EUROPEES PARLEMENT * ONTWERPVERSLAG. Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken VOORLOPIGE VERSIE 2001/0091(CNS)



Vergelijkbare documenten
EUROPEES PARLEMENT. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken * ONTWERPVERSLAG. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken

P5_TA(2002)0202. Opvang van asielzoekers in de lidstaten *

EUROPEES PARLEMENT * ONTWERPVERSLAG. Commissie economische en monetaire zaken VOORLOPIGE VERSIE 2004/0079(CNS)

Publicatieblad van de Europese Unie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme ***II ONTWERPAANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING

EUROPEES PARLEMENT. Commissie juridische zaken en interne markt * ONTWERPVERSLAG. Commissie juridische zaken en interne markt

gelet op artikel 63, eerste alinea punt 3 van het EG-Verdrag,

EUROPEES PARLEMENT. Zittingsdocument

EUROPEES PARLEMENT. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken ***II ONTWERPAANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING

Publicatieblad van de Europese Unie L 326/13

EUROPEES PARLEMENT. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken. van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken

EUROPEES PARLEMENT. Commissie juridische zaken en interne markt ***II ONTWERPAANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING

Status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen *

EUROPEES PARLEMENT * ONTWERPVERSLAG. Commissie internationale handel VOORLOPIGE VERSIE 2004/0288(CNS)

L 180/96 Publicatieblad van de Europese Unie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT. overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken ***I ONTWERPVERSLAG

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B

Verbetering van de toegang tot de rechter bij grensoverschrijdende zaken *

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 10 juni 2003 (05.06) (OR. en) 10235/03. Interinstitutioneel dossier: 2000/0238 (CNS) LIMITE ASILE 35

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/0268(COD)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Publicatieblad van de Europese Unie

Zaak C-540/03. Europees Parlement tegen Raad van de Europese Unie

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

PUBLIC. Brussel, 1 november 2003 (05.11) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 14190/03 LIMITE MIGR 90. NOTA het voorzitterschap

* ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2009/0075(CNS)

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

RICHTLIJN 93/ 109/EG VAN DE RAAD. van 6 december 1993

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken. van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

EUROPEES PARLEMENT. ONTWERPVERSLAG - Klamt (PE ) over het voorstel voor een kaderbesluit van de Raad inzake de bestrijding van mensenhandel

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 juni 2013 (07.06) (OR. en) 14654/2/12 REV 2 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 2008/0244 (COD)

EUROPEES PARLEMENT. Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken ***II ONTWERPAANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING

GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT

* VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0124/

GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken. van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

***II ONTWERPAANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING

***II ONTWERPAANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD

EUROPEES PARLEMENT ***III VERSLAG. Delegatie van het Europees Parlement in het bemiddelingscomité. 5 november 2001

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE

* ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2016/0406(CNS)

EUROPESE UNIE Communautair Bureau voor Plantenrassen

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

13740/1/00 REV 1 ADD 1 die/jel/nj 1 DG J

De Groep Asiel heeft op 12 december 2002 de bespreking van bovengenoemd voorstel voortgezet (artikelen 20 tot en met 25).

(3) Het Verdrag van Genève en het Protocol vormen de hoeksteen van het internationale rechtsstelsel ter bescherming van vluchtelingen.

AANBEVELING VAN DE COMMISSIE. van over een Europese hervestigingsregeling

RICHTLIJN 2013/32/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

EUROPEES PARLEMENT. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken. Voorstel voor een richtlijn (COM(2002) 548 C5-2002/ /0242(CNS))

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 november 2006 (OR. en) 12131/6/06 REV 6 ADD 1. Interinstitutioneel Dossier: 2006/0005 (COD) ENV 429 CODEC 826

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 9 december 2002 (OR. en) 14052/2/02 REV 2 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 2001/0046 (COD)

EUROPEES PARLEMENT. Commissie begrotingscontrole

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op:

EUROPEES PARLEMENT * VERSLAG. Zittingsdocument DEFINITIEVE VERSIE A5-0210/ juni 2003

* ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2011/0444(NLE)

