DTe, drs. I.R. Verdonkschot (DTe kenmerk: (onderzoek groothandelsmarkt) en (flexibiliteitstudie)

Vergelijkbare documenten
Uw kenmerk : /2.B257 Ons kenmerk : VOEG/G/05/16/001 Onderwerp : Reactie onderzoek marktwerking Groothandelsmarkt gas Datum : 21 april 2005

Hieronder treft u antwoorden van XXX op de vragen in uw informatie- en consultatiedocument over de rol van de TSO gas in Nederland.

Wat is het product noodvermogen? Hoe wordt er gecontracteerd?

Den Haag, maart 2005

Behandeld door Fieke Rijkers Doorkiesnum m er

Bezoekadres Statenlaan LA 's-hertogenbosch 2500 BH Den Haag

Wettelijke taken LNB van algemeen belang

Wettelijke taken LNB van algemeen belang. Onderdeel van de voorwaarden als bedoeld in artikel 12b van de Gaswet

Regulering & toezicht van infrastructuur op de Nederlandse energiemarkt

Datum : 17 juni 2010 Uw kenmerk : zaaknummer Onderwerp : Consultatie inzake herinrichting van de tarieven van het landelijk gastransport

Achtergrond leveringszekerheid L-gas en wettelijke taak GTS met betrekking tot kwaliteitsconversie

Wettelijke taken LNB van algemeen belang. Onderdeel van de voorwaarden als bedoeld in artikel 12b van de Gaswet

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Gelet op artikel 12 van de Gaswet; Besluit: Artikel I

Directie Toezicht Energie (DTe)

Pieklevering Definitieve regeling 11 augustus 2004 Blad 1 van 7

Toelichting op Wijziging Richtlijnen Gastransport

Versnelling van de ontwikkeling van TTF en de groothandelsmarkt voor gas

Wettelijke taken LNBTSBBZB van algemeen belang

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit,

Geachte heer De Maa, Nederlandse Mededingingsautoriteit T.a.v. de heer De Maa Postbus BH DEN HAAG. TenneT TSO B.V.

Flexibiliteit: E.D.Mij en klanten doen het samen. 31 maart 2017 Jeffrey Bartels

Versnelling van de ontwikkeling van TTF en de groothandelsmarkt voor gas

Markt voor Flexibiliteit

Wettelijke taken LNBTSB van algemeen belang

Ontwerp-Richtlijnen Gastransport 2005

GAS VOOR MORGEN SLOTDOCUMENT REFLECTIES NAAR AANLEIDING VAN DE DISCUSSIES OVER HET ADVIES ALGEMENE ENERGIERAAD, MEI 2005

Graag maakt Essent gebruik van de mogelijkheid te reageren op uw informatie- en consultatiedocument Transmission System Operator Gas in Nederland.

Liquiditeitsrapport Groothandelsmarkten gas en elektriciteit

Visie GTS Methodebesluit 2014 e.v.

Op basis van het rapport van Niemann van 25 november 2016 en in de lijn met deze vraagstelling zijn wij tot de volgende overwegingen gekomen.

Pagina 1/7. Netbeheer Nederland T.a.v. de heer L. Knegt Postbus LP S-GRAVENHAGE. Den Haag, 18 september 2013

1 Inleiding. 2 Wettelijke context BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

Domineren kosten infrastructuur de factuur van de toekomst? Martien Visser Lector Energietransitie Hanzehogeschool - Entrance

Informatie- en consultatiedocument, Den Haag, januari 2004

Inpassing van duurzame energie

Capaciteitsplan. ONS Netbeheer BV

Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt

Zijn participanten die geregistreerd staan bij TSO-Auction automatisch participant voor Intraday?

Uitdagingen van de energie transitie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vragen en antwoorden transportschaarste: Rechten en plichten van afnemers en netbeheerders

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

1. NIEUWE PRODUCTEN EN DIENSTEN GTS 2008 DOORLOPEND NAAR 2009 (REF. KOSTENTABEL 1)

Pagina 1/9. Besluit. 1 Inleiding. 2 Wettelijk kader

(potentiele) knelpunten wet- en regelgeving op het gebied van waterstof voor GTS

2010 Energiekamer Nederlandse Mededingingsautoriteit februari 2011

BESLUIT. I. Juridisch kader. Dienst uitvoering en toezicht Energie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 81c, eerste lid van de Gaswet.

