Voorwoord. Welkom geachte aanwezige. op dit intussen zevende passieconcert.

Transcriptie

1 Voorwoord Welkom geachte aanwezige op dit intussen zevende passieconcert. Het wordt of is een traditie om in deze Sint-Michielskerk tijdens de Vasten een concert te laten doorgaan vanuit drie invalshoeken: een muzikale compositie met een meditatief karakter en een belangrijk solidaire impact. Mevrouw Ann Sarre, voorzitster van het Roeselaars Kamerkoor, beloofde ons in de voorbereiding naar dit concert een Stabat Mater dat misschien minder gekend is maar heel mooi, meditatief en ontroerend. Daarnaast appreciëren wij als organisatoren de eigen overwogen interpretatie van hun dirigent Bart Naessens en het talent van de uitvoerders, zowel de solisten als het Roeselaars Kamerkoor. U vindt verder in dit boekje meer over de componist en het werk dat gecomponeerd is na het verlies van een kind. De voorzitster zal bij de intro het werk nog iets meer toelichten. Stabat Mater iuxta crucem. Daar stond de Moeder naast het kruis. Veel Roeselaarse mensen staan vrijwillig bij het kruis dat anderen moeten dragen en proberen aan hun nood tegemoet te komen. Daarom biedt dit passieconcert hulp aan Roeselaarse welzijnsprojecten. Dit jaar zijn het Mannahuis en de Kerit de begunstigden. Beide projecten zijn door respectievelijk deken Godfried Oost en deken Renaat Desmedt gedroomd maar werden gerealiseerd met kennis van zaken van hun bestuur en veel vrijwilligheid van trouwe medewerkers. In 1994 werd een eerste benefiet voor het 1

2 Mannahuis georganiseerd door Damiaanactie Roeselare. Bij 20 jaar dus een knipoogje naar onze deken zaliger hierboven. De nood aan hulp voor deze projecten is goed weergegeven in een bericht dat Jan Vanneste, promotor maar meer nog de motor van deze concerten, schreef aan de directie van een regionale persgroep naar aanleiding van ons persmoment: Als men de gedrevenheid van de medewerkers van Mannahuis en Kerit hoort, dan zou men onmiddellijk tekenen om elk jaar voor hen een passieconcert te organiseren om iets te kunnen doen aan die schrijnende toestanden waar ze mee geconfronteerd worden en proberen te verhelpen. Zeer mooi vrijwilligerswerk! Spijtig genoeg staan er veel organisaties in de rij om financiële steun te krijgen, enerzijds omwille van de verhoging van de armoede bij eigen mensen en door de toevloed aan mensen die hier hun geluk komen zoeken, maar anderzijds door de besparingen vanuit stadsbestuur, provincie, Vlaamse regering waardoor veel organisaties die op subsidies konden rekenen, zwaar getroffen worden. De werking van het Mannahuis en de Kerit worden niet gesubsidieerd, zij moeten volledig via giften werken. Daarom is het zo hartverwarmend dat, dank zij u, het Mannahuis en de Kerit zich nog eens kunnen voorstellen aan de Roeselaarse gemeenschap, zodat jullie lezers meer en meer kunnen beseffen hoe groot de nood is in Roeselare en dit meer en meer. Hopelijk zullen ze ook helpen door dergelijke organisaties te steunen hetzij rechtstreeks hetzij via aankoop van een kaart voor dit concert. Zeer erkentelijk! Beste groeten, Jan. Beste, u bent aanwezig en vult hiermee onze wens om deze projecten te steunen in. Bedankt en onze wens naar u toe: geniet ervan en tot straks bij de receptie! Antonín DvoŘák (Nelahozeves, 8 september 1841 Praag, 1 mei 1904) Tsjechisch componist, dirigent, muziekpedagoog, (alt)violist en organist. Samen met Bedřich Smetana en Leoš Janáček wordt hij gerekend tot de grootste componisten van zijn land. Vanaf oktober 1857 ging hij op de Duitstalige Praagse orgelschool en volgde hij algemeen openbaar onderwijs. Hij werd altviolist in het orkest van de Caeciliavereniging. Gedurende de 11 jaren dat hij in dit orkest speelde, bekwaamde hij zich als autodidact in het componeren, zonder dat hij ook maar één werk publiceerde. Aanvankelijk concentreerde hij zich bij het componeren op het strijkkwartet; in totaal zou hij uiteindelijk een œuvre van 14 strijkkwartetten nalaten. Vanaf 1865 gaf Dvořák naast zijn werk aan het theater voor het geld ook pianolessen. Twee bekende leerlingen waren de zusters Josefina en Anna Čermáková. Dvořák werd verliefd op de toen zestienjarige Josefina, een verliefdheid die ongelukkig afliep: hij huwde de jongere Anna acht jaar later op 17 november Om meer tijd voor het componeren te hebben, stopte hij als altviolist in het operaorkest. Vanaf 1874 gaf Dvořák aan een privé-muziekschool les en hij nam in februari een betrekking als organist aan in de kerk Sint-Adalbert en dit tot 2 3