12848/1/18 REV 1 CS/srl/sht ECOMP.2.B

***I VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0186/

*** ONTWERPAANBEVELING

EUROPEES PARLEMENT. Commissie juridische zaken en interne markt. Voorstel voor een richtlijn (COM(2002) 13 C5-0049/ /0020(CNS))

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 september 2001 (06.09) (OR. fr) 11580/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0186 (COD)

* ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2009/0806(CNS)

***I VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0395/

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

9975/16 mak/cle/sv 1 DRI

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

EUROPEES PARLEMENT. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken ***II ONTWERPAANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING

LIFE.1.C EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT. Brussel, 14 maart 2019 (OR. en) 2019/0019 (COD) PE-CONS 62/19 SOC 114 EMPL 81 PREP-BXT 62 CODEC 500

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

***I VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0082/

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2011/0327(COD)

14708/16 eer/pau/sl 1 DGD 1B

2003L0086 NL

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

*** ONTWERPAANBEVELING

geraadpleegd door de Raad overeenkomstig artikel 39, lid 1 van het EU-Verdrag (C5-0757/2000),

EUROPEES PARLEMENT. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken. van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken

BIJLAGE. bij MEDEDELING VAN DE COMMISSIE. EU-wetgeving: betere resultaten door betere toepassing

EUROPEES PARLEMENT Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

EUROPEES PARLEMENT. Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken. 20 juni 2003 PE /6-24 AMENDEMENTEN 6-24

EUROPEES PARLEMENT * VERSLAG. Zittingsdocument DEFINITIEVE VERSIE A6-0431/

EUROPEES PARLEMENT. Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

P7_TA(2010)0160 Europees Vluchtelingenfonds voor de periode (wijziging van Beschikking nr. 573/2007/EG) ***I

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Samenvatting van de effectbeoordeling

gezien het gemeenschappelijk standpunt van de Raad (15853/2/2002 C5-0137/2003) 1,

Brussel, 9 december 2010 (OR. fr) ASSOCIATIE TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN MAROKKO UE-MA 2706/10

(COM(2001) 259 C5-0359/ /0114(CNS))

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Transcriptie:

EUROPEES PARLEMENT 1999 2004 Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken 13 februari 2002 VOORLOPIGE VERSIE 2001/0091(CNS) * ONTWERPVERSLAG over het voorstel van de Commissie met het oog op de aanneming van een richtlijn van de Raad tot vaststelling van minimumnormen voor de opvang van asielzoekers in de lidstaten (COM(2001) 181 C5-0248/2001 2001/0091(CNS)) Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken Rapporteur: Jorge Salvador Hernández Mollar PR\449964.doc PE 302.296

Verklaring van de gebruikte tekens * Raadplegingsprocedure Meerderheid van de uitgebrachte stemmen **I Samenwerkingsprocedure (eerste lezing) Meerderheid van de uitgebrachte stemmen **II Samenwerkingsprocedure (tweede lezing) Meerderheid van de uitgebrachte stemmen voor de goedkeuring van het gemeenschappelijk standpunt Meerderheid van de leden van het Parlement voor de verwerping of amendering van het gemeenschappelijk standpunt *** Instemming Meerderheid van de leden van het Parlement, behalve in de in de artikelen 105, 107, 161 en 300 van het EG-Verdrag en in artikel 7 van het EU-Verdrag bedoelde gevallen ***I Medebeslissingsprocedure (eerste lezing) Meerderheid van de uitgebrachte stemmen ***II Medebeslissingsprocedure (tweede lezing) Meerderheid van de uitgebrachte stemmen voor de goedkeuring van het gemeenschappelijk standpunt Meerderheid van de leden van het Parlement voor de verwerping of amendering van het gemeenschappelijk standpunt ***III Medebeslissingsprocedure (derde lezing) Meerderheid van de uitgebrachte stemmen voor de goedkeuring van de gemeenschappelijke ontwerptekst (De aangeduide procedure is gebaseerd op de door de Commissie voorgestelde rechtsgrondslag.) Amendementen op wetsteksten Door het Parlement aangebrachte wijzigingen worden in vet cursief aangegeven. De markering in mager cursief is een aanwijzing voor de technische diensten en betreft passages in de wetstekst waarvoor een correctie wordt voorgesteld (bijvoorbeeld aperte fouten of weglatingen in een taalversie). Dergelijke correcties moeten worden goedgekeurd door de betrokken technische diensten. PE 302.296 2/46 PR\449964.doc