De zienswijze is op de OPTA website onder thema interconnectie te vinden.

W ettelijke taken LNB van algem een belang

Informele verslaglegging KBG 1 MB GTS

één onafhankelijk adres in het leven te roepen, en in stand te houden, voor opleidingsinformatie.

Gasmonitor Ontwikkelingen in de groothandelsmarkt gas in Nederland in 2006

BESLUIT. I. Juridisch kader. Dienst uitvoering en toezicht Energie

Onze reactie treft u bijgaand aan. Uiteraard zijn wij graag bereid onze reactie nader toe te lichten

Juridische implicaties Aanpassingen Technisch Reglement

Deze nota bevat ook een planning voor de verdere behandeling van dit dossier in de aanloop naar de zitting van de Raad TTE (8-9 juni 2006).

Aanpassing te reserveren biedladder middelen

Bevoorradingszekerheid

Dynamieken in de elektriciteitsmarkt

Ontwikkelingen naar een duurzame energiemarkt. Klaas Hommes, TenneT 28 juni 2014

Liquiditeitsrapport 2012 Groothandelsmarkten gas en elektriciteit

Een Flexibele energiemarkt

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Beleidsplatform Slimme netten

Feedback consultatie toegangscontract 16 mei 2014

Evaluatie operationele doel Optimale ordening en werking van de energiemarkt

T-prognoses. nut en noodzaak

Nederlandse Mededingingsautoriteit

Beleidsregel Redelijke Opzegvergoedingen Vergunninghouders

Uit de beleidsvisie maakt de AFM op dat vier modellen voor de inrichting van de corporatie te onderscheiden zijn. Dit zijn:

Flexibiliteit als alternatief voor bijkomende capaciteit. Smart Energy Solutions 04/12/12

ADVIES AR ALGEMENE RAAD COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS. over

Klankbordgroep PwC-onderzoek:Visie op tariefregulering op korte en middellange termijn

De markten voor decentrale elektriciteitsproducenten

6 Pijler 4: Het energietransportnetwerk gereedmaken

Overzicht ramingen gas uit kleine velden. december 2005

Evaluatie Elektriciteitswet 1998 en Gaswet Eindrapport. Den Haag, November 2006

Betreft: Uitnodiging Overlegtafels Wmo maatwerkvoorzieningen 2019

Cogen Symposium WKK en de Handel Bijdrage: Nico Klappe Manager Dispatch en Tradesupport

1 Inleiding Leeswijzer Wettelijke basis van dit besluit Context van dit besluit Inhoudelijke context

Formule Beschrijving parameter Waarde 29 Afschrijvingen 2003 van investeringen na Totale afschrijvingen

Gezamenlijke mededeling van de energieregulatoren CREG, CWaPE en VREG. Liberalisering van de gasmarkt op distributieniveau

BESLUIT. Juridisch kader

WKK in de huidige gasmarkt. Peter van den Berg WKK dag Energy Matters 7 maart 2014

Richtlijnen Gasopslag 2003

Leveringsvoorwaarden Elektriciteit & Gas Zeker v3.0

De Warmtewet, gaan we nu echt voor besparing en verduurzaming of hebben we een bureaucratisch monster?

ADVIES COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS

System Operations. 18-mei Jaap Hagen

BESLUIT. I. Juridisch kader. Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan. DELTA Comfort B.V.

Investeringen in Conventioneel Vermogen

ONTWERP-METHODEBESLUIT

Brussel, 24 juni _Advies uniek loket bouw- en milieuvergunning. Advies. Uniek loket bouw- en milieuvergunning

BESLUIT. Juridisch kader

Actieplan naar aanleiding van de ideeën voor het verbeteren van het functioneren van het GEN, resulterend uit de workshop d.d.