3 februari In 1874 diende hij bij de Oostenrijkse commissie voor de kunst, een verzoek in voor een stipendium voor talentvolle, jonge kunstenaars zonder vermogen, die al eigen werken gepubliceerd hebben. Johannes Brahms was in hetzelfde jaar zijn voorspraak voor een vervolgstipendium voor de eenvoudige Moravische Duetten. Brahms deed ook een goed woord bij de muziekuitgever Fritz Simrock voor de publicatie van deze duetten. Compositorisch was Dvořák nu enigszins op Brahms georiënteerd, wat te herkennen is in de Slavische dansen, op. 46, de 6 de symfonie en het strijkkwartet C-groot, op. 61. Vanaf 1878 geraakten de beide componisten innig bevriend. De eerste uitvoering van de Slavische dansen in Engeland vond plaats op 15 februari 1879 in het Londense Crystal Palace. Voor Londen schreef hij de 7 de symfonie (1885), maar vooral zijn vocale muziek werd enthousiast door het Engelse publiek ontvangen, de eerste keer in de lente van 1883 met het Stabat Mater. Hij kreeg ook opdrachten voor oratoriumachtige werken. Zo schreef hij in 1884 de cantate Svatební košile (De geestelijke bruid), in 1891 voor de stad Birmingham het Requiem en voor het Leeds Festival in 1885 en 1886 het oratorium Svatá Ludmila (De Heilige Ludmilla). Naast het werk aan het conservatorium vond hij ook tijd voor het dirigeren en vooral voor het componeren. Zo ontstonden belangrijke Amerikaanse werken, als de symfonie nr. 9 in e-klein Uit de Nieuwe Wereld, opus 95, het strijkkwartet F-groot, op. 96. Symfonie nr. 9 werd zijn populairste werk. Dvořák had een voorliefde voor het toneel, bijzonder voor de opera. Wat met de opera Alfred begon, zette zich voort met de grote historische opera Dimitrij (1881/82), voor het openingsceremonieel van het Tsjechische Nationaal Theater (Tsjechisch: Národní Divadlo) te Praag gecomponeerd, en vond zijn artistieke hoogtepunt in Rusalka (1900), waarmee hij ook internationaal succes als operacomponist behaalde. Naast zijn patriottische hymne Hymnus z básne dedicové bílé hory (De erven van de witte berg) stelde de gelovige componist zich ten doel de katholieke kerkmuziek van zijn land te vernieuwen. Tot de belangrijkste werken behoren het Stabat Mater, op. 58, de Mis in D-groot, op. 86 en het Requiem, op. 89. Daarnaast componeerde Dvořák onder andere een Te Deum, op. 103, het oratorium De Heilige Ludmilla, op. 71 alsook wereldlijke cantates. 4 Het Stabat Mater Het verhaal achter het ontstaan van dit Stabat Mater is van een grote tragiek. De eerste versie met piano schreef Dvořák vlak nadat zijn dochtertje Josefa in 1875, slechts twee dagen oud, overleed. Deze versie bestond uit zeven delen; drie delen minder dan de uiteindelijke tweede versie. Met het schrijven van de latere georkestreerde versie begon Dvořák enige jaren later na nog twee tragische gebeurtenissen. Op 13 augustus 1877 dronk Ruzena, het 11 maanden oude tweede dochtertje van Dvořák en zijn vrouw per ongeluk een fosforoplossing en stierf. Nog geen maand later overleed ook hun derde kind, zoon Otakar op driejarige leeftijd aan de pokken. Met de dood van hun derde kindje bleven vader en moeder Dvořák kinderloos achter. De tekst van het werk is gebaseerd op een oud Rooms Katholiek gedicht over de Heilige Maagd Maria die aan de voet van het kruis treurt om haar zoon. Vanaf het begin van het werk horen we al het enorme verdriet dat ook Dvořák gevoeld moet hebben. (Overigens kregen Dvořák en zijn vrouw na hun eerste drie overleden kinderen nog zes kinderen.) Daarnaast werkte de componist in de episode waarin zijn Stabat Mater tot stand kwam in een clericale setting, waarbij hij geregeld in contact kwam met religieuze composities. Nochtans vond de uitgever het onverstandig om met een Latijnse tekst aan de slag te gaan, omdat, zo meende die, een groot deel van de Europese afzetmarkt op die manier verloren ging. Engeland behoorde, volgens Simrock, tot die landen, maar verrassend genoeg werd het werk precies daar op menig staande ovatie onthaald. De componist mocht er zelfs zelf heen om het stuk in eigen persoon te dirigeren: de bijval hield niet op en uiteindelijk zou hij dit opus 58 meer dan gelijk welk ander werk zelf leiden tijdens zijn leven. Merkwaardig is dat de partituur tegenwoordig wat is ondergesneeuwd geraakt: in de concertzalen wordt ze nog maar zelden opgerakeld en cd-opnames zijn geen grote zeldzaamheid, maar heel wat dirigenten hebben nooit de moeite genomen het werk van naderbij te bestuderen. Hoe onterecht! 5

4 De tekst van dit gedicht beschrijft het aangrijpendste moment uit de hele geschiedenis van Jezus Christus, namelijk als zijn moeder moet toezien hoe haar zoon gekruisigd is. Sinds de middeleeuwen hebben naar het schijnt meer dan vierhonderd componisten het Stabat Mater op muziek gezet. Wie het gedicht oorspronkelijk schreef is onbekend, maar wellicht wasdit het werk van een Franciscaner monnik uit Frankrijk of Italië. Ook de naam van Jacopone da Todi (ca ) wordt vaak als schrijver genoemd. UITVOERDERS PASSIECONCERT 2014 Vocale solisten Griet De Geyter sopraan Anita Dur alt Ivan Goossens tenor Huub Claessens bas/bariton Roeselaars Kamerkoor Het bekendste Stabat Mater is wellicht de compositie van Pergolesi, maar volgens velen is het allermooiste Stabat Mater misschien wel dat van Antonin Dvořák. Natuurlijk kan niet iedereen aan de slag met een diep geworteld religieus werk als dit. Wie die context niet goed aanvoelt, kan onmogelijk het spanningsveld creëren waarbinnen solisten, koor en muzikale omkadering nader tot elkaar kunnen komen. Het Roeselaars Kamerkoor met hun bezielende artistiek leider Bart Naessens zorgt voor een beklijvende originele versie met piano waarin dit Stabat Mater een ware puzzel wordt vol schoonheid die een mens keer op keer diep weet te raken. Sopranen Alten Tenoren Bassen Pianist Algemene leiding Lieve Vercruysse, Siska Rommel, Ruth Hemschoote, Nele Derluyn, An Pijpops, Hanne Vandaele, Eveline D Hanens, Veerle Regoudt, Leen Vercruysse Trui Vercruysse, Tine Vandenberghe, Ann De Volder, Karen Vanneste, Kaat Van Daele, Ann Sarre, Siska Viaene Hannes Blockeel, Matthias Degraeve, Jeroen Claerhout, Wouter Demuynck, Wim Sercu, Pieter Debel Guido Rommel, Johan Goderis, Jos Leenknegt, Dirk Desmet, Rik Lefevere, Johan Buyse Vincent Goris Bart Naessens, dirigent 6 7

