De Tax Shelter voor het investeren in aandelen van niet-genoteerde starters in de Programmawet 2015



Vergelijkbare documenten
Tax Shelter voor Starters - Checklist met betrekking tot RECHTSTREEKSE INVESTERINGEN in Startersvennootschappen

De Tax Shelter voor het investeren in aandelen van niet-genoteerde starters in de Programmawet 2015

Tax Shelter voor Starters - Checklist met betrekking tot RECHTSTREEKSE INVESTERINGEN in Startersvennootschappen

Tax Shelter voor Starters - Checklist met betrekking tot RECHTSTREEKSE INVESTERINGEN in Startersvennootschappen

Tax Shelter voor Starters - Checklist met betrekking tot RECHTSTREEKSE INVESTERINGEN in Startersvennootschappen

RECHTSTREEKSE INVESTERINGEN

De Tax Shelter voor het investeren in aandelen van niet-genoteerde starters in de Programmawet 2015

RECHTSTREEKSE INVESTERINGEN

De Tax Shelter voor het investeren in startersvennootschappen. Bewijsregeling thans gepubliceerd.

Tax shelter voor startende ondernemingen

We bespreken hieronder deze nieuwe regeling die, als alles goed gaat bij de parlementaire besprekingen, vanaf 2018 van toepassing zal zijn.

Tax shelter voor startende ondernemingen (binnen 4 jaar na oprichting)

We bespreken hieronder deze nieuwe regeling die vanaf aanslagjaar 2019 (dus investeringen in 2018) in werking treedt.

De Tax Shelter voor het investeren in aandelen van niet-genoteerde startersvennootschappen

De Tax Shelter voor het investeren in aandelen van niet-genoteerde startersvennootschappen

Home > FAQ Tax shelter voor startende ondernemingen (vennootschappen) - Versie van toepassing op aandelen u...

HANDLEIDING START-UP PLAN

In het ontwerp van programmawet werden een aantal maatregelen opgenomen die het starten van een onderneming moeten aanmoedigen.

HANDLEIDING START-UP PLAN

Startende ondernemingen : tax shelter voor investeringen in aandelen. Startende ondernemingen : tax shelter voor investeringen in aandelen

De bewijsregeling inzake de Tax Shelter voor het investeren in startersvennootschappen: thans verder uitgewerkt ( 1 )

Verlaagde vennootschapsbelastingen vanaf 1 januari 2018!

KB van 1 april 2016 tot wijziging van het KB/WIB 92, inzake de belastingvermindering voor de verwerving van

Is er een evolutie op komst in de reglementering op het vlak van AICB s?

VERSOEPELING VAN DE VOORWAARDEN VOOR HET AANHOUDEN VAN HET SOLVAC-AANDEEL

VERSOEPELING VAN DE VOORWAARDEN VOOR HET AANHOUDEN VAN HET SOLVAC-AANDEEL

Tip voor de bedrijfsleider: Vergeet uw 640 belastingvrij dividend niet!

De private privak: nieuwe impuls dankzij versoepeling van de regelgeving?

Vennootschapsvormen en de daaraan gekoppelde keuzes, en risico s. Bruno De Vuyst. VUB Starterseminarie 18 oktober 2007 NV:

Circulaire 2018/C/116 over de wijzigingen die werden aangebracht aan de tarieven van de VenB en aan de aanvullende crisisbijdrage

CROWDFUNDING JURIDISCHE EN FISCALE ASPECTEN. Georg Szabo - Advocaat gebruik toegestaan mits vermelding bron


QRF Comm. VA Openbare vastgoedbevak naar Belgisch recht Leopold de Waelplaats 8/ Antwerpen BTW BE (RPR Antwerpen)

Wijzigingen aan de Prospectuswet (Wet 16 juni 2006) door de Wet van 11 juli 2018 (B.S. 20 juli 2018).

Incorporatie van reserves aan 10% Vers KMO kapitaal. 14 november 2013

Aftrek voor risicokapitaal

Artikel 60bis tot 60bis/3 van het Wetboek der Successierechten

INTERVEST OFFICES & WAREHOUSES NV

15.10 Meerwaarden op belangrijke deelnemingen

DEXIA SA/NV. Rogierplein Brussel RPR Brussel nr

HOOFDSTUK I. Definities. Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

PATRIMONIALE ACTUALITEIT

FORMULIER 29 augustus 2014 vóór opening van de markten Onder embargo tot 08u00

1 Retail Estates / GVV Formulier voor de uitoefening van het recht van uittreding Vertrouwelijk

De impact van de gewijzigde fiscaliteit voor investeringsvennootschappen

SOLVAY NV Maatschappelijke zetel : Ransbeekstraat 310,1120 Brussel RPR Brussel VERDUIDELIJKENDE NOTA

