Taak Wie ben ik? Groep 7 Zwaarte Vakgebied - Sociaal emotionele ontwikkeling - Creatieve ontwikkeling - Taalvaardigheid Voorbereiding - Computer met internet - Papier, verf en kwasten Rol leerkracht - Gesprek aangaan met leerling Kerndoelen 1, 2, 34, 54 en 55. Code L70017 In deze opdracht ga je nadenken over de verschillende betekenissen van het woord identiteit. Op een creatieve manier ga je aan de slag met het uitbeelden van je eigen identiteit.
Stap 1 Zoek het woord ''identiteit'' op in het woordenboek/ internet. Welke betekenis(sen) kun je hier vinden? Bekijk de afbeelding hiernaast. Wat heeft dit plaatje met identiteit te maken? Waarvoor wordt een vingerafdruk ook wel gebruikt? Tip: Met je eigen vingerafdrukken kun je hele mooie dingen maken. Als je het leuk vindt, kun je dit zelf ook doen. Je brengt dan een beetje verf aan op je vingertop(pen) en stempelt deze vervolgens op het papier. Google maar eens de term Fingerprint Art voor wat ideetjes!
Wat heeft deze afbeelding hier beneden met identiteit te maken? Waarom hebben mensen een paspoort/identiteitskaart? Wat voor informatie staat hier allemaal op? Stap 2 Je weet nu een heleboel meer over identiteit. En je weet nu ook dat dit onder anderen te maken heeft met hoe je eruit ziet. Dus hoe anderen jou zien. Je gaat nu proberen weer te geven hoe anderen jou zien. Dit ga je doen door te schilderen. Je gaat jouw buitenkant schilderen. Je mag zelf kiezen of je alleen je gezicht wil maken of je hele lichaam. Dit heb je nodig: Pak een groot vel papier en potloden, stiften, of verf. Als je zelf een ander idee hebt bespreek je dit eerst even met je leerkracht.
Stap 3 We hebben het nu alleen gehad over identiteit aan de buitenkant. Dit heeft te maken met je uiterlijke kenmerken. Voorbeelden hiervan zijn: lengte, haarkleur, oogkleur, bouw, gezichtsvorm. etc. Echter, identiteit heeft ook te maken met je binnenkant. Iedereen heeft een andere binnenkant. Je kunt dit verglijken met een soort tuintje. Bij iedereen staan er andere bloemen en planten in het tuintje. Bedenk nu voor jezelf: Welke bloemen staan in jouw binnentuin en waarom deze bloemen? Is er een hek om de tuin, een paadje? Soms laat je je binnentuintje aan de buitenkant zien, bijvoorbeeld door aardig te zijn voor iemand en iemand ergens mee te helpen. Je bent dan erg behulpzaam. Dit is een voorbeeld van een eigenschap. Net als elk tuintje anders is, heeft iedereen ook andere eigenschappen. Lief, geduldig, vriendelijk, sociaal, sportief zijn enkele voorbeelden van eigenschappen. Zowel mensen als dieren kunnen deze eigenschappen bezitten. Ga eens op onderzoek uit, probeer minimaal 10 eigenschappen te vinden die bij jou horen. Het kan je helpen om eerst te bedenken welke dieren er zijn, en dan op zoek te gaan naar hun eigenschappen (Tip: zoek eens op Totemdieren ). De eigenschap trouw wordt vaak aan honden toegekend. Welke eigenschappen passen bij jou? Vul dit op de volgende bladzijde in!
Stap 4 Zet een kruisje achter de 3 eigenschappen die het beste bij jou passen. Je gaat nu een kunstwerk maken van je eigenschappen. Dit ga je doen door het maken van een HYBRIDEDIER. Een hybride dier is eigenlijk een dier dat bestaat uit meerdere dieren in één. Bijvoorbeeld een leeuw met kippenpootjes en kattenoortjes. Zoek uit wat Hybride in de biologie betekent:
Welke dieren er horen bij jouw eigenschappen? Je gaat deze drie dieren tot één dier maken in een tekening. Pak hiervoor een groot vel papier. Bedenk waar je de tekening mee wilt maken: potloden, stiften, wasco,? Succes! Stap 5 Ga nu bij mensen die jou goed kennen, vragen welke eigenschappen zij bij jou vinden passen (vertel ze nog niet wat jij hebt opgeschreven over jezelf). Laat ze deze eigenschappen bij je tekening zetten. Stap 6 Leg nu alles bij elkaar: de twee tekeningen die je hebt gemaakt, de eigenschappen die jezelf hebt opgeschreven en de eigenschappen die je omgeving over jou heeft opgeschreven. Wat zijn de verschillen en overeenkomsten? Denken de mensen in de omgeving over jou zoals je echt bent? Hoe kan dit? Welke tekening (buitenkant/binnenkant) heeft jouw voorkeur en waarom?
Stap 7 Over een of twee jaar ga je naar een nieuwe school. Hier zul je je identiteit verder ontwikkelen. Hier beneden staan nog een paar vragen, vul in hoe je over deze vragen denkt. 1. Hoe vind je het om naar een nieuwe school te gaan? 2. Kijk je bij je nieuwe klasgenoten vooral naar het innerlijk of naar het uiterlijk? 3. Wat is de reden van je vorige antwoord? 4. Waar wil je dat anderen vooral bij jou naar kijken? 5. Denk je dat je veel zal veranderen op de nieuwe school? Zo ja, in welk opzicht? 6. Hoe hoop je dat je nieuwe klasgenoten over je denken?
Stap 8 Plan een gesprek met je leerkracht om te bespreken wat je tot nu toe hebt opgestoken. Stap 9 Maak een evaluatie van deze opdracht. Beschrijf hoe de opdracht is, welke dingen vond je makkelijk en welke misschien minder makkelijk? Ik vond deze opdracht: Leuk Niet leuk Ik vond makkelijk: Ik vond moeilijk:
Andere dingen die ik van deze opdracht vond Stap 10 Klaar? Beoordeel dan deze opdracht op moeilijkheid. Hoe meer smiley's je inkleurt hoe moeilijker je de opdracht vond.