5 Tekst met een vertaling van Willem Wilmink I. Kwartet en koor Vidit suum dulcem natum Moriendo desolatum Dum emisit spiritum. Hoorde t kind, door haar gedragen, stervende om bijstand vragen, zag hoe hij is doodgegaan. Stabat Mater dolorosa Iuxta crucem lacrimosa Dum pendebat Filius. Cuius animam gementem Contristatam et dolentem Pertransivit gladius. De Moeder stond door smart bevangen en met tranen langs haar wangen waar haar zoon gekruisigd hing En het was haar in haar lijden of een zwaard haar kwam doorsnijden dat dwars door het hart heen ging. III. Koor Eia Mater, fons amoris Me sentire vim doloris Fac, ut tecum lugeam. Vrouw van liefde en genade, wil toch op mijn schouders laden alles wat U lijden doet. O quam tristis et afflicta Fuit illa benedicta Mater unigeniti! Quae maerebat et dolebat, Et tremebat cum videbat (Pia Mater, dum videbat) Nati poenas incliti. Hoe verdrietig en verloren was de toch zo uitverkoren moeder die hem t leven gaf. Ze moest klagen, ze moest rouwen en ze beefde bij t aanschouwen van zijn vreselijke straf. IV. Bas en koor Fac, ut ardeat cor meum In amando Christum Deum Ut sibi complaceam. Sancta Mater, istud agas, Crucifixi fige plagas Cordi meo valide. k Wil mijn hart aan hem verpanden, laat mij dan van liefde branden opdat ik hem zo ontmoet. Moeder, wil mijn hart bezeren met de wonden die hem deren, die zo nederig wilde zijn. II. Kwartet Quis est homo qui non fleret, Christi Matrem si videret In tanto supplicio? Quis non posset contristari, Piam Matrem contemplari Dolentem cum Filio? Wie voelt er geen tranen komen die daarheen wordt meegenomen, waar hij Christus moeder vindt? Wie zou tranen binnenhouden als hij dat verdriet aanschouwde van de moeder bij haar kind? V. Koor Tui nati vulnerati, Tam dignati pro me pati, Poenas mecum divide. VI. Tenor en koor Om te lijden voor mijn zonden. Laat mij lijden aan zijn wonden, laat mij delen in zijn pijn. Pro peccatis suae gentis Vidit Iesum in tormentis, Et flagellis subditum. Zij zag wat hij heeft geleden voor het kwaad dat mensen deden, zag de zwepen, zag het slaan. Fac me vere tecum flere, (Fac me tecum, pie, flere) Crucifixo condolere, Donec ego vixero. Laat mij huilen aan uw zijde, laat het kruis ook mij doen lijden tot ik zelf eens doodgaan moet. 8 9

6 Iuxta crucem tecum stare, Te libenter sociare (Et me tibi sociare) In planctu desidero. VII. Koor Virgo virginum praeclara, Mihi iam non sis amara Fac me tecum plangere. k Wil mij naar het kruis begeven om daar met U mee te leven in wat hem zo lijden doet. Stralende, ik moet U eren, wil U toch niet van mij keren, laat mij huilend bij U staan. Fac me cruce custodiri (Fac me cruce sublevari) Morte Christi praemuniri (Morte Christi conservari) Confoveri gratia (Cumulari gratia) Christe, cum sit hinc exire, Da per Matrem me venire Ad palmam victoriae X. Kwartet en koor Laat het kruis over mij waken, laat zijn dood mij sterker maken, zodat hij me begeleidt VIII. Duet sopraan en tenor Fac, ut portem Christi mortem Passionis eius sortem, (Passionis fac consortem) Et plagas recolere. Laat mij Christus dood ervaren, laat mij in mijn hart bewaren al wat hem is aangedaan. Quando corpus morietur, Fac, ut animae donetur Paradisi gloria. Amen. En mijn ziel, als t lijf moet sterven, de verrukking doet verwerven die de hemel ons bereidt. Amen. Fac me plagis vulnerari, Cruce hac inebriari, (Fac me cruce inebriari) Ob amorem Filii. (Et cruore Filii) Laat zijn pijnen mij genaken, laat het kruis mij dronken maken van de liefde voor uw zoon. II. Kwartet Inflammatus et accensus (Flammis ne urar succensus) (Flammis orci ne succendar) Per Te, Virgo, sim defensus (Per Te, Virgo, fac, defendar) In die iudicii. En wil dan mijn voorspraak wezen als ik t helse vuur moet vrezen na het oordeel voor zijn troon