Renovatie regionaal gastransportnet

Onderwerp : Consultatie strategische prioriteiten E&G groothandelsmarkten, zaaknummer

Transcriptie:

4><BOL5><BOL6> <BOL1><BOL2><BOL3><BOL4><BOL5><BOL6> Notitie Per e-mail DTe-Liquiditeit-Gasmarkt@nmanet.nl Aan DTe, drs. I.R. Verdonkschot (DTe kenmerk: 101991 (onderzoek groothandelsmarkt) en 101903 (flexibiliteitstudie) Van drs. A.T. Sypkens Smit Onderwerp Gas, DTe-consultatie werking groothandelsmarkt Inleiding Naar aanleiding van de consultatie van de DTe over marktwerking in de groothandelsmarkt en de markt voor flexibel gas geeft EnergieNed onderstaand haar reactie. De reactie bestaat uit: algemene reactie EnergieNed; gecombineerde reactie sectie Handel en Verkoop en sectie Productie. De algemene reactie van EnergieNed is de door het bestuur van EnergieNed opgestelde visie op de ontwikkeling van de marktwerking op de gasmarkt en de gezamenlijk gedragen aanpak daarvan. Algemene reactie EnergieNed, visie en doelen EnergieNed streeft naar een adequaat functionerende geliberaliseerde gasmarkt. Zo acht EnergieNed het van belang Nederland te ontwikkelen als handels-, opslag- en transportknooppunt als onderdeel van een goed functionerende vrije NW-Europese gasmarkt. Gestreefd wordt naar een gasinfrastructuur in Nederland die genoemde ontwikkeling ondersteunt en bijdraagt aan een ruim aanbod van gas (commodity en flexibiliteit) op de Nederlandse gasmarkt, uit diverse bronnen en aangeboden door diverse partijen. De energiebedrijven hebben baat bij een transparante gasmarkt en gasinfrastructuur en een voorspelbaar pad naar de toekomst op basis waarvan portfolio- en investeringsbeslissingen zijn te nemen. Voor de lange termijn wordt het van belang geacht Nederland te ontwikkelen tot een gasknooppunt voor NW-Europa, omdat dit bijdraagt aan de voorzieningszekerheid maar ook aan de marktwerking op Nederlandse gasmarkt. Daarbij past een hierop toegesneden infrastructuur en ruime gashandel- en im/exportmogelijkheden. Daarom is het van belang: huidige capaciteitsknelpunten op te lossen, de interconnectiecapaciteit uit te breiden en deze internationaal zo af te stemmen dat er één samenhangend systeem van infrastructuur, faciliteiten en diensten ontstaat voor de regio Zeebrugge, Nederland, Emden, met, afhankelijk van concrete behoeften en mogelijkheden, overige internationale verbindingen; de gasbeurs en overige faciliteiten voor gashandel (TTF, bulletinboards, financiële faciliteiten) verder te ontwikkelen; tariefsystemen en spelregels voor het contracteren c.q. het benutten van 2005-1671 22 april 2005

transportfaciliteiten zo in elkaar te steken dat deze rekening houden met lange termijn gascontracten maar ook met overige toekomstige gasstromen; basisvoorwaarden voor het kunnen doen van investeringen te vervullen (stabiel meerjaren reguleringskader, beleid DTe/EZ, stabiele spelregels); basisvoorwaarden en spelregels te scheppen die handelspartijen in staat stellen een portfoliobeleid te voeren (o.a. vereenvoudiging regels, ontwikkeling handel op TTF). Terzijde wordt opgemerkt dat de overheid en de regulator kunnen bijdragen aan de bovenstaande koers waarbij met name gewezen wordt op de internationale afstemming van beleid en regelgeving. Ook wordt opgemerkt wordt dat, zoals mede uit de bijgaande reactie van de sectie Handel en Verkoop en de sectie Productie op de DTe-consultatie blijkt, behoefte bestaat aan concrete stappen om de marktwerking te verbeteren. De visie van EnergieNed geeft hiervoor een aanpak. EnergieNed acht het van belang dat bij de uitwerking rekening wordt gehouden met de inbreng van genoemde secties. Hoe marktwerking op de Nederlandse gasmarkt te realiseren? Concrete stappen kunnen en dienen gezet te worden en veel daarvan liggen op de weg van GTS/TSO. De onderstaande punten geven daarbij de richting aan: voortgang uitbreiding infrastructuur en interconnectie (van Hubs); het opstellen van meerjaren capaciteitsplannen (prognoses en planning t.a.v. nationale en internationale transportverbindingen, kwaliteitsconversie, relevante aspecten); het ontwikkelen van overleg tussen de TSO met die van de ons omringende landen (fysieke verbindingen, afstemming regels en voorwaarden, ontwikkeling beurzen); het bij de taakuitoefening benutten van de mogelijkheden van de markt en marktmechanismen (kopen op beurzen, tenders, prijsprikkels); het ontwikkelen van faciliteiten t.b.v. de handel (o.a. makelaarsrol swaps en/of bulletinboard voor swaps); het ontwikkelen van een lange termijn visie m.b.t. tariefsystemen en het contracteren van transport; het zorg dragen voor informatie en uitleg over de TSO-taken en methoden; het bijdragen aan transparantie; het bieden van maatwerk voor bijzondere situaties en inspelen op bijzondere mogelijkheden marktspelers, o.a. in de elektriciteitsmarkt. GTS en de marktpartijen spreken over de praktische invulling van voorstellen, o.a. over de ontwikkeling van de TTF, een day-ahead en intra-day spotmarkt, de lange termijn gasmarkt, een TTF-forward faciliteit, de kwaliteitsconversie en zaken met betrekking tot het balanceringsregime. Bij het overleg hierover is de sectie Handel &Verkoop van EnergieNed betrokken. Pagina 2/10 2005-1671 22 april 2005

