Praktijkopdrachten Maak eerst de oefeningen van Klik & Tik. Samen op het web op Oefenen.nl. Daarna kun je deze praktijkopdrachten maken. Bijna elk hoofdstuk heeft een praktijkopdracht. Nodig voor deze opdrachten (Zie ook hoofdstuk 3) een goedwerkende computer, tablet of smartphone internet (wifi) bij tablet of smartphone: toegang tot app- of playstore: inlognaam en wacht 1
Hoofdstuk 3 Wat heb je nodig Je gaat nu een programma downloaden op je telefoon of tablet. 1. Welk programma wil jij gebruiken? Facebook WhatsApp Skype Een ander programma:.. 2a. Wat is het merk van jouw tablet of mobiele telefoon?.. 2b. Waar kun je apps downloaden op jouw tablet of telefoon? Google Playstore App Store 3. Download het programma. 4. Wat vind je moeilijk? Bijvoorbeeld: het openen van de store, zoeken in de store. 2
5. Welke en ken je niet? Zoek ze op in de enlijst of een enboek. Of vraag het iemand. 3
Hoofdstuk 4 Een account aanmaken Je gaat nu een account aanmaken. 1. Kies een gebruikersnaam. 2. Kies een wacht. Bewaar dit wacht op een veilige plek. 3. Maak een account aan voor jouw sociale medium. Tip! Het is makkelijker om een account aan te maken op de computer (behalve bij WhatsApp). 4. Wat vind je moeilijk? Bijvoorbeeld: een goed wacht kiezen, de informatie invullen. 5. Welke en ken je niet? Zoek ze op in de enlijst of een enboek. 4
Hoofdstuk 5 Een profiel maken Je gaat nu je profiel maken. 1. Kies een profielfoto (op je computer, tablet of telefoon). 2. Wat wil je van jezelf delen met andere mensen? Bijvoorbeeld: je naam, je woonplaats, geboortedatum, hobby s. 3. Wat wil je niet delen met andere mensen? 4. Vul je profiel in. 5. Wat vind je moeilijk? Bijvoorbeeld: een foto toevoegen, kiezen wat je wilt delen. 4. Welke en ken je niet? Zoek ze op in de enlijst of een enboek. Woord 5
Hoofdstuk 6 Vrienden en contacten (I) Je gaat nu een vriend(in) zoeken. 1. Welke vriend(in) wil je zoeken? 3. Welke gegevens weet je van hem/haar? achternaam bijnaam e-mailadres telefoonnummer geboortejaar 4. Zoek de vriend(in) op jouw sociale medium. 5. Hoe weet je zeker dat hij/zij het is? Zie je bijvoorbeeld een profielfoto? 6. Wat vind je moeilijk? Bijvoorbeeld: welke gegevens je moet typen, waar je moet typen. 6
7. Welke en ken je niet? Zoek ze op in de enlijst of een enboek. 7
Hoofdstuk 8 Berichten (I) Je gaat nu een bericht maken. 1. Wat doe je nu? Of wat deed je gisteren of vanochtend? 2. Schrijf dat op. Wil je dat delen? Is dat leuk om te delen? 2. Maak het bericht op jouw sociale medium. 3. Wat vind je moeilijk? Bijvoorbeeld: op welke knoppen je moet klikken. 4. Welke en ken je niet? Zoek ze op in de enlijst of een enboek. 8
Hoofdstuk 9 Berichten (II) Je gaat nu het bericht van een vriend/contact liken en erop reageren. 1. Gebruik je Facebook, Twitter, Instagram of een ander sociaal netwerk? ja nee Bekijk je feed. Kies een bericht dat je leuk vindt. 2. Like het bericht ( Vindt-het-leuk ). 3. Schrijf een reactie bij het bericht. 4. Wat vind je moeilijk? Bijvoorbeeld: hoe je moet liken, waar je een reactie kunt schrijven. 9
5. Welke en ken je niet? Zoek ze op in de enlijst of een enboek. 10
Hoofdstuk 10 Foto s Je gaat nu een foto delen. 1. Zoek een leuke foto op je computer, tablet of telefoon. Je gaat deze foto delen. 2. Wat wil je bij de foto schrijven? 3. Deel de foto op jouw sociale medium. 4. Wat vind je moeilijk? Bijvoorbeeld: hoe je een foto van je computer kiest, hoe je er een berichtje bij schrijft. 5. Welke en ken je niet? Zoek ze op in de enlijst of een enboek. 11
Hoofdstuk 11 Video s Je gaat nu een video delen. 1. Zoek een leuke video op je computer, tablet of telefoon. 2. Wat wil je bij de video schrijven? 3. Met wie wil je de video delen? 4. Deel de video op jouw sociale medium. 5. Wat vind je moeilijk? Bijvoorbeeld: hoe je een video moet zoeken, op welke knoppen je moet klikken. 12
6. Welke en ken je niet? Zoek ze op in de enlijst of een enboek. 13
Hoofdstuk 12 Bedrijven en organisaties Je gaat nu een beroemd persoon, club of bedrijf volgen. 1. Gebruik je een netwerk zoals Facebook, Twitter, Instagram of LinkedIn? ja nee Welke beroemde persoon, club of bedrijf vind jij leuk om te volgen? artiest sporter sportclub hobbyclub winkel goed doel 2. Volg één van deze personen, clubs of bedrijven. 3. Wat vind je moeilijk? Bijvoorbeeld: om de persoon te vinden, om op de juiste knop te klikken. 14
4. Welke en ken je niet? Zoek ze op in de enlijst of een enboek. 15
Hoofdstuk 13 Groepen Je gaat je nu aanmelden bij een groep. 1. Gebruik je een sociaal medium waarbij groepen bestaan? Zoals Facebook, LinkedIn of WhatsApp? ja nee Heeft jouw buurt een groep? Of club of school? ja nee Geef je op voor die groep. 2. Hoeveel mensen ken je in de groep? 3. Wat vind je moeilijk? Bijvoorbeeld: de groep vinden, uitzoeken welke mensen van de groep je kent. 4. Welke en ken je niet? Zoek ze op in de enlijst of een enboek. 16
Hoofdstuk 14 Wat deel je en met wie Je gaat instellen wie je bericht mogen zien. 1. Gebruik je een sociaal netwerk, zoals Facebook, LinkedIn of Instagram? ja nee Maak een bericht. Let op! Nog niet delen. 2. Zorg ervoor dat alléén je vrienden/contacten het bericht kunnen zien. 3. Deel het bericht op jouw sociale medium. 4. Wat vind je moeilijk? Bijvoorbeeld: wat je moet kiezen, op welke knoppen je moet klikken. 5. Welke en ken je niet? Zoek ze op in de enlijst of een enboek. 17
Hoofdstuk 16 Werk zoeken Je gaat jezelf op internet opzoeken met Google. 1. Je wilt solliciteren. Misschien zoekt het bedrijf jou op internet op. Je zoekt daarom ook jezelf op. Ga naar www.google.nl. 2. Typ je naam in het Google zoekveld en zoek. 3. Zie je jezelf bij de zoekresultaten? ja nee 4. Zo ja, schrijf hieronder waar je op internet staat. Bijvoorbeeld: bericht van je werk, LinkedIn-profiel, Facebook-bericht, uitslag sportwedstrijd. 5. Mag een bedrijf dit van jou zien? ja nee 6. Zo nee, kun je het van internet afhalen? ja nee 18