7 Het Roeselaars Kamerkoor Miserere van G. Allegri en het Requiem van W. A. Mozart. Daarnaast vermelden we ook heel graag de komische madrigaalopera La barca di Venezia per Padova van A. Banchieri en meerdere optredens met werk van de grote en beroemde Roeselaarse componist Adriaen Willaert! Met het wereldvermaarde Britse ensemble Stile Antico hadden we een intense samenwerking in een workshop gekoppeld aan een concert Voor ons gedetailleerd concertprogramma verwijzen we ook graag naar onze website en naar die van onze artistieke leider: en Met dit passieconcert zijn we in ons huidig werkjaar al aan ons 4 de volwaardig concert toe: na het kerstconcert i.s.m. het O.-L.-Vrouwekoor Jubilate en de VRT-radiomis in december, hadden we ons nieuwjaarsconcert dat meteen ook het auditieconcert was voor de provinciale wedstrijd in januari. Na dit passieconcert reizen we nog naar Parijs om er te concerteren in de St-Clotilde en de Notre-Dame (mei-juni) met o.a. werk van onze grote Roeselaarse componist Adriaen Willaert en ons werkjaar sluiten we af op zondagmiddag 22 juni met een heerlijk lente aperitiefconcert om 11u. We verwelkomen er u graag! Het Roeselaars Kamerkoor is een vaste waarde geworden in het koorleven binnen en buiten Roeselare, in de provincie West-Vlaanderen en ook ver daarbuiten, in binnen- én buitenland. Het koor staat garant voor zeer gesmaakte optredens, voor een gevarieerd repertoire van renaissance tot hedendaagse muziek, voor een enthousiaste groep mensen die op hoog niveau musiceren Wilt u graag verder op de hoogte blijven van onze projecten, dan kunt u uw gegevens doorgeven aan een van de koorleden of via info@roeselaarskamerkoor.be. We volgen dit zeker op. Voor het nieuwe werkjaar ( ) is het Roeselaars Kamerkoor opnieuw geselecteerd als een van de finalisten van West-Vlaanderen om deel te nemen aan het Koorfestival dat zijn apotheose kent in het najaar van Onder de bezielende leiding van Bart Naessens heeft het Roeselaars Kamerkoor al heel wat mooie projecten weten te realiseren voor een heel enthousiast publiek en dan denken we aan pareltjes uit de koormuziek in heel beklijvende passieconcerten met Membra Jesu Nostri van D. Buxtehude, Songs of Farewell van Engelse componisten, Ein Deutsches Requiem van J. Brahms, Via Crucis van F. Liszt en het Requiem van G. Fauré, het wereldberoemde 12 13

8 Uitvoerders solisten Griet De Geyter, sopraan, was al van jongs af aan geboeid door de verscheidenheid aan muzikale genres en de mogelijkheden van de stem. Vandaag de dag vertaalt zich dat in een brede waaier aan stijlen en genres die ze op podium brengt: van polyfonie over barok en classicisme tot romantische en hedendaagse muziek in zowel opera, oratorium, lied en kamermuziekwerk. Als soliste concerteert Griet in alle grote werken uit het oratorium- en orkestrepertoire: passies en cantates van Bach, missen van Mozart, symfonieën van Mahler, Händel s Messiah, Solveig in Grieg s Peer Gynt, Mendelssohn, Pergolesi, Boccherini, Vivaldi en Fauré. Reeds als jonge studente was Griet geboeid door opera waardoor ze tijdens en na haar studies verschillende personages tot leven bracht. Hoogtepunten waren Suzanna in Le nozze di Figaro, Euridice en Amor in Gluck s Orfeo ed Euridice, Blondchen in Mozart s Die Entführung, Pamina in Die Zauberflöte en Belinda in Purcell s Dido & Aeneas. Een ander geliefd genre van haar is het lied: ze gaf reeds vele liedrecitals met pianisten Nicolas Callot, Liebrecht Vanbeckevoort, Tine Deckers, Katrien Vercauter, Barbara Baltussen en Pascal Mantin waarbij haar persoonlijke voorkeur uitgaat naar liederen van Mozart, Schubert, Schumann, Richard Strauss, Ravel, Fauré, Debussy en Alban Berg. Met haar broer klarinettist Rik De Geyter geeft ze recitals met Duits romantisch en Brits en Amerikaans 20 ste -eeuws lied. Zij werkte met dirigenten als Otto Tausk, Vladimir Ashkenazy, James Wood, Philippe Herreweghe, Frank Agsteribbe, Richard Egarr, Nicolas Mansfield, Paul Dombrecht, Jos Vermunt en Paul Van Nevel, met orkesten als Holland Symfonia, Akademie für Alte Musik Berlin, Concerto d Amsterdam, Residentie Bachorkest, het European Union Youth Orchestra en Champ d Action. Griet De Geyter volgde haar opleiding aan het Lemmensinstituut te Leuven waar ze zang studeerde bij Dina Grossberger en Lieve Vanhaverbeke en blokfluit bij Bart Spanhove en Bart Coen. Na het behalen van haar diploma s meester in de muziek zette zij haar studies verder aan de Dutch National Opera Academy te Den Haag & Amsterdam waar zij het Masters Degree in Opera behaalde. Ze ontving eveneens de Ruim Baan voor Talent-beurs om zich verder te ontplooien waarna ze haar vocale studies verder zette bij Jard van Nes. Momenteel wordt Griet gecoacht door Margreet Honig. Meer Anita Dur, alt, begon haar zangstudie aan het Stedelijk Conservatorium te Brugge en vervolgde deze aan het Koninklijk Conservatorium te Brussel. Tijdens die jaren volgde zij ook de opleiding Lyrische Kunsten. Zij heeft zich bekwaamd bij de gerenommeerde Nederlandse alt mevrouw Aafje Heynis. Zij werkte mee aan tal van concerten in binnen- en buitenland, waaronder alle grote oratoriumstukken aan de orde zijn. Daarnaast verzorgt zij geregeld liedrecitals en orgelconcerten. Ook in de operawereld is Anita Dur geen onbekende. Zij was te gast in opera s van Francesca Caccini tot Richard Strauss