Bij de beantwoording van de door DTe gestelde vragen wordt onderstaand op een aantal initiatieven nader ingegaan. EnergieNed acht het van belang de Nederlandse ontwikkelingen in de context te plaatsen van de internationale dimensies. Daar hoort bij dat de Nederlandse gasmarkt nauw verbonden wordt met de hubs in de ons omringende landen én dat de op die buitenlandse markten voldaan wordt aan de eisen van marktwerking die ook voor de Nederlandse markt gesteld worden. Eerst dan is er een lange termijn perspectief op gezonde marktwerking in de gasmarkt. Ontwikkelingskader uitbreidingen infrastructuur en interconnectie (open season of conform TenneT-model?) Een belangrijk punt van aandacht vormt het ontwikkelingskader voor uitbreidingen van de infrastructuur en interconnectiecapaciteit. De discussie wordt ook wel aangeduid als Open season model versus TenneT model. Als uitwerking van het huidige wettelijke kader hanteert GTS momenteel het Open season model bij de planning van uitbreidingen van transportcapaciteit. Veel marktpartijen, vooral zij die ervaring hebben met de wijze waarop TenneT capaciteitsuitbreidingen ontwikkelt, spreken voor de gasmarkt een voorkeur uit voor een TenneT-achtige benadering. Een TenneT-achtige benadering is bijvoorbeeld een planning van transportcapaciteit op basis van prognoses van lange termijn marktbehoeften waarbij reserves worden ingebouwd om de toekomstige kans op nee-verkopen te verkleinen. In samenhang met deze discussie wordt geconstateerd dat het huidige First Come First Serve principe op enig moment de ruimte voor het reserveren van capaciteit voor korte termijn contracten kan verkrappen als gevolg van capaciteitsreserveringen van lange termijn contracten. Ook de wijze waarop internationale verbindingen tot stand komen en de toegang tot buitenlandse markten is in deze discussie van belang. EnergieNed vindt dat de TSO de taak heeft te zorgen voor voldoende transportcapaciteit in Nederland om in huidige en toekomstige transport behoeften te voorzien en dat bij de uitwerking hiervan een niet-rigide systeem hoort waarmee, ook door GTS, in de praktijk te werken valt. Met het bovenstaande als leidraad heeft GTS de marktpartijen toegezegd de huidige werkwijze ( open season ) nader toe te lichten en de bereidheid getoond de discussie voort te zetten. Vraag 3 : Moeten er beleidsm aatregelen kom en en w elke om GOS handel naar TTF te brengen? EnergieNed is van oordeel dat bij de ontwikkeling van de Nederlandse gasmarkt als leidend principe genomen moet worden dat TTF zich kan ontwikkelen als dé centrale Pagina 3/10 2005-1671 22 april 2005

