Teelthandleiding. 3.1 vroeg of laat zaaien

Vergelijkbare documenten
Teelthandleiding. 7.2 opbrengstprognose

Teelthandleiding. 1.3.schietergevoeligheid

Onderzoek biologische onkruidbestrijding in. suikerbieten R02

KWS Suikerbieten Rassenoverzicht 2016 SEEDING THE FUTURE SINCE 1856

Teelthandleiding. 3.5 overzaaien of niet overzaaien

Programma. Meer rendement door opbrengstverhoging. GBM-update

Verbetering rendement suikerbietenteelt

Teelthandleiding. 2.2 lage bandspanning spaart bodemstructuur

RASSEN DICHT BI. OP de rassenlijst van 2018 staan acht nieuwe. Vooruitgang in aanvullende resistentie

2.2 Lage bandspanning spaart bodemstructuur

Rassenkeuze wat zijn de afwegingen

Verbetering rendement suikerbietenteelt

Eindelijk een nieuw. SUIKERBIETENTELERS hebben voor komend. In elk segment een ras met aanvullende rhizomanie-resistentie

Actualiteiten. Suikerbieten voor bio-energie?! Suikerbieten voor bio-energie. Voorwaarden. Waarom? Toon Huijbregts

De biologische biet. Ontwikkelingsmogelijkheden. Technische dagen KBIVB 2019 Antoons K., Vandergeten JP.

Overvloedige neerslag tijdens het groeiseisoen

Teelthandleiding. 7 groeiverloopopbrengstprognose

BODEMBEWERKING BIJ SUIKERBIETEN WELKE KIEZEN?

HOE HELE BIET ROOIEN?

KWS Suikerbieten Rassenoverzicht 2017 SEEDING THE FUTURE SINCE 1856

BODEMGEBONDEN SCHIMMELZIEKTEN Beheersen van Rhizoctonia solani met resistente rassen, fungiciden, vanggewassen en antagonisten

Raseigenschappen. Alleen rhizomanierassen scoren beter. akkerbouw. Zaaien van suikerbieten.

SEEDING THE FUTURE SINCE 1856 LEONELLA KWS

Rassenkeuze Noud van Swaaij, Elma Raaijmakers, Hans Schneider. Rassenlijstcijfer: gemiddelde van onderzoek

Kansen voor NKG op zand

landbouw en natuurlijke omgeving 2011 plantenteelt open teelten CSPE BB minitoets bij opdracht 17

5.2.4 Rhizoctonia De ziekte. In deze paragraaf wordt verwezen naar foto s. Deze kunt u vinden op de website als bijlage bij

Teelthandleiding. 3 zaaien

effectiviteit en verlaging

Teelthandleiding. 9 diagnostiek

Teelthandleiding. 8.1 kwaliteit

GROENBEMESTERS. iperen.com

3. ZAAIEN INHOUD U3.2.4 EFFECT VAN GOEDE ZAAISCHIJVENU versie: januari IRS Betatip 1 U3.1U UVROEG OF LAAT ZAAIEN?U...

Rassenbulletin suikerbieten 2011 Aangepaste uitgave augustus 2012

NIET-KERENDE BODEMBEWERKING BIJ SUIKERBIETEN

Teelthandleiding. 3 zaaien

Actualiteiten Emeltenbestrijding Elma Raaijmakers

Vooruitgang bietenrassen gaat gestaag door

Kijk kritisch naar de kosten van speciaal pillenzaad en zaaien

Telers met hogere suikeropbrengsten hebben geen hogere kosten!

Nieuwe aanbevolen rassen van suikerbieten

Benut de rooicapaciteit en

meststoffen Kiemvoeding voor een vlotte start groei door kennis

LG-BROCHURE voor voederbieten

SCHIETERS IN SUIKERBIETEN

Groenbemesters en ziekten en plagen

landbouw en natuurlijke omgeving plantenteelt open teelten CSPE BB

TECHNISCH INTERREGIONALE WERKGROEP (TIW) VOOR DE SAMENSTELLING VAN DE NATIONALE RASSENCATALOGUS VOOR LANDBOUWGEWASSEN

Het effect van een niet-kerende hoofdgrondbewerking op de opbrengst en interne kwaliteit van suikerbieten

Brochure Suikerbietenzaad 2018

versie: maart Diagnostiek CONTACTPERSONEN: ELMA RAAIJMAKERS EN BRAM HANSE

Schadedrempel en vermeerdering van witte bietencysteaaltjes (Heterodera schachtii) bij partieel resistente rassen

Zaaien en planten. Wat is er nodig om een zaadje te laten groeien?