9 Op haar naam staan ook radio- en tv-opnames bij BRT / VRT / RTBF / VPRO onder andere in het kader van het Festival van Vlaanderen en het Festival de Wallonie. In 2010 kwam nog een CD uit met het Berliner Requiem van Kurt Weill o.l.v. Paul Hillier en in 2013 werd een CD uitgebracht met o.a. duo s en kwartetten van Robert Schumann met aan de piano Inge Spinette. Ook gebruikt zij haar talent om professionele zangers, alsook amateur- en semi-professionele koren, vocaal bij te staan. Ivan Goossens, tenor, behaalde Eerste Prijzen Piano en Kamermuziek en het diploma Docerend Musicus in Antwerpen en Tilburg. Eveneens in Antwerpen behaalde hij een Eerste Prijs Zang bij Lucienne van Deyck en vervolmaakte zich in Amsterdam bij Ronald Klekamp, Udo Reinemann en Rachel-Ann Morgan. Als solist trad Ivan op in heel Europa en in Mexico en op festivals in binnen- en buitenland. Hij werkte samen met onder meer het Vlaams Radio Orkest, de Beethoven Academie, Ex Tempore, La Petite Bande, en met dirigenten zoals Paul Hillier, Heinz Karl Gruber, Sigiswald Kuyken, Hervé Niquet, Patrick Peire, Alexander Rahbari en Edmond Saveniers. Zijn repertoire gaat van oude tot hedendaagse muziek, met (hoofd)rollen in onder meer La Belle Hélène, Candide, Die Fledermaus, The Mikado en Die Zauberflöte. Tevens geeft hij liedrecitals met werk van ondermeer Benjamin Britten, Aaron Copland, Claude Debussy, George Gershwin, Robert Schumann en Kurt Weill. Ivan Goossens is te horen op CD met werken van onder anderen Johann Sebastian Bach, André Campra, Heinrich Herzogenberg, Zoltán Kodály en Sergei Rachmaninov. Huub Claessens, bas/bariton, studeerde aan het Conservatorium van Maastricht bij Mya Besselink waar hij cum laude afstudeerde in Zang, Opera en Klassieke Saxofoon. In 1986 ontving hij de Edmond Hustinx Prijs, waarna hij zijn studie voortzette bij Margreet Honig. Tijdens de prestigieuze Koningin Elizabeth Wedstrijd in Brussel in 1988 werd hij Derde Laureaat en ontving hij de speciale Europese Prijs voor het Lied, met de hoogste aanbeveling van Elisabeth Schwarzkopf. Dit was aanleiding tot wereldwijde uitnodigingen voor Liedrecitals, onder andere in Brussel, Wenen, Parijs, Dublin en Tel-Aviv. Hubert Claessens maakte zijn operadebuut in 1984 als Roberto in I Vespri Siciliani bij de Nederlandse Opera in Amsterdam gedirigeerd door Edo de Waart. Hij werd er voor twee seizoenen geëngageerd waarin hij meerdere rollen vertolkte. De Nationale Reisopera nodigde hem regelmatig uit voor zijn schitterende interpretaties die hij mocht vertolken in Frankrijk, Spanje en Ierland. Recent zong hij in Erik Vos prachtige productie van Monteverdi s Orfeo met hetzelfde gezelschap. Hubert Claessens maakte zijn debuut bij de Salzburger Festspiele, de Wiener Staatsoper en Theatre Le Chatelet in Parijs in de wereldpremiere van Die Schwarze Maske van Christof Penderecki onder leiding van Herbert von Karajan en zong de hoofdrol van Young Sam in Bernsteins A Quiet Place. Vanaf dat moment wordt hij betrokken bij veel nieuwe creaties. Hij zong de titelrol tijdens de wereldpremiere van Walter Hus opera Orfeo in 16 17

