INLEIDING. Het Jeugdbestuur VV ESTO. Steef Schouten Yvonne van Zoest Rob Zinko Alex van der Meer William Groeneveld Patrick Piket



Vergelijkbare documenten
Technisch Ontwikkeling Plan voor de voetballers uit de jeugd van Klein Dochteren TOP!

Specifieke Handleiding jeugdtrainers

Jeugd beleidsplan SGO. Seizoen

WELKOM. pupillen-trainers cursus. DEEL 1: Oooow.. zit het zo! (de RODE lijn uitleg)

JEUGD Selectiebeleid

Jeugd Opleidingsplan SV Lycurgus

Informatie Voetbalschool v.v. Kollum

Ouderavond VV Gorecht. Presentatie ouderavond voor ouders van kinderen van F- en E leeftijdsgroepen.

Ksk Wavria LEERPLAN. Leerplan U6. Het is belangrijk op te leiden vanuit één gedachte, één visie.

SCHOLING -VV REUVER -ZATERDAG 7 JANUARI 2017

SDOB Jeugdopleiding. SDOB is een vooruitstrevende en toonaangevende voetbalopleiding voor de regio Waterland en omstreken.

INDELINGEN / ACHTERGROND F-JEUGD & E-JEUGD SSS 18 SEIZOEN WO 16 DEC 2016

Bij D.V.O.L. trainen Mini s in de leeftijd 5 en 6 jaar. In het jaar dat de Mini 7 jaar wordt, stroomt deze door naar de F-pupillen.

D-pupillen. Leeftijdskenmerken

Voetbalvisie D.O.S. Kampen

Jeugd Opleidingsplan SV Lycurgus

Technisch jeugdbeleidsplan. Voetbalvereniging; FC Meppel

LEEFTIJDSCATEGORIE E-PUPILLEN

Opleiden van spelers en trainers bij Wijhe 92 succesvol

Opleidingsplan Keepers FC Maasland NO

Specifieke Handleiding jeugdtrainers

Technisch plan. E-F pupillen Circuit. Willem Sinnige & Jelle Broerse. Coordinatoren overige D/E/F Pupillen. WV-HEDW Seizoen '13/'14

Ouderavond VV Gorecht. Presentatie ouderavond voor ouders van kinderen van F- en E leeftijdsgroepen.

Jeugdbeleidsplan. VV. Tollebeek 2009/2013

HET POSITIE- EN PARTIJSPEL

VISIE OPLEIDING PUPILLEN. Hoe leren we onze jeugd voetballen?

Opleidings- en coachingsdoelstellingen JO11-Pupillen ========================================

Voetbal en Atletiekvereniging Pax - afdeling Jeugd

Jeugdopleiding WSV 1930 onderbouw info avond selectieteams. O14-D1-O12-E1-E2-O101-O102-F1-O /2016

TECHNISCHE COMMISSIE STIPHOUT VOORUIT (pupillen en junioren)

1e periode: herhalen van taakgericht en teamgericht. 2e periode: balbezit 3e periode: balbezit en balbezit tegenstander.

Jeugd Opleidingsplan SV Lycurgus

Uitgangspunt: plezier en ontwikkelen staan bovenaan. Daarna komt het winnen. Hoe bereiken we dit?

Bij indeling van recreatieve teams: Teams op basis van gelijkwaardige kwaliteiten en leeftijdscategorie. Gelijkwaardige teams.

Leidraad JO6 SVV 04. SVV 04 Schoonebeekse Voetbal Vereniging. Technisch Jeugd Coördinatie SVV 04 Maart 2017

v.v. Kagia Voetbaltechnisch Jeugdopleidingsplan

Bijlage 1: Opleidingsplan. a. Visie op de manier van voetballen (speelstijl) b. Visie op (steeds beter) leren voetballen

De VoetbalTrainer. E-jeugd. Leren samenspelen

Technisch beleid HVV Tubantia Visie op talent, spelprincipes, coachen en trainen

Technisch beleidsplan jeugd VV Serooskerke

Beter leren voetballen D-E-F pupillen Estria // april 2011

Neem notie van uw eigen categorie en leer hiermee om te gaan, zodat U momenten/situaties herkent en hierop kunt anticiperen.

Aan alle trainers van de afdeling E3 /E4 /E5 en F3 /F4 /F5 Jeugd

Zeister visie handleiding pupillentraining

Beleid Technische Commissie VV Gilze Het selecteren en Indelen:

TRAINER: voetbaltraining Kaboutervoetbal (K2) seizoen

Specifieke Handleiding jeugdtrainers

PVC Voetbal. Technisch Jeugdplan Welpen. Augustus 2016 Status: Versie 1.0. Definitief. Jeugdbestuur

Trainingsprogramma C-junioren

VOETBALTECHNISCH JEUGDPLAN BSV BOEIMEER

Circuit training ~

Jeugdopleidingsplan. cnsjlnn

Verbeter Tactische Vaardigheden door Partijvormen

cvv FIT Boys Voetbaltechnisch Beleidsplan

Jeugdafdeling Nevelo. Mini`s, F en E

COACHING Het planmatig beïnvloeden van spelers. Met als doel de speler en het team beter te maken.

Meppeler Minidivisie 4:4 voor echte topvoetballers!

Trainingsprogramma 2 e jaars D-pupillen

Informatie avond trainers

Specifieke Handleiding jeugdtrainers

Presentatie Jeugd Opleidingsplan R.K.H.B.S.

Jaarplan. Beleving is de belangrijkste voorwaarde om te leren en te ontwikkelen.

LEEFTIJDSCATEGORIE D-PUPILLEN

In deze paragraaf wordt in grote lijnen aangegeven wat deze speelwijze inhoudt. Daarvoor worden hier vier momenten onderscheiden:

3. HET JEUGDOPLEIDINGSPLAN. 3.1 Algemeen

W8-TR1 L STOREN & VEROVEREN

1 Basisvorm: DVD D-pupillen oefenvormen. 4 tegen 4 met 4 doeltjes. Vereenvoudigingen. Oefenvormen

Ouderavond Middenbouw Sportclub Excelsior. 2 oktober 2018

Trainingsplan seizoen

Trainingsprogramma 1 e jaars D-pupillen

Protocol Interne Scouting

V.V. Luctor 8 8

2 Basisvorm: DVD D-pupillen oefenvormen. 4 tegen 4 lang smal veld. Vereenvoudigingen. Oefenvormen

1 e Periode: Balbezit en balbezit tegenstander. 2 e Periode: Omschakelen van balbezit eigen team naar balbezit tegenstander en Balbezit tegenstander

Uiteraard staat ons technisch hart open voor al uw voetbal/training gerelateerde vragen! Met sportieve groet, technisch hart Dios

BIJLAGE 1 Tips en tricks per leeftijdsgroep. 1. Benjamins en mini s. Benjamins (F- jeugd): Leeftijdskenmerken F - jeugd:

Handleiding voor Trainers seizoen 2014 / 2015

Technische beleidsplan z.v.v. Blauw Wit 66

groep 4 WU 4.1 en 4.2 / oefenvorm 4.1 t/m 4.3, 4.5 en 4.6 / partijvorm 4

Jeugd Opleidingsplan SV Lycurgus

2. TALENTONTWIKKELING BIJ DTS EDE

BELEIDSPLAN JEUGD VOETBAL ZUIDWOLDE

Jeugdvoetbalplan OFC

Sporting Almere. Een voetbalclub waar iedereen bij wil horen!