INHOUD PROCEDUREVERLOOP... 4 WETGEVINGSVOORSTEL... 5 ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE... 46 TOELICHTING... ADVIES VAN DE COMMISSIE BUITEANDSE ZAKEN, MENSENRECHTEN, GEMEENSCHAPPELIJKE VEILIGHEID EN DEFENSIEBELEID... ADVIES VAN DE COMMISSIE WERKGELEGENHEID EN SOCIALE ZAKEN... ADVIES VAN DE COMMISSIE JURIDISCHE ZAKEN EN INTERNE MARKT... Blz. PR\449964.doc 3/46 PE 302.296

PROCEDUREVERLOOP Bij schrijven van 18 mei 2001 verzocht de Raad, overeenkomstig?? van het EG-Verdrag en artikel?? van het??-verdrag, het Parlement om advies inzake het voorstel van de Commissie met het oog op de aanneming van een richtlijn van de Raad tot vaststelling van minimumnormen voor de opvang van asielzoekers in de lidstaten (COM(2001) 181 2001/0091(CNS)). Op 11 maart 2001 gaf de Voorzitter van het Parlement kennis van de verwijzing van dit voorstel naar de Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken als commissie ten principale en naar de Commissie buitenlandse zaken, mensenrechten, gemeenschappelijke veiligheid en defensiebeleid, de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken en de Commissie juridische zaken en interne markt als medeadviserende commissies (C5-0248/2001). De Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken benoemde op haar vergadering van 29 mei 2001 Jorge Salvador Hernández Mollar tot rapporteur. De commissie behandelde het Commissievoorstel en het ontwerpverslag op haar vergadering(en) van... Op dezelfde/laatstgenoemde vergadering hechtte zij met... stemmen voor en... tegen bij... onthouding(en)/met algemene stemmen haar goedkeuring aan de ontwerpwetgevingsresolutie. Bij de stemming waren aanwezig:... (voorzitter/waarnemend voorzitter),... (ondervoorzitter),... (rapporteur),... (verving...),... (verving... overeenkomstig artikel 153, lid 2 van het Reglement),... en... Het advies (De adviezen) van de Commissie buitenlandse zaken, mensenrechten, gemeenschappelijke veiligheid en defensiebeleid (en de Commissie...) (en het standpunt/de verklaring van de Commissie) is (zijn) bij dit verslag gevoegd. (De Commissie... heeft op... besloten geen advies uit te brengen.) Het verslag werd ingediend op... De termijn voor de indiening van amendementen wordt bekendgemaakt in de ontwerpagenda voor de vergaderperiode waarin het verslag wordt behandeld./termijn voor de indiening van amendementen:...,... uur. PE 302.296 4/46 PR\449964.doc

WETGEVINGSVOORSTEL Voorstel van de Commissie met het oog op de aanneming van een richtlijn van de Raad tot vaststelling van minimumnormen voor de opvang van asielzoekers in de lidstaten (COM(2001) 181 C5-0248/2001 2001/0091(CNS)) Dit voorstel wordt als volgt gewijzigd: Door de Commissie voorgestelde tekst 1 Amendementen van het Parlement Amendement 1 Overweging 1 (1) Een gemeenschappelijk asielbeleid, dat een gemeenschappelijk Europees asielstelsel omvat, is een wezenlijk aspect van de doelstelling van de Europese Unie om geleidelijk een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid tot stand te brengen, die openstaat voor diegenen die onder druk van de omstandigheden op wettige wijze in de Europese Gemeenschap bescherming zoeken. (1) Een gemeenschappelijk asielbeleid, dat een gemeenschappelijk Europees asielstelsel omvat, is een wezenlijk aspect van de doelstelling van de Europese Unie om geleidelijk een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid tot stand te brengen, die openstaat voor diegenen die onder druk van de omstandigheden op wettige wijze in de Europese Unie bescherming zoeken. Het asielbeleid is "gecommunautariseerd" in het Verdrag van Amsterdam en is nu in het EG- Verdrag geregeld onder de zogenaamde eerste pijler. Bepaalde maatregelen eveneens in verband met asiel die betrekking hebben op de buitenlandse betrekkingen en de misdaadbestrijding, zijn geregeld in het Verdrag betreffende de Europese Unie onder resp. de tweede en de derde pijler. Daarom moet liever het begrip "Europese Unie" worden gebruikt voor de drie pijlers die deel uitmaken van het "acquis communautaire" dat is vastgelegd in andere reeds goedgekeurde en geldende bepalingen. Amendement 2 Overweging 1 bis (nieuw) (1 bis) Het Actieplan van de Raad en de Commissie van 3 december 1998 1 voorziet in zo spoedig mogelijke vaststelling van minimumnormen voor de opvang van asielzoekers overeenkomstig het Verdrag van Amsterdam. 1 PB C 19 van 23.1.1999, blz. 1. 1 PB C... PR\449964.doc 5/46 PE 302.296

