Steeds ongelijker? Inkomensverdeling en armoede in OESO-landen



Vergelijkbare documenten
Pensions at a Glance: Public Policies across OECD Countries 2005 Edition. Kort overzicht pensioenen OECD: publiek beleid in OECD-landen editie 2005

OECD Regions at a Glance. OESO-regio's in het kort. Gids voor de lezer. Summary in Dutch. Samenvatting in de Nederlandse taal

Society at a Glance: OECD Social Indicators 2005 Edition. De maatschappij in het kort: OESO - Sociale indicatoren, uitgave 2005

OECD Science, Technology and Industry: Scoreboard OESO Wetenschap, technologie en industrie: scorebord Samenvatting en toelichting

De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Trends in International Migration: SOPEMI Edition. Trends in internationale migratie: SOPEMI editie 2004 ALGEMENE INLEIDING

Education at a Glance 2010: OECD Indicators. Education at a Glance 2010: OESO indicatoren. Summary in Dutch. Samenvatting in het Nederlands

Education at a Glance: OECD Indicators Edition. Education at a Glance: OESO-indicatoren - Editie 2005

OECD Multilingual Summaries Education at a Glance Onderwijsoverzicht Summary in Dutch. Samenvatting in het Nederlands

International Migration Outlook Vooruitzichten internationale migratie Summary in Dutch. Samenvatting in het Nederlands

Education at a Glance: OECD Indicators Edition. Education at a Glance: OESO-indicatoren - uitgave 2006

2513AA22XA. Inleiding. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Hoofdartikel. Globalisering: de uitdaging aankunnen

Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting

Pensions at a Glance 2009: Retirement-Income Systems in OECD Countries. Pensioenen in het kort 2009: Pensioensystemen in de OESO-landen

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Gezondheid in vogelvlucht: OESO-indicatoren - uitgave Samenvatting en toelichting

De evolutie van de sociale situatie en de sociale bescherming in België Samenvatting en kernboodschappen

Inclusive Growth and Development Report 2017 van het World Economic Forum: Bevindingen voor Nederland

Economic Policy Reforms Going for Growth Economische beleidshervormingen Going for Growth - editie Summary in Dutch

The DAC Journal: Development Co-operation Report - Efforts and Policies of the Members of the Development Assistance Committee Volume 6 Issue 1

Vooruitzichten internationale migratie: SOPEMI 2010

OECD Economic Outlook: May No Volume 2004 Issue 2. Economische vooruitzichten OECD: Mei nr. 76 volume 2004 nummer 2

Managementsamenvatting

OECD Economic Outlook: Analyses and Projections - December No. 80

OECD Economic Outlook: June No Volume 2005 Issue 1. OESO Economische vooruitzichten: juni, nr Jaargang 2005, nummer 1 HOOFDARTIKEL

Samenvatting (Summary in Dutch)

Agricultural Policies in OECD Countries: Monitoring and Evaluation Landbouwbeleid in de OESO-landen: toezicht en evaluatie 2005 SAMENVATTING

OECD Insights Menselijk kapitaal: hoe kennis het leven van de mens bepaalt

CPB-reactie op OESOstudie over de relatie tussen inkomensongelijkheid. economische groei

Hoofdstuk 4 Inkomensongelijkheid 4.1. a/b/c.

Health at a Glance: Europe 2010

Bijlage III Het risico op financiële armoede

Zekerheden over een onzeker land

Government at a Glance Bestuur in een oogopslag (2011) Summary in Dutch. Samenvatting in het Nederlands

De toekomst van de welvaartsstaat

Arm en Rijk. Hoofdstuk 2: Arm en rijk in de Verenigde Staten

Armoede en ongelijkheid in de wereld. Inleiding tot een eenvoudig én complex onderwerp Francine Mestrum, 27 maart 2016

International Migration Outlook: SOPEMI Vooruitzichten internationale migratie: SOPEMI Summary in Dutch. Samenvatting in het Nederlands

Bijstandsuitkeringen in veel OESO-landen gedaald

Krachtlijnen van het achtste Jaarverslag van de Studiecommissie voor de Vergrijzing

Steeds meer vijftigers financieel kwetsbaar

De kloof wordt breder. Boekverslag door H woorden 15 februari keer beoordeeld. Aardrijkskunde

Economische ongelijkheid in 8 figuren

Summary in Dutch. Samenvatting in de Nederlandse taal

Geen tekort aan technisch opgeleiden

Indicatoren van sociale bescherming in België vergeleken met de Europese Unie.