handelsplaats waar transacties plaatsvinden. Verschillende soorten maatregelen zijn te bedenken om de handel op TTF te bevorderen. Invoering van dergelijke maatregelen - welke dat ook mogen zijn - vergt dat allereerst de (internationale) consequenties helder in kaart gebracht zijn (o.a. mogelijke arbitrage effecten tussen markten) en dat er, samenhangend met die maatregelen, werkbare administratieve processen en spelregels zijn ontwikkeld. In het licht van het bovenstaand beschreven doel heeft GTS zich bereid verklaard, als studie, 2 alternatieve modellen uit te werken die mogelijk kunnen bijdragen aan het bevorderen van de handel op TTF, te weten: A. al het gas wordt op TTF verhandeld; B. levering op GOS met de mogelijkheid van toevoegingen van additionele volumina gas via TTF, zodat een portfolio voor de shipper ontstaat waarmee deze in de praktijk op TTF kan handelen. Bekend is dat vrijwel alle marktpartijen voorkeur hebben voor model A als eindmodel en dat Gasunie Trade & Supply (verder GuT&S) ten aanzien van model A ernstige complicaties voorziet waarvoor Gut&S geen vooralsnog oplossingen ziet. EnergieNed hecht aan uitvoering van genoemde GTS studie en wacht de uitkomsten daarvan af alvorens verdere standpunten in te nemen over de te nemen maatregelen. Vraag 4 : Moeten er beleidsm aatregelen kom en en w elke om de allocaties te verbeteren? Onbalans-allocatie De huidige onbalans-allocatie methodiek kan verbeterd worden. In de eerste plaats bepleiten de marktpartijen het afrekenen per GOS een jaar uit te stellen (voortzetting van het leerjaar). Voorts ondersteunt EnergieNed de richting waarop GTS de onbalansproblematiek wil aanpakken, met als aspecten: de inkoop van gas voor onbalans op een onbalansmarkt (conform het Engelse systeem); aanpassing van het boetesysteem naar een kostengeoriënteerd systeem (met spotgas-indicatoren als leidraad) Marktpartijen hebben behoefte aan een goede informatievoorziening (met o.a. gegevens van regionale netbeheerders) om zich te kunnen houden aan vereisten m.b.t. de balancering. EnergieNed is van oordeel dat de regels voor balancering en de daarvoor beschikbare faciliteiten (informatie) met elkaar in evenwicht moeten zijn om het systeem te kunnen laten functioneren. Voorts is EnergieNed van oordeel dat als voor het balanceren informatie nodig is, adequaat geregeld moet zijn wie die informatie wanneer moet leveren, wat de sanctie is op het niet nakomen daarvan, en wie de kosten moet dragen van het aanleveren Pagina 4/10 2005-1671 22 april 2005

van de informatie. De huidige praktijk wijst uit dat aan de genoemde voorwaarden nog niet (volledig) is voldaan. Conversie-capaciteit Kwaliteitsconversie 2006: in de markt leven veel vragen over de kwaliteitsconversie. Bekend is inmiddels geworden dat GTS bereid is de komende jaren totdat de BBL in werking treedt de regeling voort te zetten die GTS ook voor 2005 heeft toegepast om zo knelpunten op te lossen. Kwaliteitsconversie na 2007: voor de langere termijn heeft GTS zich bereid verklaard nadere voorstellen te ontwikkelen voor de periode na 2007. Voorzien wordt dat er na 2007 in praktische zin geen capaciteitsknelpunt meer zal bestaan ten aanzien van de kwaliteitsconversie; dit neemt niet weg dat er fysiek wel een begrenzing bestaat. De genoemde GTS voorstellen zullen gebaseerd zijn op de leidraden dat GTS de taak heeft in redelijkheid zorg dragen voor voldoende capaciteit en dat handelspartijen in staat gesteld worden hun portfolio te beheersen c.q. hun posities moeten kunnen waar maken (handelspartijen moeten voldoende zekerheid kunnen krijgen en niet geconfronteerd worden met verrassingen van niet-beschikbaarheid). Bij de uitwerking van de voorstellen geldt het uitgangspunt dat marktpartijen bij zullen dragen in de kosten van conversie (met voor handelspartijen hanteerbare tarieven en voorwaarden). EnergieNed wacht genoemde voorstellen met belangstelling af, en gaat ervan uit dat deze voortvarend worden ontwikkeld. De verschillende voorstellen en onderzoeken worden door EnergieNed nadrukkelijk gezien als stappen om de binnen de branche breed gedragen doelen te realiseren. Pagina 5/10 2005-1671 22 april 2005

