Samenvatting Biologie Hoofdstuk 2 Samenvatting door Babette 935 woorden 2 november 2014 5,5 2 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Doelstelling 1 Brandstof : de stof die verbrandt Verbrandingsproducten: producten die ontstaan bij verbranding Verbranding bij een kaars: Brandstof + Zuurstof -----> Water + Koolstofdioxide + Energie (Kaarsvet) (damp) (licht en warmte) Verbrandig bij een mens: Brandstof + Zuufstof-----> Water + Koolstofdioxide + Energie (Eiwitten, (Damp) (Beweging en warmte) vetten en koolhydraten) Doelstelling 2 Verbranding vindt altijd en overal plaats. Waarvoor hebben wij die energie nodig? In rust: - Lichaamstempratuur op peil houden - Spieren laten bewegen Bij sport: - Alle cellen moeten harder werken - Dus veel brandstof en zuurstof nodig Doelstelling 3 Winterslaap - Een staat van voortdurende lage lichaamstemperatuur - Een dier kan tijdens de winter overleven zonder energie te hoeven besteden aan voedsel dat moeilijk te vinden is https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-biologie-hoofdstuk-2-83399 Pagina 1 van 6
- Gebruik maken van vetreserves - Vertraagt zijn stofwisseling Dieren die een winterslaap houden: Vleermuis Egel Regenworm Roodwangschildpad Amfibieën Hazelmuis Winterrust - Hartslag vertraagt - Lichaamstemperatuur blijft constant - Kan makkelijk wakker worden gemaakt Dieren die een winterrust houden: Beer Das Wasbeer Opossum Koudbloedige dieren: Lichaamstemperatuur is afhankelijk van de omgevingstempratuur Warmbloedige dieren: Lichaamstemperatuur is constant Doelstelling 4 Samenstelling van lucht: Ingeademde lucht Uitgeademde lucht Stikstof 78% 78% Zuurstof 21% 16% Edelstoffen 1% 1% Koolstofdioxide 0,04% 5% Waterdamp Weinig Veel Temperatuur Laag Hoog Doelstelling 5 Neusholte: Functie van slijm: Halen kleine stofdeeltjes uit de lucht https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-biologie-hoofdstuk-2-83399 Pagina 2 van 6
Functie van neusharen: Houden grove stofdeeltjes en andere dingen tegen Functie van trilharen: Verplaatsen het slijm naar de keelholte De weg naar de longblaasjes: Neus/mondholte Keelholte: huig en strotklepje Strottenhoofd: Met stembanden Luchtpijp: Bekleed met slijmvlies, verstevigde wand met kraakbeenringen deze houden de luchtpijp open Bronchiën: Verstevigde wand met kraakbeenringen, bekleed met slijmvlies Luchtpijptakjes: Ze bevatten spiertjes Longblaasjes Doelstelling 6 Beter door de neus ademen want: Dan wordt de lucht verwarmd Gezuiverd Vochtig gemaakt En door het reukzintuig gekeurd Doelstelling 7 Wat gebeurt er bij het ademhalen? De huig staat open Het strotklepje staat open De lucht kan van de neusholte naar de luchtpijp stromen en omgekeerd Wat gebeurt er bij het slikken? De huig sluit de neusholte af Het strotklepje sluit de luchtpijp af Voedsel kan van de mondholte in de slokdarm terechtkomen Wat gebeurt er bij het verslikken? De huig staat open Het strotklepje staat open Voedsel kan van de mondholte in de neusholte en in de luchtpijp terechtkomen Doelstelling 8 In de longblaasjes vindt gaswisseling plaats: Zuurstof wordt vanuit de lucht in de longblaasjes opgenomen in het bloed in de longhaarvaten Koolstofdioxide wordt van uit het bloed in de longhaarvaten afgegeven aan de lucht in de longblaasjes Gaswisseling kan snel plaatsvinden doordat: https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-biologie-hoofdstuk-2-83399 Pagina 3 van 6
