FINANCIEEL CRISISPLAN

Vergelijkbare documenten
FINANCIEEL CRISISPLAN

FINANCIEEL CRISISPLAN

Het bestuur zal het crisisplan jaarlijks evalueren en zo nodig aanpassen.

In de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van:

Financieel crisisplan. van de

Financieel crisisplan

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan

In werking : 1 juli 2015 Vastgesteld door het bestuur : 26 juni 2015

Stichting Will Niemeijer Pensioenfonds. Financieel crisisplan

Financieel crisisplan

Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Collectiviteitskring RBS 2017 Hoofdstukindeling

Dit plan geeft de te hanteren kritische ondergrenzen, de te nemen maatregelen en de te volgen besluitvormingsprocessen en communicatietrajecten aan.

CRISISPLAN - SAMENVATTING

Financieel crisisplan NN CDC Pensioenfonds

10. Doelstellingen, risicohouding en haalbaarheidstoets

Volgens de beleidsregel van De Nederlandsche Bank (DNB) is een financieel crisisplan als volgt te definiëren:

1.1 Beschrijving crisissituatie Kring Progress verkeert in een crisissituatie als de beleidsdekkingsgraad lager is dan 110%.

Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam. Financieel crisisplan 2015

Financieel crisisplan Progress 2016 Pagina 1 van 9 1. Aanleiding, kader en looptijd financieel crisisplan Progress

Financieel crisisplan. Voorwoord. Inleiding. 1. Beschrijving financiële crisissituatie

Financieel crisisplan

Financieel crisisplan

Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Collectiviteitskring Bavaria Hoofdstukindeling

Appendix F. Financieel crisisplan. 1. Inleiding

In het crisisplan worden verschillende parameters gebruikt die voor het pensioenfonds belangrijk zijn:

Financieel crisisplan Stichting Achmea Algemeen Pensioenfonds Collectiviteitskring Bavaria 2017 Hoofdstukindeling

Financieel Crisisplan

Financieel crisisplan

Financieel Crisisplan Stichting Norit Pensioenfonds

Doelstellingen, risicohouding en haalbaarheidstoets

Financieel crisisplan

Financieel Crisisplan

Financieel crisisplan. d.d. 24 september 2017

FINANCIEEL CRISISPLAN Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Levensmiddelenbedrijf

FINANCIEEL CRISISPLAN STICHTING PENSIOENFONDS HUNTSMAN ROZENBURG. Bijlage bij de actuariële en bedrijfstechnische nota

DNB Crisisplan. Stichting Pensioenfonds Honeywell 21 September Pensioenfonds

Stichting Pensioenfonds Xerox

Financieel crisisplan Bijlage 5 bij de actuariële en bedrijfstechnische nota

Haalbaarheidstoets Stichting Pensioenfonds ANWB. Monique van Run Sander Smeets 3 augustus 2016

Financieel Crisisplan

Bijlage V Crisisplan. Inhoudsopgave

Stichting Pensioenfonds Recreatie CRISISPLAN 2017

Financieel Crisisplan

Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Kring Premie Hoofdstukindeling

Financieel crisisplan. Stichting Pensioenfonds Hewlett-Packard Nederland. 1 oktober 2015

Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Kring Koopkracht Hoofdstukindeling

Financieel crisisplan

Stichting Pensioenfonds AT&T Nederland. 9 Financieel crisisplan. 9.1 Inleiding. 9.2 Beschrijving crisissituatie

Crisisplan. van. Stichting Pensioenfonds Lloyd s Register Nederland

Financieel crisisplan CB APF Kring Stabiliteit 2017 Hoofdstukindeling

Financieel crisisplan CB APF Kring Premie 2017 Hoofdstukindeling

FINANCIEEL CRISISPLAN STICHTING PENSIOENFONDS HUNTSMAN ROZENBURG. Bijlage bij de actuariële en bedrijfstechnische nota

Financieel crisisplan

Bij binnenkomst WELKOM!

Als de beleidsdekkingsgraad hoger is dan de door de. toekomst volledige toeslagen te kunnen geven (momenteel circa 126%).