1. VOETBALLEN WAT IS DAT?

Sportvereniging R.C.D. Technisch beleidsplan jeugdvoetbal

Selectiebeleid en indelingscriteria Viod (pupillen E- F- Rabo)

PVC Voetbal Technisch Jeugdplan JO6 - Welpen

HOOFDSTUK 5 TECHNISCHE COMMISSIE (TC)

FC BLAUW-WIT AMSTERDAM

Technisch Verenigings Plan

groep 3 WU 3.1 en 3.4 / oefenvorm 3.1 t/m 3.9 / partijvorm 3 llen aanva

LEEFTIJDSCATEGORIE F-PUPILLEN

HET UITGANGSPUNT DE ESSENTIE

HOOFDSTUK 5 COMMISSIE OPLEIDING EN VORMING (COV)

oefenvormen E-Pupillen RVT Basisvorm 4 tegen 4 lang smal veld vereenvoudigingen Oefenvormen

VOETBALTECHNISCH JEUGDPLAN BSV BOEIMEER

Concept versie januari 2011

oefenvormen E-Pupillen RVT Basisvorm 4(+K) tegen 4(+K) 2 grote doelen vereenvoudigingen Oefenvormen

Als basis voor deze voetbalschool zijn de volgende opvattingen meegenomen: VOETBAL OM VAN TE HOUDEN WINNAARS VAN MORGEN PLEZIER IN HET SPEL

Transcriptie:

ESTO JEUGDPLAN 1

Inhoud ESTO JEUGDPLAN...1 Inhoud...2 INLEIDING...3 DEEL I HET JEUGDORGANISATIEPLAN...4 1. DOELSTELLING...4 2. TECHNISCHE ORGANISATIE JEUGD...4 2.1 Algemeen...4 2.2 Spelopvatting / visie / technisch plan...5 2.3 Structuur van de Jeugdafdeling...5 2.4 Trainers / trainingen...6 2.5 Selecteren/selecties...7 2.6 Keepers opleiding en begeleidingsplan... 10 3. De voetbalvisie... 11 DEEL II HET JEUGDOPLEIDINGSPLAN... 12 1. JEUGDVOETBAL 'VAN STRAAT NAAR VELD'... 13 1.1 De basis: de Zeister visie... 13 1.2 Voetbaleigenvormen... 13 1.3 Rekening houden met de groep... 14 1.4 Herhalingen... 14 1.5 Juiste coaching... 15 2. DE TRAININGSVORMEN... 16 2.1 De basisvormen... 16 2.2 De uitwerking... 17 2.3 Aandachtspunten... 19 3. AANDACHTSPUNTEN PER LEEFTIJDSCATEGORIE... 20 2.1 De Ieniemienies (4, 5 jaar)... 21 2.2 F - Pupillen (6, 7, 8 jaar)... 22 2.3 E - Pupillen (9, 10 jaar)... 23 2.4 D - Pupillen (11, 12 jaar)... 24 2.5 C - Junioren (13, 14 jaar)... 25 2.6 B - Junioren (15, 16 jaar)... 26 2.7 A - Junioren (17, 18 jaar)... 27 4. MEISJESVOETBAL... 28 4.1 MP Meisjes - Pupillen (8 12 jaar)... 29 4.2 Meisjes junioren Zevental/elftal (12 15 jaar)... 30 4.3 Meisjes - (16 19 jaar)... 31 5. COACHEN... 32 5.1 Wat is coachen... 32 5.2 Tips... 32 6. DE BASIS VOOR EEN TRAINING.... 33 6.1 Waarnemen... 33 6.2 Doelstellingen... 33 6.3 Stellen van prioriteiten... 33 6.4 Planning maken... 33 7. INZICHT IN VOETBALLEN... 36 7.1 Opsplitsing in drie hoofdmomenten... 36 7.2 Vragenlijst... 36 7.3 Formuleren voetbalproblemen... 37 8. EEN JEUGDTRAINING... 38 8.1 De voorbereiding... 38 8.2 De opbouw... 38 8.3 De inhoud... 39 9. TIPS / AANDACHTSPUNTEN... 40 2

INLEIDING Al jaren bestond binnen de vereniging ESTO de wens om te komen tot een Jeugdplan en tijdens vergaderingen van het hoofd en of jeugdbestuur kwam dit onderwerp dan ook steeds weer boven drijven. Daarom hebben wij als jeugdbestuur dit seizoen de handschoen opgepakt en het onderstaande jeugdplan op en samengesteld. Dit jeugd plan bestaat uit twee delen: Het eerste deel is bedoeld om richting te geven aan de invulling van sportieve en sociale kaders. Wij gaan in op doelstellingen, de organisatiestructuur, de taken van bestuur, taken van leiders, trainers en ouders en de invulling van de sport, in het bijzonder de jeugd. In het tweede deel gaan meer in op de trainingsopbouw van de jeugd uitgewerkt naar de verschillende leeftijdscategorieën. Uitgangspunt van dit jeugdplan is plezier hebben in voetbal op elk niveau, opleiden en begeleiden, duidelijkheid verschaffen aan de jeugd, trainers, ouders en vrijwilligers. Het werken met een jeugdplan moet uiteindelijk ook leiden tot gunstige beïnvloeding van de hele vereniging en zal voor de standaardteams kunnen leiden tot betere prestaties. Ook dient rekening gehouden te worden met de uiteindelijke overgang van junioren naar senioren. De uitdrukkelijke wens is dat een ieder behouden blijft voor de vereniging en niet moet afhaken door teleurstelling, omdat kaders ontbreken. Dit jeugdplan geeft aan welke lijn wij willen volgen met onze jeugd, welke doelstellingen er zijn, hoe wij de wedstrijd en trainingsinvulling zien, hoe het beleid is ten aanzien van selecteren, kortom het biedt een ieder houvast bij vragen of problemen. Het Jeugdbestuur VV ESTO Steef Schouten Yvonne van Zoest Rob Zinko Alex van der Meer William Groeneveld Patrick Piket Versie 1.0 Oktober 2006 3

DEEL I HET JEUGDORGANISATIEPLAN 1. DOELSTELLING Algemeen Het jeugdplan is geschreven voor alle jeugd van ESTO Dit plan heeft tot doel te komen tot: een goed werkende organisatie kwantitatief/kwalitatief voldoende jeugdspelers geschoolde trainers goed functionerend/ervaren kader en begeleiding doorstroming eigen jeugd naar het 1e team van ESTO Door middel van het neerzetten van een duidelijke structuur binnen ESTO, welke gebaseerd is op een herkenbare voetbalvisie, zal de technisch rode draad zichtbaar worden. Samen met de grote groep van vrijwilligers van ESTO en de permanente steun vanuit het bestuur, kan dit technisch plan worden gerealiseerd. Praktische vertaling Het doel van ESTO is om vanaf de leeftijdscategorie E in ieder geval de selectie teams op een zo'n hoog mogelijk niveau te laten spelen. Daarnaast zal worden getracht om ook het 2 e elftal in de leeftijdscategorie zo hoog mogelijk te laten voetballen. Naast een betere aansluiting, zal hierdoor ook de basis per leeftijdscategorie worden verbreed. Hierdoor dienen de volgende teams prestatie gericht te zijn: A1 (junioren) bij voorkeur A2 B1 (junioren) bij voorkeur B2 C1 (junioren) bij voorkeur C2 D1 (pupillen) bij voorkeur D2 E1 (pupillen) bij voorkeur E2 Meisjes junioren en of pupillen afhankelijk aantal, ervaring en talent zo hoog mogelijk indelen. De overige teams dienen zo ingedeeld te worden, dat ze zo goed mogelijk aansluiten bij bovengenoemde selectieteams. Vuistregels die gelden bij het indelen van teams: Talentvolle spelers spelen in het hoogste team Vervroegd doorschuiven naar een oudere leeftijdsgroep i.v.m talent, omgangsmoeilijkheden of eventuele andere oorzaken, Verdeling allochtone kinderen i.v.m betere acceptatie binnen de groep en vervoersproblematiek. 2. TECHNISCHE ORGANISATIE JEUGD 2.1 Algemeen De doelstelling is de jeugd op een plezierige en succesvolle manier de voetbalsport te laten beoefenen. Het in deel twee beschreven Jeugdopleidingsplan is bedoeld om zorg te dragen voor de opleiding van de gehele jeugd, dus van Ieniemienie naar F-pupil tot A-junior. Doorstroming vindt plaats binnen de jeugdafdeling, maar ook van jeugd naar senioren. Elke speler moet in principe zo hoog mogelijk spelen om zich zo optimaal mogelijk te 4