AGENDA VAN DE BUITENGEWONE ALGEMENE VERGADERING DIE ZAL GEHOUDEN WORDEN OP 17 NOVEMBER 2014 OM 10H TE 1000 BRUSSEL, WATERLOOLAAN 16

AAN TE VULLEN IN HOOFDLETTERS. Naam en voornaam:, Woonplaats: Telefoonnummer (GSM): Benaming: Zetel:

o jaaromzet: excl. btw; o balanstotaal: ; o gemiddeld personeelsbestand: 50.

Het recht van uittreding kan slechts worden uitgeoefend voor zover het om aandelen gaat waarmee de aandeelhouder tegen het voorstel van

Instelling. Onderwerp. Datum

De inkomsten uit de deeleconomie

Instelling. Onderwerp. Datum

AAN TE VULLEN IN HOOFDLETTERS. Naam en voornaam:, Woonplaats: Telefoonnummer (GSM):

Ondernemingsnummer (RPR Antwerpen) BTW: BE

CARE PROPERTY INVEST Naamloze Vennootschap. Openbare vastgoedbevak naar Belgisch recht

UITNODIGING VOOR DE BUITENGEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS

SOFINA SA Nijverheidstraat Brussel Gerechtelijke arrondissement Brussel (RPM Brussel)

Technische fiche startende ondernemingen Art , WIB 92

FAQ VRIJSTELLING VAN DOORSTORTING VAN DE BEDRIJFSVOORHEFFING - STARTENDE ONDENREMINGEN

Notionele intrestaftrek


CONNECT GROUP Naamloze Vennootschap Industriestraat Kampenhout (de Vennootschap)

GALAPAGOS. Bijzonder verslag van de Raad van Bestuur overeenkomstig Artikel 604 van het Wetboek van vennootschappen

LOTUS BAKERIES NV VOLMACHTFORMULIER GEWONE EN BUITENGEWONE ALGEMENE VERGADERING LOTUS BAKERIES

Ontbinding en vereffening

PERSNOTA. Het fiscaal resultaat zal worden vastgesteld op basis van een percentage (0,55%) op de omzet die werd behaald uit de diamanthandel.

Richtsnoeren. Richtsnoeren met betrekking tot centrale begrippen van de AIFMD ESMA/2013/611

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

1. Hernieuwing van de machtiging van de Raad van Bestuur in het kader van het toegestaan kapitaal

OPROEPING JAARLIJKSE ALGEMENE VERGADERING VAN QRF COMM. VA OP 16 MEI 2017

Eerste aanvulling dd. 27 maart 2018 op de door de FSMA op 5 juli 2017 goedgekeurde prospectus

1 HIB/SIR Formulier voor de uitoefening van het recht van uittreding Finale versie Vertrouwelijk HOME INVEST BELGIUM

EERSTE AANVULLING OP PROSPECTUS LUM.INVEST. Lum.Invest BVBA Hof Ter Mere Gent Ondernemingsnummer:

De holding. vdvaccountants.be

AGENDA VAN DE BUITENGEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN 17 OKTOBER 2014 OM 9u.

TOELICHTING. BUITENGEWONE ALGEMENE VERGADERING te houden op dinsdag 22 mei 2012 om 10u30

GALAPAGOS. Bijzonder verslag van de raad van bestuur overeenkomstig Artikel 604 van het Wetboek van vennootschappen

Tax shelter in België:

Personenvennootschappen

Toelichting bij het jaaroverzicht van dividenden en interesten

AGENDA. 1. Voorstellen, verslagen en voorafgaande verklaringen.

INHOUDSTAFEL VOORWOORD... DANKWOORD... LIJST VAN DE MEEST GEBRUIKTE AFKORTINGEN... INLEIDING...1 I. VOORSTELLING VAN HET ONDERWERP...3 II. METHODE...

RAAMOVEREENKOMST. Deze raamovereenkomst voor de productie van een in aanmerking komend podiumwerk (de Raamovereenkomst ) is afgesloten op [*] tussen

OPROEPING JAARLIJKSE ALGEMENE VERGADERING VAN QRF COMM.VA OP 17 MEI 2016

VOLMACHT. De ondergetekende, (volledige naam en adres van de aandeelhouder; voor een rechtspersoon, volledige benaming, zetel en ondernemingsnummer)

24/11/2017 Het zomerakkoord: Wat nog te doen in 2017?