Versie: Financieel Crisisplan Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot

Stichting Dow Pensioenfonds 60. Het Crisisplan. Versie 2016

Financieel Crisisplan

Financieel crisisplan

Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Kring Stabiliteit Hoofdstukindeling

Financieel crisisplan SPNG

Financieel crisisplan, bijlage 5 (ABTN) Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot

Financieel crisisplan

Versie: Financieel Crisisplan Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot

Financieel crisisplan PDN

FINANCIEEL CRISISPLAN. 1 maart 2018

Herstelplan. Stichting Personeelspensioenfonds APG

Stichting Pensioenfonds voor Verloskundigen FINANCIEEL CRISISPLAN

Beleidsregel financieel crisisplan pensioenfondsen

Bijlage 5 Financieel crisisplan

Samenvatting van het Financieel crisisplan van Bpf Meubel

Belanghebbendenvergadering. 24 september 2015

Verslag bijeenkomst SVG 9 maart 2016

RESULTATEN ENQUÊTE CONSULTATIE NIEUW FTK ACTUARIEEL. Vraag 1

Bijlage 2 Financieel Crisisplan

Pensioenen... Crisisplan 2015

Bijlage V Financieel Crisisplan

Bijlage 1: Financieel crisisplan

10. Het Financieel Crisisplan

Financieel crisisplan

9 Crisisbeleid. 9.2 Financieel crisisplan

Deelnemers Het fonds betaalt maandelijks pensioen aan deelnemers. gaan in de toekomst pensioen ontvangen. 2,05%

Bijlage 3. Crisisplan

Financieel crisisplan. Stichting Pensioenfonds Alliance

Financieel Crisisplan

Bijlage 4 Financieel crisisplan

Communicatiekalender 2017 en 2018

Toelichting wetsvoorstel aanpassing financieel toetsingskader. Juni 2014

Stichting Pensioenfonds Recreatie

CRISISPLAN Stichting Pensioenfonds Wonen

HERSTELPLAN 31 maart 2009

Deelnemersbijeenkomsten. Grolsch Pensioenfonds

Financieel crisisplan

REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE

Dit crisisplan beschrijft hoe het bestuur handelt als het fonds in een financiële crisis terecht komt.

Stichting Norit Pensioenfonds

Actuariële en Bedrijfstechnische Nota

Financieel crisisplan

Transcriptie:

FINANCIEEL CRISISPLAN 1

Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Definitie crisissituatie... 4 3. Kritische Dekkingsgraad... 4 4. Ter beschikking staande maatregelen... 4 5. Inzetbaarheid maatregelen... 5 6. Effect maatregelen... 5 7. Belangenafweging... 5 8. Communicatie... 6 9. Besluitvorming... 6 10. Jaarlijkse toetsing... 7 i. Kenmerken van een financiële crisissituatie... 7 ii. Crisisteam en vaststellen van noodzaak tot inzet van noodprocedure... 7 iii. Bepalen van de vervolgactie bij een financiële crisissituatie... 7 iv. Beperkingen aan de vervolgactie... 8 v. Processtappen... 8 vi. Contactgegevens bij crisissituatie... 9 2

1. Inleiding De doelstelling van het Pensioenfonds is het realiseren van een waardevast pensioen voor haar deelnemers tegen een acceptabele premie en tegen een acceptabel risico. Deze lange termijn doelstelling is de belangrijkste doelstelling van het Pensioenfonds. Realisatie van deze doelstelling vereist dat het Pensioenfonds tussentijds niet financieel uit de bocht vliegt. Daarnaast heeft het Bestuur de wettelijke taak om zorg te dragen voor een evenwichtige belangenbehartiging met betrekking tot (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden. Beide doelstellingen stellen eisen aan de hoogte van de dekkingsgraad. Het is enerzijds aan het Bestuur om kritische grenzen vast te stellen met betrekking tot de beleidsdekkingsgraad. Dit vindt jaarlijks plaats bij de vaststelling van het Risicokader. Hierbij spelen zowel de financiële positie van het Pensioenfonds en de risicobereidheid van de deelnemers en pensioengerechtigden een rol. Anderzijds stelt ook de wetgever eisen aan de hoogte van de beleidsdekkingsgraad en de maximale termijn die een pensioenfonds heeft om uit een situatie van dekkingstekort en reservetekort te komen. In dit crisisplan wordt onderscheid gemaakt tussen een crisissituatie die voortkomt uit het niet tijdig kunnen herstellen van een dekkingstekort of reservetekort met gebruikmaking van de vastgestelde premie- en toeslag-instrumenten ( beschreven in onderdeel A. Herstelplan Dekkingstekort en Reservetekort), en een crisissituatie die voortkomt uit grote negatieve uitslagen op de financiële markten dan wel een daling van de dekkingsgraad beneden het kritisch niveau zoals vastgelegd in het risicokader (beschreven in onderdeel B. Plan ter bescherming van de financiële positie van het fonds). In dit plan zal expliciet worden aangegeven welke ontwikkelingen een acute crisisdreiging in zich herbergen en waarop het crisisplan van toepassing is. Ontwikkelingen op financiële markten waarbij geen sprake is van een acute crisisdreiging vereisen een andere aanpak. 3