Teelthandleiding. 2.1 grondbewerking en zaaibedbereiding voor suikerbieten

EFFECT VAN DE EVOLUTIE VAN HET KLIMAAT VAN DE LAATSTE JAREN OP ONZE SUIKERBIETENTEELT

Groenbemesters Een vruchtbare investering

Teelthandleiding. Rassen & Zaad

Suikerbiet. signalen. Praktijkgids voor een optimale suikeropbrengst. copyright. protected

Teelthandleiding. 5.5 preventie van schade door winderosie

Specifieke rassen: t Rhizomanie-rhizoctoniatolerant ras: Isabella kws t Rhizomanie-nematodenresistent ras: Bering. Foto: kbivb

Vanggewas. na maïs. Informatie en productenoverzicht. Lid van :

Teelthandleiding. Grondbewerking

Toepassing van Agro-Vital en Agriton bemestingsproducten in de teelt van zaaiuien.

Correct omgaan met pootgoed. Aanbevelingen

Teelthandleiding. 8.3 oogst wat gegroeid is

Rassenadvies. Wintertarwe Zuid-Nederland

Bestrijding van slakken in graszaad, 2004

7 Zaaien. Begin met goed zaad

RASSENADVIES: GROENBEMESTERS

Workshop Voorjaarsproblemen

Teelthandleiding. 4.5 kaliumbemesting

Reken af met duist in stappen

Groenbemester: noodzakelijk voor een goede conditie van je grond. Groenbemesters. Aanbreng organische stof. Daling nitraatresidu

Rassenadvies Wintertarwe Midden-Nederland

Teelthandleiding. Zaaien

Teelt Voederbieten en eiwithoudende gewassen

Weidemengsels 2017 Informatie en productenoverzicht

STRIPTILL IN DE MAISTEELT, MEER ERVARINGEN

Teelthandleiding. 6.2 beperking middelengebruik

8.1 Kwaliteit. versie: mei Suikergehalteverrekening /ton CONTACTPERSOON: TOON HUIJBREGTS. IRS Betatip 3. Verrekening in /ton biet

Teamsamenstelling: Jan Reinder Smeenge, Harry Koonstra, David van der Schans (PPO-WUR)

Rassenadvies Wintertarwe Noordwest-Nederland

Weidemengsels 2018 Informatie en productenoverzicht

Voorwoord Maiskopbrand

Stikstofinhoud van groenbemesters. van. Bij een lager (kunst)mestgebruik neemt het belang van een goede inschatting

No part of this book may be reproduced in any form by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the publisher.

landbouw en natuurlijke omgeving 2011 plantenteelt open teelten CSPE KB minitoets bij opdracht 16

Weidemengsels 2018 Informatie en productenoverzicht

Grondbewerkingssystemen voor de teelt van wintertarwe EH 0523 Door: ing.h.w.g. Floot

Bodemverdichting door landbouwmachines

MECHANISATIE: BODEMVERDICHTING EN PRECISIELANDBOUW. Technische dagen 2019 Ronald Euben

Agrarische Dienst April 2008

Rassenadvies Zaaiuien

Zwaartevan degronden stikstofbehoefte van suikerbieten

Deze Praktijkmiddag is een samenwerking tussen PPO Lelystad en IRS

Teelthandleiding. 3.6 horizontale bieten

Onderzoek naar gewassenschade in het landbouwgebied grenzend aan het Veerse Meer Opname 2006 (1).

Transcriptie:

