Kenmerk: Jorg Willems. Projectfase: Datum: 10 januari 2007

Vergelijkbare documenten
agendapunt Aan Commissie Watersystemen - kwaliteit en kwantiteit WATERKWALITEITSRAPPORTAGE GLASTUINBOUWGEBIED

Kees Steur Waterschap Zeeuwse Eilanden coördinator Waterkwaliteit en Milieu

Plan van aanpak uitwerking gebiedsgerichte risicobenadering of MLV

Westland/Oostland, samen op weg naar de emissieloze kas in 2027

versie 16 aug HOOFDLIJNEN GEBIEDSPROCESSEN 3. Fase 1: UITWERKING VOORVERKENNING 4. Fase 2: UITWERKING VERKENNING

In de beslisnota wordt aan u gevraagd in te stemmen met de vastgestelde doelen en maatregelen.

Achtergrondnotitie De toon van communicatie aan doelgroepen in relatie tot verbetering van de chemische waterkwaliteit

Waterzuivering Westland Bijeenkomst 's-gravenzande

Bestuursrapportage 2014 waterschap Vechtstromen Versie 24 november 2015

agendapunt Aan Verenigde Vergadering EVALUATIE BELEIDSNOTA GRONDWATERBEHEER

Datum: Adviserend. 24 januari Feb/mrt 30 januari

BESTUURLIJKE SAMENVATTING AFSTEMMEN INVESTERINGEN

Aanpak verbetering chemische waterkwaliteit

1. Voorstel voor behandeling Aangeven of u kunt instemmen met de door g.s. genomen besluiten onder 1 tot en met 5

Uitgangssituatie. Uitgangssituatie. Waterkwaliteit is verbeterd, maar doelstelling nog niet voltooid.

Juist (nu) aansluiten

Samen met de agrarische sector werken aan schoon water

Waterkwaliteit verbeteren!

agendapunt 3.b.3 Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden VOORTGANG AFRONDING JUIST (NU) AANSLUITEN Datum 7 januari 2014

ONTWIKKEL EEN GEZAMENLIJKE VISIE OP HET DUURZAAM BODEMGEBRUIK. Bijeenkomst XXX dag-maand-jaar, Locatie

Zuiveringstechnieken. 31 mei Guus Meis, beleidsspecialist Water & Omgeving

Informatiesheet deelname collectief AWZI Nieuwe Waterweg

Netwerkdag IKN Jan Broos, Adviesbureau Broos Water BV 20 april 2017

Projectplan Detailhandelsvisie gemeente Drimmelen, alle kernen

Europese Kaderrichtlijn Water

32627 (Glas)tuinbouw Gewasbeschermingsbeleid. Nr. 19 Brief van de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu

agendapunt 04.B.10 Aan Commissie Gezond, schoon en gezuiverd water MAATREGELPLAN LOKALE KNELPUNTEN EN KANSEN WATERKWALITEIT 5DE RONDE

Samenvatting projectplan Versterking bevolkingszorg

Onderwerp: Risico inventarisatie project rwzi Utrecht Nummer: Dit onderwerp wordt geagendeerd ter kennisneming ter consultering ter advisering

Afspraken tussen raad, college en organisatie bij (grote) ruimtelijke gemeentelijke projecten S.Reijmer, 2 maart 2016, TA

VOORSTEL AB AGENDAPUNT :

Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen

Parafering besluit PFO Woo I Conform - D&H H - Geparafeerd door: Egmond, B.M. van cie WK

PROVINCIAAL BLAD. Openstellingsbesluit POP-3 niet-productieve investeringen water Zuid-Holland april 2018

Leidraad communicatie en participatie particuliere (bouw)initiatieven

Voortgang KRW: maatregelen, doelbereik en innovatie. 13 december 2012; Frank van Gaalen

80597ddb b8-b238-e40d818d7a77 1/5

Kwaliteitsbeelden 2.0: samen werken aan stedelijk water. Presentatie PWVE 2 oktober 2014 Dorien Roubos

Datum 14 januari 2011 Opgemaakt door afdeling Planvorming. Huidige samenwerking in de Veluwse afvalwaterketen

Collectieve waterzuivering Dinsdag 19 april 2016

Rondweg-Oost N233 Maatregelen treden 3 Um 5 Ladder van Verdaas

Spoorboekje. Beeldvorming. Oriëntatie op de bestuurlijke toekomst van de gemeente Landsmeer. Oordeelsvorming Besluitvorming

1 Samenwerkingsovereenkomst Rotterdamse afvalwaterketen. Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen

Totaalbeeld rekenkameronderzoek naar de positie van de raad bij kaderstelling, sturing en controle van grote projecten Overkoepelende rapportage