A. Herstelplan Dekkingstekort en Reservetekort 2. Definitie crisissituatie Als crisis wordt gezien een situatie, waarin het fonds, binnen de wettelijke termijn, met gebruikmaking van de vastgestelde premie- en toeslag-instrumenten, niet aan het minimaal vereist eigen vermogen of het vereist eigen vermogen kan voldoen. 3. Kritische Dekkingsgraad Het Pensioenfonds hanteert twee kritische beleidsdekkingsgraden. Op basis van de uitgangspunten voor de risicohouding heeft het Bestuur voor de (aanvangs)haalbaarheidstoets, zoals voorgeschreven in het Besluit FTK, de met betrekking tot het pensioenresultaat te hanteren ondergrenzen als volgt nader gespecificeerd: i. De ondergrens voor het mediane pensioenresultaat op fondsniveau gerekend vanuit de feitelijke financiële positie (109,7% per 1 januari 2015) is gesteld op een nominale dekkingsgraad van 90%. ii. De ondergrens voor het mediane pensioenresultaat op fondsniveau gerekend vanuit het vereist eigen vermogen (121,6% per 1 januari 2015) is gesteld op een nominale dekkingsgraad van 93%. Bij deze specificaties van de ondergrens is rekening gehouden met een buffer van 5%-punt ten opzichte van de mediane uitkomst. Het Bestuur heeft voorts besloten de maximale relatieve afwijking van het mediane pensioenresultaat in geval van een slecht weer scenario op fondsniveau te bepalen op 30%. 4. Ter beschikking staande maatregelen De maatregelen die ter beschikking staan zijn: 1. Bijstorting werkgever. Er is in de uitvoeringsovereenkomst geen bijstorting door de werkgever voorzien. Wel is de werkgever een premieopslag verschuldigd van 0,3%- punt. Deze premieopslag geldt in elk geval voor vijf jaar en geldt vervolgens ook daarna voor zolang niet een andere afspraak over de premieopslag voor na deze vijf jaar tussen het Pensioenfonds en de werkgever tot stand is gekomen. 2. Beperken of niet toekennen van toeslagen. Er wordt enkel een toeslag toegekend indien de toeslag voldoet aan het wettelijke vereiste van toekomstbestendigheid als bedoeld in het Besluit FTK 3. Korten van pensioenaanspraken en rechten. Deze ultieme remedie is voorzien in art. 18.1.c. van het pensioenreglement. In dit artikel is vastgelegd dat verworven pensioenaanspraken en ingegane pensioenuitkeringen kunnen worden verminderd, indien de financiële toestand van het fonds daartoe aanleiding geeft. Hiervan is sprake indien het fonds niet in staat is een onderdekking binnen redelijke termijn op te heffen, zonder dat de belangen van alle belanghebbenden onevenredig worden geschaad. De korting wordt uitgesmeerd over de maximale volgens het Besluit FTK toegestane termijn. 4