ARMOEDE GEPEILD Een analyse van de EU-SILC cijfers naar aanleiding van 17 oktober Werelddag van verzet tegen armoede

De impact van supersterbedrijven op de inkomensverdeling

Vooruitzichten internationale migratie: SOPEMI 2011

Wat is armoede? Er zijn veel verschillende theorieën en definities over wat armoede is. Deze definities zijn te verdelen in categorieën.

GROEIENDE ONGELIJKHEDEN? EN ZO JA, WAAROM PRECIES? Bea Cantillon

Eindexamen economie pilot havo II

PERSONEELSVERGADERING ACOD UNIVERSITEIT GENT

PERSBERICHT Brussel, 15 mei 2017

Vraag 1 Bent u bekend met het bericht 'Koopkracht gezinnen in veertig jaar amper gestegen? 1

Naar milieuvriendelijker huishoudens: de rol van het overheidsbeleid

50+ in Europa Samenvatting van de eerste resultaten

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

Belastingen en inkomensongelijkheid: België in een internationaal perspectief

UIT personele inkomensverdeling

Onderwijs en arbeidsmarkt: tweemaal actief

Het nivelleringsfeestje houdt aan

Koopkrachtpariteit en Gini-coëfficiënt in China: hoe je tegelijkertijd arm én rijk kunt zijn.

Artikelen. De ongelijkheid van inkomens in Nederland. Marion van den Brakel-Hofmans. 2. Toename inkomensverschillen sinds 1977

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tabellen uit de positionpaper, opgesteld in opdracht min OCW, januari 2014

Vermogen in Nederland gelijker verdeeld sinds eind negentiende eeuw

Werkgelegenheidsvooruitzichten in de OESO-landen: editie Een herwaardering van de werkgelegenheidsstrategie van de OESO

Een halve eeuw arbeidsmarkt. 14 december 2018 Paul de Beer, Wieteke Conen

Moedige overheden. Stille kampioenen = ondernemingen. Gewone helden = burgers

Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken

NIEUWE NIVELLERINGS- POLITIEK

2.1 De keuze tussen werk en vrije tijd

Trends Cijfers &Werken in de overheid- en onderwijssectoren

ONDERWERP PRESENTATIE IS EEN STELSELWIJZIGING IN BELANG VAN U ALS DEELNEMER? GENOEMDE ONTWIKKELINGEN / PROBLEMEN OM ONS PENSIOEN STELSEL TE WIJZIGEN

«WELZIJNSBAROMETER 2010» SAMENVATTING EN CONCLUSIES

Goede tijden, slechte tijden. Soms zit het mee, soms zit het tegen

1,9 miljoen Belgen hebben nog nooit een computer gebruikt; 2,6 miljoen Belgen hebben nog nooit op het internet gesurft.

Sterke toename alleenstaande moeders onder allochtonen

OECD Insights Duurzame ontwikkeling: het verband tussen de economie, de maatschappij en het milieu

Vaardigheden voor de toekomst: een economisch perspectief

Ongelijkheid en armoede op wereldvlak: wat meten we? wat weten we? André Decoster Departement Economie ETEW

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 17 oktober Armoede in België

Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014

Resultaten van het project 50+ In Europa

Amsterdammers over het gemeentelijk armoedebeleid

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2

Kinderbijslag in internationaal perspectief Bijlage 2

BIJLAGE: LIJST VAN DE INDICATOREN VAN LAKEN

OECD Employment Outlook Edition: Boosting Jobs and Incomes. OESO Werkgelegenheidsvooruitzichten - Editie 2006: Meer werk en inkomen

OECD Science, Technology and Industry: Outlook OESO Wetenschap, technologie en industrie: Vooruitzichten voor 2006

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010

Vrouwenraadinfofiche 2016

Eindexamen economie havo II

Kortcyclische arbeid, Op de teller!

