vr 14 april 2017-20 u - Sint-Jozefkerk Rapertingen il Gardellino LORE BINON (SOPRAAN) & REGULA BOENINGER (MEZZOSOPRAAN) Stabat Mater van Pergolesi
PROGRAMMA J.S. Bach (1685-1750) Concerto voor klavecimbel nr. 4 in A, BWV 1055 Allegro Larghetto Allegro ma non tanto G.B. Pergolesi (1710-1736) Concerto for Flute in G Allegro Largo Presto pauze G.B. Pergolesi (1710-1736) Stabat Mater 1. Duett: Stabat mater dolorosa 2. Arie: Cuiuis animam gementem 3. Duett: O quam tristis er afflicta 4. Arie: Quae maerebat et dolebat 5. Duett: Quis est homo, qui non fleret 6. Arie: Vidit suum dulcem natum 7. Arie: Eia, Mater, fons amoris 8. Duett: Fac, ut ardeat cor meum 9. Duett: Sancta Mater, istud agas 10. Arie: Fac, ut portem Christi mortem 11. Duett: Inflammatus et accensus 12. Duett: Quando corpus morietur Solisten: Lore Binon, Regula Boeninger
TOELICHTING J.S. Bach (1685-1750) Concerto for harpsichord nr. 4 in A, BWV 1055 Het instrumentale concerto, als genre, is ontstaan in Italië aan het eind van de 17 de eeuw met een solo-instrument in de hoofdrol tegenover het orkestrale ensemble. Verschillende componisten van die tijd waren geweldige violisten (bijvoorbeeld, Giuseppe Torelli, Antonio Vivaldi en Francesco Geminiani). In hun handen werd het concerto, waarin de virtuoze mogelijkheden van de solist werden getoond, het favoriete instrumentale muziekgenre. Terwijl hij werkzaam was aan het hof van Weimar, kende en bestudeerde de jonge Johann Sebastian Bach deze werken van Italiaanse componisten die in heel Europa al verspreid waren. Hij componeerde zelf een groot aantal concerten, maar helaas gingen veel van deze composities verloren na zijn dood. Ongeveer een twintigtal van dergelijke werken overleefde waaronder een set van klavecimbelconcerti. Deze concerten werden enkele jaren eerder aan het hof van Köthen geschreven, voor andere solo-instrumenten (vooral voor viool), en later in Leipzig herschreven voor klavecimbel. Volgens sommige geleerden was het Concerto in A Major BWV 1055 oorspronkelijk gecomponeerd voor een nogal ongewoon instrument, de oboe d'amore. Het mooie Andante, een typische Siciliana, is in de ongewone sleutel van F kruis klein, en in het herschrijven voor klavecimbel verrijkte Bach het werk met arpeggio s en versieringen die zo typisch zijn voor dit instrument. G.B. Pergolesi (1710-1736) Stabat Mater Giovanni Battista Pergolesi schiep zijn meesterwerk in bijzonder treurige omstandigheden. De mankende, zesentwintigjarige componist voelde zijn longen verteerd worden door tuberculose Tijdens die laatste reis ervoer de zieke Pergolesi de ondergang van zijn leven, toen hij tijdens een opvoering van zijn opera L Olimpiade (Rome, 1735) met een sinaasappel werd bekogeld. De jongeman trok zich gedesillusioneerd terug in een klooster in Pozzuoli, zo n twintig kilometer ten westen van Napels. Hij
vertrouwde er zijn muzikale testament aan het papier toe. Op 16 of 17 maart 1736 overleed Pergolesi en ging prompt de onsterfelijkheid in, het Stabat Mater indachtig. Pergolesi was een product van de vier Napolitaanse conservatoria, de vier liefdadigheidsinstellingen die in de zestiende eeuw uit de grond waren gestampt voor de opvang van weesjongens. Oorspronkelijk bedoeld als nevenactiviteit kreeg het muzikale onderricht in deze bewaarhuizen zodanig de bovenhand dat de vier instituten uitgroeiden tot heuse