Dialoog veehouderij Venray

Verkenning (stedelijk) grondwaterbeheer

Provero bijeenkomst. Utrecht, 15 november 2016 Ernst Koperdraat Jos Dolstra

AANVRAAG INVESTERINGSPLAN EN KREDIET PROGRAMMATISCHE AANPAK KRW- OPGAVE NATTE ECOLOGISCHE ZONES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 20 april 2018 Rapportage plancapaciteit

Presentatie evaluatie RAP

Ondergrondse opslag. Kansen en dilemma s

Afvalwaterplan DAL/W 2 In vogelvlucht. Gemeente Delfzijl Gemeente Appingedam Gemeente Loppersum Waterschap Noorderzijlvest Waterschap Hunze en Aa s

Provinciale Staten van Noord-Holland. Voordracht 64

Geachte mevrouw Dekker,

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 24 mei 2018 U Lbr. 18/ Factsheet. Voortgang Samenwerken aan Water

Sector/stafafdeling: Ter behandeling in de vergadering van: de commissie Samenleving d.d. 3 april 2019 de Raad d.d. 26 maart 2019

Plan van aanpak voor een tussentijdse evaluatie beleidsplan Sociaal Domein

PROVINCIAAL BLAD. Gelet op artikel 1.3 van de Uitvoeringsregeling POP-3 Zuid-Holland,

Inhoud lezing uitvoeringsprogramma diffuse bronnen waterverontreiniging (UP)

Agendaformulier B&W-vergadering 1 november Raadsinformatiebrief *16.I000864* 16.I Programma. Ruimte, Bouwen en Wonen

GEMEENTE ^ LaHSlPgCrl3RCj. Westland/Oostldnd, samen op weg naar de emissieloze kas in Afsprakenkader waterkwaliteit en glastuinbouw

VRAGENBOOM INTERACTIEF WERKEN [IBO-protocol]

Hoe kan het versnellen van investeringsprojecten bijdragen tot een breder maatschappelijk draagvlak?

PROCESPLAN INTERACTIEF WERKEN LANGEDIJK ONTWIKKELT MET WATER Vastgesteld door college van B&W d.d. 26 april 2016

Veel belangstelling voor startbijeenkomst ontwerp omgevingsplan Hembrugterrein

Rekenkamercommissie Onderzoeksaanpak

Jos Dolstra. Erna Roosendaal MWH VNG. Voorzitter VVM sectie Milieurecht en Praktijk en projectleider jaarlijkse Dag v.d. Omgevingswet.

Doorwerking resultaten uit Kallisto project. Ger Renkens gemeente Eindhoven

Opbouw. Het belang van natuurvriendelijke oevers. EU Kaderrichtlijn Water (KRW) Waterbeleid. Doel KRW voor oevers. EU Kaderrichtlijn Water Maatregelen

WATERKLIMAATPLAN PIJNACKER-NOOTDORP HELDER OVER WATER EN KLIMAAT

Plan van Aanpak Format. Pilot functiecreatie gemeente/provincie SW bedrijf

Pakket van maatregelen emissiereductie gewasbescherming open teelten: acties algemeen

Aan de Raad. De gevraagde maatregelen voor en bijdragen van onze gemeente zijn in dit voorstel opgenomen.

VOORSTEL. Documentnummer Programma Waterketen Projectnummer. Afdeling Planvorming Bijlage(n) 1 Onderwerp Beleidskader nieuwe stoffen

Zesde actieprogramma Nitraatrichtlijn ( ): proces en stand van zaken. Inhoud

Voorstel ontwikkeling duurzaamheidsparagraaf Zoetermeer. 1. Inleiding

Plan van Aanpak. Beleidsplan WMO Jeugd Aanleiding

Voortgangsrapportage Gemeenteraad Beekstraatkwartier Bestemd Gemeenteraad Periode April/mei Status Openbaar Datum 13 mei 2013

Meerjarenagenda Algemeen Bestuur ODZOB

Zandwinputten. Baggernet Thema-ochtend over Zandwinputten. Een overzicht. Afdelingsoverleg Bodem & Water 22 juni John Maaskant.

Toelichting ontwerp Factsheets Kaderrichtlijn Water. Planperiode Waterschap Noorderzijlvest

Rekenkamercommissie Vallei en Veluwerand

Implementatieplan interactief beleid

Verandertypen en invoeringsstrategieën Omgevingswet. Raad op zaterdag Ernst Koperdraat 24 september 2016

Voorstel. Aan algemeen bestuur 1 maart 2011

ONDERWERP: Aanpak wateroverlast in Arnhem-noord

Afstemming programma-indeling P&C-cyclus met WBP

Regionale koers beschermd wonen en maatschappelijke opvang U16 gemeenten

INITIATIEFVOORSTEL Gemeente Velsen

Je weet wat je wilt bereiken, maar wie & wat loop je tegen het lijf?