Het Actieplan van de Raad en de Commissie over hoe de bepalingen van het Verdrag van Amsterdam inzake de totstandbrenging van een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid het best kunnen worden uitgevoerd (het zogenaamde actieplan van Wenen), door de Raad in Wenen vastgesteld op 11/12 december 1998, is een mijlpaal op weg naar een gemeenschappelijke asielbeleid van de Europese Unie en moet daarom worden vermeld. Amendement 3 Overweging 2 (2) De Europese Raad is bij zijn bijzondere bijeenkomst van 15 en 16 oktober 1999 in Tampere overeengekomen te werken aan de instelling van een gemeenschappelijk Europees asielstelsel dat stoelt op de volledige en niet-restrictieve toepassing van het Verdrag van Genève betreffende de status van vluchtelingen van 28 juli 1951, zoals aangevuld bij het Protocol van New York van 31 januari 1967, en zo te waarborgen dat niemand naar het land van vervolging wordt teruggestuurd, en dus het verbod tot uitzetting of terugleiding te handhaven. (2) De Europese Raad is bij zijn bijzondere bijeenkomst van 15 en 16 oktober 1999 in Tampere overeengekomen te werken aan de instelling van een gemeenschappelijk Europees asielstelsel dat stoelt op de volledige en niet-restrictieve toepassing van het Verdrag van Genève betreffende de status van vluchtelingen van 28 juli 1951, zoals aangevuld en gewijzigd bij het Protocol van New York van 31 januari 1967, en zo te waarborgen dat niemand naar het land van vervolging wordt teruggestuurd, op grond van het in het internationale recht vastgelegde beginsel van non-refoulement. Het Verdrag van Genève van 28 juli 1951 is in enkele opzichten aangevuld met het protocol van New York van 31 januari 1967. Op andere punten is het echter fundamenteel gewijzigd, zoals ten aanzien van de nieuwe formulering van artikel 1, deel A, lid 2. Het is voor het asielbeleid van wezenlijk belang dat het beginsel van non-refoulement als universeel recht wordt aanvaard. Dit moet daarom ondubbelzinnig worden vermeld. Amendement 4 Overweging 3 (3) Volgens de Conclusies van Tampere moeten in het kader van een gemeenschappelijk Europees asielstelsel op korte termijn gemeenschappelijke minimumnormen voor de opvang van asielzoekers worden vastgesteld. (3) Volgens de Conclusies van Tampere moeten in het kader van een gemeenschappelijk Europees asielstelsel op korte termijn gemeenschappelijke normen ter regeling van de minimumvoorwaarden voor de opvang van asielzoekers worden vastgesteld. Een zinvoller formulering die meer in overeenstemming is met de vermelde richtlijn en de conclusies van de Europese Raad van Tampere. PE 302.296 6/46 PR\449964.doc

