Inspectierapport BSO Prinses Beatrix (BSO) Papegaaiweg 95 7345 DL Wenum Wiesel Registratienummer 263882676 Toezichthouder: GGD Noord- en Oost-Gelderland In opdracht van gemeente: Apeldoorn Datum inspectie: 26-10-2017 Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 27-11-2017
Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Overzicht getoetste inspectie-items... 7 Gegevens voorziening... 9 Gegevens toezicht... 9 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 10 2 van 10
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Op 26 oktober 2017 is BSO Prinses Beatrix van Het Kindercentrum.nl in opdracht van de gemeente Apeldoorn bezocht voor een jaarlijks onderzoek op basis van risico-gestuurd toezicht. Het onderzoek heeft zich met name gericht op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk. Beschouwing Buitenschoolse opvang (BSO) Prinses Beatrix is gevestigd in de gelijknamige basisschool en maakt onderdeel uit van koepelorganisatie het Kindercentrum.nl. De BSO is geopend op maandag en donderdag. De locatiemanager is verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken op deze locatie. Inspectiegeschiedenis 29-09-2014: jaarlijks onderzoek. Tijdens deze inspectie zijn tekortkomingen geconstateerd betreffende het domein 'ouderrecht'. 14-09-2015: jaarlijks onderzoek. Tijdens deze inspectie zijn tekortkomingen geconstateerd betreffende het domein 'ouderrecht'. 19-09-2016: jaarlijks onderzoek. Tijdens deze inspectie wordt voldaan aan alle onderzochte voorwaarden. Bevindingen op hoofdlijnen Tijdens dit onderzoek is geconstateerd dat BSO Prinses Beatrix voldoet aan de getoetste voorwaarden. In onderstaand inspectierapport is verdere toelichting te lezen. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 10
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: waarborging emotionele veiligheid; ontwikkeling van persoonlijke competentie; ontwikkeling van sociale competentie; overdracht van normen en waarden. Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie 4-12 jaar kindercentrum. Pedagogische praktijk Gedurende de volgende momenten heeft een pedagogische observatie plaatsgevonden: Eet- en drinkmoment Vrij binnen spelen Vrij buitenspelen Tijdens deze observatie zijn 3 kinderen en 1 beroepskracht aanwezig. Eén van de kinderen is deze week voor het eerst op de BSO. Het volgende is onder andere geobserveerd ten aanzien van de pedagogische basisdoelen (waarbij de schuingedrukte tekst uit het veldinstrument is overgenomen en de tekst daarna een uitwerking daarvan is in zoals deze is geobserveerd in de praktijk): Kinderen worden in deze observatie X en Y genoemd. Waarborgen emotionele veiligheid De beroepskrachten communiceren met de kinderen Er heerst een ontspannen, open sfeer in de groep Observatie Het eet- en drinkmoment oogt als een fijn samen zijn. Er is ruimte voor de verhalen van de kinderen terwijl er gegeten en gedronken wordt. Uit het contact tussen de beroepskracht en de kinderen blijkt dat zij goed op de hoogte is van de hobby's van de kinderen en hun thuissituatie. De beroepskracht vraagt aan een kind: "Had je nog gevoetbald maandag?" en aan een ander kind: "En hoe gaat het met jouw gym?" De kinderen vertellen over hun bezigheden en vertellen over hun belevenissen thuis. Persoonlijke competentie Er is wederzijdse interactie tussen beroepskrachten en individuele kinderen De beroepskrachten tonen hun betrokkenheid door met aandacht naar individuele kinderen te luisteren en aan te sluiten op de inhoud en reikwijdte van wat een kind vertelt. Observatie De beroepskracht toont betrokkenheid voor het jongste kind door interesse in haar te tonen en met aandacht naar haar te luisteren. Ze vraagt aan haar of het fruit lekker is. De beroepskracht zegt ook tegen het kind: "Ik vind het gezellig dat je erbij bent. Je kunt heel goed duikelen." Het meisje reageert en vertelt over een belevenis. Er volgt een gesprekje. 4 van 10
Sociale competentie De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in hun onderlinge interactie De beroepskrachten moedigen aan tot dialoog en uitwisseling tussen kinderen Observatie Tijdens het eten en drinken krijgen de kinderen de gelegenheid om te vertellen wat ze gedaan hebben op school. Om de beurt vertellen de kinderen wat zij die dag op school gedaan hebben. De beroepskracht reageert op de verhalen van de kinderen en stelt vragen zoals: "Hoe ging het? Wat moest je doen bij Engels?" en "Wat heb je geleerd van de Eskimo's?" De kinderen luisteren naar elkaar en reageren ook op elkaars verhalen. Observatie Na het eten en drinken vraagt de beroepskracht aan de kinderen: "Zullen we zo meteen even lekker naar buiten gaan? Want het is mooi weer." Een kind vraagt: "Kunnen we