sprake van een zorgvuldig invoeringsproces. Tot slot Zoals eerder aangegeven kunnen verschillende presentaties van bedragen en percentages tot andere beelden leiden. In dat verband wil ik nog kort ingaan op de cijfers en de grafische weergaven uit de brief van de provincie Friesland. Belangrijk is om hierbij allereerst te beseffen dat alleen de basisbekostiging wordt vereenvoudigd. Aanvullende bekostigingsregelingen, zoals voor onderwijsachterstanden, nieuwkomers en leerweg ondersteunend onderwijs, wijzigen met dit traject niet. In het algemeen vind ik het toekennen van herverdeeleffecten op bestuursniveau aan samenwerkingsverbanden passend onderwijs niet zuiver. Een bestuur kan vestigingen hebben in meerdere samenwerkingsverbanden, waardoor dubbeltellingen kunnen ontstaan. Daarnaast herken ik mij niet in de genoemde percentages en de grafische weergave. Het lijkt bijvoorbeeld alsof vrijwel alle besturen in Noord-Oost-Nederland er door de vereenvoudiging van de bekostiging gemiddeld meer dan procent op achteruit gaan. De gemiddelden per provincie zijn gematigd en komen op geen enkele manier in de buurt bij de in de brief van de provincie Friesland vermelde percentages. Ondanks dat ik de zorgen van de bestuurders begrijp, ben ik er van overtuigd dat met dit nieuwe systeem zij beter in staat zijn de uitdaging van het omgaan met leerlingendaling aan te gaan. Ik ga hierover graag het gesprek met deze bestuurders en uw Kamer aan. de minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, Arie Slob 1 Onderwijsraad (21): Verfijning vereenvoudiging bekostiging voortgezet onderwijs, p. en 7. Pagina 4 van 11

Bijlage 1: Overzicht leerlingendaling en herverdeeleffect vereenvoudiging bekostiging vo per provincie Onderstaande figuren bevatten de indicatieve herverdeeleffecten van de schoolbesturen per provincie. Per figuur is het aantal schoolbesturen weergegeven met scholen in de desbetreffende provincie. Per bestuur is vervolgens het indicatieve herverdeeleffect (HVE) van het vereenvoudigde bekostigingsmodel grafisch weergegeven. Tot slot is per provincie het gemiddelde herverdeeleffect en de geprognosticeerde afname van het aantal vo-leerlingen tussen 217 en 22 vermeld. 2 Landelijk is de gemiddelde leerlingendaling tussen deze jaren 7 procent. Ik wijs uw Kamer op de volgende aandachtspunten/voorbehouden: Met de vereenvoudiging wordt alleen de basisbekostiging vereenvoudigd. Aanvullende bekostigingsregelingen, zoals voor onderwijsachterstanden, nieuwkomers en leerweg ondersteund onderwijs, wijzigen met dit traject niet. De herverdeeleffecten in de figuren betreffen slechts een indicatie van het effect van de vereenvoudiging van de bekostiging. Deze effecten zijn gebaseerd op een voorlopige doorrekening op basis van de gegevens van de bekostiging van 217. De uiteindelijke bedragen en hiermee het daadwerkelijke herverdeeleffect zullen zo dicht mogelijk op de invoering van het nieuwe bekostigingsmodel worden vastgesteld. Dit is naar verwachting in 22. Tussen dat moment en nu kunnen zich nog allerlei ontwikkelingen voordoen die invloed hebben op de bekostiging en daarmee op de vaststelling van de bedragen en de effecten van de vereenvoudiging van de bekostiging. De besturen zijn ingedeeld per provincie. Tien besturen hebben scholen in meerdere provincies. Bij deze besturen is er voor gekozen om ze in te delen bij de provincie waar het bestuur de meeste leerlingen heeft. Er zijn zesentwintig besturen met een negatief herverdeeleffect van meer dan procent. Deze besturen komen in aanmerking voor de specifieke compensatieregeling en zijn in de figuren geel gearceerd. Van de besturen met een negatief herverdeeleffect van meer dan procent zijn er twee besturen het bevoegd gezag van een in 21 opgerichte school. De herverdeeleffecten van deze besturen zijn niet representatief, omdat de scholen nog niet volgroeid zijn en zij op het moment van de doorrekening nog een beperkt aantal leerlingen hadden. Op het moment van invoering van de vereenvoudigde bekostiging kennen deze scholen een volledig andere leerlingsamenstelling. Voor de besturen met een herverdeeleffect tussen de -,1 procent en +,1 procent is vanwege de leesbaarheid van de grafiek het herverdeeleffect in cijfers weergegeven. 2 Bron: DUO Leerlingenprognose vo 211-2 (peildatum 1 oktober 21 definitief). Pagina 5 van 11

Groningen Gemiddelde leerlingontwikkeling: -8% Aantal besturen: 1 Gemiddeld herverdeeleffect: -,4% - - - - - Groningen -,1 Friesland Gemiddelde leerlingontwikkeling: -% Aantal besturen: 22 Gemiddeld herverdeeleffect: -,5% - - - - - Friesland -,1 Pagina van 11

Drenthe Gemiddelde leerlingontwikkeling: -11% Aantal besturen: 11 Gemiddeld herverdeeleffect: -1,2% Drenthe - - - - - Noord-Holland Gemiddelde leerlingontwikkeling: -4% Aantal besturen: 54 Gemiddeld herverdeeleffect:,5% Noord-Holland - - - - - Nieuw bestuur Pagina 7 van 11

Zuid-Holland Gemiddelde leerlingontwikkeling: -2% Aantal besturen: 71 Gemiddeld herverdeeleffect:,2% - - - - - Zuid-Holland -,1,1,1 Gelderland Gemiddelde leerlingontwikkeling: -11% Aantal besturen: 4 Gemiddeld herverdeeleffect:,% - - - - - Gelderland -,1 Nieuw bestuur Pagina 8 van 11

Overijssel Gemiddelde leerlingontwikkeling: -1% Aantal besturen:2 Gemiddeld herverdeeleffect: -,7% Overijssel - - - - - Utrecht Gemiddelde leerlingontwikkeling: -4% Aantal besturen: Gemiddeld herverdeeleffect:,5% - - - - - Utrecht -,1,1 Pagina van 11

Flevoland Gemiddelde leerlingontwikkeling: -1% Aantal besturen: Gemiddeld herverdeeleffect: -,4% - - - - - Flevoland -,1 Zeeland Gemiddelde leerlingontwikkeling: -11% Aantal besturen: 11 Gemiddeld herverdeeleffect: -2,% - - - - - Zeeland Pagina 1 van 11

Noord-Brabant Gemiddelde leerlingontwikkeling: -% Aantal besturen: 7 Gemiddeld herverdeeleffect:,%% - - - - - Noord-Brabant Limburg Gemiddelde leerlingontwikkeling: -1% Aantal besturen: Gemiddeld herverdeeleffect: -1,4% - - - - - Limburg Pagina 11 van 11