Samenvatting Maatschappijleer De stichting, hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting door een scholier 1508 woorden 29 juni 2004 6,2 28 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Samenvatting hoofdstuk 1 de stichting: Een stichting kent geen leden, Hij is opgericht met een bepaald vermogen, een stichting wordt opgericht om een bepaald doel te bereiken. Dit doel staat beschreven in de statuten. Een doel mag nooit zijn: -uitkeren van geld aan oprichters of bestuurders van de stichting - Uitkeren van geld aan derden.* ( Dit mag wel als dit om sociale of ideële redenen gaat) Een oprichting van een stichting vind plaats bij een notariele akte: door een notaris, volgens wettelijke eisen opgemaakt stuk. In deze akte van oprichting moeten de statuten worden opgenomen. De statuten moeten minimaal dit bevatten: - Naam van de stichting - Doel van de stichting - Wijze van benoemen/ontstlaan bestuursleden - De gemeente waar de stichting haar zetel heeft - De bestemming van het overschot van de stichting bij opheffing/ontbinding (liquidatie) Een stichting hoort ingeschreven te worden in het handelsregister van de KvK (kamer van koophandel) Het bestuur: Het bestuur heeft als taak alles te doen wat kan bijdragen aan het realiseren van de doelstelling (die in de statuten staat ;-) ). Het bestuur is zowel belast met de dagelijkse gang van zaken als met het beleid op lange termijn. Daardoor zijn veel stichtingen tot de conclusie gekomen dat ze beter het bestuur kunnen opsplitsen: - Het dagelijkse bestuur Het dagelijks bestuur houdt zich bezig met de dagelijkse gang van zaken in de stichting en is belast met de minder belangrijke zaken. Het dagelijks bestuur moet verantwoording afleggen aan het algemene bestuur. - Het algemeen bestuur : Belast met het beleid op langere termijn en de belangrijke zaken (denk aan fusies, richting die de stichting opgaat.) Het algemeen bestuur is het wettelijke bestuur. Pagina 1 van 6
Er worden beslissing genomen d.m.v. stemming, algemeen is het zo dat bij meer dan 50% van de stemmen het voorstel erdoor heen komt (mits dit anders staat beschreven in de statuten.) Een bestuurder is niet persoonlijk (hoofdelijk) aansprakelijk. Verschillen/overeenkomsten stichting vereniging. Stichting vereniging Verschil/overeenkomst Doel: Ideëel, sociaal doel Ideëel, sociaal doel overeenkomst Juridische aansprakelijkheid Bestuurder niet hoofdelijk aansprakelijk Bestuurder niet hoofdelijk aansprakelijk overeenkomst Duur organisatie tenzij in de statuten aangegeven Onbepaald onbepaald overeenkomst Tot stand koming bestuur Stelt zichzelf samen Gekozen door algemene ledenvergadering verschil Hoogste besluitorgaan bestuur Ledenvergadering verschil leden Geen leden Wel leden verschil Medenzeggenschapsraad: Om de invloed van mensen die met de stichting (in dit geval een school) te vergroten in een stichting is er de MR opgericht. Iedere school moet een MR hebben waarin het personeel en leerlingen/ouders evenredig verdeeld zijn (dus evenveel medewerkers als leerlingen/ouders.) In overleg met het bestuur word er een Medezeggenschapsreglement opgesteld. In het MR regelement staat voor welke besluiten het bestuur de isntemming of het advies van de gehele MR, van de personeelsafdeling van de MR of van het leerlingen/ouders gedeelte van de MR. De algemene taken van de MR zijn: - Het opkomen van voor de belangen van de personeelsleden, ouders/leerlingen. - Het voeren van overleg met het bestuur M.B.T. het te voeren beleid en het functioneren van de school - Het bevorderen van openheid, openbaarheid, werkoverleg, gelijke behandeling enz.. - De aandacht voor veiligheid, gezondheid en wezijn vestigen. De bevoegheden van de MR zijn op te delen in twee soorten bevoegdheden: De algemene bevoegdheden: 1. Het informatierecht: Het bestuur moet de MR voldoende inlichten (over bijvoorbeeld financieel, organisatorisch en onderwijskundig beleid) zodat zij haar taak kan vervullen 2. Het initiatiefrecht: De MR mag altijd voorstellen doen aan het bestuur en haar standpunten duidelijk maken. De bijzondere bevoegdheden: 3. Het adviesrecht: De MR mag adviseren over een voorgenomen besluit van het bestuur, bij erg belangrijke besluiten moet het bestuur zelfs om het advies van de MR vragen. Neem het bestuur het advies niet over dan volgt er een opschorttermijn van een maand, in die periode kan de MR naar de geschillencommissie stappen als zij dat nodig acht Pagina 2 van 6
3. Het instemmingsrecht: Dit is de sterkste bevoegdheid van de MR, stel dat de MR niet instemt met een voorgenomen besluit van het bestuur, dan mag deze niet uitgevoerd worden (het gaat hier wel om een aantal bijzondere besluiten, zie boek). Het besluit kan dan ingetrokken worden of voorgelegd worden aan de geschillencommissie. Algemene wet gelijke behandeling is niet zo moeilijk, lees dit maar ff door in het boek. Hoofdstuk 2, management en organisatie De manier waarop de samenwerking binnen een organisatie is gestructureerd noemen we de interne organisatie.. In organisaties proberen ze vaak een zo duidelijk mogelijke functiescheiding toe te passen zodat iedereen weet wat zijn functie en taken zijn, Functiescheiding voorkomt ook bijvoorbeeld fraude, (de functiescheiding is in feite hetzlefde als de trias politicas, iedereen doet iets anders, zodat iemand niet te machtig wordt) Er zijn verschillende organisatie structuren: Lijnorganisatie: Heeft een sterke hiërarchische structuur, ieder persoon krijgt zijn opdrachten van één ander persoon die bovengeschikt aan hem is. Iedereen legt dus verantwoording af aan zijn chef, dit betekend wel dat uiteindelijk de hoogste baas een heleboel verantwoordelijkheden krijgt. (zie boek voor organogram) Lijn staf organisatie: Eigenlijk hetzelfde als de lijnorganisatie, alleen nu word de baas bijgestaan door een aantal functionarissen die hem adviseren of helpen bij zijn besluit, deze hebben zelf geen ondergeschikten maar zijn er puur om het werk van de baas te verlichten en hem te adviseren, het voordeel t.o.v. de lijnorganisatie is dat de kwaliteit van de besluiten van de baas verbeterd worden omdat hij mensen met kennis van zaken bij zich heeft die hem adviseren en helpen. Deze functionarissen hebben zelf geen bevoegdheden. De functionele organisatie: Ween variant op de lijn staforganisatie. De functionarissen hebben nu wel een bevoegdheid, ze kunnen dwingende voorschriften geven aan afdelingen. Het voordeel is dat zei nu het beleid van verschillende afdelingen goed op elkaar af kunnen stemmen, de nadelen zijn dat de hiërarchie vervaagt. De projectorganisatie: Een tijdelijk samenwerkingsverband tussen verschillende afdelingen binnen een organisatie met als doel een duidelijk specifiek resultaat (bijvoorbeeld het verwerken van een opdracht van een grote klant). Met een projectorganisatie zorg je ervoor dat de verschillende afdelingen elkaar helpen met hun kennis kunde Pagina 3 van 6
en vaardigheden zodat ze samen het resultaat zo goed mogelijk kunnen bereiken. Voordelen: men kan beter inspelen op problemen, voor ieder probleem kan een andere deelorganisatie gevormd worden. minder belasting voor managers. De specialistische kennis word met elkaar gedeeld waardoor een beter resultaat behaald kan worden. Nadelen: een afdeling kan van 2 chefs opdrachten krijgen Problemen met samenwerken kunnen ontstaan doordat de ene afdeling bijvoorbeeld een andere vaktaal gebruikt en andere kennis heeft. Management: Organiseren= het op elkaar afstemmen van activiteiten, dit