Teelthandleiding

3.1 Vroeg of laat zaaien?... 1 2

3.1 Vroeg of laat zaaien? versie: maart 2018 Het IRS adviseert suikerbieten te zaaien zodra de grond bekwaam is, maar niet vóór 1 maart. Vroeg zaaien levert geld op en vermindert de (kans op) schade door onder andere aaltjes en rhizoctonia. De extra risico's van vorst zijn zeer gering. 3.1.1 Overwegingen Het tijdstip van zaaien hangt voornamelijk af van de toestand van de grond. Of deze bekwaam is en zonder versmering en verdichting bewerkt kan worden, zal men met eigen ervaring en inzicht moeten beoordelen. Lage temperatuur bij de beginontwikkeling van de planten verhoogt de kans op schieten. Vuistregel hierbij is dat meer dan veertig dagen met een maximumtemperatuur onder 12ºC later in het seizoen een schieterprobleem kan veroorzaken. De kans op een dergelijk aantal koude dagen is bij zaai in februari nog groot. Vanaf begin maart is de kans daarop kleiner, mits de verwachte maximumtemperatuur in de erop volgende periode van 10 dagen niet te vaak onder de 12ºC blijft. Rassen met resistentie tegen rhizoctonia of witte bietencysteaaltjes zijn wat gevoeliger voor schieten. Let bij deze rassen extra goed op de weersverwachting bij vroege zaai en zorg voor een vlotte opkomst, onder andere door niet te diep te zaaien en een goed zaaibed klaar te leggen. Vroeg zaaien kan betekenen dat de opkomst trager is door een lage temperatuur. Het is dan extra belangrijk om voor een goede conditie van het zaaibed te zorgen. Wordt op korte termijn na het zaaien hevige regen voorspelt, dan is het beter te wachten op percelen die gevoelig zijn voor korstvorming. Zaai ook niet te diep en neem eventueel een iets nauwere zaaiafstand (bijvoorbeeld 19 in plaats van 22 cm). De risico's op aantasting door kiemschimmels en bodeminsecten zijn door de bescherming vanuit de pil gering. Bij ondiepe zaai is wel een grotere kans op muizenschade. Houd daarmee rekening en bied zonodig op tijd alternatief voer aan. Andere ziekten (bijvoorbeeld bietencysteaaltjes en rhizoctonia) ontwikkelen zich juist pas later in het seizoen. Vroeg gezaaide bieten zijn dan verder in ontwikkeling en hebben al een zekere weerstand. In dat geval kan vroeg zaaien meehelpen deze ziekten goed te beheersen. Bij een droogtegevoelige grond is vroeg zaaien van belang om tijdig een diep wortelstelsel te krijgen. 3.1.2 Vroeg zaaien levert extra groei en dus financieel rendement op Vroeg zaaien van de bieten leidt gemiddeld door de jaren heen tot extra groei en geeft daardoor een hogere financiële opbrengst. Met behulp van het groeimodel SUMO zijn de verbeteringen gekwantificeerd (zie tabel 3.1.1. en figuur 3.1.1.). Tabel 3.1.1. Berekeningen met het groeimodel SUMO bij gemiddeld weer. 1

zaaidatum wortelopbrengst verschil in financiële suikeropbrengst opbrengst t.o.v. 1 maart (t/ha) (t/ha) ( /ha) 01 maart 96,1 16,7 16 maart 93,6 16,2-100 01 april 89,8 15,4-260 16 april 86,9 14,9-380 01 mei 84,8 14,4-470 16 mei 78,5 13,1-750 Figuur 3.1.1. Invloed van zaaidatum op wortel- en suikeropbrengst, berekend met SUMO op basis van gemiddeld weer. Elke dag uitstel van zaaien kost in maart gemiddeld ruim 200 kg wortelopbrengst per dag. In april is dat circa 375 kg per dag en in mei 600 kg per dag. 3.1.3 Geen extra vorstrisico's bij vroeg zaaien Jonge bietenplanten zijn net na opkomst het meest gevoelig voor vorst, vooral bij grote verschillen tussen de dag- en de nachttemperatuur. Het aantal dagen met flinke vorst aan de grond (zie tabel 3.1.2.) neemt vanaf de tweede decade van maart tot ver in april bijna niet af. Dat betekent dat vroege zaai vanaf eind februari het risico op bevriezen van de bietenplanten weinig verhoogt, omdat het pakweg twee weken duurt voordat de bieten boven staan. Tabel 3.1.2. Gemiddeld aantal nachten met temperaturen onder -3 C op 10 cm hoogte (periode 1986-2005; bron: KNMI). weerstation februari maart april III I II III I II III Eelde 2,9 2,7 1,6 2,2 1,7 1,8 1,1 Rotterdam 2,4 2,5 1,7 1,9 1,7 1,1 0,7 Volkel 2,9 2,8 2,5 2,7 2,3 1,6 0,8 Er is dus geen reden om het zaaien uit te stellen vanwege vorstrisico. Probeer wel te vermijden dat 2

in het vroege voorjaar de bovengrond los wordt gemaakt, daar dat bij nachtvorst een snelle afkoeling van de luchtlaag erboven bevordert. Dus niet schoffelen in perioden dat nachtvorst kan voorkomen. Contactpersoon Martijn van Overveld Noud van Swaaij 3