kunnen ontwikkelen. Dit betekent dat bij de jeugdopleiding het belang van de speler (individu) boven alles moet gaan. Zodoende kan in een zo vroeg mogelijk stadium aangehaakt worden aan de doelstelling bij de senioren om op een zo hoog mogelijk niveau te spelen! Technisch beleid De rode draad zal binnen ESTO herkenbaar zijn aan de volgende punten: Spelopvatting / visie / technisch plan Structuur van de Jeugdafdeling Trainers / trainingen Leiding / begeleiding Selecteren / selecties / selectiespelers Overgang van jeugd naar senioren Keepers opleiding en begeleidingsplan 2.2 Spelopvatting / visie / technisch plan Spelopvatting is sterk afhankelijk wat het doel is. Bij recreatief hoort Plezier en bij prestatief natuurlijk Prestatie, maar ook Presentatie (van team en persoon) is belangrijk. ESTO heeft tot doel de drie P s te stimuleren. Daarom staat de optimale ontplooiing van de jeugdspelers centraal. Natuurlijk rekening houdend met leeftijd, belasting, aanleg, vaardigheid, interesse en ambitie, plus de persoonlijke omstandigheden. De ontwikkeling van het talent van de jeugdspelers en een positieve spelopvatting zal een goede en tijdige doorstroming bevorderen. De jeugdelftallen moeten indien het spelersmateriaal dit toelaat via de 4-3-3 speelwijze wedstrijden domineren met flair, brutaliteit en aanvallend voetbal. Tevens zal het de sportieve en ook sociale opvoeding van de jeugdspelers ten goede komen. Over normen en waarden worden afspraken gemaakt met de jeugdspelers 2.3 Structuur van de Jeugdafdeling Het jeugdbestuur, een Jeugdontspanningscommissie (het J.O.C) en een Toernooi en Jeugdkamp Commissie dragen zorg voor de uitvoering van alle activiteiten van het jeugdvoetbal binnen ESTO. Het Jeugdbestuur verzorgt de technische en organisatorische zaken van de jeugdafdeling. Het jeugdbestuur bestaat uit een Voorzitter, een Secretaris en een viertal Bestuursleden, die elk verantwoordelijk zijn voor één of meerde leeftijdscategorieën. De verdeling naar taken binnen het jeugdbestuur is dan in het kort als volgt: Jeugdvoorzitter Zitting in het hoofdbestuur/algemene zaken Sponsorzaken/Coördinator traineraanstellingen. Secretaris Coördinatie scheidsrechters/contact persoon KNVB/Grote clubaktie Lief en Leed Bestuurslid 1 Verantwoordelijk voor de coördinatie Junioren A-B-C Bestuurslid 2 Verantwoordelijk voor de coördinatie Pupillen D-E Bestuurslid 3 Verantwoordelijk voor de coördinatie Pupillen F en Ieniemienies Bestuurslid 4 Verantwoordelijk voor de coördinatie Meisjesvoetbal Overige taken als coördinatie bestuursdienst, Wedstrijd en trainingsmateriaal en trainingsfaciliteiten kunnen binnen het bestuur onderling worden verdeeld. Het J.O.C, de Jeugd Ontspannings Commissie zorgt gedurende het seizoen voor alle nevenactiviteiten, zoals bijvoorbeeld de Sinterklaasviering, Paaseieren zoeken, een Darttoernooi en natuurlijk de Jeugd-Olympiade voor jeugd t/m de D-categorie. 5

De toernooi en Jeugdkamp commissie regelen alle toernooien die altijd worden gehouden aan het einde van het seizoen en de jeugdkampen voor de grotere meisjes, de C, B en A junioren. 2.4 Trainers / trainingen Algemeen Bij de jeugd ligt vooral de nadruk op de voetbalopleiding en zijn prestaties minder belangrijk en dus ondergeschikt aan het opleiden. Wanneer de voetbalopleiding succesvol is, zullen de prestaties ook zichtbaar zijn/worden. Deze prestaties zullen bij de senioren goed van pas komen, want daar staat het presteren voorop (centraal). De trainers van de jeugd moeten bereid zijn met elkaar samen te werken. Samen moeten ze de doelstellingen van dit jeugdplan trachten te realiseren en dit plan uitdragen en promoten. Trainers selectie groepen Voor de selectieteams per leeftijdsgroep dienen er trainers aangetrokken te worden die ook zaterdags het eigen team kunnen coachen. Diploma s kennis en ervaring zijn natuurlijk een pre bij het aantrekken van trainers. Ook het periodiek opleiden van trainers binnen de vereniging door middel van het aanbieden van interne of externe cursussen zorgt voor meer kwaliteit en kwantiteit van voetbalkennis binnen de vereniging. De werkzaamheden van de selectietrainers zijn: Werken volgens het jeugdplan van ESTO Trainen, begeleiden en coachen van het eigen selectie team. Het uitgangspunt moet zijn twee keer per week trainen en bij afgelasting altijd een activiteit op zaterdag. Sturen en leiding geven aan overige jeugdtrainers/leiders Deelnemen (actief) aan het technische overleg (2 keer per seizoen) Vastleggen van het spelersprofiel van de jeugd spelers en adviserende rol bij de indelingen voor het volgende seizoen. Bij de F en E pupillen kunnen ook tijdens de winterstop spelers opnieuw worden ingedeeld om ze zo snel mogelijk op hun eigen niveau in te delen. Trainingsstof (op papier) tijdig doorgeven aan de eigen achterban en het verantwoordelijke bestuurslid voor de opbouw van een oefenstofdossier binnen ESTO. Trainers overige teams Hiervoor dienen (indien mogelijk) capabele personen te worden aangetrokken die het technisch plan ondersteunen c.q uitvoeren. Deze trainers krijgen wat de oefenstof (voor trainingen) betreft ondersteuning van de selectietrainer van de eigen leeftijdsgroep of beschikbare oefenstof bij het verantwoordelijke bestuurslid Keeperstrainers Keeperstrainers moeten worden aangetrokken o.b.v scholing en ervaring en werken volgens het door Patrick Piket opgestelde Keepers opleidingsplan gebaseerd op de Frans Hoek cursus. Trainers overleg Het verantwoordelijke bestuurslid organiseert minimaal 1 maal per 2 maanden een technisch overleg met alle selectietrainers, hulptrainers en coördinatoren. Dit periodieke overleg (volgens een van te voren vastgesteld schema/agenda) zal door een van de aanwezigen worden schriftelijk worden vastgelegd. Doelstelling van het overleg: Verbeteren interne communicatie trainersstaf Het uitzetten/bewaken van de rode draad binnen het technisch beleid Leiders overleg Het verantwoordelijke bestuurslid organiseert 2 a 3 maal per seizoen het overleg met de trainers en de leiders. De voorkeur gaat uit naar een bijeenkomst tussen D E en F leiders en betreffende trainers en een bijeenkomst tussen A, B, C, leiders en de betreffende trainers. Dit 6

periodieke overleg (volgens een vooraf vastgelegd schema/agenda) heeft tot doel om ervaringen tussen leiders en trainers met betrekking tot het team en eventueel individuele spelers uit te wisselen en te bespreken. 2.5 Selecteren/selecties Algemeen Het initiatief hiertoe ligt bij het verantwoordelijke bestuurslid. Hij organiseert in december/ januari een bijeenkomst met alle selectietrainers, coördinatoren pupillen, ten einde een 1e voorlopige selectie te kunnen vaststellen. Ook tussentijdse selectie binnen de teams in de winterstop is mogelijk. Eind april gebeurt dit opnieuw op identieke wijze met het doel de uiteindelijke voorlopige selectie voor het nieuwe seizoen vast te kunnen stellen. Deze bijeenkomsten zullen conform het aanwezige draaiboek plaatsvinden. De teamindeling van ESTO zullen in de zomervakantie in de ESTO Jeugdgids worden gepubliceerd. Selectie van spelers Bij het selecteren wordt als uitgangspunt de voetbalontwikkeling van de spelers genomen. Er dient op een objectieve wijze te worden geselecteerd, waarbij de volgende zaken via het SpelersProfiel (zie bijlage I) van belang zijn: leeftijd kwaliteit (technisch/tactisch) fysieke/mentale kwaliteiten Mocht een speler tijdens het seizoen extra progressie maken, dan is de mogelijkheid aanwezig deze speler in een hoger team te laten spelen, mede in overleg met de jeugdcoördinator. Voor een selectieteam geldt dat er geen dispensatie speler kan worden geselecteerd. Dit i.v.m een eventuele uitsluiting van promoveren voor het betreffende team door de K.N.V.B. Speelklaar maken voor het 1e team van ESTO Door middel van het maken en nakomen van afspraken tussen selectietrainers en het verantwoordelijke bestuurslid moet dit lukken. De gebieden en afspraken zijn: 1) Algemene zaken Selecteren Waarom? Vanaf? Wie? Welke spelers? Hoeveel? Hoe? Afvallers! Eis: Om jeugd op hun niveau te laten trainen en spelen. De E pupillen (F in mindere mate). De verantwoordelijke trainer samen met de leiders. De uiteindelijke beslissing ligt bij de trainer/ het verantwoordelijke bestuurslid. Spelers die voorgedragen worden door de jeugd leiders/trainer Hangt af van de 'zorg' van de vereniging. Aandachtspunt is steeds de link tussen kwaliteit en kwantiteit. In veel gevallen zal de samenstelling zo groot zijn dat er 2 teams van gemaakt kunnen worden. Middels het formulier SpelersProfiel, selectie wedstrijden en trainingen op het eind van het seizoen (indien noodzakelijk). Dienen d.m.v. een persoonlijk gesprek uitleg te krijgen over het hoe en waarom door de eigen trainer. Spelers moeten voor de zomervakantie (ESTO Jeugdgids) weten waar ze aan toe zijn en waar ze zich op dienen voor te bereiden. 7