Impulsregeling Kwaliteitswater in de Stad 2017

Raadsvoorstel. 3. Inleiding

Klimaatakkoord. Ministerie van Economische Zaken en Klimaat T.a.v. de heer ir. E.D. Wiebes Postbus EK 'S-GRAVENHAGE

Algemeen Onderwerp Projectplan marktbewerkingsplan Gooi & Vechtstreek Verspreiden Ja Contactpersoon Paul Scholtz

Regionale Energie Strategie

Omgevingsvisie provincie Noord-Brabant

1. Het Investeringsplan complex buitengewoon onderhoud regionale keringen ter

Doorontwikkeling KRW-Verkenner. Bijeenkomst voor de waterschappen, georganiseerd door STOWA, DGW, Deltares en RWS Waterdienst

Aan Commissie Watersystemen - kwaliteit en kwantiteit SANERING LOZINGEN GERIOLEERDE PERCELEN (AANSLUITSTRATEGIE)

Transcriptie:

Kenmerk: 620290 Opstellers: Status: Projectfase: Marcel van Uitert Jorg Willems Definitief Eind Datum: 10 januari 2007 Kopie: Opdrachtgever Projectleiders Programmacoördinator Clusterdirecteur Projectteam Projectdossier (origineel)

Pilotprojecten Kaderrichtlijn Water Delfland In 2006 zijn twee Kaderrichtlijn Water pilotprojecten uitgevoerd, de pilot Glastuinbouwgebied en de pilot Stedelijk water Den Haag. Deze pilotprojecten vormen een voorbereiding op de Detailanalyse KRW. De pilot Glastuinbouwgebied maakt duidelijk hoe het proces, van samen zoeken naar haalbare doelen en betaalbare maatregelen eruit kan zien. De pilot Stedelijk water Den Haag geeft inzicht in het bestuurlijke besluitvormingsproces. Deze samenvatting is een onderlegger voor het Procesontwerp Detailanalyse van Delfland. De leerpunten en aanbevelingen uit de pilotprojecten hebben hun weerslag op het KRW-gebiedsproces voor de periode 2007 tot 2009. 1. Inleiding In oktober 2005 stelde Delfland het werkplan Implementatie Kaderrichtlijn water 2005-2009 vast. Dit werkplan geeft op hoofdlijnen een beschrijving van de werkzaamheden in de genoemde periode. Het primaire KRW-werkproces bestaat grofweg uit drie hoofdfasen : de globale analyse, de detailanalyse en het bestuurlijk traject. Halverwege 2006 is de globale analyse afgesloten met een rapportage waarin een bandbreedte voor de KRW-opgave is neergelegd. Na de zomer van 2006 startte Delfland met de voorbereiding van de detailanalyse. De twee KRW-pilotprojecten zijn uitgevoerd in de periode waarin Delfland de globale analyse afrondde en van start ging met de detailanalyse. Doel van de pilotprojecten Doel van deze pilots was om vooruitlopend op de detailanalyse kennis en ervaring op te doen voor het inrichten van deze fase en het daaropvolgende bestuurlijke besluitvormingsproces in 2008/2009. De pilots vormden daarmee een brug tussen de globale analyse en de detailanalyse. In onderstaand figuur zijn de werkzaamheden in een tijdlijn weergegeven. F Figuur 1: werkplan Delfland voor KRW 2005-2009 Doel van deze samenvatting: Dit is een uitgebreide samenvatting van de resultaten van de KRW-pilotprojecten Glastuinbouwgebeid en Stedelijk water Den Haag. Het doel van deze samenvatting is om de resultaten van de twee pilotprojecten breed te verspreiden. Met deze uitgebreide samenvatting wil Delfland zowel betrokkenen in het gebied, als Delflanders informeren over de resultaten van de pilots. In de samenvatting is per pilotproject de aanleiding, werkwijze, resultaten en aanbevelingen weergegeven. Samenvatting pilotprojecten Kaderrichtlijn Water Delfland 3