Amendement 5 Overweging 4 (4) Deze richtlijn eerbiedigt de grondrechten en neemt de beginselen in acht die met name in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie worden erkend. Deze richtlijn beoogt meer bepaald te waarborgen dat de menselijke waardigheid en het recht op asiel van asielzoekers en de hen vergezellende gezinsleden ten volle wordt geëerbiedigd en te bevorderen dat de artikelen 1 en 18 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie worden toegepast. (4) Deze richtlijn eerbiedigt de grondrechten en neemt de beginselen in acht die met name in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie worden erkend. Deze richtlijn beoogt meer bepaald te waarborgen dat de menselijke waardigheid en het recht op asiel van asielzoekers en de hen vergezellende gezinsleden ten volle wordt geëerbiedigd en te bevorderen dat de artikelen 1,18 en 19 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie worden toegepast. Artikel 19 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (verbod op de verwijdering, uitzetting en uitlevering van een persoon als er een ernstig risico bestaat dat hij aan de doodstraf, aan folteringen of aan andere onmenselijke of vernederende behandelingen of bestraffingen wordt onderworpen) heeft rechtstreeks betrekking op het asielbeleid en moet dan ook in aanmerking worden genomen. Amendement 6 Overweging 5 (5) Overeenkomstig de artikelen 2 en 3, lid 2, van het Verdrag is deze richtlijn wat de doelstellingen en de inhoud betreft, gericht op het wegnemen van ongelijkheid en het bevorderen van gelijkheid tussen mannen en vrouwen. Schrappen Artikel 2 van het Verdrag bepaalt "De Gemeenschap heeft tot taak... het bevorderen... van de gelijkheid van mannen en vrouwen". Dit is een rechtsbeginsel dat ten grondslag ligt aan het gehele communautaire beleid en het is daarom niet nodig om van geval tot geval aan te geven dat het van toepassing is. Amendement 7 Overweging 6 (6) Er moeten minimumnormen worden vastgesteld voor de opvang van asielzoekers die normaliter voldoende zijn om een menswaardige levensstandaard en vergelijkbare levensomstandigheden in alle lidstaten te waarborgen. (6) Er moeten minimumnormen worden vastgesteld voor de voorzieningen voor de opvang van asielzoekers die hun een menswaardige en vergelijkbare levensstandaard in alle lidstaten waarborgen. PR\449964.doc 7/46 PE 302.296

Asielzoekers die zich terecht beroepen op het asielrecht moet in elke lidstaat een waardige opvang worden verzekerd. De formulering is vereenvoudigd overeenkomstig het eerste beginsel van de interinstitutionele richtsnoeren betreffende de redactionele kwaliteit van de communautaire wetgeving van 22 december 1998. Amendement 8 Overweging 7 (7) De harmonisatie van de opvangvoorzieningen voor asielzoekers zal ertoe bijdragen dat de secundaire stromen van asielzoekers, die worden veroorzaakt door het verschil in opvangvoorzieningen, worden beperkt. (7) De harmonisatie van de opvangvoorzieningen voor asielzoekers zal ertoe bijdragen dat de secundaire stromen van asielzoekers tussen lidstaten, die hoofdzakelijk ontstaan door verschillen in opvangvoorzieningen, worden beperkt. Het gaat om secundaire stromen tussen EU-lidstaten onderling, die hoofdzakelijk een gevolg zijn van de verschillen tussen de voorzieningen voor de opvang die elke lidstaat vaststelt. Amendement 9 Overweging 8 (8) De levensomstandigheden van asielzoekers moeten in alle gevallen menswaardig zijn, maar moeten beter zijn indien een asielverzoek ontvankelijk en niet kennelijk ongegrond wordt geacht. Schrappen Deze overweging moet geschrapt omdat zij discriminatie zou kunnen bevorderen en rechtvaardigen. Amendement 10 Overweging 9 (9) Het aantal en de kwaliteit van de opvangvoorzieningen moet toenemen bij langdurige procedures, mits de lengte van de procedure niet het gevolg is van negatief gedrag van de asielzoeker. Schrappen Het feit dat de opvangvoorzieningen variëren naar gelang de duur van de procedure kan leiden tot misbruik en discriminatie tussen de betroffenen. PE 302.296 8/46 PR\449964.doc