2) Waarom al selecteren in de E-jeugd? Elke resultaat gerichte vereniging selecteert vanaf de E-jeugd. Later selecteren geeft direct achterstand. Vanaf 2e jaars F-jeugd is al een groot niveau verschil zichtbaar tussen talentvolle en minder talentvolle spelers, vandaar dat hier ook al in mindere mate een selectie plaats vindt. De betere 2e jaars spelen in F1. Het opzetten van een resultaatgerichte cultuur dient zo vroeg mogelijk in de jeugdopleiding een herkenbare vorm te krijgen. Het moet een gewoonte worden. De overgang van de E naar de D verkleinen. Het beter en gericht voorbereiden op een nieuwe situatie. In de toekomst betekent dit een snellere niveauverbetering in de hogere selectie teams, doordat spelers zich vooral op jonge leeftijd ontwikkelen en leren. Selectie voor alleen E1 is geen goede basis. Ook E2 moet een selectie team zijn. In de D- teams heb je meer spelers (11) nodig dan in E (7). 3) Een leeftijdscategorie hoger? Wie? Waarom? Hoe? Wanneer? Hoe bepalen? Wie beslissen? NOOT: Talentvolle spelers. Om deze talenten onder de maximale weerstand te laten trainen en spelen. Volledig: Speler traint en speelt een leeftijdscategorie hoger. Onvolledig: Traint na winterperiode op basis van eenmaal per week mee met een leeftijdscategorie hoger. Volledig: Na "breed" overleg aan het begin van het seizoen. Onvolledig: Na "goedkeuring" van het technisch overleg na de winterstop. Door middel van zeer regelmatig overleg en met een inschatting van ieders belangen. Technisch overleg ESTO Jeugd. Eind mei stromen alle spelers door die op basis van hun leeftijd het volgende seizoen een leeftijdscategorie hoger moeten spelen! 4) Spelers lenen Wanneer? Welke speler? Hoe? Wie bepalen? Bij blessures en/of schorsingen. In principe de betere speler. Door goed onderling overleg, ten laatste op donderdagavond voorafgaand aan de bedoelde wedstrijd. De selectietrainer met een juiste inschatting van ieders belangen in overleg met de betrokken leiders. 5) Jeugdplan Nederland / Betaald voetbal organisaties Spelers die benaderd worden dienen door de betreffende trainer goed begeleid te worden. Een gesprek met de ouders verdient aanbeveling. De trainer bij wie de desbetreffende speler het laatst in de selectie heeft gezeten houdt ook na zijn overgang contact. Indien deze trainer niet meer actief bij ESTO is, dan is dit een zaak van het verantwoordelijke bestuurslid. 6) Overgang jeugd naar senioren Algemeen Een doelstelling van het technisch plan is ook het waarborgen van de continuïteit en het zorg dragen voor een goede overgang van jeugd naar senioren. Ook hierbij kunnen wij onderscheid maken tussen de prestatie en recreatief gerichte speler. 8

De prestatie gerichte speler Om een zo goed mogelijke overgang van prestatie gerichte junioren naar de senioren te waarborgen is een goede samenwerking tussen hoofdsenioren trainer en de trainer van de A- jeugd een noodzaak. In een schema dat in overleg zal worden gemaakt zal een duidelijke invulling moeten worden gegeven verkregen: hoe wie waar mee te trainen, reserve beurten vervullen of het meespelen van wedstrijden bij de senioren. Dit alles op niveau van de speler. Ook het elftal t/m de 23 jaar kan hier een waardevolle invulling voor zijn. De overgangsregeling, jeugdspelers naar de senioren betreft alleen de tweedejaars A spelers. Eerstejaars A spelers vallen buiten deze regeling en blijven onder de verantwoording van de jeugdafdeling. Alleen in uitzonderlijke gevallen zal met toestemming van het verantwoordelijke bestuurslid hierop kunnen worden afgeweken. Algemeen doel: Het niveau van de spelers van 16 t/m 23 jaar verbeteren De overgang van jeugdspelers naar senioren vereenvoudigen Het ontwikkelen, verbeteren, verhogen van de individuele kwaliteiten van de jeugdspeler d.m.v. het laten wennen aan andere omstandigheden en hogere weerstanden. Ongeoorloofd meespelen van jeugdspelers met seniorenteams voorkomen. Seniorenleiding meldt zich altijd bij de A-jeugdtrainer: jeugdspelers mogen alleen na toestemming A- jeugdtrainer met seniorenteams meespelen. Door het verantwoordelijke bestuurslid zal medio september uitleg aan de A-jeugdspelers en begeleiding over regels Overgang Junioren naar de senioren worden gegeven. In maart/april zal het verantwoordelijke bestuurslid een gesprek hebben met de spelers over de verwachte invulling bij de senioren. Meetrainen met de senioren selecties Wat wordt bereikt. Jongere spelers zich beter kunnen profileren Overgang naar de senioren wordt vergemakkelijkt Alvast geoefend wordt voor spelen onder een grotere weerstand Welke spelers betreft het. Alleen spelers die einde seizoen overgaan naar de senioren Keeper, hier is de keeper trainer verantwoordelijk voor Wanneer en waar. Direct na de winterstop zal moeten worden gestart Alle spelers zullen bij de selectie meetrainen Het aantal spelers per training wordt bepaald naar de grootte van de groep die aan het einde van het seizoen overgaat. In principe kunnen 2 spelers per training worden aangewezen. In overleg tussen de senioren en jeugdtrainer zal worden bepaald in welke groep er meegetraind wordt. Gestreefd zal worden om alle spelers evenredig veel in te zetten Verantwoordelijk. De jeugdtrainer controleert en bewaakt administratief en wijst aan Het verantwoordelijke bestuurslid, de jeugdtrainer en de B selectietrainer zijn gezamenlijk verantwoordelijk. Meespelen of reservebeurten Welke spelers betreft het en hoe te selecteren. Alleen spelers die einde seizoen overgaan naar de senioren Door de A-jeugdtrainer, het verantwoordelijke bestuurslid van de jeugd en de seniorentrainer(s) wordt het niveau bepaalt van de spelers. 9

De spelers worden op niveau ingedeeld. Alle spelers dienen naar redelijkheid evenveel te worden ingezet Donderdagavond wordt bepaald wat voor type speler er mee moet en zaterdags na de wedstrijd van de A wordt pas bepaald wie er mee gaat. Keeper, meer beurten bijv. op de bank zitten bij het eerste. Waar en wanneer Voor de winterstop kunnen in overleg spelers op aanvraag worden ingezet bij de senioren Na de winterstop zal moeten worden gestart met wekelijks mee laten gaan als reserve. Verantwoordelijk De jeugdtrainer controleert en bewaakt administratief en wijst aan. Het verantwoordelijke bestuurslid van het jeugdbestuur controleert op de uitvoering Wedstrijden voor spelers t/m 23 jaar Ook voor het laten rijpen van spelers is het meespelen van wedstrijden voor spelers t/m 23 jaar een belangrijk instrument. Hier kunnen zij zonder druk kennismaken en wennen aan het aspirant seniorenvoetbal. Organisatie Dit elftal wordt samengesteld door de hoofdtrainer in samenwerking met de assistent trainer en de A jeugdtrainer De hoofdtrainer senioren is eindverantwoordelijke Hoe moet worden geselecteerd Per te spelen wedstrijd dienen minimaal drie jeugdspelers te worden geselecteerd De te selecteren jeugdspelers worden in goed overleg op kwaliteit en positie geselecteerd Het streven zal zijn om de A spelers die overgaan naar de senioren zo evenredig mogelijk in te zetten. Keeper, afzonderlijk beoordelen en selecteren De recreatief gerichte speler Ook aan deze groep spelers dient tijdig serieus aandacht te worden besteed bij de overgang naar de senioren. Deze spelers moeten niet het gevoel krijgen er maar "bij te hangen". Alle aandacht dient erop gericht te zijn om te voorkomen dat deze spelers voor de voetbalsport verloren gaan. Aandachtspunten hierbij zijn: Tijdig een gesprek regelen tussen deze spelers en de coördinator(en) senioren teams Bij het indelen van deze spelers in de senioren teams (zoveel) mogelijk rekening houden met de wensen van deze groep en de mogelijkheden binnen de senioren teams Zorgen voor goede trainingsmogelijkheden, ook voor de lagere senioren teams Zoeken naar geschikte personen voor training en/of leiding Ook zij bepalen het "gezicht" van onze vereniging! 2.6 Keepers opleiding en begeleidingsplan Algemeen Doel van het plan is het vroegtijdig beginnen met het selecteren van spelertjes die aanleg voor, en vooral plezier hebben in, het keepen. Deze spelers dan zodanig opleiden en begeleiden, dat er goede en betrouwbare keepers uit naar voren komen. Rekening houdend met het feit dat ESTO niet alleen keepers met kwaliteiten voor het 1e team kan opleiden. Hoe worden keepers opgeleid bij ESTO? Dit gebeurt in twee fasen: 10