5. Inzetbaarheid maatregelen Alle hierboven genoemde maatregelen zijn direct inzetbaar en er worden ook geen belemmeringen voorzien om alle genoemde maatregelen, inclusief de kortingsmaatregel, in te zetten. De volgorde van besluitvorming over de ter beschikking staande maatregelen ligt vast in de ABTN van het fonds. 6. Effect maatregelen Het effect van de maatregelen die ter beschikking staan, is als volgt: - Bijstorting werkgever. Het effect van de structurele premieopslag van 0,3% werkgeversbijdrage is niet krachtig. Dit vanwege het feit dat het premie instrument bot is. - Beperken of niet toekennen van toeslagen. Toeslagen kunnen enkel worden toegekend indien de toeslag voldoet aan het wettelijke vereiste van toekomstbestendigheid als bedoeld in het Besluit FTK Het niet toekennen van een toeslag heeft een effect van één op één. Bijvoorbeeld: het niet toekennen van 1% zorgt voor een verbetering van de beleidsdekkingsgraad met circa 1% ten opzichte van het volledig toekennen van de toeslag. - Korten van pensioenaanspraken en rechten. Door het korten van de opgebouwde aanspraken dalen de pensioenverplichtingen en stijgt de beleidsdekkingsgraad. Deze laatste en enige mogelijkheid, kan alleen worden toegepast als de beleidsdekkingsgraad lager is dan het minimaal haalbare herstelpad. Het effect is ook hier één op één. 7. Belangenafweging Als het Bestuur moet besluiten tot korten moet daarmee recht gedaan worden aan een evenwichtige belangenafweging en risicodeling. In de onderstaande tabel is te zien welke stakeholders direct of indirect financieel getroffen worden door de ter beschikking staande maatregelen bij korting. De maatregelen staan gerangschikt op volgorde, afhankelijk van het niveau van de beleidsdekkingsgraad: Actieven Gewezen deelnemers Pensioengerechtigden Niet volledig indexeren * * ** Korten van aanspraken * * ** * Indirect effect ** Direct effect Werkgevers - De werkgever is in een reguliere situatie ook al een premieopslag verschuldigd van 0,3%- punt. - Vervolgens wordt de toeslag beperkt/gestopt. Dit levert een direct nadeel voor pensioengerechtigden, actieven en de werkgever. 5

- Pas als deze maatregelen ontoereikend blijken (beleidsdekkingsgraad < kritische beleidsdekkingsgraad) volgt het korten van de aanspraken, hetgeen direct nadelig is voor de pensioengerechtigden en op termijn mogelijk ook voor de actieven. Ingeval van korten zijn alle stakeholders in deze en voorgaande fasen ten minste door twee maatregelen geraakt. Het Bestuur is van mening dat de combinatie en volgorde van maatregelen zorgt voor een evenwichtige verdeling van de lasten. Een bijkomend argument ontleent het Bestuur aan de analyse die is gemaakt naar aanleiding van de vorig jaar genomen aanvullende reservering op het langleven risico. De analyse maakt een onderscheid in drie groepen belanghebbenden die met de effecten van deze genomen voorziening zijn geconfronteerd: de pensioengerechtigden, de oudere deelnemers en de jongere deelnemers. Uit de analyse blijkt dat de aanvullende reservering voor de toegenomen levensverwachting vooral ten goede komt aan oudere deelnemers en pensioengerechtigden. Op hoofdlijnen voelt dezelfde groep oudere deelnemers en pensioengerechtigden, die eerder profijt trok van de aanvullende reservering voor de levensverwachting, een eventuele korting het zwaarst. Er zijn thans geen overwegingen waarom het risico van korten, zoals hierboven geschetst, anders verdeeld zou moeten worden. In een crisissituatie zal het Bestuur deze risicodeling opnieuw bezien om eventueel rekening te kunnen houden met bijzondere omstandigheden bij of oorzaken van de crisissituatie. Dan gaat het Bestuur na of aanvullende besluiten of maatregelen op het crisisplan noodzakelijk zijn. 8. Communicatie - Het fonds wijst in zijn reguliere publicaties regelmatig op de mogelijkheid van een crisissituatie casu quo korting. Tenminste eenmaal per jaar communiceert het fonds de inhoud van het vastgestelde crisisplan en hoe een eventuele korting naar verwachting doorgevoerd gaat worden. - Het fonds kent een vastgesteld communicatieplan voor crisissituaties, dat bij het nemen van het bestuursbesluit tot (het aankondigen van) een korting in werking treedt. Het plan beschrijft stapsgewijs hoe het fonds belanghebbenden informeert. Er is een draaiboek opgesteld waarbij per maatregel en per fase wordt beschreven wie wordt geïnformeerd (OR, VO, RvB TNO, aangesloten werkgevers, (gewezen) deelnemers/ pensioengerechtigden). 9. Besluitvorming - Om verrassingen uit te sluiten ontvangt het Bestuur wekelijks informatie over de stand van de beleidsdekkingsgraad. - Het signaleren van de crisissituatie gebeurt in de reguliere rapportage van het herstelplan op gegeven peildata over de actuele stand van zaken. - Het Jaarplan en de Jaaragenda van het fonds voorziet in vaste agendering van de reguliere rapportage van het herstelplan en daarmee een eventuele crisissituatie op de bestuursvergadering. 6

