3. Handleiding bij de peuter-estafette Voor leidinggevenden en pedagogisch medewerkers peuterspeelzaal en kinderdagverblijf Een goede overdracht waarborgt de doorgaande ontwikkeling van de peuter. Bij een estafette staat of valt het succes met een soepele overdracht van het stokje. De Peuter-estafette is een overdrachtsinstrument waarmee pedagogisch medewerkers op een systematische manier hun beeld van de ontwikkeling van een peuter kunnen beschrijven, bespreken en overdragen aan de toekomstige basisschool. Het overdrachtsformulier Peuter-estafette geeft een indruk van de ontwikkeling van het kind vlak voor de overgang naar de basisschool. De overdracht heeft tot doel dat: de ontwikkeling van kinderen in een doorgaande lijn te volgen is; de aansluiting van de voorschoolse voorziening naar de basisschool soepel verloopt; de aanpak van de basisschool aansluit bij de ontwikkeling van het kind tot dan toe. Daarnaast heeft het instrument de volgende functies Het is een hulpmiddel bij het kijken naar kinderen. Het geeft een beeld van de ontwikkeling over een langere periode. Door de Peuter-estafette twee maal in te vullen is het een beperkt kindvolgsysteem in de voorschoolse voorziening. De Peuter-estafette heeft een signalerende functie: wat vraagt om extra aandacht bij dit kind en welk aanbod heeft dit kind nodig. Het biedt een handvat voor gesprekken met ouders en leerkrachten. Door een goede overdracht gaat er geen kostbare tijd verloren, wordt er geen dubbel werk gedaan en worden ouders niet onnodig belast. De informatie uit de overdracht kan ook van belang zijn voor de basisschool bij de groepssamenstelling. De opzet van de Peuter-estafette Het overdrachtsformulier bestaat uit drie delen Een voorblad met algemene gegevens. Hierin staat informatie over de peuterspeelzaal of het kinderdagverblijf en de pedagogisch medewerker die het formulier heeft ingevuld. Daarnaast staan er gegevens in over het kind, de gezinsachtergrond en de plaatsingsgegevens van het kind. Hierin wordt ook vermeld of het kind meegedaan heeft met een VVE-programma, welke dat was en hoelang het hieraan heeft meegedaan. De weergave van het ontwikkelingsbeeld. Bijlagen, zoals eigen dossier van de voorziening, overige observatie- of toetsgegevens, indien van toepassing. Zes ontwikkelingsgebieden Een evenwichtige ontwikkeling houdt in dat verschillende aspecten aan bod komen. Deze aspecten zijn in de Peuter-estafette onderverdeeld in zes ontwikkelingsgebieden. Sociaal-emotionele ontwikkeling Redzaamheid Motoriek Speel- en leergedrag Taalontwikkeling Rekenontwikkeling Project doorontwikkeling Peuter-estafette 1
Bij de toelichting op het invullen van het formulier wordt inhoudelijk ingegaan op de verschillende ontwikkelingsgebieden. Gebruik van het overdrachtsformulier Het overdrachtsinstrument wordt twee keer ingevuld. Als het kind 2 jaar en 9 maanden oud is en vlak voor de overgang naar de basisschool, als de peuter 3 jaar en 9 maanden oud is. Of eerder, als de peuter gaat verhuizen. Dit geeft een beeld van de ontwikkeling over een langere periode. Twee maanden voordat het kind naar de basisschool gaat vult de pedagogisch medewerker de Peuter-estafette in. In de maand voordat het kind vertrekt is er een afsluitend gesprek met de ouders. De peuter-estafette is onderdeel van dit gesprek. Plan zowel het invullen als het oudergesprek ruim van te voren. Aan de hand van de Peuter-estafette schetst de pedagogisch medewerker een beeld van de totale ontwikkeling van een kind over een langere periode. Je beschrijft het gedrag van het kind zoals jij dat hebt waargenomen. Dit doe je niet door een toets af te nemen, maar door observaties tijdens de gewone, dagelijkse