10 Brussel, Antwerpen, Parijs, Wenen, Lissabon, Berlijn, Amsterdam, etc. Het Koninklijk Concertgebouw Orkest nodigde hem uit voor meerdere premières. Naast zijn carrière als zanger speelde en speelt hij moderne composities voor saxofoon, een aantal speciaal voor hem geschreven en voor cd-opgenomen met Hubert Claessens als saxofoon-solist. Hij speelde op talrijke podia van de grote concertzalen zoals de Birmingham Symfony Hall, de Musikverein in Wenen, het Concertgebouw Amsterdam, de Philharmonie in Keulen, het Konserthus in Stockholm en vele andere zalen. Hubert Claessens heeft altijd plezier gehad in het zingen van opera s en concerten met barokorkesten. Hubert Claessens maakte zijn dirigeerdebuut bij het Noordhollands Philharmonisch Orkest in Haarlem en daarna nodigden zij hem in 1997 uit voor het produceren, zingen en dirigeren van een lange tournee met concert-arias van Mozart. Daarnaast is Hubert Claessens een veel gevraagd en gereputeerd concertzanger. Hij zong Bach s Johannes Passion, de Matthäus Passion (zeer recent in Japan en Europe met Michel Corboz), Ein Deutsches Requiem van Brahms, Verdi s en Faure s Requiem, Händel s Messiah en meer dan 80 andere oratoria en concertstukken in de mooiste concertzalen als de Queen Elisabeth Hall in London, Palais des Beaux Arts in Brussel, het Palacio de Congresos y Auditos in La Coruna (Spanje) en het Koninklijk Concertgebouw in Amsterdam. Hubert Claessens is een veelzijdig artiest die uitdaging vindt in het authentiek te zijn in elke muziekperiode en stijl, wat terugkomt in zijn brede repertoire van Schütz tot Penderecki en zelfs Gershwin en Cole Porter. Hij nam deel aan talrijke radio- en televisieopnames in Nederland, België, Ierland, Israël, Oostenrijk, Duitsland, Frankrijk en Japan en is te horen op vele cd-opnames. 18 Vincent Goris (1976 ), pianist, studeerde aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel bij Jan Michiels en Boyan Vodenitcharov, en nadien aan het Lemmensinstituut bij Alan Weiss. Hij is als leraar piano en kamermuziek, en begeleider van de slagwerkklas verbonden aan het Stedelijk Conservatorium in Leuven en de Kunstacademie van Zaventem. Sinds 2005 werkt hij tevens als muzieksamensteller voor de radiozender KLARA. Zijn brede interesse in zowel klassieke muziek, wereldmuziek als jazz zorgt ervoor dat hij daar voor heel diverse programma s kan worden ingezet (o.a. Brede Opklaringen, Café Zimmermann, Tuin van Eden, De Kunstkaravaan, Babel, Django, etc...). Daarbuiten schrijft Vincent sinds een aantal jaar ook cd-recensies en artikelen voor het cultuurmagazine Staalkaart. Zijn liefde voor jazz zette hem aan om vijf jaar geleden de VRT Big Band mee her op te richten en daar ook pianist bij te zijn. Deze big band werkt o.a. nauw samen met Klara presentator en zanger Fred Brouwers. Met pianist Stefaan Desmet was Vincent Goris in 2011 al eens te gast bij het Roeselaars Kamerkoor, toen met een vertolking van Ein Deutsches Requiem van Johannes Brahms in de versie voor koor, solisten en piano vierhandig. BART NAESSENS, dirigent Aangestoken door de orgelmicrobe in de klas van Chris Dubois aan het Brugse Conservatorium, studeerde Bart aan het Lemmensinstituut te Leuven bij prof. Luc Ponet. In zijn klas leerde hij niet enkel te focussen op het orgelspel an sich, maar een breed georiënteerde focus te creëren, het muzikale spectrum te verwijden en een basisrespect te hebben voor de intrinsieke schoonheid 19

11 en de bijzonder diepgaande kracht van Kunst en het Schone. Een en ander bracht hem na een aantal jaar in Parijs waar hij zijn specialisatiediploma orgel (de zgn. Prix d excellence) behaalde in het teken van Franse symfonische orgelmuziek met grootste onderscheiding en felicitaties van de jury. In mei 2007 studeerde hij af voor klavecimbel bij Kris Verhelst en in september 2008 behaalde hij met glans zijn Master-diploma orkestdirectie in de klas van Edmond Saveniers. Hij volgde masterclasses bij o.a. Ben van Oosten, Ludger Lohmann, Louis Robillard, Leo Van Doeselaar, Menno Van Delft, Trevor Pinnock, Skip Sempé,... Sedert het najaar 2011 is hij doctorandus aan de KU Leuven-Lemmensinstituut met een studie omtrent de uitvoeringspraktijk-gerelateerde consequenties van de inzetbaarheid van het claviorganum. Barts muzikale activiteiten spelen zich op vele verschillende terreinen af. Enerzijds is hij een bijzonder gerespecteerd en gewaardeerd continuospeler (mede door zijn jarenlange studie van de oude muziek en de correcte historische uitvoeringspraktijk ervan), anderzijds wordt hij zowel solistisch als in kamermuziekverband gezien op concertpodia in binnen- en buitenland met de meest uiteenlopende repertoires, gaande van vroege polyfonie tot creaties van hedendaagse componisten. Daardoor heeft hij het voorrecht nu al op jonge leeftijd met de meest vooraanstaande musici en gerenommeerde ensembles en orkesten te mogen musiceren en door hen uitgenodigd te worden, zoals o.m. Ensemble Explorations, Zefiro Torna, Il Gardellino, Collegium Vocale Gent, Vlaams Radiokoor en -orkest, De Nederlandse Bachvereniging, Currende (consort), Koor en orkest van de Koninklijke Muntschouwburg, La Hispanoflamenca, Ensemble Philidor, enz. en Gent (de Poel) en aan de Kunsthumaniora van het Lemmensinstituut te Leuven waar hij orgel en klavecimbel doceert. Daarnaast is hij sinds september 2012 clavecinist-begeleider aan de Franstalige afdeling van het gerenommeerde Koninklijk Brussels Conservatorium en is hij sedert september 2013 als onderzoeker verbonden aan het Lemmensinstituut te Leuven. Bart legt zich steeds meer toe op het dirigeren en wordt regelmatig bij diverse koren en orkesten als gastdirigent gevraagd. Daarnaast is hij artistiek leider van het Roeselaars Kamerkoor waarmee hij vooral het minder bekende en minder uitgevoerde repertoire voor Kamerkoor wil exploreren op een eigenzinnige, diep muzikaal geïnspireerde manier. Recentelijk wil hij zijn inzichten en passies een eigen invulling geven. Mede daardoor richtte hij in 2007 samen met zijn vrouw Amaryllis Dieltiens het ensemble Capriola di Gioia op waar ze op een originele en geaffecteerde manier willen focussen op de uitvoeringspraktijk van het barokke repertoire. In 2010 werd een lange droom bewerkelijkt door de oprichting van het ensemble BachPlus, waar hij samen met Elisabeth Hermans een podium wil creëren voor de uitvoering van het (cantate)repertoire van JS Bach en zijn tijdgenoten. Dit project vertaalt zich momenteel in een bijzonder succes in binnen- en buitenland en weet menig melomaan te bekoren door hun originele en unieke aanpak van het Bachoeuvre. Hij is verder ook stichter-dirigent van het orkest X-travaganza waar hij al op (inter)nationale podia kon beluisterd worden in tal van uiteenlopende producties, gaande van barokmuziek tot hedendaagse muziek. Meer info op Sinds 1999 is Bart titularis-organist aan de Sint-Gilliskerk te Brugge. Zijn pedagogische activiteiten spelen zich af aan de academies van Blankenberge 20 21