Voor aandelen in vennootschappen met een sociaal oogmerk (VSO) geldt de 50 procent eigendomsvoorwaarde niet.

RETAIL ESTATES BUITENGEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN 24 NOVEMBER 2009 AGENDA

VOLMACHT. Natuurlijke persoon : Naam en voornaam :. Adres : Maatschappelijke zetel : Geldig vertegenwoordigd door :

VERSLAG VAN DE COMMISSARIS R0403 UITGIFTE VAN AANDELEN ZONDER VERMELDING VAN NOMINALE WAARDE BENEDEN FRACTIEWAARDE

Managementvennootschappen

Ondernemingsnummer (RPR Antwerpen) BTW: BE

BIJZONDER VERSLAG VAN DE RAAD VAN BESTUUR VAN PINGUIN NV IN TOEPASSING VAN DE ARTIKELEN 596 EN 598 VAN HET WETBOEK VAN VENNOOTSCHAPPEN.

Deceuninck Naamloze vennootschap Brugsesteenweg Roeselare RPR Gent, afdeling Kortrijk BTW BE (de Vennootschap )

Voor welke belastingplichtigen geldt die vrijstelling? Iedere aan de Belgische personenbelasting onderworpen belastingplichtige komt in aanmerking.

Omzetting van de Europese richtlijn naar het Belgisch recht

Transcriptie:

De Tax Shelter voor het investeren in aandelen van niet-genoteerde starters in de Programmawet 2015 In de Kamer werd op 1 juni de Programmawet 2015 ingediend. We hebben dus thans een meer concreet beeld over de maatregelen die hierin zijn opgenomen. Voor startende bedrijven zit er goed nieuws in de pijplijn. We bespreken hieronder de komende maatregelen in een kort overzicht. Hou er evenwel rekening mee dat het wetsontwerp nog dient goedgekeurd en dat in de loop van de behandeling van het wetsontwerp nog last minute wijzigingen mogelijk zijn. Van zodra de wet definitief is goedgekeurd zullen we de finale regeling behandelen in een aparte nieuwsbrief. 1. Algemeen Deze wet voert een belastingvermindering in voor natuurlijke personen voor de verwerving van nieuwe aandelen in een Startersvennootschap (waaronder we de vennootschap verstaan die voldoet aan de voorwaarden opgesomd onder 1.2 zonder te vallen onder de aldaar genoemde uitsluitingen). Deze belastingvermindering van 30% op het geïnvesteerde bedrag bij kleine ondernemingen 1 en van 45% bij micro-ondernemingen 2 is wel onderworpen aan een aantal voorwaarden. De belastingvermindering geldt enkel voor inbrengen in geld, dus niet voor een inbreng in natura. Deze betaling in geld dient te gebeuren bij oprichting van de vennootschap of bij een kapitaalverhoging binnen de eerste 4 jaar na oprichting. De verworven aandelen dienen ook tijdens 4 belastbare tijdperken aangehouden te worden. De inbreng kan ook via een Startersfonds of via een crowdfunding platform gebeuren. 1 Zie art. 15 W. Venn.: Kleine ondernemingen zijn vennootschappen die minstens aan 2 van de 3 volgende criteria voldoen: 1) jaargemiddelde van het personeelsbestand: 50; 2) jaaromzet, (exclusief BTW): 7.300.000 euro; 3) balanstotaal: 3.650.000 euro; tenzij het jaargemiddelde van het personeelsbestand meer dan 100 bedraagt. Deze criteria moeten bovendien ook op geconsolideerde wijze beoordeeld worden. Dus als op consolidatiebasis de onderneming NIET voldoet dan komt de investering NIET in aanmerking voor de tax shelter. Bij oprichting zal de vennootschap de beoordelingscriteria te goeder trouw dienen te schatten. 2 Micro-ondernemingen zijn vennootschappen die minstens aan 2 van de 3 volgende criteria voldoen: 1) balanstotaal van maximum 350.000 euro; 2) omzet (exclusief BTW) van maximum 700.000 EUR en 3) een gemiddeld personeelsbestand van maximum 10 personen. Ik merk op dat de vennootschap eveneens op geconsolideerde wijze moet beoordeeld worden. Dus als op consolidatiebasis de onderneming NIET voldoet aan de voorwaarden om als kleine onderneming te kwalificeren, dan komt de investering NIET in aanmerking voor de tax shelter. Bij oprichting zal de vennootschap de beoordelingscriteria te goeder trouw dienen te schatten. Pagina 1 van 8