OESO Science, Technology and Industry Scoreboard 2011

7. Effect crisis op de woningmarkt- dynamiek. Auteur Remco Kaashoek

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Transcriptie:

Pub Cover Growing Unequal? : Income Distribution and Poverty in OECD Countries Summary in Dutch Steeds ongelijker? Inkomensverdeling en armoede in OESO-landen Samenvatting in het Nederlands Is de inkomensongelijkheid in de loop der tijd toegenomen? Wie zijn de winnaars en wie de verliezers in dit proces? Is dit proces in alle OESO-landen gelijk geweest? In welke mate zijn grotere inkomensongelijkheden het gevolg van grotere verschillen in individuele inkomens bij werknemers en in hoeverre worden die beïnvloed door andere factoren? En ten slotte, op welke manier beïnvloedt herverdeling door de overheid via het stelsel van heffingskortingen deze trends? Dit zijn enkele van de vragen die in dit rapport worden besproken - en de antwoorden zullen veel lezers verrassen. Dit rapport levert het bewijs voor een redelijk algemene stijging van de inkomensongelijkheid in de afgelopen twee decennia in de OESO-landen, maar de timing, intensiteit en oorzaken van de stijging wijken af van wat meestal in de media wordt gesuggereerd. In Growing Unequal? wordt een reeks analyses van de verdeling van economische middelen in OESO-landen samengevoegd. De resultaten voor inkomensverdeling en armoede betreffen, voor het eerst, alle 30 OESO-landen in het midden van de jaren 2000, terwijl informatie over trends, met een terugblik tot midden jaren 80, wordt gegeven voor ongeveer twee derde van de landen. Het rapport beschrijft ook ongelijkheden in een reeks sectoren (zoals huishoudvermogens, consumptiepatronen, overheidsdiensten in natura) die meestal buiten beschouwing worden gelaten bij conventionele discussies over de verdeling van economische middelen over individuen en huishoudens. Hoe groot de ongelijkheid exact is in een bepaalde maatschappij wordt niet willekeurig bepaald en het ligt ook niet buiten het bereik van overheden om veranderingen te bewerkstelligen, zolang zij daarbij uitgaan van het soort actuele informatie dat is opgenomen in dit rapport. GROWING UNEQUAL? : INCOME DISTRIBUTION AND POVERTY IN OECD COUNTRIES ISBN 978-92-64-044180-0 OECD 2008 1

Wanneer zomaar iemand gevraagd wordt de grootste problemen op te noemen die de wereld op dit moment kent, zullen als eerste waarschijnlijk "ongelijkheid en armoede" worden genoemd. Er bestaat brede zorg over oneerlijke verdeling van economische groei. Uit een opiniepeiling door de BBC in februari 2008 bleek dat ongeveer twee derde van de bevolking in 34 landen meende dat "de resultaten van de economische ontwikkelingen van de laatste jaren" niet eerlijk verdeeld zijn. In Korea, Portugal, Italië, Japan en Turkije was meer dan 80% van de respondenten het eens met deze stelling. Uit veel andere opiniepeilingen en onderzoeken blijkt hetzelfde. En hebben mensen die denken dat "de rijken rijker zijn geworden en de armen armer" nu gelijk? Zoals zo vaak het geval is bij eenvoudige vragen, is het geven van eenvoudige antwoorden veel moeilijker. Het is zeker zo dat de rijkste landen rijker zijn geworden en een aantal van de armste landen het relatief slecht heeft gedaan. Aan de andere kant heeft de snelle groei in inkomens in China en India miljoenen mensen uit hun armoede gehaald. Optimisme of pessimisme over wat er in de wereld gebeurt op het gebied van inkomensongelijkheid hangt daarom samen met de perceptie dat het glas half gevuld is, of half leeg. Beide kloppen. Zelfs al zou iedereen van mening zijn dat de wereld ongelijker wordt, dan is dat mogelijk niet alleen het gevolg van globalisering. Er zijn andere plausibele verklaringen ook competentiegerelateerde technologische veranderingen (waarbij mensen die het internet kunnen gebruiken winnen bijvoorbeeld, en degenen die dat niet kunnen verliezen), of verandering in politiek klimaat (waarbij vakbonden minder macht hebben en werknemers minder dan vroeger beschermd zijn) zijn redenen waardoor ongelijkheid mogelijk is gegroeid. Al deze theorieën hebben alom gerespecteerde aanhangers in de academische wereld. Waarschijnlijk spelen al deze factoren een rol. Dit rapport gaat over de 30 ontwikkelde landen van de OESO. Het laat zien dat er sinds tenminste het midden van de jaren 80, en waarschijnlijk sinds het midden van de jaren 70, sprake is van een stijging in inkomensongelijkheid. De groei is te zien in de meeste (maar niet alle) landen, met recentelijk sterke stijgingen in Canada en Duitsland bijvoorbeeld, maar dalingen in Mexico, Griekenland en het Verenigd Koninkrijk. Toch is de toename van ongelijkheid hoewel wijdverbreid en significant niet zo spectaculair als de meeste mensen waarschijnlijk denken. Sterker nog, de afgelopen 20 jaar lag de gemiddelde stijging rond de 2 Gini-punten (de Gini is het beste meetinstrument voor inkomensongelijkheid). Dat is hetzelfde als het huidige verschil in ongelijkheid tussen Duitsland en Canada een aanzienlijk verschil, Zie www.worldpublicopinion.org/pipa/pdf/feb08/bbcecon_feb08_rpt.pdf GROWING UNEQUAL? : INCOME DISTRIBUTION AND POVERTY IN OECD COUNTRIES ISBN 978-92-64-044180-0 OECD 2008 2