het op doel zetten van de juiste spelers opleiden / begeleiden keepers Fase 1 De keuze hiervan zal hoofdzakelijk plaatsvinden bij de E-tjes. De spelertjes die willen keepen melden zich vaak vanzelf. Hoe laten wij spelertjes de ervaring op doen in het keepersvak: Rouleren van de spelers, iedere wedstrijd een andere speler op doel. Na de wedstrijd deze speler beoordelen op aanleg en wat hij er zelf van vindt! (vooral 1e jaars E-tjes) Trainingsinstuif aan het begin van het seizoen Proberen om een (grote) groep spelertjes te krijgen die willen keepen (veel haken er later als keeper toch weer af!) Probeer zo snel mogelijk de juiste (capabele) spelers op doel te zetten Fase 2 Met de spelers (keepers) - die mogelijkheden hebben en zelf ook willen als keeper - wordt vervolgens gestart met het structureel en planmatig opleiden. De opleiding bij ESTO is gebaseerd op de Frans Hoek methode. We leiden doelverdedigers op die goed mee kunnen voetballen. Dit komt ons aanvallend voetbal concept ten goede. 3. De voetbalvisie De voetbalbeleving dient optimaal te zijn. Jeugdspelers zijn gemotiveerd als er een relatie is naar voetbalsituaties. Een goede sfeer is onmisbaar om een goed resultaat te bereiken, spelers moeten het naar hun zin hebben. Hierbij is onderling respect ook zeer belangrijk. Spel- en wedstrijdvormen vormen het hoofdmenu (spanning, strijd, weerstanden overwinnen, prestatie-uitdagend) Het voetbalspel wordt zoveel mogelijk als geheel benaderd. Trainings- en oefenvormen moeten gericht zijn op de wedstrijd (warming-up, rek en strekoefeningen, cooling down). Voetbaltraining is voetballen. Behoudt de relaties tot het voetbalspel (materiaal, terrein, spelregels, medespelers, tegenstanders). 11

DEEL II HET JEUGDOPLEIDINGSPLAN Geachte jeugdtrainers en -trainsters, "Heb jij zin om een uurtje een jeugdelftal te trainen?" was de vraag, en voordat je het wist stond je op het veld, tot je knieën in de blubber voor zo'n groepje uitgelaten spelertjes. En dan? Juist, en dan......! Bij het zoeken naar het antwoord op deze vraag hoop ik u na afloop van deze 'spoedcursus' een stuk op weg te hebben geholpen. Bij de jeugdafdeling van een voetbalvereniging heb je te maken met voetballers (-sters) van verschillende leeftijden en binnen die leeftijden heb je weer allemaal verschillende niveaus. Hoe je daar het beste mee om kunt gaan is niet in een boekje te omschrijven, dat kan je alleen maar leren uit de praktijk. In dit boekje heb ik mij daarom beperkt tot het aangeven van een aantal handvatten, om een beginnende jeugdtrainer te kunnen aansturen in zijn pogingen zo goed mogelijk met jeugdvoetballers om te gaan. 2In dit boekje wordt eerst een algemeen verhaal verteld over jeugdtraining en vervolgens worden de accenten voor elke leeftijdscategorie uitgediept. Daarna worden de voorbereiding, de opbouw en inhoud van een jeugdtraining behandeld waarbij in het kort ook wordt ingegaan op diverse oefenvormen. Tot slot worden een aantal aandachtspunten gegeven voor een jeugdtrainer, die als hulpmiddel kunnen dienen voor een goed functioneren als jeugdtrainer. Samen met een aantal bijeenkomsten (minimaal 2) is het de bedoeling dat dit boekje u op weg helpt om bewuster met jeugdspelers om te gaan. Voor sommigen is het hopelijk een aardige stimulans om nog jaren door te gaan. Voor anderen is het zelfs misschien wel een eerste aanzet naar één van de officiële cursussen die door de K.N.V.B. worden georganiseerd op het gebied van jeugdtraining. Veel succes! Een Jeugdtrainer NOOT: Dit: boekwerk is voornamelijk gebaseerd op mijn persoonlijke visie op jeugdvoetbal, voortgekomen uit het volgen van verscheidene cursussen van de KNVB en een ervaring van 1O jaar als jeugdtrainer. Hoewel dit voor het grootste gedeelte vrij aardig aansluit bij de visie van de KNVB, is dit: slechts EEN visie op jeugdtraining. 12

1. JEUGDVOETBAL 'VAN STRAAT NAAR VELD' 1.1 De basis: de Zeister visie De jeugd heeft tegenwoordig veel meer mogelijkheden dan vroeger om hun vrije tijd door te brengen. Was men vroeger al tevreden met een bal en een stukje straat, tegenwoordig zijn de keuzes voor de jeugd legio; naast het voetbal zijn er ondertussen talloze andere sporten in opkomst gekomen (bijv. Tennis) en bijna ieder kind heeft een computer op zijn kamer staan. En mochten kinderen toch gaan besluiten om op de straat te gaan voetballen is de ruimte daarvoor zeer beperkt. Genoeg redenen om te verklaren waarom er tegenwoordig minder op de straat wordt gevoetbald dan vroeger. De KNVB heeft naar aanleiding van deze ontwikkelingen een visie ontworpen om de trainingen aan te passen aan deze nieuwe situatie, de zogenaamde "Zeister Visie". Hierbij heeft men als uitgangspunt genomen dat de aspecten die het straatvoetbal zo leuk maken zo veel mogelijk moeten worden meegenomen in de trainingen. Om dit te bereiken gaat men uit van een viertal uitgangspunten voor een training, welke in de volgende paragrafen nader worden uitgewerkt: 1. voetbaleigenvormen (zie 1.2) 2. herhalingen (zie 1.3) 3. rekening houden met de groep (zie 1.4) 4. juiste coaching (zie 1.5) De trainingen moeten zoveel mogelijk de sfeer creëren van een wedstrijd. Daartoe zullen er zoveel mogelijk van de weerstanden die een speler tijdens de wedstrijd ervaart ook in de training moeten worden meegenomen. Deze weerstanden zijn: bal, medespeler(s), ruimte, tijd, tegenstander(s), doel (kunnen scoren), spelregels en spanning. De weerstanden staan op deze wijze in oplopende volgorde; hoe verder, hoe moeilijker. Duidelijk is dat een F-pupil al moeite zal hebben met de bal (de eerste weerstand), terwijl een A-junior over het algemeen de bal zeker niet meer als weerstand zal ervaren. Door al deze aspecten mee te nemen in een training creëer je bij de spelers het belangrijkste wat er is: BELEVING! En als dat er is, vinden ze het leuk en komen ze een volgende keer weer. En daar gaat het om! 1.2 Voetbaleigenvormen Besteedde men vroeger nog veel aandacht aan looptraining en gymnastische oefeningen veelal zonder de bal, omdat het alleen maar een kwestie was van het 'bijschaven' van bepaalde zaken, tegenwoordig moeten alle vaardigheden worden behandeld in die twee uurtjes op het trainingsveld. Dit betekent dat veel tijd zal moeten worden besteed aan oefeningen die herkenbaar zijn voor de voetballers als voetbal vormen, de zogenaamde voetbaleigenvormen. Wat houdt dat nu in, zul jij je afvragen? Nou, dat houdt in dat je in alle oefenvormen die je de spelers laat doen zoveel mogelijk facetten van het voetbalspel moet laten terugkomen. Als je bijvoorbeeld de E-pupillen wil laten oefenen op het passen en stoppen van de bal, laat die jongens dan niet een half uur lang in twee rijen tegenover elkaar de bal passen en stoppen, dat is geestdodend en veel plezier zullen ze er niet aan hebben. Daarbij komt dat bepaalde weerstanden die normaal gesproken in het voetbalspel zitten zoals de ruimte, medespeler en tegenstander, de tijd en, het belangrijkste, het kunnen scoren hier 13