De investering dient te gebeuren in een Belgische vennootschap of een Europese vennootschap met een Belgische inrichting die ten vroegste op 1 januari 2013 is opgericht. De Startersvennootschap mag maximum 250.000 euro ontvangen in het kader van de tax shelter-regeling. De belastingvermindering geldt in een aantal gevallen niet, zoals onder andere wanneer de investering gebeurt in een Startersvennootschap die een aannemings- of dienstenovereenkomst heeft om een leidende werkzaamheid uit te oefenen in deze Startersvennootschap met een andere vennootschap waarvan de investerende belastingplichtige aandeelhouder is. De belastingvermindering geldt niet voor het gedeelte van de investering waarmee de investerende belastingsplichtige meer dan 30% zou verwerven in de Startersvennootschap. De investeringen die voor de belastingvermindering in aanmerking komen zijn per belastingsplichtige gelimiteerd tot 100.000 EUR per inkomstenjaar. 2 In welke ondernemingen investeren? Er moet geïnvesteerd worden in vennootschappen die cumulatief volgende voorwaarden vervullen: een binnenlandse vennootschap of een vennootschap waarvan de maatschappelijke zetel, voornaamste inrichting of zetel van bestuur of beheer in de Europese Economische Ruimte is gevestigd én die over een Belgische inrichting beschikt, en die niet-beursgenoteerd is; die zich als een kleine of micro-onderneming kwalificeert (zie voetnoot 1 en 2), en die ten vroegste op 1 januari 2013 werd opgericht, en die op het ogenblik van de investering minder dan vier jaar oud is (de datum van neerlegging van de oprichtingsakte ter griffie van de rechtbank van koophandel is de representatieve datum). Indien de activiteit van de vennootschap bestaat uit de voortzetting van een werkzaamheid die voorheen werd uitgeoefend door een natuurlijke persoon of een andere rechtspersoon, dan wordt de vennootschap geacht te zijn opgericht op het ogenblik van de eerste inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen door die natuurlijke persoon, of de neerlegging van de oprichtingsakte bij de griffie van de rechtbank van koophandel van die andere rechtspersoon. Uitgesloten vennootschappen. De vennootschap komt evenwel niet in aanmerking voor de tax shelter als zij: is opgericht in het kader van een fusie of splitsing van vennootschappen; een beleggings-, thesaurie- of financieringsvennootschap is; als statutair doel of als voornaamste activiteit vastgoedactiviteiten heeft (oprichting, verwerven, beheer, verbouwing, verkoop of verhuur van vastgoed voor eigen rekening of het bezit van deelnemingen in dergelijke vennootschappen) of een vennootschap waarin onroerende goederen of andere zakelijke rechten op onroerende goederen zijn ingebracht waarvan natuurlijke personen het gebruik hebben die in de vennootschap een opdracht of functies van bestuurder, zaakvoerder, vereffenaar of een gelijksoortige functie uitoefenen, hun echtgenoot of hun kinderen wanneer die personen of hun echtgenoot het wettelijk genot van die kinderen hebben Pagina 2 van 8