De longblaasjes en de longhaarvaten een dunne wand hebben Alle longblaasjes samen een groot oppervlak hebben Doelstelling 9 Ribademhaling(Borstademhaling) Inademen Uitademen 1. De ribben en het borstbeen bewegen omhoog 1. De ribben en het borstbeen bewegen omlaag 2. De borstholte wordt groter 2. De borstholte wordt kleiner 3. De longen worden groter 3. De longen worden kleiner 4. Lucht stroomt naar binnen 4. Lucht stroomt naar buiten Middenrifademhaling(Buikademhaling) Inademen Uitademen 1. Het middenrif beweegt omlaag (de buikwand gaat naar 1. Het middenrif beweegt omhoog (de buikwand gaat voren) terug) 2. De borstholte wordt groter 2. De borstholte wordt kleiner 3. De longen worden groter 3. De longen worden kleiner 4. Lucht stroomt naar binnen 4. Lucht stroomt naar buiten Doelstelling 10 Onderdelen Te weinig zuurstof Te veel koolstofdioxide Koolstofmono-oxide Sigarettenrook Formaldehyde Radon (sporen van schimmels) (uitwerpselen van) huisstofmijt Problemen Loom en slaperig Loom en slaperig Slechte leerprestaties Bewusteloosheid Dood Ademhalingsproblemen en andere allergische reacties Longkanker Tranende of prikkelende ogen Kanker Kanker Ademhalingsproblemen en andere allergische reacties Ademhalingsproblemen en andere allergische reacties Het binnenklimaat wordt bepaald door alle stoffen en organismen in de lucht en door factoren als temperatuur en luchtvochtigheid Preventiemaatregelen - Een voortdurende zwakke stoom lucht door een ruimte. Hierdoor ontstaat een lagere luchtvochtigheid en zijn er minder koolstofdioxide, schadelijke stoffen en organismen in de lucht https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-biologie-hoofdstuk-2-83399 Pagina 4 van 6
Ventileren is beter voor het milieu, doordat het verwarmen van drogere lucht minder energie kost. - Stoffilter regelmatig reinigen of verwijderen Doelstelling 11 Astma Spiertjes in de fijne vertakkingen van de bronchiën trekken zich samen - Hierdoor worden de luchtwegen nauwer en gaat ademhalen moeilijk Vaak is ook het slijmvlies aan de binnenkant van de luchtwegen verdikt Oorzaak: allergie (huisstofmijt, stuifmeel, schimmels), rook, stoom, mist, griep of verkoudheid COPD Chronische ontsteking van de luchtwegen - Hierdoor zwelt het slijmvlies op waardoor ademhalen moeilijker gaat Bij ernstig COPD raken de luchtpijptakjes en de longblaasjes beschadigd Oorzaak: Roken Overmatige slijmproductie door de slijmproducerende cellen Allergie Je kunt allergisch zijn voor bijvoorbeeld huisstof, haren van dieren, bepaalde stoffen in het voedsel. enz... Als het lichaam in aanraking komt met deze stoffen ontstaan allergische reacties Voorbeelden: Huidsuitslag, branderig gevoel, jeuk en ontstekingen Hooikoorts Allergie voor stuifmeelkorrels Allergische reacties bij hooikoorts: Tranende ogen, ontstoken slijmvliezen, een loopneus en niesbuien Als je allergisch bent voor het stuifmeel van bomen heb je daar voor al in het voorjaar last van Als je allergisch bent voor het stuifmeel van grassen heb je daar vooral in de zomer last van Extra doelstelling 12 Wat zijn de stembanden? Twee vliezen in het strottenhoofd Waar liggen ze? Ze liggen achter het schildkraakbeen Wat is de stemspleet? Opening tussen de stembanden waar lucht doorheen stroomt bij het ademen Wat doen de bekerkraakbeentjes? Ze bewegen de stembanden van elkaar toe of van elkaar weg De uitgeademde lucht kan de stembanden in trilling brengen. Als ze strak gespannen zijn klinkt je stem hoog Als je krachtig uitademt klinkt je stem hard Baard in de keel Schildkraakbeen wordt groter Stembanden langer Stem lager Extra doelstelling 13 https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-biologie-hoofdstuk-2-83399 Pagina 5 van 6
Eencellige dieren ademen via het celmembraan omdat het oppervlak groot genoeg is om voldoende zuurstof op te nemen. Veelcellige dieren ademen door tracheeën, kieuwen of longen Het oppervlak van het lichaam is niet groot genoeg om voldoende zuurstof op te nemen De huid is ondoorlaatbaar voor zuurstof en koolstofdioxide Insecten hebben tracheeën (Sterk vertakte luchtbuizen) Via stigma's (openingen in de huid) komt de lucht in het tracheeënstelsel De lucht komt door fijne vertakkingen van de tracheeën overal in het lichaam Alle vertakkingen hebben een groot oppervlak waardoor de gaswisseling plaatsvindt Door pompende bewegingen wordt de lucht in de tracheeën ververst Larven en poppen die in het water leven hebben uitsteeksels, waardoor het tracheeënstelsel in contact met de lucht blijft https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-biologie-hoofdstuk-2-83399 Pagina 6 van 6