maar het zou overdreven zijn te spreken over de ineenstorting van de maatschappij. Deze discrepantie tussen wat de gegevens uitwijzen en wat mensen denken is zonder twijfel deels het gevolg van de mediainvloed wij lezen over de superrijken, die veel rijker zijn geworden en daardoor enorm de aandacht van de media trekken. De inkomens van de superrijken zijn niet meegenomen in dit rapport, omdat deze niet adequaat te meten zijn met de gebruikelijke databronnen voor inkomensverdeling. Dit wil niet zeggen dat de inkomens van de superrijken niet belangrijk zijn een van de belangrijkste redenen waarom mensen begaan zijn met ongelijkheid is gerechtigheid en veel mensen zijn van mening dat de inkomens van enkelen gigantisch oneerlijk zijn. De matige stijging van ongelijkheid die de afgelopen twee decennia is gerapporteerd verhult een belangrijker onderliggende trend. In ontwikkelde landen hebben overheden meer belasting geheven en meer uitgegeven om de trend naar meer ongelijkheid te ondervangen zij geven nu meer uit aan sociaal beleid dan ooit tevoren in de geschiedenis. Natuurlijk moeten zij meer uitgeven door de snelle vergrijzing van de bevolking in ontwikkelde landen hogere uitgaven aan gezondheidszorg en pensioenen zijn noodzakelijk. Het herverdelende effect van overheidsuitgaven beperkte de armoedegroei van midden jaren 80 tot midden jaren 90, maar versterkte deze in het daarop volgende decennium, omdat uitkeringen minder bij armen terecht kwamen. Wanneer overheden ophouden de ongelijkheden te ondervangen door minder uit te geven aan sociale voorzieningen, of door belastingen en voorzieningen minder op de armen af te stemmen zou de groei in ongelijkheid veel sneller groeien. Het onderzoek laat zien dat bepaalde groepen in de maatschappij het beter hebben gedaan dan andere. De groep mensen rond de pensioenleeftijd 55-75 kende de afgelopen 20 jaar de grootste stijging in inkomen en de armoede onder gepensioneerden is zeer snel gedaald in veel landen, zodat deze nu minder bedraagt dan het gemiddelde voor de totale OESO-bevolking. In scherp contrast daarmee is de armoede onder kinderen gestegen, en deze is nu hoger dan het gemiddelde van de totale bevolking. Dit ondanks het feit dat steeds duidelijker wordt dat het welbevinden van kinderen een sleutelfactor is voor hun prestaties als volwassene hoeveel zij gaan verdienen, hoe gezond zij zullen zijn, etc. Deze toename van kinderarmoede verdient meer politieke aandacht dan hij momenteel in veel landen krijgt. Er is meer aandacht nodig voor de ontwikkeling van het kind, om zeker te stellen dat "geen enkel kind de aansluiting mist" (om de formulering van een nieuwe Amerikaanse wet te gebruiken). Verhoging van belastingen en uitgaven om de armoede te bestrijden kan niet meer dan een tijdelijke maatregel zijn. Ongelijkheid kan alleen op een duurzame manier worden verminderd door de onderliggende groeiende kloof tussen lonen en inkomen uit kapitaal een halt toe te roepen. Het is vooral belangrijk zeker te stellen dat GROWING UNEQUAL? : INCOME DISTRIBUTION AND POVERTY IN OECD COUNTRIES ISBN 978-92-64-044180-0 OECD 2008 3