- Het bureau, de bestuursreferenten en de commissies (ARC, CPB en BAC) van het betreffende deskundigheidsgebied bereiden het te nemen bestuursbesluit voor. 10. Jaarlijkse toetsing - Het Jaarplan van het fonds voorziet in de jaarlijkse vaststelling van de ABTN met daarin de risicohouding van het Bestuur en de normportefeuille van het fonds. Aansluitend vindt toetsing, eventuele bijstelling en definitieve besluitvorming over het crisisplan plaats, waarna deze onderdeel uitmaakt van de geactualiseerde ABTN. B. Plan ter bescherming van de financiële positie van het fonds i. Kenmerken van een financiële crisissituatie Er is sprake van een (dreigende) financiële crisissituatie wanneer de ontwikkelingen op de financiële markten zonder ingrijpen in het beleggingsbeleid een grote daling van de actuele dekkingsgraad onder toepassing van de UFR-curve (dreigen te) veroorzaken. Deze situatie doet zich voor indien: A. De actuele dekkingsgraad onder toepassing van de UFR-curve daalt onder de 100 (in dat geval is de kans dat de toezichtsdekkingsgraad binnen een termijn van een jaar daalt tot onder de 90 groter dan 15%; conform het Risicokader is dit een situatie die vermeden dient te worden); B. De actuele dekkingsgraad onder toepassing van de UFR-curve binnen een termijn van een maand daalt met meer dan 5 punten (een daling met 5 punten komt thans overeen met een 2-sigma gebeurtenis). Indien één van bovengenoemde situaties zich voordoet, dan treedt het financieel crisisplan in werking. Dit plan wordt hieronder nader uitgewerkt. ii. Crisisteam en vaststellen van noodzaak tot inzet van noodprocedure In geval van een financiële crisissituatie ligt de eerste actie bij het crisisteam. Het crisisteam bestaat uit vijf leden, zijnde de voorzitter van de Beleggingsadviescommissie (BAC), de voorzitter van de Audit, Risk & Compliance Committee (ARC), de voorzitter van het Bestuur, de directeur en de CIO van het bestuursbureau. Voor ieder van de leden van het crisisteam wordt een plaatsvervanger benoemd voor het geval het betreffende lid van het crisisteam niet bereikbaar is (zie tabel 1 voor namen en contactgegevens). Besluitvorming binnen het crisisteam geschiedt door de drie bestuursleden op basis van unanimiteit. Indien unanieme besluitvorming niet mogelijk is, dan beslist het voltallig Bestuur. iii. Bepalen van de vervolgactie bij een financiële crisissituatie Het crisisteam is gemandateerd om in geval van een aldus benoemde crisissituatie de vervolgactie te bepalen. Bij het bepalen van de vervolgacties zal BlackRock als adviseur van het crisisteam optreden. Elementen die het crisisteam bij de te nemen vervolgacties dient mee te wegen zijn: - de alternatieve beleidsacties die door het Pensioenfonds genomen kunnen worden; - de uitvoerbaarheid van de alternatieve beleidsacties; 7