kapitaalverminderingen heeft doorgevoerd of dividenden uitgekeerd heeft; het voorwerp uitmaakt van een collectieve insolventieprocedure of zich bevindt in de voorwaarden van een collectieve insolventieprocedure; is opgericht met het oog op het afsluiten van een management- of bestuurdersovereenkomst en ze haar voornaamste bron van inkomsten haalt uit management- of bestuurdersovereenkomsten. 3 Welke investeringen komen in aanmerking? De inbrengen in geld die bij de oprichting of bij een kapitaalverhoging worden besteed voor het inschrijven van nieuwe aandelen op naam die volledig worden volgestort van een Startersvennootschap geven recht op de tax shelter. Inschrijving op gedematerialiseerde aandelen komen bijgevolg niet in aanmerking. Evenmin geeft de inbreng in natura recht op de toepassing van de tax shelter. 3 De investeringen kunnen rechtstreeks gebeuren of via een crowdfundingplatform dat erkend is door de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten ( beter gekend onder haar afkorting FSMA ). Komen eveneens in aanmerking: de bedragen die besteed worden om in te schrijven op de rechten van deelneming te verwerven in een erkend Startersfonds (zie hiervoor punt 1.4). Uitgesloten investeringen. Een aantal investeringen zijn uitgesloten: de verwerving van werkgeversaandelen die recht geven op een belastingvermindering; de verwerving van aandelen, rechtstreeks of via een Startersfonds 4, in een Startersvennootschap (a) waarvan de belastingplichtige rechtstreeks of onrechtstreeks bedrijfsleider is; of (b) waarin de belastingplichtige als vast vertegenwoordiger optreedt van een vennootschap die bestuurder, zaakvoerder, vereffenaar of een soortgelijke functie uitoefent in de Startersvennootschap; of (c) die een aannemings- of lastgevingsovereenkomst heeft gesloten met een andere vennootschap waarvan de belastingplichtige aandeelhouder is en waarbij deze vennootschap tegen vergoeding een leidende werkzaamheid van dagelijks bestuur, van commerciële, financiële of technische aard op zich neemt in de Startersvennootschap; de verwerving, rechtstreeks of via een Startersfonds, voor het gedeelte dat de 30% van het maatschappelijke kapitaal van de vennootschap overschrijdt. 3 Ik merk op dat de inbreng in geld moet gebeuren, de Memorie van Toelichting stelt dit expliciet. Dit is echter in het wetsontwerp nergens met zoveel woorden te vinden tenzij eerder onrechtstreeks doordat gesteld wordt dat de betalingen voor aandelen of rechten van deelneming in aanmerking komen voor de belastingvermindering. (in het Frans: les sommes affectées à la libération d actions ou parts dans un fonds starters ) wat wijst op een geldelijke inbreng. 4 In de memorie van Toelichting wordt vermeld dat in geval van inbreng via een Startersfonds, een deel van de inbreng niet in aanmerking komt voor belastingvermindering. Deze proratering vinden we niet terug in de tekst van het Wetsontwerp. Volgens de Memorie van Toelichting zou het gedeelte dat niet in aanmerking komt bepaald worden volgens de verhouding tussen de aanschafwaarde van de aandelen van het fonds in de Startersvennootschap en de inbreng van alle deelnemers in het erkend Startersfonds. Bvb. een Startersfonds van 10 miljoen dat 150.000 euro investeert en waar de proratering zou spelen, zou voor 1,5% geen belastingvermindering opleveren. Pagina 3 van 8

4. Startersfondsen De tax shelter kan dus ook bekomen worden indien wordt ingeschreven op deelbewijzen van erkende Startersfondsen. Het wetsontwerp voorziet een aantal voorwaarden waaraan dit Startersfonds moet voldoen om te kunnen erkend worden: het fonds moet erkend zijn door de FSMA het moet een fonds zijn met een vast aantal rechten van deelneming (en dus maw. kan het geen fonds zijn met veranderlijk kapitaal) de beheersvennootschap moet de inbrengen en opbrengsten uit vervreemding van de investeringen van het fonds voor minstens 80% beleggen in Startersvennootschappen en ten hoogste 20% mag aangehouden worden in de vorm van contanten bij een kredietinstelling die erkend is en wordt gecontroleerd door een toezichthoudende overheid van een lidstaat van de EER. Commentaar: de regeling van de Startersfondsen lijkt ons nog niet goed en/of niet voldoende uitgewerkt om rekening te houden met de specificiteiten van het private equity gebeuren. Zo wordt in de tekst altijd gesproken over rechten van deelneming. Deze terminologie wordt gebruikt in financieel recht voor de gemeenschappelijke beleggingsfondsen. Deze fondsen zijn geen rechtspersonen maar worden als een onverdeeldheid beschouwd van degenen die de rechten van deelneming bezitten. Van de bestaande private equity fondsen in België is er geen enkel dat deze structuur heeft. Alle PE-fondsen zijn vennootschappen (die aandelen plaatsen bij hun investeerders). Slechts enkele PE-fondsen hebben een structuur van collectieve beleggingsinstelling (ICB) waarbij dan telkens voor een private privak is geopteerd. Deze soepele structuur laat toe voor de private privak te kiezen voor een NV, een gewone commanditaire vennootschap of een commanditaire vennootschap op aandelen. De tekst van het wetsontwerp lijkt deze mogelijkheden uit te sluiten. De tekst is bovendien zeer streng wat de beleggingsvoorschriften betreft. Beleggen in starters is een specifieke business en om bvb. als Belgisch fonds met enige omvang een voldoende aantal aantrekkelijke investeringsopportuniteiten te vinden in starters binnen de investeringsperiode (die meestal vier of vijf jaren bedraagt), is zeker geen evidentie. Of er initiatiefnemers zullen zijn die dergelijk engagement op zich durven nemen om voor minstens 80% in starters te beleggen, lijkt me persoonlijk zeer twijfelachtig. De tekst van de memorie van toelichting specifieert dat de 20% kan aangehouden worden in afwachting van een investering in kwalificerende aandelen. De wetgever blijkt te vergeten dat een fonds ook werkingkosten heeft en haar beheerskosten moet betalen. Dat een Startersfonds verplicht wordt om de participaties die verkocht worden te herbeleggen zoals de tekst duidelijk maakt, gaat volledig in tegen de werking van de P.E. fondsen vandaag. Wanneer deze een exit realiseren zal in regel de opbrengst worden aangehouden en niet opnieuw geïnvesteerd worden. Na de investeringsperiode stromen de gerealiseerde opbrengsten meestal stapsgewijs terug naar de aandeelhouders. Ook hier lijkt de regeling haaks te staan op de werking van PE-fondsen. Tenslotte merk ik op dat de tekst van het wetsontwerp spreekt van een beheersvennootschap. Dit houdt ook weer in dat een zelfbeheerd fonds zou uitgesloten zijn. Dit is nochtans een structuur die lichter is en dus minder kostelijk dan een dubbele structuur (fonds + beheersvennootschap) wat toch zou moeten mogelijk zijn. Ik ga er immers van uit dat Startersfondsen per definitie kleinere fondsen zullen zijn en dat elke mogelijkheid om de kostenstructuur zo licht mogelijk te maken, best volledig wordt benut. Pagina 4 van 8