Reactie sectie Handel & Verkoop en sectie Productie Vooraf Onderstaande reactie geeft het standpunt van de meerderheid van de sectie Handel & Verkoop en sectie Productie weer. Individuele partijen kunnen op onderdelen een (beperkt) andere zienswijze hebben. Deze partijen hebben aangegeven daarover een separate reactie aan de DTe te sturen. Reactie Frontier studie Research into Flexibility Services De sectie Handel & Verkoop is van mening dat Gasunie Trade & Supply (verder GuT&S) een zeer belangrijke speler is op de markt voor flexibel L-gas. Voor de markt voor flexibel H-gas constateert Handel & Verkoop dat er meerdere aanbieders zijn. Reactie rapport Onderzoek marktwerking groothandelsmarkt Vraag 1 : beoordeling analyse m arktstructuur (blz. 31 33) Indicator 1. Marktplaatsen GOS (binnenlands) is geen volwaardige marktplaats, maar met name een leveringsplaats aan afnemers. Het OV GOS is een scheiding tussen landelijke levering/transport en regionale verkoop/distributie en biedt in zeer beperkt handelsmogelijkheden. Indicator 2 Aantal marktspelers Er zijn voldoende marktspelers in de marktsegmenten: - H-cal upstream (producenten), - H-cal midstream (b.v. op TTF), - H-cal downstream (leveranciers) en - L-cal downstream (leveranciers). Een hoge concentratiegraad geldt met name voor L-cal up-/midstream. Dit wordt mede veroorzaakt doordat niet alle partijen die beschikking hebben over L-cal gas dit gas aanbieden op de Nederlandse wholesale markt. Indicator 3 Juridische en feitelijke toegangsprocedures De DTe analyse is zondermeer afdoende. Indicator 4 Non-discriminatie De analyse is juist. Partijen die nominerend leveren (d.w.z. dat de onbalans bepaald wordt als verschil in transport tussen vooraf aangegeven (genomineerd) en werkelijk ontvangen/geleverd gas) maken allen op identieke wijze gebruik van transport en systeemdiensten. Er is één partij (GuT&S) die op ruime schaal balancerende leveringen aanbiedt. Bij balancerende leveringen verzorgt de aanbieder dat er bij de Pagina 6/10 2005-1671 22 april 2005

afnemende partij geen onbalans zal ontstaan. In het kader van leverings- én transportzekerheid is balancering een vereiste van GTS. De dienst balancerende levering heeft bij veel marktpartijen in Nederland nadrukkelijk de voorkeur, gezien hun alternatieven. Onduidelijk is of andere partijen onder dezelfde voorwaarden en condities als GuT&S, balancerende leveringen kunnen verzorgen. Ten aanzien van de situatie dat GTS geconfronteerd wordt met onbalans wordt ervoor gepleit dat GTS alsdan gas inkoopt op een gasspotmarkt. Indicator 5 Ontbundeling De analyse van DTe is principieel correct echter - in dezen - weinig constructief. Zolang het eigendom van de transportinfrastructuur nog bij de BV Nederlandse Gasunie ligt, is er geen sprake van economische unbundling. Per 1 juli 2005 zal dit echter wijzigen, waarna de overheid eigenaar is van de infrastructuur. In het kader van de I&I wet vallen de TSO-taken zondermeer al onder overheidstoezicht. Het feit dat de Nederlandse Staat ook een belang heeft in GuT&S staat los van de uitvoering van toezicht op de TSO taken, immers de overheid is ook eigenaar van DTe. Indicator 6 Transparantie De dienst kwaliteitsconversie wordt als onvoldoende transparant ervaren; met name bestaat behoefte aan een eenduidige toekomstvisie omtrent de beschikbare capaciteit en verrekeningsmethodiek waardoor marktpartijen in staat zijn zowel lange termijn contracten met een conversie-element af te sluiten als te vertrouwen op restcapaciteiten voor korte termijn handel. Er bestaat bij marktpartijen behoefte aan verdergaande transparantie op het gebied van flexdiensten. Indicator 7 Capaciteit Er is voldoende fysieke gas-commodity, echter gascapaciteit (en met name in de vorm van L-cal flexibiliteit) wordt door veel marktpartijen ervaren als een knelpunt. Dit heeft onder andere te maken met het gegeven dat niet alle partijen die beschikking hebben over flexibiliteit dit aanbieden op de NL wholesale markt, hetgeen de keus voor de vragende partijen beperkt. De opmerking van de DTe dat er momenteel geen fysieke schaarste in transportcapaciteit is, maar er wel noodzaak is tot investering roept het gevoel van een inherente tegenstelling op. Zeker, omdat op diverse entrypunten de firm importcapaciteit voor langere tijd is uitverkocht. Kwaliteitsconversie is voor 2005 2008 uitverkocht. GTS geeft aan dat dit tijdelijk is (met de inwerkingtreding van de BBL - verwacht per 1 jan 2007 - zou er voldoende capaciteit zijn) en tot die tijd is GTS bereid om vraag en aanbod op elkaar af te stemmen. Het is wenselijk dat deze uitspraken van GTS Pagina 7/10 2005-1671 22 april 2005