2. Pilot Glastuinbouwgebied In de glastuinbouwgebieden is de KRW-opgave bijzonder urgent. Niet alleen de problemen met eutrofiering (het water bevat te hoge concentraties stikstof en fosfaat), maar ook de hoge toxiciteit van het oppervlaktewater (te hoge concentraties gewasbeschermingsmiddelen en zware metalen) en gebrek aan ruimte voor ecologie (inrichting) spelen hierbij een rol. De oplossing van deze problematiek is complex. De glastuinbouwsector heeft immers een belangrijke economische functie en er is een groot aantal betrokken partijen met uiteenlopende belangen. De urgentie en de mogelijke impact van de KRW wordt in het gebied nog niet altijd onderkend en niet door alle partijen op dezelfde manier beleefd. Dit komt voornamelijk doordat de ene partij meer kennis heeft van de toestand van de waterkwaliteit in het gebied en de negatieve consequenties die daaruit kunnen voortvloeien voor de eigen bedrijfsvoering dan de andere partij. Ook het economisch perspectief van de regionale ontwikkeling en maatschappelijke taken (bijvoorbeeld van gemeenten) spelen mee in de verschillen in perceptie. De pilot volgt een aanpak langs twee sporen: een procesmatig en een inhoudelijk spoor. Beide sporen kennen specifieke doelen, aanpak en resultaten. Zij worden in dit hoofdstuk apart beschreven. 2.1 Doelstellingen Doelstellingen procesmatig spoor Het opzetten van een probleemerkenningstraject met de relevante partijen in het glastuinbouwgebied, zodat deze partijen hun eigen specifieke belangen bij de KRWopgave leren (her)kennen en hun verantwoordelijkheid willen nemen in een gezamenlijke KRW detailanalyse. o verbeteren van het kennisniveau van de actoren in het glastuinbouwgebied voor de onderwerpen waterkwaliteit en Kaderrichtlijn Water; o het komen tot gezamenlijke probleemerkenning met betrekking tot de waterkwaliteit in het licht van de Kaderrichtlijn Water; o het opstellen van een voorstel voor een werkplan Detailanalyse West- en Oostboezem met de actoren in het gebied. Doelstellingen technisch spoor Het verzamelen van denkbare maatregelen in de vorm van een longlist om de chemische en ecologische waterkwaliteit te verbeteren die specifiek zijn gerelateerd aan de glastuinbouw. Het gaat daarbij zowel om gangbare als innovatieve maatregelen, concepten en leerpunten uit pilotprojecten. Verder wordt er onderscheid gemaakt tussen maatregelen die op landelijk en regionaal niveau worden genomen, en tussen bronmaatregelen, end-of-pipe maatregelen, RO-maatregelen (relatie herstructurering) en inrichting- en beheermaatregelen. Bepalen in welke mate de maatregelen kunnen bijdragen aan het realiseren van de chemisch en ecologische KRW-doelen. Daarbij is inzichtelijk gemaakt waar de balans ligt tussen landelijke en regionale maatregelen. 2.2 Werkwijze Procesmatig spoor Voor het procesmatig spoor heeft Delfland een intermediair ingezet met als opdracht een concept werkplan detailanalyse voor de West- en Oostboezem op te stellen. De intermediair is met de onderstaande kernboodschap het glastuinbouwgebied ingegaan. Kernboodschap: De Kaderrichtlijn Water biedt mogelijkheden om gebiedsgericht, met de betrokken overheden en private partijen, haalbare waterkwaliteitsdoelen en betaalbare maatregelenpakketten samen te stellen en de uitvoering daarvan te faseren in lijn met de ontwikkelingen (bijvoorbeeld herstructurering) in het glastuinbouwgebied. Het is in het belang van alle partijen om deze kans aan te grijpen, zowel met het oog op de waterkwaliteit in het gebied, als met het oog op de ontwikkelingsperspectieven van de glastuinbouw. Samenvatting pilotprojecten Kaderrichtlijn Water Delfland 4