5. De Tax Shelter De investeringen in Startersvennootschappen of Startersfondsen komen dus in aanmerking voor de tax shelter. Dit houdt in dat (als aan alle voorwaarden is voldaan), het geïnvesteerde bedrag, bvb. 50.000 euro, in aanmerking komt als belastingkrediet voor 30 % in het geval van kleine vennootschappen en 45 % in het geval van microvennootschappen. In ons voorbeeld zal resp. 15.000 euro en 22.500 euro in aanmerking komen als belastingvermindering. Bij een investering via een Startersfonds lijkt het belastingkrediet steeds beperkt te zijn tot 30%. Er is immers geen mechanisme voorzien in het wetsontwerp om op basis van de reële investeringen door het Startersfonds in kleine of microvennootschappen een soort van pro ratering toe te passen. Deze belastingvermindering wordt dan toegepast op de federale belastingen maar kan ook aangerekend worden op de gewestelijke personenbelasting die betrekking heeft op de gezamenlijke belaste inkomsten. De belastingvermindering is NIET terugbetaalbaar NOCH overdraagbaar naar een volgende belastbaar tijdperk. Voor welk jaar komt de tax shelter in aanmerking? Bij een rechtstreeks investering zal de tax shelter kunnen ingeroepen worden in het aanslagjaar dat betrekking heeft op het inkomstenjaar waarin de investering is gebeurd. Bvb. een investering op 5 juli 2015 zal in het aanslagjaar 2016 kunnen verrekend worden op de belastingen op de inkomsten van 2015. Bij een investering via een Startersfonds is het wat ingewikkelder. De geïnvesteerde som zal in aanmerking komen als tax shelter in het aanslagjaar dat volgt op het jaar waarin het Startersfonds zijn beleggingsverplichting heeft bereikt. Indien bvb. in augustus 2015 wordt geïnvesteerd in een Startersfonds en dit fonds slaagt erin in het jaar 2018 80% of meer in Startersvennootschappen te investeren, dan zal de tax shelter gelden in het aanslagjaar 2019. Welk bewijs te leveren om de tax shelter te kunnen genieten? De belastingplichtige dient aan te tonen dat: hij een kwalificerende investering heeft gedaan (bedrag, datum, bewijs van investering in een Startersvennootschap of Startersfonds); hij de aandelen of rechten van deelneming in het Startersfonds in het belastbaar tijdperk heeft aangeschaft 5 en deze nog in zijn bezit heeft op het einde van het belastbaar tijdperk. De Koning zal nog bepalen hoe het beoogde bewijs dient geleverd te worden. 5 De tekst maakt hier geen onderscheid tussen een rechtstreekse investering en een investering via een Startersfonds. Nochtans is in dit tweede geval de regeling slechts van toepassing van zodra het fonds aan haar investeringsverplichtingen heeft voldaan. Dit zal dus meestal NIET in het jaar zijn waarin de belastingplichtige in het Startersfonds heeft belegd; dit zal dus meestal in een eerder belastbaar tijdperk gebeurd zijn. Pagina 5 van 8