geformaliseerd en gecommuniceerd worden, zodat partijen daar rekening mee kunnen houden. Indicator 8 Economisch efficiënte allocatieprocedures De analyse van DTe is correct. Punten van aandacht: Bij de verdeling van transportcapaciteit is het van belang dat er een balans is tussen korte en lange termijn capaciteitallocaties. In de toewijzing van assets die onder beheer van de TSO staan wordt door de meeste partijen (zolang op specifieke punten de vraag naar transportcapaciteit aanzienlijk groter is dan het aanbod van capaciteit) het veilingmechanisme voor korte termijn capaciteit als meest wenselijk voor economisch efficiënte marktwerking gezien. De allocatie van toegang tot het Nederlandse net is geheel afhankelijk van de contracten op de buitenlandse leidingen die aan het Nederlandse net gekoppeld zijn. Deze contracten hebben in het algemeen een langjarige looptijd. Het is derhalve van groot belang dat partijen met langjarige buitenlandse transportovereenkomsten ook langjarige zekerheid omtrent toegang en prijsstelling op de importverbindingen tot het Nederlandse net kunnen verkrijgen; analoog geldt dit voor de exportverbindingen. Indicator 9 Productdifferentiatie De analyse van DTe is te optimistisch. Genoemde producten kunnen pas gerealiseerd worden als er voldoende marktwerking mogelijk is. De behoefte aan flexibiliteit dient specifiek voor de Nederlandse L-cal-markt te worden beschouwd. Vraag 2 : beoordeling analyse m arktuitkom sten (blz. 42 43) Indicator 1 Verhandeld volume en aantal transacties De analyse van DTe is in grote lijnen correct. In aanvulling daarop geldt dat het GOS zeer beperkt / geen handelsplaats is en derhalve ook niet als zodanig dient te worden beschouwd. TTF ontwikkelt zich positief voor de H-cal markt. Mede vanwege de huidige onbalans-allocatie-methodiek, gebrek aan transparantie van kwaliteitsconversie (capaciteit / prijsstructuur / boeking) en importrestricties is het TTF momenteel niet aantrekkelijk voor de L-cal markt. Indicator 2 Volatiliteit De DTe analyse suggereert een omgekeerd evenredige koppeling tussen volatiliteit en liquiditeit. Toename van volatiliteit hoeft geen negatief effect voor de marktwerking te hebben. Een lage liquiditeit kan een hoge volatiliteit tot gevolg hebben; een Pagina 8/10 2005-1671 22 april 2005