Het procesmatig spoor startte met bilaterale gesprekken met de actoren in het glastuinbouwgebied. De bilaterale gesprekken waren een opmaat voor een eerste rondetafelbijeenkomst met de direct betrokken besturen uit de glastuinbouwgebieden. Hierin werden de positionering, voorwaarden en voorbehouden van de glastuinbouwsector bij samenwerking in het KRW proces duidelijk. In een tweede rondetafelbijeenkomst met de actoren uit het glastuinbouwgebied is een eerste voorstel voor een concept werkplan besproken. Ten slotte is met enkele actoren nog een bilateraal gesprek gevoerd. Uiteindelijk resulteerde dit in een voorstel voor een werkplan Detailanalyse voor de West- en Oostboezem. Technisch spoor De uitdaging van dit onderdeel van de pilot Glastuinbouwgebied zat hem in het boven tafel krijgen van maatregelen, pilotstudies en onderzoeken voor de verbetering van de waterkwaliteit in glastuinbouwgebieden. De grote bulk van het werk is uitgevoerd als een deskstudie, waarin informatie over waterkwaliteitsmaatregelen in de glastuinbouw is gebundeld. De verzamelde informatie vormde input voor werksessies, waarin de relevantie en effectiviteit en categorisering van de verzamelde maatregelen in beeld is gebracht. 2.3 Resultaten Procesmatig spoor Hieronder zijn de resultaten van het procesmatig spoor kort weergegeven: het procesmatig spoor heeft een conceptvoorstel voor een werkplan Detailanalyse Westen Oostboezem opgeleverd. De partijen die bij de pilot betrokken waren, kunnen zich vinden in dit conceptvoorstel; in het conceptvoorstel wordt voorgesteld om langs drie sporen te werken: een inhoudelijk spoor, een maatschappelijk spoor en een besluitvormingsspoor; om de samenwerking in de detailanalyse een succes te laten worden, moeten onderstaande drie uitgangspunten aan de basis staan: o de urgentie om samen te werken in het KRW proces moet duidelijk zijn en gedeeld worden; o herkenbaarheid van de huidige situatie, waterkwaliteitsproblemen, maatregelen en o kosteneffectiviteit moeten in beeld zijn gebracht; de capaciteit van organisaties om mee te werken in de detailanalyse is beperkt; een slim werkproces is daarom essentieel. tussen het besluitvormingsproces van de gezamenlijke overheden en de meningsvorming en uiting van maatschappelijke organisaties zit een sterke afhankelijkheid. Het is dan ook noodzakelijk dat er geen verassingen optreden tijdens het besluitvormingsproces; tijdens het proces is het van belang alert te zijn op het tijdig benoemen van onzekerheden. Technisch spoor De deskstudie heeft een lijst met 68 maatregelen opgeleverd. Hiervan zijn 48 maatregelen relevant voor het KRW-proces. Over het algemeen zijn het de bekende maatregelen die naar voren zijn gekomen. De 48 relevante maatregelen brengt Delfland in het KRW-proces in als potentieel te nemen maatregelen. Over deze maatregelen heeft dus nog geen besluitvorming plaatsgevonden. Dit is immers uitkomst van het KRW-proces. Een groot deel van de gevonden maatregelen heeft betrekking op emissies. De helft van de maatregelen vallen onder de categorie bronmaatregelen en 25% onder de categorie end-of-pipe. Maatregelen met een groot effect op de reductie van stikstof- en fosfaatemissies zijn: o terugdringen van spuien van overtollig gietwater op oppervlaktewater / opvangen, reinigen en hergebruiken van drainagewater / recirculeren en gesloten teelten. In GLAMI 1 -verband wordt hier al invulling aan gegeven, doordat men begonnen is met het opstellen van emissienormen. In 2010 moet het Besluit glastuinbouw aangepast zijn op emissienormen. De glastuinbouwsector heeft de ambitie uitgesproken te zorgen voor een totale nulemissie voor stikstof en fosfaat in 2027. 1 Samenwerkingsverband tussen overheden en glastuinbouwsector op het gebied van Glastuinbouw en Milieu. Samenvatting pilotprojecten Kaderrichtlijn Water Delfland 5