niet in zitten. Maak dan kleine partijtjes van bijv. 2 tegen 2, 3 tegen 3 of 4 De KNVB gaat voor deze voetbaleigenvormen uit van een aantal basisvormen. Oefenvormen die een vereenvoudiging zijn van de wedstrijdsituaties, maar waarin zoveel mogelijk aspecten van de wedstrijd zijn meegenomen waardoor ook de fouten van de wedstrijd terugkomen. En omdat de aantallen kleiner zijn dan in de wedstrijd komt de situatie ook vaker voor, zodat je dit meer aandacht kan geven. Deze basisvormen zijn: het positiespel 5:2; de kleine partijvorm 4:4; het persoonlijk duel 1:1; het partij spel lijnvoetbal Deze basisvormen worden verder uitgewerkt in hoofdstuk 2. 1.3 Rekening houden met de groep Als je als jeugdtrainer voor een groep komt te staan, moet je je eerst eens afvragen: "wat heb ik hier voor een groep?" Want van dat antwoord hangt de invulling van de training af. Allereerst is er onderscheid in leeftijd. Het klinkt logisch als men zegt dat C-junioren andere training moeten krijgen dan E-pupillen, maar het gaat verder als het geven van andere oefenvormen. Ook de benadering naar de voetballers toe zal heel anders moeten zijn. Bij de kleintjes zal de nadruk moeten liggen op het 'hier-en-nu', terwijl bij de oudere jeugd al duidelijk de relatie naar de wedstrijd kan worden gelegd. Pupillen kunnen zich minder lang concentreren en dus zal je daar gebruik moeten maken van korte en Intensieve vormen, terwijl junioren wel het geduld op kunnen brengen voor een langer durende oefening. Maak bij F- en E-pupillen gebruik van de fantasie van de spelertjes (AJAX en Feyenoord, Wesley Sneijder en Dirk Kuijt). In hoofdstuk 3 wordt dit vrij uitgebreid behandeld. Naast het onderscheid in leeftijd is er ook het onderscheid in niveau. Met andere woorden, het verschil tussen een speler van Fl en van F4 of tussen een speler van BI en van B2. Daarbij komt, met name bij de oudere jeugd, dat hiermee ook de beleving van de sport verband houdt. Een jongen uit de B2 zal één keer trainen in de week genoeg vinden, terwijl een jongen uit de B1 wel drie keer zou willen trainen. Houdt ook daarmee rekening in de moeilijkheidsgraad van de oefeningen en in de wijze waarop je deze jongens benaderd. Indien er spelers binnen de groep zijn die er echt uit steken, zowel naar boven als beneden, is het raadzaam deze spelers één keer in de week met een hogere c.q lagere groep te laten mee trainen (vanzelfsprekend na overleg met alle betrokkenen). Doe dit weloverwogen, de speler mag geen heen-en-weer bootje worden; spreek eventueel een proefperiode af. 1.4 Herhalingen 'Oefening baart kunst!' is het gezegde en dat geldt zeker ook voor voetbal. Hoe meer iets herhaald wordt, hoe beter de spelers de oefeningen gaan beheersen. Dit houdt niet in dat je een uur lang één bepaalde oefening moet doen, dit doe je door ervoor te zorgen dat alle spelers veel aan de bal komen. Dit onderwerp is vooral heel belangrijk voor de jongste jeugd. Allereerst moet elke speler een bal hebben en die moet je ze dan ook het liefst laten gebruiken bij de warming-up. Vervolgens moet je zorgen dat je bij de oefenvormen kleine groepjes hebt, zodat iedereen veel beurten krijgt en niet te lang stil hoeft te staan. Bij partijtjes is het dus raadzaam om de partijen niet te groot te laten worden, immers hoe kleiner de partijen, hoe vaker spelers aan de bal komen en hoe regelmatiger bepaalde situaties bij hun voorkomen. Ook dit komt terug in hoofdstuk 3. 14

1.5 Juiste coaching Een juiste coaching is van essentieel belang als je in een training een bepaald doel wilt bereiken. Door jouw coaching beïnvloed je de spelers. Bij de coaching zal je ook weer rekening moeten houden met de groep en het doel dat je voor die training voor ogen hebt. Aan de hand daarvan kies je vooraf een beperkt aantal aandachtspunten, welke je onder de aandacht wilt brengen tijdens de training. Deze aandachtspunten noemen we coachmomenten. Coachmomenten zijn dus de opmerkingen gebruikt om de spelers te helpen beter te laten voetballen. Je moet daar echter heel bewust mee omgaan. Je moet deze aanpassen aan de leeftijd en aan het niveau van de groep. Je moet ook, en dat is misschien nog wel het moeilijkste, deze beperken tot jouw doelstelling voor die training. Wat bedoel ik daar mee? Als je tijdens een bepaalde training het passen en stoppen wilt verbeteren, moet je daar ook op coachen en je niet bezig houden met het dribbelen. Je mag het gerust een keer zeggen tegen een individuele speler indien hij dit herhaaldelijk verkeerd doet, maar het accent blijft voor die training op het passen en stoppen liggen. In hoofdstuk 4 zal dieper worden ingegaan op het coachen. 15

2. DE TRAININGSVORMEN 2.1 De basisvormen Zoals eerder gezegd zijn er een aantal basisvormen, die je als uitgangspunt kunt gebruiken voor de trainingsvormen. De gedachte daarachter is om het voetbal terug te brengen naar enkele eenvoudige oefen- en spelvormen, die eenvoudig genoeg zijn voor beginners en toch belangrijk zijn voor het hele leerproces van de voetballer, met andere woorden werken vanuit simpele standaardsituaties die steeds terugkeren in wedstrijden. Dus één oefening waar alles inzit en niet aparte oefeningen voor koppen, passen en stoppen (de rijtjesoefening). Het gebruik van deze vormen heeft een aantal voordelen: 1. jonge kinderen ervaren deze grondvormen al als voetbal; 2. ook de zwakkere spelers kunnen door de eenvoud van deze vormen goed meedoen; 3. de spelgedachte is eenvoudig uit te leggen en makkelijk te begrijpen; 4. door hun eenvoud kunnen de spelvormen eenvoudig worden aangepast door middel van het 'spelen' met weerstanden; 5. in deze vormen is er makkelijker een wedstrijdelement toe te passen. De basisvormen worden hieronder verder uitgewerkt: Het positiespel 5:2 Doelstellingen leren spelen op balbezit verbeteren van coaching tussen verdedigers ontwikkelen technische vaardigheden, bijv. passen/stoppen ontwikkelen tactische vaardigheden, bijv. vrijlopen/vragen Organisatie rechthoekig veld, afmetingen afhankelijk van kwaliteit groep zorg voor evenwicht tussen partijen (een goede en een mindere samen) - creëer wedstrijdvorm De kleine partijvorm 4:4 Doelstellingen als het partij spel Organisatie als het partij spel (m.u.v. doelen, die kunnen kleiner zijn) Toch wil ik deze apart noemen omdat het de meest gebruikte vorm is op de Nederlandse voetbalvelden. Het is als ware een extra vereenvoudiging van het gewone partijspel. Het persoonlijk duel 1:1 Doelstellingen passeeractie van de aanvaller verbeteren verdedigen verbeteren Organisatie er moet veel gepasseerd kunnen worden na balverlies omschakelen wedstrijdvorm korte periodes in verband met de intensiteit van de oefening Het partij spel Doelstellingen spelers confronteren met de weerstanden zoals deze ook in de wedstrijd voorkomen 16