6. Financiële grenzen De tax shelter voor investeringen in Startersvennootschappen en/of fondsen is aan enkele financiële beperkingen onderworpen: 100.000 euro: is het maximale investeringsbedrag dat een belastingplichtige in een gegeven aanslagjaar in aanmerking kan laten nemen voor de belastingsvermindering; of een max. belastingvermindering van resp. 30.000 tot 45.000 euro; 250.000 euro: is het maximale bedrag dat een Startersvennootschap mag ophalen in het kader van de tax shelter regeling. Dit plafond is een absolute grens, geen jaarlijkse limiet. Hoe het dan moet bij een kapitaalverhoging ten belope van bvb. 500.000 euro waaraan een aantal natuurlijke personen deelnemen die voor de tax shelter in aanmerking wensen te komen, wordt allicht een aantrekkelijk debat tussen de kandidaat-investeerders 7. Aanwending van de opgehaalde middelen De Startersvennootschap mag de opgehaalde middelen in het kader van de tax shelterregeling niet aanwenden voor het uitkeren van dividenden of de aankoop van aandelen noch voor het verstrekken van leningen. 8. Verplichtingen om de belastingvermindering te behouden 8.1 Houdplicht De belastingplichtige die de tax shelter heeft genoten zal jaarlijks gedurende de volgende vier belastbare tijdperken het bewijs moeten leveren dat hij de aandelen in de Startersvennootschap of de rechten van deelneming in het Startersfonds nog in zijn bezit heeft. Enkel bij overlijden van de belastingplichtige vervalt deze verplichting. Wordt dit bewijs niet geleverd dan wordt de belastingvermindering pro rata temporis terug genomen. De belastingvermindering wordt terug genomen voor 1/48 ste van de belastingvermindering vermenigvuldigd met het aantal maanden tot het einde van de periode van 48 maanden. Volgens de Memorie van Toelichting wordt er van uit gegaan dat bij een vervreemding deze vervreemding is gebeurd op 1 januari van het belastbaar tijdperk, wat dus inhoudt dat steeds 12 maanden van de belastingvermindering wordt terug genomen (ook al is de vervreemding maar bvb. in november van dat belastbaar tijdperk gebeurd!). Stippen we nog aan dat de redactie van de houdplicht blijkbaar uit het oog verliest dat de belastingvermindering bij het investeren in een Startersfonds blijkbaar in een later aanslagjaar kan gebeuren dan het jaar dat betrekking heeft op het investeringsjaar. Zo wordt enerzijds gesteld dat het bewijs moet geleverd dat de aandelen of deelbewijzen van het starterfonds nog in bezit zijn van de belastingsplichtige in de volgende vier belastbare tijdperken. We interpreteren dit zo dat indien een belastingvermindering genoten wordt voor aanslagjaar 2016 de investering ook tijdens de AJ daarna tot en met 2020 moet behouden blijven. Pagina 6 van 8

In de volgende paragraaf wordt echter de sanctie bepaald voor als dit niet gebeurd. Hier wordt gesteld dat een sanctie volgt wanneer de aandelen of rechten van deelneming worden vervreemd binnen de 48 maanden na de aanschaffing ervan. Hieruit zouden we kunnen concluderen dat een rechtstreekse investering in bvb. 2015 slechts moet aangehouden worden tot en met 2019. Bij een Startersfonds lijken we echter in de knoop te raken. We kunnen slechts genieten van de belastingvermindering vanaf het ogenblik dat het Startersfonds de investeringsverplichting is nagekomen. Veronderstellen we dat we in 2015 investeren en dat het fonds in 2017 aan haar investeringsverplichting heeft voldaan. Aanslagjaar 2018 kunnen we de belastingvermindering genieten. Hoe zit het dan met de houdplicht? Volgens de regel van de vier belastbare tijdperken, moeten we aanhouden tot en met AJ 2022. Volgens de regel dat we kunnen vervreemden binnen de 48 maanden na de aanschaffing, kunnen we reeds vervreemden in 2020! De Memorie van toelichting helpt ons niet echt want die stelt dat de vennootschap en het erkend Startersfonds gevraagd worden in het jaar van de inbreng en de vier volgende jaren attesten af te leveren. 8.2 Investeringsplicht Voor het Startersfonds is er nog een bijkomende voorwaarde. Ze dient haar investeringsplicht na te leven, hetgeen inhoudt dat minstens 80% van haar middelen dient geïnvesteerd te zijn en te blijven in Startersvennootschappen. Deze investeringsverplichting dient nageleefd gedurende de 48 maanden die volgen op de inbreng in een erkend Startersfonds. Even concreet. Stel het Startersfonds voldoet in 2017 (ons hoger voorbeeld) aan haar investeringsverplichting. De investeerder in het fonds geniet dan in 2018 zijn belastingvermindering. Maar dient het fonds dan zijn investeringverplichting te behouden tot 48 maanden na de inbreng of voor de 48 maanden vanaf het ogenblik dat ze voor het eerst haar investeringsverplichting voldeed? De tekst van het wetsontwerp doet duidelijk het eerste veronderstellen maar erg logisch lijkt ons dit niet. Er is nog een ander probleem met de investeringsplicht. Afgezien van de wijze waarop we de duur van het voldoen aan de investeringsplicht moeten interpreteren, stelt de memorie van toelichting duidelijk dat het fonds maar zal voldoen aan deze investeringsplicht gedurende de gestelde termijn indien de opbrengst van een vervreemding van investeringen niet volledig is wederbelegd. Het wetsontwerp legt bijgevolg de verplichting op om niet allee het investeringspeil te bereiken gedurende de investeringsperiode van het fonds maar bovendien om dit peil aan te houden gedurende de houdperiode. Als we even de worse case interpretatie aanhouden, zou dit betekenen dat een fonds dat slechts aan het einde van haar investeringsperiode van 5 jaar (de meeste PE-fondsen hanteren een investeringsperiode van 4 of 5 jaren) haar investeringsdrempel haalt en bijgevolg vanaf het zesde jaar (eerste jaar dat de tax shelter kan genoten worden) tot en met het tiende jaar 80% invested moet zijn en blijven. Deze regel druist regelrecht in tegen de gevestigde praktijk dat PEfondsen vanaf het afsluiten van hun investeringsperiode de opbrengsten van de exits die ze realiseren stapsgewijs uitkeren aan hun aandeelhouders. Pagina 7 van 8