12 VZW MANNA Hoe werd vzw Manna opgericht? Pastoor-deken Godfried Oost lag aan de basis om een blijvend initiatief te ontwikkelen voor kansarmen. Hij baseerde zich hierbij op de woorden van Jacobus: Stel dat iemand honger heeft. Op 1 juni 1992 vond de stichting van de vzw Manna plaats (Belgisch Staatsblad van 1/10/1992). De stichtende leden waren: - Z.E.H. Godfried Oost, pastoor-deken - E.H. Jan Vannieuwenhuyse, priester, directeur VTI - E.H. Paul Vanhalst, medepastoor St.-Michielsparochie - Mevr. Martine Tytgat-Sagon - De heer Herman Vanlerberghe, directeur Sodiro - De heer Walter Vermeulen, directeur De Mandel - De heer Chris Compernolle, advocaat Van de stichtende leden vielen door overlijden Walter Vermeulen (1993), deken Godfried Oost (1994) en Jan Vannieuwenhuyse (2003) in de loop der jaren weg. Zij werden vervangen door respectievelijk: Brecht Vermeulen en Z.E.H. deken René Delbeke, die op zijn beurt vervangen werd door Z.E.H. deken Renaat Desmedt (voorzitter). Er kwam niemand in de plaats van E.H. Jan Vannieuwenhuyse. Als gevolg van de overplaatsing van E.H. Paul Vanhalst werd E.H. Jef Herreman, pastoor van de St.-Amandsparochie, lid van de vzw. In 2008 kwamen ook Willy Bulte en Jan Degryse de raad van bestuur vervoegen. De Roeselaarse sociale huisvestingsmaatschappij De Mandel was bouwheer van het Mannahuis. Het Mannahuis werd geopend in De dagelijkse werking werd bij de start gecoördineerd door E.Z. Lena Callebert (tot 2006) en Nanou Flipts- Rademaekers. Na 15 jaar nam Ciska Casier in 2010 de fakkel over van Nanou Flipts-Rademaekers en werd zij de nieuwe hoofdverantwoordelijke voor het dagelijks beleid. Elke bestuurder en coördinator oefent zijn mandaat kosteloos uit. Wat is het Mannahuis? Het Mannahuis is op de eerste plaats een gezellige en verwarmde ruimte waar kansarmen een gezonde en gevarieerde maaltijd kunnen nemen. Daarenboven wil het Mannahuis ook een ontmoetingsplaats zijn, waar mensen thuiskomen en gerespecteerd worden, waar naar hen geluisterd wordt en waar ze zich goed voelen. Elke werkdag gaat de deur open om 9 uur en tussen uur en 13 uur kan men aanschuiven voor de maaltijd. Op het menu staat: een verse soep, vlees of vis, groenten, aardappelen of rijst of deegwaren, een dessert. Volwassenen betalen 1,50 en kinderen 0,50. Het Mannahuis is gevestigd op het M.-L. De Meesterplein 2, naast de St.- Michielskerk. De gelijkvloerse verdieping is uitgerust met een eetzaal, een industriële keuken, bureel en sanitair. In de kelder zijn ook frigo s en bergruimten voorzien

13 Hoe werkt het? Iedere dag, met uitzondering van het weekend, wordt gekookt voor een vijftigtal personen. De kansarmen komen niet alleen uit Roeselare maar ook uit de omliggende gemeenten. Meestal komen zij bij ons terecht via het OCMW, CAW, Welzijnsschakels, de Kerit, mutualiteiten, dokters, politie Iedere kansarme is bij ons welkom. De dagelijkse werking van het Mannahuis steunt volledig op vrijwilligers. Een 100 enthousiaste vrouwen en mannen, in groepen van 5 tot 6, komen om de 3 weken op een vaste dag koken en helpen. Foeriers, reserves en verantwoordelijken zijn onmisbaar in de organisatie. Wil je een financiële gift schenken? Dat kan door overschrijving op vzw Manna, Roeselare Rekeningnummer BE Een fiscaal attest is mogelijk. DE KERIT vzw Waar haalt de vzw Manna haar inkomsten? De vzw Manna krijgt geen enkele vorm van overheidssubsidies. Al haar financiële middelen worden verkregen door giften van private personen, organisaties en bedrijven. Maar er zijn ook giften in natura zoals materialen en voedingsmiddelen (vlees, groenten, brood, gebak, ) die wij bekomen via de voedselbank, de veiling, bakkers, beenhouwers, traiteurs, landbouwers, scholen, bedrijven, serviceclubs Zonder hen zou de werking niet mogelijk zijn. Het is een feit dat de vzw Manna elk jaar financiële giften nodig heeft om financieel gezond te blijven, om de werking te kunnen verzekeren en de noodzakelijke herstellingen te kunnen doen. De Kerit behartig de armenzorg binnen het decanaat Roeselare vanuit de Bremstruik. Zij richt zich tot mensen in armoede die door het netwerk van de sociale voorzieningen vallen of er tijdelijk van uitgesloten zijn. Zij is niet gesubsidieerd en werkt enkel met vrijwilligers. Het team bestaat uit negen personen, 6 vrouwen en drie mannen. Iedere woensdagnamiddag hebben we een teamvergadering waarop we de werking van de Kerit bekijken en samen overleggen hoe we de mensen die de voorbije week hulp vroegen verder kunnen helpen en waarop we ook de situatie bespreken van de bewoners van de crisiswoning en de doorgangswoning. De werking concretiseert zich op vier vlakken. Wil je vrijwilliger worden in het Mannahuis? Neem dan contact op met ofwel: Ciska Casier, hoofdverantwoordelijke, Tel adres: ciska.casier@telenet.be Martine Tytgat-Sagon, lid Raad van Bestuur, Tel adres: j.tytgat@skynet.be 24 25