o o uitplaatsen van grondgeboden glastuinbouw uit kwelgebieden of (indien mogelijk) overgaan op substraatteelt. inzamelen en zuiveren van het afvalwater. In het kader van riolering buitengebied wordt hier door de gemeenten, Delfland en de glastuinbouwsector reeds invulling aan gegeven. In 2010 moet het overgrote deel van de glastuinbouw aangesloten zijn op riolering, waardoor er aanzienlijk minder emissies van nutriënten naar het oppervlaktewater plaatsvindt. Effectieve maatregelen om gewasbeschermingsmiddelen te verminderen zijn: o terugdringen van spuien van overtollig gietwater op oppervlaktewater / opvangen, reinigen en hergebruiken van drainagewater / recirculeren en gesloten teelten. o opvangen van condenswater / opvangen en hergebruiken First flush. o stimuleren biologische glastuinbouw. Bijna de helft van de relevante KRW-maatregelen kunnen individueel en/of regionaal genomen worden. Van 40% van de maatregelen moet nog nader bekeken worden op welke schaal deze genomen zouden kunnen worden. Er is ingeschat dat 70% van de maatregelen in potentie mee kunnen liften met de herstructurering van de glastuinbouw. Bij de meeste maatregelen kon nauwelijks bruikbare informatie gevonden worden over kosten en kosteneffectiviteit. Maatregelen in de ruimtelijke ordening: In het technisch spoor is expliciet gezocht naar maatregelen in de ruimtelijke ordening en (her)inrichting van glastuinbouwgebieden. Er is naar vier ontwikkelingsgebieden gekeken waarvan de planvorming in een vergevorderd stadium is. Uit de planvorming kan opgemaakt worden dat duurzaamheid hoog op de agenda staat en de Kaderrichtlijn water is als onderwerp genoemd. De slag van planvorming naar concrete inrichting voor de Kaderrichtlijn Water is nog niet gemaakt. In de plannen staan geen duidelijke kentallen en inrichtingseisen die als voorbeeld gebruikt kunnen worden voor de detailanalyse van Delfland. In deze plannen van de vier ontwikkelingsgebieden blijft het bij algemene inrichtingsprincipen. In de ruimtelijke ordening en (her)inrichting van gebieden zijn de volgende algemene inrichtingsmaatregelen frequent genoemd: o collectieve gietwatervoorziening; o aanleg van (verbeterd) gescheiden rioolstelsel in combinatie met zuivering; o inpassing en zonering van glastuinbouw en natuur- en milieubelangen. 2.4 Conclusie en aanbevelingen Procesmatig spoor De resultaten van het procesmatig spoor gebruikt Delfland in de detailanalyse van de Westen Oostboezem. De actoren in het glastuinbouwgebied zijn enthousiast om mee te werken. Met veel energie en kennis van het glastuinbouwondernemen staat de sector klaar om deel te nemen aan de detailanalyse. Bij het opstellen van het definitieve werkplan voor de West- en Oostboezem moeten de volgende punten in acht worden genomen: gezamenlijke probleemerkenning en opbouwen van bestuurlijke urgentie; instellen van bestuurlijke arena, inclusief bestuurlijke samenstelling; bestuurlijke opdrachtbeschrijving voor het inhoudelijke spoor met daarin de criteria, voorwaarden en uitgangspunten; contacten leggen met maatschappelijk betrokken individuen en organisaties en relevantie en noodzaak aangeven om deel te nemen aan de detailanalyse; in het inhoudelijke spoor moet de onderlinge verhoudingen tussen verschillende belangengroepen evenwichtig zijn verdeeld; uitwerken van de inhoudelijke opgave in het inhoudelijke spoor; vastleggen van denkbare maatregelen en daarna onderscheiden van haalbare, niet haalbare en onzekere maatregelen; ondersteunen van de bestuurlijke besluitvorming en maatschappelijke beeldvorming ten behoeve van onzekere maatregelen. Bestuurlijke besluitvorming kan ondersteund worden Samenvatting pilotprojecten Kaderrichtlijn Water Delfland 6

door bijvoorbeeld een maatschappelijke kosten-baten-analyses of een multi-criteriaanalyses; waarborgen van transparante afweging richting definitieve keuzes ten behoeve van ambitie 2027 én maatregelplan 2009-2015. Technisch spoor De inventarisaties die uitgevoerd zijn voor het technisch spoor hebben geleid tot 48 bruikbare maatregelen om de oppervlaktewaterkwaliteit te verbeteren. De maatregelen in deze lijst zijn voornamelijk maatregelen ter voorkoming en beperking van emissies naar het oppervlaktewater (brongerichte en end of pipe maatregelen). Dit is ook het type maatregelen waar veel onderzoek naar wordt gedaan. Er is veel minder bekend over maatregelen in de inrichting en beheer en onderhoud in glastuinbouwgebieden. De maatregelenlijst zal ingebracht worden in het KRW-gebiedsproces waar bepaald wordt of de maatregelen uitvoerbaar en betaalbaar zijn. Natuurlijk kunnen er ook nieuwe maatregelen aan de lijst toegevoerd worden. Het landelijke onderzoek m.b.t. de glastuinbouwsector richt zich op terugdringen van emissies en verbetering van de bedrijfsvoering. De onderzoeken en maatregelen zijn dan dus ook vooral technisch van aard. Daardoor zijn er in de pilot Glastuinbouwgebied ook geen specifieke maatregelen geïdentificeerd die betrekking hebben op verbetering van de ecologische waterkwaliteit in de glastuinbouwgebieden. 3. Pilot Stedelijk water Den Haag In april 2006 ging de KRW-pilot Stedelijk Water Den Haag van start. De pilot was een gezamenlijk project van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, het adviesbureau DHV, de Gemeente Den Haag, het Hoogheemraadschap van Delfland en de Provincie Zuid-Holland. Het project maakt deel uit van een initiatief van VNG en DHV om de betrokkenheid van gemeenten bij het uitwerken van de KRW te vergroten. In een vijftal pilots, verspreid over Nederland, is getracht de consequenties van de KRW voor gemeenten in beeld te brengen. Aanleiding voor de pilots was het feit dat gemeenten tot 2006 nauwelijks bij het uitwerken van de KRW waren betrokken. De gemeenten zijn echter na 2009 verantwoordelijk voor het uitvoeren van een deel van de maatregelen. De pilot draagt bij aan het inzichtelijk maken van de rollen en taken van gemeenten in het werkproces van de KRW. Over de resultaten van de pilots is en wordt uitvoerig gecommuniceerd, onder andere via netwerkbijeenkomsten en de website www.krwnetwrk.nl. Het initiatief wordt door Stichting Leven met Water gesubsidieerd. 3.1 Doelstellingen pilot De pilot richtte zich op het in beeld brengen van de bestuurlijke kansen en knelpunten van de KRW voor de Gemeente Den Haag. Het ging daarbij zowel om het in beeld brengen van inhoudelijke kansen en knelpunten rondom planvorming (waterkwaliteitsopgave), als om de procesmatige kansen en knelpunten rondom besluitvorming (bestuurlijke keuzeruimte). Inhoudelijk ging het om het in beeld brengen van de toekomstige waterkwaliteitsopgave (geïnitieerd vanuit de KRW) voor het stedelijke gebied van Den Haag en daarmee het beantwoorden van vragen als: Wat is de relatieve bijdrage van de belasting vanuit het stedelijke gebied aan de totale belasting van het watersysteem? Wat zijn de huidige maatregelen om de (ecologische) waterkwaliteit te verbeteren? Welke aanvullende maatregelen zijn nodig en mogelijk om de (ecologische) waterkwaliteit te verbeteren? Wat zijn de financiële en ruimtelijke consequenties van de waterkwaliteitsopgave? Bestuurlijk ging het om het in beeld brengen van de bestuurlijke keuzeruimte rondom planen besluitvorming voor gemeente, hoogheemraadschap en provincie door: het identificeren van bestuurlijke keuze- en sturingsmogelijkheden; Samenvatting pilotprojecten Kaderrichtlijn Water Delfland 7