activiteiten. Om de Peuter-estafette goed in te vullen, is het belangrijk dat je het betreffende kind voldoende kent en een beeld hebt van zijn of haar ontwikkeling. Het is aan te raden het ingevulde formulier met een collega te bespreken om jouw beeld van het kind te toetsen. De Peuter-estafette is in positieve termen geformuleerd. Het gaat uit van wat een kind al kan. Het is een beschrijving en niet een beoordeling in de zin van goed of slecht. Het invullen van het overdrachtsformulier Het invullen van de Peuter-estafette zal ongeveer een half uur in beslag nemen. Het overdrachtsformulier bestaat uit twee onderdelen, te weten de algemene gegevens en de weergave van het ontwikkelingsbeeld. De algemene gegevens worden ingevuld op het voorblad en bevatten de informatie over het kind, de plaatsingsgegevens en de gegevens van de voorschoolse voorziening. Door een zestal ontwikkelingsgebieden te beschrijven wordt een ontwikkelingsbeeld van het kind geschetst. In het formulier komen zes ontwikkelingsgebieden aan bod. Elk gebied is onderverdeeld in een aantal aandachtsgebieden. Bij elk aandachtsgebied zijn een aantal vaardigheden geformuleerd waar je op kunt letten bij het observeren. Ontwikkelingsgebieden Sociaal-emotionele ontwikkeling Redzaamheid Motoriek Speel- en leergedrag Aandachtsgebieden Omgaan met andere kinderen Omgaan met pedagogisch medewerkers Sociale vaardigheden Welbevinden Zelfstandigheid Zelfvertrouwen/zelfbeeld Weerbaarheid Omgaan met veranderingen Omgaan met regels Plezier in bewegen Grove motoriek Fijne motoriek Samenspelen Project doorontwikkeling Peuter-estafette 2
Taalontwikkeling Rekenontwikkeling Uitingen van spel Is bezig met Favoriete speelgoed Fantasie en creativiteit Nieuwsgierigheid Concentratie Doorzettingsvermogen Favoriete activiteit Luisteren Taalbegrip Oriëntatie op geschreven taal Mondelinge taalvaardigheid Uitspraak Durven spreken Gesprekken voeren Tellen en getalbegrip Meten (ruimtelijk inzicht) De pedagogisch medewerker heeft drie mogelijkheden om aan te geven in hoeverre de vaardigheid op het kind van toepassing is. Een voorbeeld: Het kind toont zich in de groep op zijn/haar gemak. Dit wordt als volgt weergegeven: geeft aan dat deze vaardigheid zich begint te ontwikkelen Is deze vaardigheid beginnend of in geringe mate aanwezig, dan vul je het eerste vierkantje. geeft aan dat deze vaardigheid nog in ontwikkeling is Laat het kind een verdere ontwikkeling zien of is deze vaardigheid in redelijke mate aanwezig, vul dan tweevierkantjes. xxx geeft aan dat deze vaardigheid volledig of bijna volledig is ontwikkeld Is deze vaardigheid zo ver gevorderd dat het deze vaardigheid beheerst of heeft een kind een voldoende groei laten zien, vul dan drie vierkantjes. De Peuter-estafette is zo samengesteld dat je het kind niet apart hoeft te nemen maar dat je je indruk van het kind in verschillende situaties beschrijft. Je observeert het kind tijdens de dagelijkse routine in de groep. Om de Peuter-estafette goed te kunnen invullen is het van belang dat je het betreffende kind goed kent. Mocht je twijfels hebben over een bepaald ontwikkelingsaspect, kun je dit eventueel met een collega bespreken of op een volgend moment naar het kind kijken in hoeverre je beeld klopt. Wees niet te voorzichtig met het kiezen voor de eerste en laatste mogelijkheid. Door uit terughoudendheid of onzekerheid te vaak voor de middelste mogelijkheid te kiezen, geeft de Peuter-estafette geen optimale indruk van de ontwikkeling van het kind. Onder het kopje opmerkingen of specifieke ontwikkelingsbehoeften is bij elk gebied nog ruimte voor opmerkingen en aanvullingen van de pedagogisch medewerker. Het kan gaan om bijzonderheden of wat je kenmerkend vindt voor een bepaald kind of om een tip voor de leerkracht. Bijvoorbeeld over wat voor dit kind goed heeft gewerkt. Aan het eind van het formulier is ruimte opgenomen voor mogelijke aanvullingen van de ouders met betrekking tot de ontwikkeling van het kind thuis. Gesprekken met ouders Project doorontwikkeling Peuter-estafette 3