muziekacademies, met zowel arme weeskinderen als betalende pensionaatskinderen onder de gelederen. Knapen, al dan niet gecastreerd, werden er klaargestoomd voor een carrière als zanger of instrumentalist binnen de kerk of opera. Met zijn vijfdelige studie La scuola musicale di Napoli e i suoi conservatori (1880-1883) riep Francesco Florimo de romantische mythe van de Napolitaanse School in het leven. Op basis van de relaties leraar-leerling kan men met Florimo inderdaad een componistenstamboom construeren. Zo gaven vele alumni als maestro hun fakkel rechtstreeks door aan nieuwe leerlingen. Een voorbeeld is Alessandro Scarlatti, die aan het Conservatorio dei Poveri di Gesù Cristo les gaf aan Francesco Durante, die op zijn beurt Pergolesi in het vak onderwees. De connectie Scarlatti-Pergolesi reikt verder, vermits Pergolesi s Stabat Mater werd besteld ter vervanging van Alessandro Scarlatti s versie, wat verklaart waarom beide composities dezelfde bezetting en talrijke structurele kenmerken delen. Stilistisch gaapt er echter een diepe kloof tussen Scarlatti s en Pergolesi s benaderingen van hetzelfde tekstmateriaal. Terwijl Scarlatti naar een geleerde componeertrant greep, met doorwrochte harmonieën en grillige intervalsprongen, koos Pergolesi voor een galant muzikaal palet waarin het theater nooit veraf klinkt. In Pergolesi s toonzetting nemen de vocale partijen resoluut de bovenhand en bieden belcantopassages de vertolkers de mogelijkheid te schitteren als bevonden zij zich op de scène. Regelmatig weerklinken echo s uit Pergolesi s profane œuvre. Zo leunt de openingsstanza Stabat Mater dolorosa ( Schreiend stond de Moeder ) bijvoorbeeld dicht aan bij de aria Per queste amare lacrime
uit Pergolesi s Salustia (1732). In de korte melodische snit en talrijke herhalingen bemerken we her en der zelfs gelijkenissen met Pergolesi s komische intermezzi, denk aan La serva padrona (1733). Bijlange niet elk achttiende-eeuws oor kon die stijl smaken. Zo berichtte Boyer in 1772 dat Les Italiens lui [Pergolesi] reprochent les repitizioni, un style parfois trop coupé; le chant principal un peu trop subordonné aux parties les plus basses, ce qui l a engagé quelquefois à faire briller celles-ci au dépends de cette unité de mélodie que les compositeurs recommandent tant. Wat niet wegneemt dat de muzikale beeldspraak altijd glashelder blijft. Wanneer een zwaard Maria s hart figuurlijk doorboort ( pertransivit, in Cuius animam gementem ), weerklinken bijvoorbeeld schrille trillers, terwijl het uitblazen van Christus laatste adem ( dum emisit spiritum, in Vidit suum dulcem Natum ) met rusten wordt weergegeven. Is het deze openhartigheid die de moderne luisteraar zó beroert?
TEKSTEN G.B. Pergolesi (1710-1736) Stabat Mater Latijn: Vaticaanse tekst/nederlandse vertaling: Pater Maximilianus 1 Stabat Mater dolorosa, Juxta crucem lacrimosa, Dum pendebat filius. Met de tranen in haar ogen, stond de Moeder diepbewogen, naast het kruis waar Jezus hing. 2 Cujus animam gementem Contristatam et dolentem Pertransivit gladius. Door Haar pijnlijk zuchtend harte, overstelpt van wee en smarte, ging het zwaard der marteling. 3 O quam tristis et afflicta Fuit illa benedicta Mater unigeniti. Hoe bedrukt, hoe neergeslagen, moest die zegenrijke klagen, Moeder van Gods enige Zoon. 4 Quae moerebat et dolebat Pia mater dum videbat Nati poenas incliti.