vandaag ook een spel doen?" De beroepskracht vraagt of hij buiten of binnen bedoeld. Het kind wil graag binnen een spel spelen. De beroepskracht zegt: "Ja hoor dat kan. We kunnen met elkaar een spel doen. Gaan we eerst een halfuurtje naar buiten." De kinderen lijken dit een goed plan te vinden, want na het eten en drinken gaan ze naar buiten en maken ze hierbij een tevreden indruk. Overdracht van waarden en normen Afspraken, regels en omgangsvormen zijn herkenbaar aanwezig en worden toegepast Observatie Zowel bij het eet- en drinkmoment als bij het buitenspelen zijn er afspraken, regels en omgangsvormen zichtbaar. Wanneer de kinderen gaan eten en drinken gaan zij eerst naar het toilet en wassen zij hun handen. Ze wachten met eten en drinken totdat iedereen zijn of haar fruit klaar heeft staan. Bij het buitenspelen moeten de kinderen hun jas aan en zijn er afspraken over hoe hoog ze met elkaar op de netschommel mogen schommelen. De beroepskracht herinnerd de kinderen hieraan wanneer ze met elkaar op de schommel zitten. Conclusie De houder draagt zorg voor het waarborgen van de vier basisdoelen. Gebruikte bronnen: Interview (Beroepskracht) Observaties Pedagogisch werkplan (18-08-2017) 5 van 10
Personeel en groepen Dit domein belicht de inspectiebevindingen over het domein "Personeel en groepen". Er worden eisen gesteld aan het personeel, in dit domein wordt toegelicht of aan de eisen wordt voldaan. Tevens worden er eisen gesteld aan hoe de houder met de opvang in groepen dient om te gaan. De bevindingen over deze voorwaarden worden beschreven en beoordeeld op basis van de wettelijke criteria. Verklaring omtrent het gedrag Uit een steekproef op de locatie blijkt dat de aanwezige beroepskracht in het bezit is van een VOG die voldoet aan de voorwaarden. Conclusie Hiermee wordt voldaan aan de voorwaarden. Passende beroepskwalificatie Uit een steekproef op de locatie blijkt dat de aanwezige beroepskracht in het bezit is van een beroepskwalificatie conform CAO. Conclusie Hiermee wordt voldaan aan de voorwaarden. Opvang in groepen Er is sprake van één basisgroep op deze locatie. Op maandagmiddag worden 6 kinderen opgevangen. Op donderdagmiddag worden 3 kinderen opgevangen. Conclusie Aan de gestelde voorwaarden wordt voldaan. Beroepskracht-kindratio Tijdens deze inspectie zijn 3 kinderen aanwezig samen met 1 beroepskracht. Conclusie Aan de gestelde voorwaarden wordt voldaan. Gebruikte bronnen: Interview (Beroepskracht) Observaties Diploma beroepskracht Website Verklaringen omtrent het gedrag Presentielijsten 6 van 10
Overzicht getoetste inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het vastgestelde pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven vanaf 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals opgenomen in de meest recent aangevangen cao kinderopvang. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en Opvang in groepen De opvang vindt plaats in basisgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en 7 van 10
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en 8 van 10
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : BSO Prinses Beatrix Website : http://www.kindercentrum.nl Aantal kindplaatsen : 10 Gegevens houder Naam houder : Het Kindercentrum.nl PCBO B.V. Adres houder : Deventerstraat 218 Postcode en plaats : 7321 DB Apeldoorn KvK nummer : 61182850 Aansluiting geschillencommissie : Ja Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Noord- en Oost-Gelderland Adres : Postbus 3 Postcode en plaats : 7200 AA Zutphen Telefoonnummer : 088-4433000 Onderzoek uitgevoerd door : I. van Witzenburg Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Apeldoorn Adres : Postbus 9033 Postcode en plaats : 7300 ES APELDOORN Planning Datum inspectie : 26-10-2017 Opstellen concept inspectierapport : 24-11-2017 Zienswijze houder : 27-11-2017 Vaststelling inspectierapport : 27-11-2017 Verzenden inspectierapport naar houder : 27-11-2017 Verzenden inspectierapport naar : 27-11-2017 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 30-11-2017 9 van 10
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Mevrouw van Witzenburg, Naar aanleiding van het conceptrapport van de GGD van het inspectiebezoek van locatie BSO Prinses Beatrix heeft Kindercentrum.nl geen verdere opmerkingen. Wij kunnen ons vinden in het verslag zoals deze door de GGD is opgesteld. Wij danken u voor de prettige inspectie. Met vriendelijke groet, Jacintha Immen Locatiemanager Kindercentrum.nl T: 06-48 52 17 06 M: j.immen@kindercentrum.nl ----------------------------------------------------------------- Kindercentrum.nl Deventerstraat 218 7321 DB Apeldoorn T: 088-750 08 00 l M: apeldoorn@kindercentrum.nl www.kindercentrum.nl 10 van 10