- de verwachte impact van deze acties op het risicogebruik; - de verwachte kosten van een beleidsactie, inclusief het eventueel terugdraaien van deze actie; - uitlegbaarheid van de te ondernemen acties aan de deelnemers, pensioengerechtigden, gewezen deelnemers en de toezichthouder. Wat betreft dit laatste punt geldt dat het crisisteam zich altijd moet afvragen hoe mogelijke acties zich verhouden tot de (realisatie van de) lange termijn doelstellingen van het Pensioenfonds. Het Bestuur mandateert het crisisteam om de uitvoerders te instrueren eventuele vervolgacties uit te voeren. De termijn waarvoor de maatregelen gelden wordt expliciet benoemd c.q. begrensd. Bij het uitvoeren van de acties zal primair gekeken worden op welke wijze het risico zo effectief en efficiënt mogelijk kan worden gemitigeerd. Het speciale mandaat van het crisisteam eindigt zeven dagen voor oproeping conform art. 10 van de statuten voor een speciale Bestuursvergadering. In die bijeenkomst beslist het Bestuur over het vervolg op de crisissituatie. iv. Beperkingen aan de vervolgactie De vervolgactie dient in ieder geval aan de volgende criteria te voldoen.: - Indien een crisissituatie is vastgesteld, is de voorwaarde voor de daarop te ondernemen acties dat deze moeten leiden tot het mitigeren van het risico; - De te treffen maatregelen kunnen ertoe leiden dat andere, nieuwe risico s worden geïntroduceerd. Deze nieuwe risico s mogen de bestaande risico s echter niet overtreffen. Bij afwijking van deze criteria dient het crisisteam alsnog vooraf toestemming van het Bestuur te verkrijgen v. Processtappen Vaststellen mogelijke crisissituatie 1. Het Bestuursbureau, de voorzitter van de BAC, de voorzitter van de ARC, de adviseur beleggingen (BlackRock) of een lid van het Bestuur neemt een (markt)situatie waar die mogelijk als financiële crisissituatie geclassificeerd kan worden. Deze situatie wordt gemeld bij de UB. 2. De UB stuurt per e-mail een analyse van de mogelijke financiële crisissituatie aan het crisisteam. Instellen noodprocedure, definiëren acties 3. Het crisisteam informeert het Bestuur zo snel mogelijk over het feit dat er sprake is van een financiële crisissituatie en over de inzet van het financieel crisisplan; 4. Het crisisteam consulteert BlackRock en komt met een actieplan dat voldoet aan de vereisten genoemd onder punt 4 (Beperkingen aan de vervolgactie). Het crisisteam zorgt voor vastlegging van het actieplan. Hierbij dienen duidelijk de overwegingen en motiveringen te worden geëxpliciteerd; 5. Het crisisteam instrueert de UB tot uitvoering van het actieplan. 8

Uitvoeren acties 6. De UB voert de vervolgactie(s) zo spoedig mogelijk uit. 7. De UB informeert het crisisteam, de directie, het Bestuur, de ARC en de BAC inzake de uitgevoerde vervolgacties, de gevolgen hiervan op het risico en de portefeuillesamenstelling en de kosten. 8. Het crisisteam legt zo spoedig mogelijk verantwoording af aan het Bestuur inzake de besluitvorming (crisissituatie, inzet noodprocedure en vervolgacties) en de impact van de vervolgacties op hoofdlijnen. De complete verantwoording wordt geagendeerd voor de eerstvolgende vergadering van het Bestuur, de ARC en de BAC. Binnen een maand na vaststelling van een crisissituatie zal een Bestuursvergadering worden uitgeschreven. 9. Het Bestuur stelt vast of de besluitvorming conform de richtlijnen van dit document heeft plaatsgevonden en of de vervolgacties aan de voorwaarden hebben voldaan. 10. Het crisisteam legt de procesgang tijdens de crisissituatie vast. Beëindiging financiële crisissituatie 11. Het Bestuur besluit na advies van het financieel crisisteam wanneer de financiële crisissituatie beëindigd is. vi. Contactgegevens bij crisissituatie Crisisteam Functie Naam E-mail Telefoon Voorzitter BAC Hans Veltman Hans.veltman@tno.nl 0653406378 Voorzitter ARC Kees Ekkers clekkers@ziggo.nl 0653932885 Voorzitter Bestuur Dick Schmidt d_ph_schmidt@hotmail.com 0651241490 Directeur Bureau Kostijn van Gerven vangerven@sp.tno.nl 0651962535 CIO Hans de Ruiter deruiter@sp.tno.nl 0610830494 Back-up crisisteam Functie Naam E-mail Telefoon Back-up BAC Joop Ruijgrok j.t.ruijgrok@gmail.com 0651721963 Back-up ARC Hans Boumans hans.boumans@tno.nl 0610662944 Back-up Voorzitter Frank Phillipson Frank.phillipson@tno.nl 0620439819 Back-up Directeur Arie van Luijk vanluijk@sp.tno.nl 0620413096 Back-up CIO Hans Groenewegen groenewegen@sp.tno.nl 0621556671 9