het in beeld brengen van de mogelijkheden om de samenwerking tussen gemeente, hoogheemraadschap en provincie verder uit te bouwen. Door het laatstgenoemde bestond er ook een relatie tussen de pilot en het opstellen van het plan van aanpak voor de detailanalyse binnen Delfland. 3.2 Werkwijze De pilot kende een aanpak langs twee sporen: een inhoudelijk spoor gericht op het verzamelen van watersysteeminformatie en het bepalen van mogelijke waterkwaliteitsdoelen en maatregelen; een bestuurlijk spoor gericht op het inzichtelijk maken van de rollen, taken en wettelijke verplichtingen van vooral de gemeente. Dit had betrekking op de KRW en het proces van bestuurlijke besluitvorming over doelen en maatregelen. Voor het inhoudelijk spoor is beschikbare informatie verzameld en gerapporteerd. Voeding hiervoor waren bronnen als documenten en informatiesystemen. Voor het bestuurlijke spoor is een desktopstudie uitgevoerd en zijn betrokken bestuurders geïnterviewd. 3.3 Resultaten De pilot heeft de samenwerking tussen de betrokken medewerkers van gemeente, waterschap en provincie vergroot en verdiept. Men heeft kennis genomen van ieders belang, ieders interpretatie van de KRW en de mogelijke waterkwaliteitsopgave, die gezamenlijk moet worden bepaald. De belangrijkste inhoudelijke leerpunten zijn: het is nu niet mogelijk de (relatieve) bijdrage van verschillende bronnen aan knelpunten in het oppervlaktewater op een betrouwbare wijze aan te duiden; de gemeente heeft behoefte aan het operationaliseren van de waterkwaliteitsopgave in ruimtelijke zin (beelden en ruimtevraag) om vanuit haar kennis aan het werkproces te kunnen bijdragen; kansen om de waterkwaliteit te verbeteren bestaan vooral binnen (grootschalige) herinrichtingprojecten. Beperkingen komen voort uit de beschikbare fysieke ruimte, bijvoorbeeld voor de aanleg van natuurvriendelijke oevers en de reikwijdte van het beschikbare instrumentarium, bijvoorbeeld rondom het tegengaan van emissies van uitloogbare bouwstoffen. De belangrijkste bestuurlijk leerpunten zijn: gemeenten zijn op basis van de Nederlandse wetgeving formeel niet verplicht bij te dragen aan het uitwerken van de KRW. Gemeentelijke medewerking is vrijwillig echter in de decembernota 2006 is door het rijk hierover een passage opgenomen over de gemeentelijke medewerking en behoorlijk bestuur; gemeenten zijn vanuit aanverwante politiek-bestuurlijke verantwoordelijkheden, bijvoorbeeld op het vlak van milieu, beleving, e.d. betrokken bij en verantwoordelijk voor het bepalen en uitvoeren van maatregelen om de (ecologische) waterkwaliteit te verbeteren; betrokken bestuurders van alle partijen hebben behoefte aan het krijgen van exact dezelfde informatie om in gezamenlijkheid tot plan- en besluitvorming te komen; betrokken bestuurders hebben ook behoefte aan het op een sprekende manier in beeld brengen van de noodzakelijke maatregelen om andere bestuurders en burgers mee te krijgen; betrokken bestuurders vinden het een risico dat burgers nog nauwelijks op de hoogte zijn van de inhoud en het proces van de KRW en de mogelijke consequenties ervan. betrokken bestuurders lijken te hoge verwachtingen te hebben van zaken als het in beeld brengen van de bijdrage van verschillende verontreinigingsbronnen aan waterkwaliteitsproblemen. Bestuurders moeten mogelijk besluiten nemen op basis van informatie met onzekerheidsmarges, bijvoorbeeld als het gaat om (ecologische) effectiviteit van maatregelen. Samenvatting pilotprojecten Kaderrichtlijn Water Delfland 8