mensen werk kunnen krijgen en daarvoor een beloning krijgen die hen en hun gezinnen niet tot armoede brengt. Dit houdt in dat ontwikkelde landen veel beter moeten presteren op het gebied van mensen aan het werk krijgen in plaats van hen afhankelijk te houden van uitkeringen bij werkeloosheid, invaliditeit en vervroegd pensioen, en op het gebied van mensen aan het werk houden en hen goede carrièremogelijkheden bieden. Tegen de voorgaande alinea's zijn een aantal bezwaren aan te voeren. Men zou bijvoorbeeld de volgende overwegingen kunnen opvoeren. Niet alleen inkomen is belangrijk. Overheidsdiensten, zoals onderwijs en gezondheidszorg, kunnen krachtige instrumenten zijn bij de verkleining van ongelijkheid. Sommige mensen met een laag inkomen hebben toch veel bezittingen en zouden dus niet als arm beschouwd moeten worden. Tijdelijke armoede moet niet te veel aandacht krijgen. Alleen wanneer mensen gedurende langere tijd een laag inkomen hebben bestaat het risico van ernstige ontberingen. Een betere manier om ongelijkheid te bezien is vaststellen of mensen toegang hebben tot sleutelgoederen en -diensten, zoals genoeg te eten hebben, of een televisie of wasmachine kunnen betalen. Een maatschappij waarin inkomen volledig gelijkelijk verdeeld is zou ook geen goede zaak zijn. Mensen die harder werken, of meer talenten hebben dan anderen, verdienen een hoger inkomen. Waar het in werkelijkheid om gaat is gelijkheid van kansen, niet gelijkheid van resultaten. In dit onderzoek komen al deze zaken rechtstreeks aan de orde of, om het nauwkeuriger uit te drukken, het empirisch bewijs voor elke stelling wordt besproken en de normatieve vragen over wat al dan niet een "goede" maatschappij is blijven buiten beschouwing. Kortom, het vergelijkend bewijs in dit rapport onthult een aantal "gestileerde feiten" over: i) de algemene kenmerken die bepalend zijn voor de distributie van huishoudinkomen en de evolutie daarvan; ii)de factoren die hebben bijgedragen aan verandering in inkomensongelijkheid en armoede en iii) wat wij kunnen leren van breder opgezette meetmethoden voor huishoudinkomens. GROWING UNEQUAL? : INCOME DISTRIBUTION AND POVERTY IN OECD COUNTRIES ISBN 978-92-64-044180-0 OECD 2008 4