hoge volatiliteit hoeft niet te wijzen op een lage liquiditeit. Indicator 3 Spreiding tussen aanbod- en vraagprijzen DTe suggereert dat de spreiding in de prijzen op TTF laag is, omdat de volatiliteit laag is. Deze analyse is principieel onjuist, niet relevant en ook niet geschikt als nulmeting voor toekomstige monitoring. Indicator 4 Arbitrage mogelijkheden Arbitrage tussen GOS en andere marktplaatsen is niet van toepassing aangezien het GOS als leveringspunt fungeert en niet als handelsplaats. Arbitrage tussen TTF en andere markten worden beperkt benut, mede vanwege de beperking in de fysiek koppeling tussen deze markten. Vraag 3 : Moeten er beleidsm aatregelen kom en en w elke om GOS handel naar TTF te brengen? De letterlijke vraagstelling is enigszins onduidelijk in het document weergegeven. De sleutelfactoren uit vraag 3 lijken te verwijzen naar alinea 125 of 134. Telefonisch contact met Lars Groenhuijse gaf aan dat alinea 139 ad a. bedoeld is voor discussie! Het GOS als leveringspunt voor met name L-cal leveringen met een hoog flexgehalte tussen GuT&S en de diverse downstreamleveranciers komt voort uit contracten die wederzijdse partijen in een specifieke marktwerking zijn overeengekomen. Het is principieel niet aan DTe op deze bestaande marktcontracten invloed te willen uitoefenen. Het GOS als leveringspunt in de oude markt werkt technisch en administratief goed in de relatie tussen BV Nederlandse Gasunie en de energieleverings/distributiebedrijven. Met de liberalisering van de gasmarkt is de regionale scheiding tussen de energieleveringsbedrijven komen te vervallen. Het GOS als scheidingspunt is dan niet meer effectief en wordt zelfs als marktremmend ervaren. Vanuit leveringsbedrijven (dus exclusief GuT&S; zie ook pagina 4 t.a.v. de positie van partijen m.b.t. TTF) wordt de wens geuit het TTF als scheidingspunt tussen GuT&S en leveranciers aan klanten te gaan benutten, zodat er meer handelsactiviteiten kunnen ontstaan. Wel dienen dan gelijktijdig de administratieve en meetsystemen adequaat geregeld te zijn. Vraag 4 : Moeten er beleidsm aatregelen kom en en w elke om de allocaties te verbeteren? De letterlijke vraagstelling is enigszins onduidelijk in het document weergegeven. Telefonisch contact met DTe gaf aan dat de sleutelfactoren uit vraag 4 verwijzen naar alinea 139 ad b. De huidige onbalans-allocatie methodiek (met name de actualiteit van de Pagina 9/10 2005-1671 22 april 2005

verstrekte informatie) is niet geschikt voor marktwerking (in met name het retailsegment). Shippers moeten instrumenten krijgen om de onbalans-boetes te voorkomen of te beheersen. Aan de volgende maatregelen kan gedacht worden: o de onbalans/tolerantiegrenzen van GTS verruimen; o de mogelijkheid introduceren dat shippers hun onbalans via een onbalansmarkt kunnen vereffenen en/of verhandelen; o de hoogte van de boete voor onbalans in overeenstemming brengen met de werkelijke kosten van het herstellen van onbalans. Nader onderzocht dient te worden wat de juiste indicatoren zijn voor een onbalansprijs; o naar real-time inzicht in de balanspositie i.p.v. na ca. 1,5 maand; o het hanteren van een evenwichtige kostenverdeling die netbeheerders prikkelt op tijd de juiste informatie te geven en die gebruikers van het net prikkelt onbalans te voorkomen. Daarbij dienen de gebruikers van het net de netbeheerders te kunnen aanspreken op kosten van onbalans indien die veroorzaakt worden door gebreken in de informatievoorziening waarvoor de netbeheerder verantwoordelijk is; o het aanbieden van een flexibiliteitdienst door de TSO. Bij entry-transport-allocatie is het van belang dat er een balans is tussen korte en lange termijn capaciteitallocatie. De methodiek is nu gebaseerd op FCFS met UIOLI voor niet gebruikte capaciteit. Voor de handel met een korte termijn karakter dient een veilingmechanisme hieraan toegevoegd te worden. De exit-transport-allocatie procedure dient vereenvoudigd te worden. Hierbij kan gedacht worden aan: o voortzetten leerjaar; o het aantal GOS sen waarop genomineerd dient te worden drastisch te reduceren; o onderscheid maken tussen lange termijn capaciteit en restcapaciteit voor handelsdoeleinden. In het kader van leveringszekerheid voor profielklanten en gegarandeerde transportcapaciteit voor andere aansluitingen dient het op eenvoudige wijze mogelijk te zijn exitcapaciteit te reserveren zonder dat de klant daarbij risico s loopt indien de keuze tussen concurrerende shippers in een laat stadium genomen wordt. De allocatie van conversie-capaciteit moet veel transparanter en mag niet marktremmend werken. Buiten de scoop van deze consultatie om willen wij nu alvast opmerken dat het proces van het opstellen van voorwaarden ex. artikel 12.a en 12.b van de Gaswet niet bevorderlijk is voor meer marktwerking in de gasmarkt. Pagina 10/10 2005-1671 22 april 2005