per training kun je afhankelijk van de doelstelling de accenten leggen Organisatie veld afbakenen grote doelen gebruik spelregels Lijnvoetbal Doelstellingen aanvallers gebruik maken van de breedte veld spelers leren laten kijken naar de andere kant van het veld. Organisatie als partij spelen 2.2 De uitwerking De basis van de oefenstof bestaat dus uit deze vormen. De kunst is nu echter om met gebruik van de weerstanden (bal, medespeler(s), ruimte, tijd, tegenstander(s), doel (kunnen scoren), spelregels en spanning) de oefenvorm zo aan te passen dat de omstandigheden worden gecreëerd om je doelstelling te halen. Aan de hand van een voorbeeld zal ik het één en ander verduidelijken. Basisvorm 5:2 Groep Doelstelling Aanpassingen F/E verbeteren passen/stoppen a) 4:1 b) 15 x 10 meter c) 4-tal: 5x scoren = punt bij afpakken eerst stoppen en daarna wisselen D/C benutten van de ruimte a) 5:2 b) 15 x 10 meter c) 5-tal: 10x scoren = punt bij afpakken eerst stoppen en daarna wisselen d) 5-tal: maximaal 3x raken B A verbeteren omschakeling bij balverlies verbeteren aansluiting na dieptepass De uitleg voor deze keuzes is als volgt: a) 6:3 (drie 3-tallen) b) 20 x 12 meter c) 5-tal: 10x scoren = punt bij afpakken direct wisselen a) 4:2 b) 30 x 10 meter c) dieptepasskaats = punt na 3x afpakken stoppen en wisselen F/E: Omdat veel F-spelers nog veel moeite hebben met het passen en stoppen van de bal, moet je zorgen dat een speler alle tijd krijgt om het te oefenen. Hij moet daarbij niet opgejaagd worden door tegenstanders of te veel beperkt worden door de ruimte. Daarom beperk ik de aantallen en werk ik hier met een relatief grote ruimte. Het aantal keer spelen voor een punt doe ik niet lager omdat ik wil dat iedere speler een aandeel heeft in het punt en niet hoger omdat indien het 4-tal te lang doet over het behalen van een punt het enthousiasme verdwijnt; men moet veel kunnen scoren. Na 17

afpakken eerst stoppen en dan pas wisselen doe ik bewust voor het duidelijk houden van de organisatie ("wie staat er nu in het midden?"). D/C: C-junioren hebben al meer vaardigheden dan D-pupillen daarom kan de ruimte gelijk blijven ondanks dat het aantal spelers met twee toeneemt. Het aantal keer raken voor een punt is al toegenomen; men moet meer moeite doen voor dat punt, maar dat mag men ook verwachten van D's. Bij afpakken eerst stoppen om dezelfde reden als hierboven. Door het 5-tal maximaal 3x te laten raken, dwing ik hen snel vrij te lopen en hopelijk doen ze dat dan in de vrije ruimte. B: Gezien de doelstelling is de vorm met drie partijen ideaal. Vanwege de toename van spelers is de ruimte iets groter geworden. Omdat het hier gaat over de omschakeling bij balverlies laat ik vanzelfsprekend dan direct wisselen. A: Door met een viertal (twee aan de korte zijden, twee aan de lange zijden) te gaan spelen in een lang smal vierkant, dwing ik de spelers om snel diepte te zoeken en aan te sluiten aan de zijkanten. Alleen op die wijze kunnen ze dan ook scoren. De vormen zoals ik deze hierboven heb uitgewerkt, geven alleen maar richtlijnen aan. Het kan goed zijn dat je met een kwalitatief goed E1 al 3:1 kan spelen in plaats van 4:1. Of dat het D2-elftal voor 5:2 een grotere ruimte nodig heeft. Een ieder moet dat voor zijn eigen groep weten in te vullen. In bovenstaande oefenvorm heb ik vooral gespeeld met de weerstanden medespeler(s), tegenstander(s), ruimte en spelregels. De weerstand 'doel' (kunnen scoren) moet er eigenlijk altijd in zitten. In deze vormen zit de weerstand 'bal' eigenlijk altijd opgesloten; een voorbeeld waarbij de bal als weerstand wordt gebruikt is tikkertje met de bal aan de voet. Een voorbeeld van het gebruik van de weerstanden 'spanning' en 'tijd' zijn makkelijk aan te geven. Roep maar eens aan het einde van een partij: "nog vijf minuten", en de ploeg die achter staat zal de tijd zeker als weerstand ervaren. Ook in een positiespel waarbij het 'mindertal' in een aantal minuten zoveel mogelijk moet zien de bal te veroveren ziet men tijd als een weerstand. En in eigenlijk alle gevallen voer je door het wedstrijdelement toe te voegen aan een oefening ook de spanning op. Een partijvorm leent zich ook uitstekend voor het spelen met weerstanden: een lang, smal veld -> veel dieptespel een kort breed veld -> veel breedtespel, veel voorzetten vrije zones' aan de zijkanten van het veld -> veel spel over de vleugels doelpunt telt alleen als iedereen over de middellijn is -> aansluiting bij balverovering op helft tegenpartij telt doelpunt dubbel -> vastzetten En zo zijn er wel tientallen te bedenken. In elk van de basisvormen kun je zoveel mogelijk met weerstanden spelen als je wilt. Het is de taak van de jeugdtrainer om op een juiste en bewuste manier met die weerstanden om te gaan om zo je doelstelling te bereiken. LET OP: HET IS GEEN SCHANDE OM TIJDENS DE TRAINING DE WEERSTANDEN BIJ TE STELLEN! INDIEN BLIJKT DAT DE RUIMTE TE KLEIN IS, MAAK HEM DAN GROTER; INDIEN BLIJKT DAT DE SPELERS DE 5X RAKEN NIET HALEN EN DUS GEEN PUNTEN, MAAK ER DAN 3X VAN'. EEN GOEDE TRAINER DURFT OP DAT MOMENT IN TE GRIJPEN EN VERGEET NIET: Ais JE HET NIET DOET.., DAN HAAL JE OOK JE DOELSTELLING NIET. 18

2.3 Aandachtspunten -> E- + F-jeugd -> techniek. Bij de kleine jeugd moet de aandacht zoveel mogelijk worden gelegd op de techniek, men moet in deze leeftijdsgroepen (E + F) de basistechnieken leren. Probeer hierbij ook zoveel mogelijk te stimuleren dat men thuis oefent. -> men moet wat kunnen winnen. Heel belangrijk is dat je tijdens het gebruik van deze oefeningen altijd zorgt dat er iets te winnen is voor alle partijen. Bij een partij of bij lijnvoetbal ligt dit voor de hand, maar ook bij de andere vormen is dit mogelijk. Laat dus nooit 1:1 spelen zonder doelen; dat hoeven geen echte doelen te zijn maar kunnen net zo goed pilonnen, poortjes of een lijn zijn. En met het positiespel kun je het 5-tal laten scoren door het aantal keer raken (bv. 5x raken = 1 punt) en het 2-tal kun je laten scoren door het afpakken van de bal. Indien je een oefening voor de eerste keer met een groep doet is het niet onverstandig om eerst 5 minuten de oefening te doen zonder een wedstrijdvorm er in te bouwen, zodat je eerst de organisatie en de bedoeling van de oefening duidelijk kunt maken aan de spelers. Als iemand in het midden moet gaan staan met een positiespel en hij weet dat hoe vaak hij de bal ook afpakt, hij toch 5 minuten in het midden moet blijven staan, is de motivatie snel weg. Er moet een beloning boven staan, die staat er immers zaterdag ook boven. 19

3. AANDACHTSPUNTEN PER LEEFTIJDSCATEGORIE Hierna zal per leeftijdscategorie de volgende specifieke aandachtspunten behandeld worden: Thema van het jaar' context moet je deze ontwikkeling van een voor die leeftijdscategorie, m.a.w. in welke leeftijdsgroep benaderen, gericht op de jeugdspeler; lichamelijke kenmerken; (*) geestelijke kenmerken; (*) motorische kenmerken / prestatievermogen; (*) accenten van de training, dus waar moet je voor wat betreft het inhoudelijke van je trainingen vooral op letten bij deze leeftijd; een paar voorbeelden van mogelijke oefenstof; doelstelling, m.a.w de minimale eisen voor overgang, een omschrijving van wat de voetballers minimaal zouden moeten beheersen voor overgang naar de volgende leeftijdscategorie. (*)Elke leeftijdsgroep heeft een aantal kenmerken waarmee je als jeugdtrainer rekening moet houden bij het samenstellen van de oefenstof en bij de wijze van trainen. Een E-pupil zit nu eenmaal anders in elkaar dan een B-junior. Let wel, dit zijn algemene kenmerken en gaan dus zeker niet voor iedereen op! (Bron: 'stencil van Bauer') 20