14 De permanentie Elke dag van de week, uitgezonderd de zondag, zijn wij om beurt een halve dag van permanentie en ontvangen wij in de Arme Klarenstraat tussen 9 en uur de mensen die op ons beroep doen. Gemiddeld komen 4 tot 5 personen per voormiddag hulp vragen. Bij nieuwe aanmeldinge n nemen we ruim de tijd om te luisteren en maken wij een analyse van de aangegeven problemen. Wij bekijken samen met de hulp vragende of er binnen de professionele hulpverlening oplossingsmogelijkheden kunnen gevonden worden. Indien wij dit vermoeden dan nemen wij contact op met deze dienst en verwijzen wij hen,indien mogelijk, naar hen door. Kan dit niet of niet onmiddellijk, dan bekijkt het teamlid van permanentie welke hulp door de Kerit kan gegeven worden De crisiswoning De crisiswoning is gevestigd in de Sint Alfonsusstraat nr. 42. We beschikken over vier studio s waar maximaal 11 mensen gelijktijdig onderdak kunnen hebben. Om de vijf weken stellen we voor één week een studio ter beschikking van het caw in het kader van het crisisnetwerk. Alle andere dagen herbergen wij daklozen die nergens anders onderdak kunnen vinden. Het geven van meubelen en huisgerief In het voorbije jaar hebben wij van 33 gezinnen meubels en huisraad gekregen. Deze werden na een bezoek ter plaatste opgehaald en gestald. 31 gezinnen of alleenstaanden hebben wij kunnen installeren of de ontbrekende meubelen kunnen geven. Deze dienstverlening vraagt veel organisatie, veel tijd en mankracht maar we ervaren hoe deze hulp de mensen moed geeft. Het geven van noodhulp Na grondig overleg geven wij soms noodhulp. De hulp kan heel divers zijn. Het kan gaan om het betalen van een schuld aan de deurwaarder, een elektriciteitsfactuur, een schoolfactuur of dringende apothekerskosten. In sommige gevallen geven wij een renteloze lening. DE Kerit Arme Klarenstraat Roeselare. Contact: Maria Seurinck - GSM verhulst.seurinck@telenet.be Alle bewoners worden tijdens hun verblijf (2 maanden maximum) met veel zorg omringd en worden geholpen om zich in orde te stellen. Wij vergezellen hen eventueel naar de vdab om werk te zoeken of tot bij het ocmw om een uitkering te vragen. Ondertussen helpen wij hen in hun moeizame zoektocht naar het vinden van een betaalbare huurwoning. In 2013 had de crisiswoning een bezetting van 91 %. Bijna iedere week moesten we aanvragen weigeren bij gebrek aan plaats. Verleden jaar kregen we twee appartementen ter beschikking boven het Mannahuis om als doorgangswoning te gebruiken. De bezetting van deze appartementen was 100 %

15 Dank aan... Na deze mooie uitvoering wensen we uiteraard heel veel mensen te danken, maar ze allemaal bij name noemen zou onbegonnen werk zijn Toch een gewaardeerd dankwoord aan: - het Roeselaars Kamerkoor en hun dirigent Bart Naessens, de solisten Griet De Geyter, Anita Dur, Ivan Goossens, Huub Claessens en de instrumentale ondersteuning van Vincent Goris; - het college van Burgemeester en Schepenen van Roeselare voor de samenwerking en hun waardering, uitgedrukt door hun aanwezigheid en het woordje van de heer Burgemeester; - de heer Deken en de kerkraad Sint-Michiel voor het ter beschikking stellen van de mooie kerk; - de leden van KSA Roeselare, VKSJ Roeselare - en de vrienden van Roger Tanghe voor de hulp op diverse vlakken; - de medewerkers van de Kerit en het Mannahuis voor alle hulp rond de receptie en de vzw Mannahuis voor het gebruik van het Mannahuis; - de mensen van de coalitie - in de brede zin: alle sympathiserende mensen vanuit het decanaat, Missionair, de Damiaanactie, het Mannahuis, de Kerit en Kiwanis Roeselare 1; - onze vele financiële sponsors zonder wie dit concert niet mogelijk zou geweest zijn - en de sponsors van de receptie die dit in natura deden: Hoevekip, Menen - Geert D Haeyere - t Stampkot, Izegem - Hava Vleeswaren, Roeselare; - de pers voor hun belangrijke medewerking; - iedereen die op een of andere manier (promotie, sponsoring, verkoop, uitvoering, artistiek, logistiek) de voorbije dagen heeft bijgedragen tot het welslagen van deze avond. - en ook U allen, geachte toehoorders, oprecht bedankt! Uw aanwezigheid was een hart onder de riem en wellicht zeker een insteek naar het passieconcert 2015 met opnieuw een mooi muzikaal programma en dit ten voordele van zoveel goede daden van mensen van goede wil! DANKJEWEL! namens de coalitie van mensen van goede wil, Deken Renaat Desmedt, Jean-Marie De Meester, Gust Boudrez en Jan Vanneste. 28