Ach, hoe schreide Zij en snikte, als Zij op het lijden blikte, van Haar Kind, zo eind loos schoon. 5 Quis est homo qui non fleret Matrem Christi si videret In tanto supplicio? Quis non posset contristari Christi matrem contemplari Dolentem cum filio? Pro peccatis suae gentis Vidit Jesum in tormentis Et flagellis subditum. Wie kan nu zijn tranen houden en de Moeder hier aanschouwen in haar bitter zielewee? Wie voelt niet zijn hart verscheuren die de Moeder zo ziet treuren, lijdend met Haar Jezus mee? Zij zag Jezus voor de zonden van Zijn volk bedekt met wonden van de wrede geseling. 6 Vidit suum dulcem natum Moriendo desolatum Dum emisit spiritum. Zij zag Hare lieveling sterven, alle troost zijns Vaders derven, toen de geest uit t lichaam ging.
7 Eja Mater, fons amoris, Me sentire vim doloris Fac, ut tecum lugeam. Geef, o Moeder, bron van liefde, dat ik lijd wat U doorgriefde, geef mij dat ik met U klaag 8 Fac ut ardeat cor meum In amando Christum Deum Ut sibi complaceam. Ach, ontvlam mijn hart en zinnen, dat ook ik mijn God mag minnen, en die Heiland steeds behaag. 9 Sancta Mater, istud agas, Crucifige fige plagas Cordi meo valide. Tui nati vulnerati, Tam dignati pro me pati, Poenas mecum divide. Fac me vere tecum flere, Crucifixo condolere Donec ego vixero. Juxta crucem tecum stare Te libenter sociare In planctu desidero. Virgo virginum praeclara, Mihi iam non sis amara, Fac me tecum plangere. Heilige Moeder, hoor mijn bede, deel mij Christus wonden mede, diep ze drukkend in mijn hart. Van Uw Zoon bedekt met wonden
die zo leed om mijne zonden, laat mij delen in de smart. Laat mij met U medewenen en met s Heren leed verenen tot het uur van mijne dood. Naast het kruishout wil ik toeven en mij daar met U bedroeven om het lijden, naamloos groot. Maagd der Maagden, onvolprezen, wil mij niet ongunstig wezen, laat mij treuren aan Uw zij. 10 Fac ut portem Christi mortem Passionis fac consortem Et plagas recolere. Fac me plagis vulnerari Cruce hac inebriari Ob amorem filii. Laat mij Christus doodstrijd strijden, deelgenoot van al Zijn lijden, laat mij sterven zoals Hij Laat Zijn wonden mij doorwonden, worde ik bij zijn kruis verslonden in het bloed van Uwen Zoon. 11 Inflammatus et accensus Per te, Virgo, sim defensus In die judicii. Fac me cruce custodiri Morte Christi praemuniri, Confoveri gratia. Moge ik in t vuur niet branden, neem, o Maagd mijn zaak in handen in het oordeel voor Gods troon.
Laat mij bij het kruishout waken, moge Christus dood toch maken dat ik de genade vind. 12 Quando corpus morietur, Fac ut animae donetur Paradisi gloria. Doe, als t lichaam dan zal sterven, mijne ziel de glorie erven van t hemels Paradijs. 13 Amen.
il Gardellino solisten Lore Binon & Regula Boeninger viool 1 Dirk Vandaele viool 2 Madoka Nakamaru altviool Ingrid Bourgeois cello Ira Givol contrabas Frank Coppieters klavecimbel Kris Verhelst fluit Jan De Winne
VOLGENDE CONCERTEN zo 23 apr 2017-11 u - stadhuis CAPRIOLA DI GIOA BART NAESSENS DIRIGENT AMARYLLIS DIELTIENS SOPRAAN Stabat mater van Boccherini vr 05 mei 2017-20 u CLUB#8 INTERNATIONAL OPERA ACADEMY Orpheus van Georg Philipp Telemann do 18 mei 2017-20 u defilharmonie & COLLEGIUM VOCALE GENT PHILIPPE HERREWEGHE DIRIGENT De Negende van Beethoven za 10 juni 2017-20 u OPERA ZUID & PHILHARMONIE ZUIDNEDERLAND Il barbiere di Siviglia zo 18 juni 2017-15 u defilharmonie O.L.V. MUHAI TANG Laureaten Koningin Elisabethwedstrijd cello HET VOLLEDIGE PROGRAMMA OP WWW.CCHA.BE