2.1 De Ieniemienies (4, 5 jaar) Hoofddoelstelling: EERSTE KENNISMAKING MET VOETBALLEN Deelname met de ieniemienies is eigenlijk voor kinderen en ouders de eerste kennismaking met voetballen in verenigingsverband. Spelenderwijs kunnen de kinderen ervaren of zij voetballen leuk vinden of niet. Omdat de leeftijdsgrens van de F-pupillen bij 6 jaar ligt is dit de ideale manier om de jonge voetballertjes alvast aan het voetbal te laten wennen. Gezien de zéér jonge leeftijd van deze voetballertjes is een training van de ieniemienies altijd een gezellig familiegebeuren voor ouders, opa s en oma s en broertjes en zusjes. Eén keer in de twee weken of als het weer het toe laat om de week trainen zij één uur onder begeleiding van een viertal leiders. Tevens is er telkens een selectiespeler van het eerste elftal aanwezig, die de trainers begeleid. De groep wordt in twee groepen gesplitst om iedereen zoveel mogelijk aandacht te geven. Op een ongedwongen manier leren zij spelenderwijs omgaan met een bal. Het doel is om de kinderen spelenderwijs kennis te laten maken met de voetbalsport, het veld, hun mede- en tegenspelers. Voorzichtig wordt aan het balgevoel gewerkt door middel van dribbeloefeningen, overschieten en een partijvorm. Ter afsluiting van de training wordt er door iedereen penalties genomen. Wanneer de kinderen 5 jaar zijn mogen zij op woensdagmiddag meetrainen met de F-pupillen. Deze leeftijdscategorie is erg kwetsbaar en binnen deze groep kan een verschil van zes maanden in leeftijd erg groot zijn. Omdat op deze leeftijd de basis gelegd wordt voor een verdere voetbalcarrière is de begeleiding erg belangrijk. 21

2.2 F - Pupillen (6, 7, 8 jaar) Hoofddoelstelling: WENNEN DOOR SPELEN Een F-pupil komt naar een voetbalvereniging om te leren voetballen. Om deze kinderen gelijk lastig te vallen met buitenspel, diep spelen en rugdekking heeft geen enkel nut. Het belang van deze leeftijdsgroep is dat ze wennen aan het spelletje voetbal. Ze zullen moeten wennen aan de bal, medespelers, tegenstanders, regels, scoren en de ruimte waarin ze moeten voetballen (m.a.w. de weerstanden). Naast het aanleren van de basisvaardigheden op het gebied van voetbal, is het van het grootste belang om ze voetbalgedrag buiten het veld bij te brengen. Met andere woorden, het trainen van zelfstandigheid, zoals: strikken van veters zelf poetsen van voetbalschoenen hygiëne, douchen, zeep, badslippers Lichamelijke kenmerken een gunstige lichaamsverandering waardoor het lichaam een harmonische indruk maakt de lichaamsverhoudingen zijn anders dan bij volwassenen Relatief weinig kracht Geestelijke kenmerken de bewegingsdrang is heel groot (speels) ze hebben moeite zich te concentreren ze zijn nog weinig sociaal er is nog geen wedijver (het spel wordt als een avontuur beschouwd) Motorische kenmerken / Prestatievermogen een langzame verbetering van de coördinatie (het balgevoel is nog zwak ontwikkeld) kracht en duur van de prestaties zijn nog gering Accenten van de training vooral wennen aan de bal (d.m.v. kleine partij spelen 2:2, 3:3, 4:4) ruim laten oefenen op de technische basisvaardigheden (individueel of met partner) heel veel balcontacten ruimte laten voor eigen ontdekkingen veel laten scoren (beleving) dus de doelen niet te klein Voorbeelden partij spel (bijv. 3:3 in een ruimte van 25x15 m. met twee doelen van 3 m.). Circuit training ideaal voor aanleren van alle basisvaardigheden. simpele oefenvormen als: dribbelen met scoren, tikkertje met de bal en gooien, vangen, omhoog schieten, rollen enz.) Doelstelling Als ze naar de E-pupillen overgaan moeten ze een redelijk tot goed balgevoel hebben. Ze moeten kunnen dribbelen, drijven, schieten binnenkant van de voet en aannemen met de van de bal. Op dit moment is er een ontwikkeling gaande op het gebied van F-training. Er is door de KNVB een zgn. START-project ontwikkeld, een nieuwe wijze om met F-tjes te trainen. Een uitleg hierover zit in de JVT-map op de voetbal. Indien hier meer over bekend wordt, zal dit aan jullie worden doorgegeven. 22

2.3 E - Pupillen (9, 10 jaar) Hoofddoelstelling: WENNEN DOOR SPELEN Allereerst het uitbreiden van de basisvaardigheden. Daarnaast het aanleren van samenspelen, de vrije man aanspelen en het aanleren van de wreef trap. Bij deze leeftijdsgroep moeten ze zich zelfstandig op een wedstrijd kunnen voorbereiden en na afloop douchen en aankleden (probeer dit te stimuleren). Lichamelijke kenmerken een verdere groei naar lichaamsharmonie bezit weinig vet Geestelijke kenmerken een meer sociaal gedrag nog steeds snel afgeleid (concentratie) neemt de dingen bewust op en probeert de oefeningen volgens aanwijzingen uit te voeren (wil graag voetbaltechnische vaardigheden leren) een toenemend besef van taken Motorische kenmerken / Prestatievermogen een langzame voortzetting van de verbetering van de coördinatie het balgevoel verbetert ook langzaam is zeer leergevoelig geringe kracht en duurvermogen geneigd om op zoek te gaan en zelf te ontdekken is meer bereid om deel uit te maken van een team ziet verschil in niveau in de groep kan wat langer één oefening uitvoeren Accenten van de training ideale leeftijd voor motorisch leren technische voetbalvaardigheden veel bal contacten oefenen in spel- en wedstrijdvorm kleine partij spelen speelse oefeningen Voorbeelden als bij F-pupillen, alleen andere accenten leggen positiespel 5:2 in verschillende ruimtes met verschillende vormen van scoren Doelstelling Als ze naar de D-pupillen gaan moeten de basisvaardigheden goed beheerst worden. Dus dribbelen, drijven, aannemen en meenemen van de bal, passen en trappen met zowel de binnenkant als met de wreef en het met de bal kunnen wisselen van richting. 23

2.4 D - Pupillen (11, 12 jaar) Hoofddoelstelling: LEREN DOOR SPELEN Deze leeftijd / periode is een zeer belangrijke in de ontwikkeling van de voetballer. Hij moet in deze periode leren om onder weerstand van een tegenstander, een bepaalde ruimte en medespelers in de buurt, de bal goed te kunnen verwerken en een juiste voortzetting te kunnen maken. Dus hij moet de bal kunnen beheersen in voetbalsituaties. Dit is de ideale leeftijd om voetbal te leren. Lichamelijke kenmerken goed gebouwd ideale verhoudingen Geestelijke kenmerken ideaal (is leergierig en leert snel) geldingsdrang toenemende kritiek op eigen en andermans prestaties meer groepsbewust (sociaal besef) streven naar prestatievergelijking bewegingsdrang is groot navolging idolen Motorische kenmerken / Prestatievermogen goede spierontwikkeling goede coördinatie duurbelasting is mogelijk (tot +/- 20 minuten) toenemende kracht zeer fijngevoelig reactievermogen ze willen leren en zijn ook in staat de oefeningen uit te voeren Accenten van de training alle technische oefeningen na goede voorbeelden oefenen idem in wedstrijdsituaties duel 1:1 positiespel 5:2 partij spelen via 8:8 naar 11:11 algemene tactiek (dekken en vrijlopen) aanleren spelposities bewust trainen van koppen Voorbeelden aanleren uitverdedigen via keeper (d.m.v. 5:2 met 1 doel en een keeper) 1:1 op twee goals partij spelen 3:3, 4:4, 5:5 enzovoort tot 11:11 schijnbewegingen afhankelijk van wedstrijdsituaties oefeningen verzinnen(zie hoofdstuk 2) tennisvoetbal Doelstelling Voor overgang naar C-junioren moeten ze alle technische basisvaardigheden beheersen en de basis hebben gehad van tactiek (dekken en vrijlopen). 24