Besluit Het is de bedoeling dat de nieuwe bepalingen vanaf 1 juli 2015 in werking treden. Op dit ogenblik blijft het in België een groot probleem voor startende ondernemingen om aan kapitaal te geraken. Het interessante aan de Programmawet is dat ze bijzonder interessante maatregelen uitvaardigt waardoor het voor jonge en startende ondernemingen allicht makkelijker wordt om aan kapitaal en leningen te geraken. We hopen dat dit ook een fundamentele oplossing zal aanleveren voor de zogenaamde equity gap. In het buitenland zijn een aantal vergelijkbare systemen van kracht die daar alvast veel succes kennen. Zo onder meer de SEIS-regeling in het Verenigd Koninkrijk (het Seed Enterprise Investment Scheme ). Intussen roept de tekst vooral op het vlak van de Startersfondsen nog heelwat vragen op. Een aantal bepalingen lijken de Startersfondsen ernstig te benadelen tegenover een rechtstreekse investering in een Startersvennootschap en ik noem onder meer (onder voorbehoud dat we de juiste interpretatie aanhouden): - de onzekerheid bij instap in een Startersfonds of de investeringsdrempel zal gehaald worden en de aandeelhouder van het fonds dus daadwerkelijk kan genieten van de tax shelter; - het tijdsverloop tussen de investering en de mogelijkheid om de tax shelter te genieten gezien deze afhankelijk is van het tijdstip waarop de investeringsdrempel wordt bereikt; - het feit dat de tax shelter beperkt is tot 30% van mijn investering terwijl ik bij een rechtstreeks investering in een microvennootschap tot 45 % kan genieten; - de omstandigheid dat ik blijkbaar een veel langere houdperiode onderga dan bij een rechtstreekse investering; - de omstandigheid dat ik nog eens het risico loop dat een deel van de belastingvermindering wordt teruggenomen omdat het fonds de investeringsdrempel niet voldoende lang aanhoudt. Ik hoop dat tegen de finale goedkeuring nog een aantal verduidelijkingen en verbeteringen (lees: versoepelingen) worden aangebracht. Anders dreigt dit deel van de regeling dode letter te worden. Ik kan niet genoeg toejuichen dat er eindelijk een regeling komt om starters aan kapitaal te helpen. Ik voorzie dan ook een groot succes voor de maatregelen. Dit zal echter ook afhangen van de respons die er komt om via Startersfondsen een eenvoudige(re) instap te leveren aan de belangstellende investeerders die niet de moeite wensen te doen of niet de tijd of vaardigheden hebben om zelf startersinvesteringen te evalueren en op te volgen. Ik kom hierop zeker terug van zodra de definitieve teksten beschikbaar zijn. Redactie: Juni 2015. John Neven Neven & Partners BVBA John.Neven@neven-partners.be www.neven-partners.be Pagina 8 van 8