3.4 Conclusies en aanbevelingen Conclusies op hoofdlijnen De pilot heeft inhoudelijk niet de gewenste resultaten opgeleverd. De beoogde verdieping van de globale verkenning richting de detailanalyse is slechts gedeeltelijk bereikt. Redenen hiervoor zijn het ontbreken van voldoende basisinformatie over het watersysteem en het ontbreken van uitgewerkte (landelijke) kaders als ecologische maatlatten. Ook (detail)informatie over de relatie tussen bron lozing -voorkomen in watersysteem en effect voor bepaalde probleemstoffen ontbreekt. Het bepalen van (kosten)effectieve maatregelen om deze probleemstoffen aan te pakken is daarmee moeilijk. Mogelijk is onderzoek noodzakelijk. Daarnaast kunnen bepaalde probleemstoffen alleen worden teruggedrongen als bestaande instrumenten worden aangescherpt of nieuwe instrumenten worden ontwikkeld (wet- en regelgeving). Voorbeelden zijn: het afdwingbaar maken van duurzaam bouwen of het verplicht uitvoeren van het waterkwaliteitsspoor. Bestuurlijk heeft de pilot meer inzicht verschaft in de rollen, taken, wensen en belangen van de gemeenten bij het werkproces van de KRW. Om medewerking van gemeenten te verkrijgen is het nodig zoveel mogelijk aan te sluiten bij werkwijzen, denkbeelden en ambities van gemeenten. Verder wordt het eenduidig en transparant communiceren over inhoud en proces gezien als randvoorwaarde voor het bepalen van haalbare waterkwaliteitsdoelen en uitvoerbare maatregelen. Belangrijkste aanbevelingen Maak voor de detailanalyse zoveel mogelijk gebruik van informatie en kennis bij gemeenten, zowel over doelen en ambities als over uitvoerbaarheid en effectiviteit van maatregelen. Informeer betrokken bestuurders tijdig en regelmatig over bestuurlijke thema s en te nemen besluiten. Duid zo vroeg mogelijk in het proces aan waarover bestuurders in het proces besluiten gaan nemen. Dit voorkomt verrassingen en maakt het mogelijk de ambtelijke inspanningen te richten op de bestuurlijke behoefte aan informatie en keuzemogelijkheden. Richt de discussie met bestuurders en gebiedspartijen (maatschappelijke belangenorganisaties) vooral op het bepalen van maatregelen. Het opstellen van ecologische waterkwaliteitsdoelen is een technisch-inhoudelijke exercitie die het beste aan deskundigen kan worden overgelaten. Maak de baten van maatregelen inzichtelijk én zichtbaar. Door baten goed in beeld te brengen, ontstaat mogelijk bij burgers en doelgroepen draagvlak voor het uitvoeren van noodzakelijke maatregelen én de kosten/lastenstijging die hiermee is gemoeid. Mogelijke manieren zijn een voorbeeldenboek met beeldmateriaal, een kwalitatieve analyse van kosten-baten. Communiceer duidelijk en regelmatig over de voortgang en inhoud van het proces richting doelgroepen en burgers. Gebruik daarvoor de bestaande communicatiemiddelen of ontwikkel nieuwe middelen. 4. Vervolgtraject De resultaten en de leerervaringen uit de pilots zijn doorvertaald in het Procesontwerp Detailanalyse (Delflands kenmerknummer 611113 en te downloaden op de website van Delfland www.hhdelfland.nl onder de link kaderrichtlijn water). Zo hebben beide pilotprojecten invloed gehad op het oprichten van een bestuurlijk besluitvormingsplatform en de organisatiestructuur van de detailanalyse. In de werkplannen voor de West- en Oostboezem zijn de resultaten van de twee pilotprojecten geïntegreerd. De pilot Glastuinbouwgebied heeft een blauwdruk neergelegd voor de werkplannen en de pilot Stedelijk water Den Haag heeft een voorzet gedaan voor het opstellen van waterkwaliteitsdoelen voor een gedeelte van de Oostboezem. Samenvatting pilotprojecten Kaderrichtlijn Water Delfland 9