Kenmerken die bepalend zijn voor de spreiding van huishoudinkomens in OESO-landen In sommige landen is de inkomensspreiding veel ongelijker dan in andere landen, ongeacht de manier waarop ongelijkheid wordt gemeten. Veranderingen in de methode waarmee ongelijkheid wordt gemeten hebben over het algemeen weinig invloed op de landenranglijsten. Landen met een bredere inkomensspreiding hebben, op enkele uitzonderingen na, ook een grotere relatieve inkomensarmoede. Dit blijft het geval, ongeacht of armoede wordt gedefinieerd als het hebben van een inkomen onder de 40, 50 of 60% van het mediane inkomen. Zowel inkomensongelijkheid als armoedecijfer (gebaseerd op een mediane inkomensdrempel van 50%) zijn de laatste twee decennia gestegen. De toename is een redelijk wijdverbreid fenomeen, dat zich in twee derde van de landen voordoet. De stijging is gematigd, maar significant (gemiddeld ongeveer 2 punten voor de Gini-coëfficiënt en 1,5 punt voor het armoedecijfer). Toch is deze lang niet zo dramatisch als de media ons willen doen geloven. Inkomensongelijkheid is sinds 2000 significant gestegen in Canada, Duitsland, Noorwegen, de Verenigde Staten, Italië en Finland, en gedaald in het Verenigd Koninkrijk, Mexico, Griekenland en Australië. Over het algemeen is ongelijkheid toegenomen omdat de inkomensgroei bij rijke gezinnen veel groter was dan bij middenklassegezinnen en gezinnen in de laagste regionen van de inkomensverdeling. De inkomensarmoede onder ouderen is verder gedaald, terwijl de armoede onder jonge volwassenen en gezinnen met kinderen groter is geworden. In landen met een hoog gemiddeld inkomen en een brede inkomensspreiding (bijvoorbeeld de Verenigde Staten) kan de levenstandaard voor armen lager zijn dan in landen met lagere gemiddelde inkomens met een smallere spreiding (Zweden). Omgekeerd kunnen rijken in landen met lage gemiddelde inkomens en brede spreiding (Italië) een hogere levenstandaard hebben dan rijken in landen waar het gemiddelde inkomen hoger is, maar de inkomensspreiding smaller (Duitsland). GROWING UNEQUAL? : INCOME DISTRIBUTION AND POVERTY IN OECD COUNTRIES ISBN 978-92-64-044180-0 OECD 2008 5

Factoren die in de loop der tijd inkomensongelijkheid en armoede hebben bevorderd Veranderingen in de bevolkingsstructuur vormen een van de oorzaken van grotere ongelijkheid. Toch is deze hoofdzakelijk terug te voeren op de groei van het aantal eenpersoonshuishoudens en minder op de vergrijzing van de bevolking op zich. De inkomensongelijkheid onder werknemers in voltijd is in de meeste OESO-landen gegroeid, omdat hoge inkomens sterker zijn gestegen. Globalisering, competentiegestuurde technische veranderingen, arbeidsmarktinstellingen en - beleidsmaatregelen hebben hieraan waarschijnlijk allemaal hun bijdrage geleverd. Het effect van bredere salariskloven op inkomensongelijkheid is gecompenseerd door grotere werkgelegenheid. Toch is het aantal werkenden onder minder goed opgeleiden gedaald en in deze groep blijft het aantal werkloze gezinnen hoog. Inkomens uit vermogen en inkomens van zelfstandigen zijn erg ongelijk verdeeld en deze ongelijkheid is het afgelopen decennium nog gegroeid. Deze trends zijn belangrijke oorzaken van groeiende inkomensongelijkheden. Werk is een uitstekend middel tegen armoede. Onder werkloze gezinnen is het armoedecijfer bijna zes keer hoger dan onder werkende gezinnen. Toch is werk alleen niet afdoende om armoede te voorkomen. Meer dan de helft van alle armen maakt deel uit van gezinnen die wel enige vorm van inkomen hebben. Armoede is dan een gevolg van de combinatie van weinig gewerkte uren per jaar en/of lage lonen. Om armoede onder werkenden terug te dringen zijn vaak loonaanvullende maatregelen nodig. Kennis via bestudering van bredere meetmethoden van armoede en ongelijkheid Overheidsdiensten, zoals onderwijs en gezondheidszorg zijn meer gelijk verdeeld dan inkomen. Worden deze meegerekend in een breder concept van economische middelen, dan vermindert de ongelijkheid, hoewel de landenranglijst niet veel zal veranderen. De ongelijkheid wordt groter wanneer verbruiksbelasting wordt meegeteld, maar de toename compenseert niet de GROWING UNEQUAL? : INCOME DISTRIBUTION AND POVERTY IN OECD COUNTRIES ISBN 978-92-64-044180-0 OECD 2008 6