Als je de Peuter-estafette hebt ingevuld, bespreek je die met de ouder(s). Het is handig als de ouders vooraf het ingevulde formulier hebben ontvangen. Ouders kunnen reageren op jouw bevindingen en aanvullingen geven over het gedrag van het kind thuis. Op de laatste bladzijde is ruimte voor het noteren van aanvullingen van de ouder(s). Tips voor het gesprek met de ouders zijn: leg het doel van het gesprek uit; vertel welke indruk je van het kind hebt gekregen en geef enkele concrete, positieve voorbeelden; geef aan dat het geen beoordeling of rapport is en dat het niet erg is als een kind bepaalde dingen nog niet kan. Ieder kind ontwikkelt zich op zijn eigen manier; wanneer je merkt dat ouders met weerstand reageren, vraag dan door waarom ze het niet met je eens zijn. Het kan goed zijn dat ouders thuis andere dingen van hun peuter zien. Een kind functioneert op de peuterspeelzaal en in het kinderdagverblijf immers in een groep. Geef ouders de gelegenheid uit te leggen wat zij bedoelen. Geef ouders het gevoel dat hun waarnemingen een aanvulling zijn op die van jou. Respecteer hun mening en bespreek samen wat je onder het kopje aanvullingen gaat noteren; als ouders bezwaar blijven maken tegen jouw observatie, kun je voorstellen om bij de opmerkingen te noteren dat de ouders andere ervaringen hebben. Gaan ze hier niet mee akkoord, dan kun je voorstellen het item open te laten. Dan is de kans groter dat het formulier overgedragen mag worden van de ouders; vraag aan ouders of gebruik wordt gemaakt van hulpverlening. Als ouders dit goed vinden kan informatie hierover op het formulier worden ingevuld; indien ouders echt niet willen meewerken aan de overdracht van gegevens, blijf het dan niet proberen. Ouders zijn uiteindelijk verantwoordelijk. Toestemming van ouders Onderaan het formulier zetten ouders hun handtekening. Daarmee geven zij toestemming om het formulier over te dragen aan de basisschool waar het kind naartoe gaat. Volgens de Wet bescherming persoonsgegevens is toestemming van ouders voor registratie en overdracht van persoonlijke gegevens wettelijk verplicht. Zonder toestemming van de ouders wordt het formulier niet verzonden. Kinderen die speciale aandacht nodig hebben Bij kinderen waar zorgen om zijn is het raadzaam om aanvullend op de schriftelijke overdracht ook een mondelinge overdracht te doen. Deze warme overdracht vindt plaats door een gesprek te hebben met de Intern Begeleider of de leerkracht van de betreffende groep. Bij deze mondelinge overdracht moet ook met de ouders besproken worden welke informatie overgedragen wordt. Het is aan te bevelen om de warme overdracht te doen in de vorm van een drie-gesprek met de ouders samen. Nadere informatie in de bijlage De overdracht van gegevens kan eventueel aangevuld worden met bijlagen, zoals de observatiegegevens of toetsgegevens van het VVE programma waarmee je instelling werkt. Deze gegevens zijn voor de basisschool van belang in verband met het inschatten of een kind extra aandacht of zorg nodig heeft. Verzenden van het overdrachtsformulier Project doorontwikkeling Peuter-estafette 4
Daarna wordt het formulier, inclusief eventuele bijlagen, overgedragen naar de basisschool, volgens de gemaakte afspraken daarover in het protocol. [Procedure Digidoor?] Project doorontwikkeling Peuter-estafette 5