kan maar door een persoon of instantie gebeuren, die daarover bindende afspraken maakt. Iemand die leiding geeft aan de organisatie/afdeling: de manager In het geven van leiding zijn twee taken te onderscheiden: - De constituerende taak: Het te voeren beleid uitstippelen, plannen, organiseren en coördineren, hij kan hierin worden bijgestaan door staffunctionarissen of externe adviseurs. - De dirigerende taak: Het uitvoeren van de constituerende taken, dus het geven van opdrachten, motiveren, controleren en bijsturen van je ondergeschikten en zorgen dat de boel goed verloopt. (je zou kunnen zeggen constituerende taak: algemeen beleid, en dirigerende taak: dagelijks beleid.) Plannen: Plannen is een belangrijke taak van het management, Het vaststellen van doelen en wanneer die bereikt moeten worden, en met welke middelen en activiteiten dat behaald kan worden is plannen,(om het ff kort te zeggen :P) Plannen is onder te delen in 3 soorten: Strategisch plannen: Een planning voor een periode van 5 tot 10 jaar word uitgevoerd door de top van de organisatie: het management.: Met strategisch plannen wil men de centrale doelstelling behalen door deze eerst om te zetten in concrete doelen (een voetbalclub wil hoog voetbal spelen, het centrale doel. Dit doen zei door binnen 2 jaar te promoveren naar de eredivisie, het concrete doel). Met een beleidsplan stippelt het management uit hoe zei deze doelen willen behalen. De tactische planning: Met tactische planning zet je het strategisch plannen om in middellange termijn doelen, oftewel tactische doelen. Dit gebeurt weer op een lager niveau. Hier word dus aangegeven met welke stappen je de concrete/centrale doelen wilt bereiken. Pagina 4 van 6
De operationele planning: Het gedetailleerd aangeven hoe de tactische doelen uitgevoerd moeten worden, dus het aanwijzen van opdrachten en taken aan de werknemers. Centrale doelstelling Strategisch: Concrete doelen, beleidsplan voor 5 tot 10 jaar uitzetten Tactisch: concrete doelen omzetten in doelstellingen, opdrachten. Operationeel: Opdrachten realiseren door werknemers, gedetailleerd aangeven wat ze moeten doen. Sturen,corrigeren, motiveren e.d. Het volgende gedeelte is gejat van een andere samenvatting, volgens mij is het ook wel goed: 2.3 Marketing En Non-Profitorganisaties. Marketing omvat allen activiteiten die een organisatie onderneemt om te voorzien in behoeften van de consument om daarmee haar eigen doelstelling te realiseren. Marketing is het geheel van activiteiten die een organisatie onderneemt om te voorzien in behoeften van de consument en de organisatie. Prijs Product Promotie Plaats Personeel Het consumentisme in onze tijd kenmerkt zich door: - Het bestaan van grote consumentenorganisaties - De aandacht in de media - De aandacht van de overheid - De verbreding van terrein 2.4 Het Prijsbeleid Van Non-profitorganisaties. Bij commerciële instellingen is de prijs een instrument om de doelstelling te realiseren. Naast het geldbedrag moet de afnemer van het product tijd investeren in het zoeken baar het juiste product en heeft zij veelal te maken met vervoerskosten. 2.5 Het Personeelsbeleid Van Non-profitorganisaties. Het personeelsbeleid van een organisatie is gericht op het optimaal functioneren van het personeel binnen de kaders van de ondernemingsdoelstellingen. Het is belangrijk voor een organisatie om op basis van prognoses zicht te krijgen op de personeelsbehoefte in de toekomst. Een vaste baan wordt meestal voorafgegaan door een wettelijke proeftijd van twee maanden. Gedurende deze proeftijd mogen wekgever en werknemer zonder opgaaf van redenen de overeenkomst eenzijdig Pagina 5 van 6
opzeggen. LEASEN STAAT KORT EN DUIDELIJK IN HET BOEK DUS LEES DAAR MAAR Pagina 6 van 6