afname als gevolg van het meetellen van de overheidsdiensten. Vermogens van huishoudens zijn aanzienlijk ongelijker verdeeld dan inkomens en enkele landen met minder inkomensongelijkheid melden een grotere vermogensongelijkheid. Deze conclusie is echter afhankelijk van de gebruikte meetmethode, de onderzoeksopzet en de uitsluiting van bepaalde vermogensonderdelen (waarvan het belang van land tot land kan verschillen), om de vergelijkbaarheid te verbeteren. Voor personen bestaat er een sterke correlatie tussen inkomen en nettovermogen. Mensen met een laag inkomen hebben minder vermogen dan de rest van de bevolking. Hun nettovermogen is meestal minder dan de helft van het vermogen van de bevolking als geheel. Het gebrek aan materiële zaken is groter in landen met een hoge relatieve inkomensarmoede, maar ook in landen met een laag gemiddeld inkomen. Dit impliceert dat inkomensarmoede de ontberingen in laatstgenoemde landen onderschat. Ouderen hebben een groter nettovermogen en minder gebrek aan materiële zaken dan jongeren. Dit impliceert dat de schattingen van armoede onder ouderen op basis van uitsluitend monetair inkomen de mate van ontberingen voor deze groep overdrijven. Het aantal mensen dat gedurende drie achtereenvolgende jaren continu arm is, is in de meeste landen vrij klein, maar het aantal mensen dat op een bepaald moment in die periode een laag inkomen heeft is hoger. Landen met een hoog armoedecijfer op basis van jaarlijks inkomen melden een groter aantal mensen die continu arm zijn, of arm zijn op een bepaald moment in een periode. Arm worden is vooral een gevolg van familie- en werkomstandigheden. Familieomstandigheden (bijvoorbeeld scheiding, geboorte van een kind, etc.) zijn erg belangrijk voor tijdelijk armen, terwijl een daling van inkomen uit uitkeringen (bijvoorbeeld als gevolg van veranderingen in de rechten op uitkeringen) belangrijker is voor mensen die twee opeenvolgende jaren arm zijn. De sociale mobiliteit is over het algemeen groter in landen met een langere inkomensongelijkheid, en omgekeerd. Dit impliceert dat in de praktijk de realisatie van gelijkere kansen hand in hand gaat met rechtvaardiger inkomensverdeling. Dit rapport laat veel vragen onbeantwoord. Het geeft geen GROWING UNEQUAL? : INCOME DISTRIBUTION AND POVERTY IN OECD COUNTRIES ISBN 978-92-64-044180-0 OECD 2008 7

uitsluitsel over de vraag of meer ongelijkheid in de toekomst onvermijdelijk is. Het geeft geen antwoord op vragen over het relatieve belang van diverse oorzaken van de grotere ongelijkheid. Het geeft zelfs geen gedetailleerd antwoord op de vraag wat ontwikkelde landen zouden moeten doen om ongelijkheid te bestrijden. Maar het toont wel aan dat in sommige landen de groei van ongelijkheid minder groot is dan in andere landen of zelfs daalt. Het toont aan dat de verschillen tussen landen, tenminste voor een deel, toe te schrijven zijn aan overheidsbeleid, hetzij door effectievere herverdeling, hetzij door betere investeringen in de mogelijkheden tot zelfredzaamheid van de bevolking. De belangrijkste boodschap van dit bericht aan de politiek is dat of de groei van ongelijkheid nu te wijten is aan globalisering of dat er een andere oorzaak voor is er geen reden is voor hulpeloosheid: goed overheidsbeleid kan een verschil maken. GROWING UNEQUAL? : INCOME DISTRIBUTION AND POVERTY IN OECD COUNTRIES ISBN 978-92-64-044180-0 OECD 2008 8

OECD 2008 Deze samenvatting is geen officiële OESO-vertaling. Reproductie van deze samenvatting is toegestaan, mits het OESO-copyright en de titel van de oorspronkelijke publicatie worden vermeld. Meertalige samenvattingen zijn vertaalde uittreksels van OESO-publicaties die oorspronkelijk in het Engels en Frans zijn gepubliceerd. Deze zijn gratis te verkrijgen via de Online Bookshop van de OESO www.oecd.org/bookshop/ Voor meer informatie kunt u contact opnemen met OECD Rights and Translation Unit, Public Affairs and Communications Directorate, rights@oecd.org, of per fax: +33 (0)1 45 24 99 30. OECD Rights and Translation unit (PAC) 2 Rue André-Pascal Parijs, Frankrijk Bezoek onze website www.oecd.org/rights/ GROWING UNEQUAL? : INCOME DISTRIBUTION AND POVERTY IN OECD COUNTRIES ISBN 978-92-64-044180-0 OECD 2008 9