Amendement 11 Overweging 10 (10) De opvang van groepen met bijzondere behoeften moet zijn toegesneden op die bijzondere behoeften. (10) De opvang van groepen en personen met bijzondere behoeften moet zijn toegesneden op die bijzondere behoeften. Niet alleen groepen, ook personen hebben bijzondere behoeften. Amendement 12 Overweging 11 (11) De opvang van asielzoekers in bewaring moet zijn toegesneden op de behoeften van asielzoekers in die situatie. (11) De voorzieningen voor de opvang van asielzoekers in bewaring moeten zijn toegesneden op de behoeften van asielzoekers in die situatie. Duidelijker formulering. Amendement 13 Overweging 13 (13) Raadslieden van asielzoekers, de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de Vluchtelingen en de betrokken niet-gouvernementele organisaties moeten toegang hebben tot alle plaatsen waar asielzoekers zijn gehuisvest. (13) Raadslieden van asielzoekers, de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de Vluchtelingen en de betrokken niet-gouvernementele organisaties moeten toegang hebben tot alle plaatsen waar asielzoekers zijn gehuisvest. Betreft alleen de Spaanse tekst. Amendement 14 Overweging 14 (14) Misbruik van het opvangstelsel moet worden tegengegaan door te bepalen op welke gronden opvangvoorzieningen voor asielzoekers kunnen worden beperkt of ingetrokken. (14) Alle nodige maatregelen dienen te worden genomen om misbruik van het opvangstelsel voor asielzoekers te verhinderen. Er dienen de nodige maatregelen te worden genomen om te zorgen dat de opvangmogelijkheden waarin de richtlijn voorziet alleen gelden voor personen die terecht een beroep doen op het PR\449964.doc 9/46 PE 302.296

asielrecht. Amendement 15 Overweging 15 (15) Er moet voor worden gezorgd dat de nationale opvangregelingen doeltreffend werken en dat de lidstaten samenwerken op het gebied van de opvang van asielzoekers. (15) Er moet voor worden gezorgd dat de nationale regelingen doeltreffend werken en dat de lidstaten samenwerken op het gebied van de voorzieningen voor de opvang van asielzoekers. De richtlijn regelt de minimumnormen voor opvang. Amendement 16 Overweging 17 (17) Dat het om minimumnormen gaat, impliceert dat het de lidstaten vrij staat gunstiger regelingen in te voeren of te handhaven voor onderdanen van derde landen en staatlozen die internationale bescherming zoeken in een lidstaat. (17) Dat het om minimumnormen gaat, impliceert dat het de lidstaten vrij staat gunstiger regelingen dan in de onderhavige richtlijn voorzien in te voeren of te handhaven voor onderdanen van derde landen en staatlozen die internationale bescherming zoeken in een lidstaat. Dit amendement is bedoeld om lidstaten meer in het algemeen de mogelijkheid te geven om te kiezen voor een gunstiger regeling. Amendement 17 Overweging 19 (19) De lidstaten dienen sancties vast te stellen voor inbreuken op de nationale bepalingen die ter uitvoering van deze richtlijn zijn vastgesteld. (19) De lidstaten dienen sancties vast te stellen indien inbreuken op de nationale bepalingen die ter uitvoering van deze richtlijn zijn vastgesteld worden geconstateerd. Sancties dienen alleen opgelegd te worden als inbreuken op de bepalingen worden geconstateerd. Amendement 18 Overweging 21 (21) Overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel en het (21) Overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel, zoals neergelegd in PE 302.296 10/46 PR\449964.doc

evenredigheidsbeginsel, zoals neergelegd in artikel 5 van het Verdrag, kan de doelstelling van het overwogen optreden, namelijk de vaststelling van minimumnormen voor de opvang van asielzoekers in de lidstaten, niet voldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt en kan zij daarom wegens de omvang en de gevolgen van het voorgenomen optreden beter door de Gemeenschap worden verwezenlijkt. Deze richtlijn beperkt zich tot het vereiste minimum om deze doelstelling te verwezenlijken en gaat niet verder dan hiertoe nodig is. artikel 5 van het EG-Verdrag, kan de doelstelling van het overwogen optreden, namelijk de vaststelling van minimumnormen voor de opvang van asielzoekers in de lidstaten, niet voldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt en kan zij daarom wegens de omvang en de gevolgen van het voorgenomen optreden beter door de Gemeenschap worden verwezenlijkt. Deze richtlijn beperkt zich overeenkomstig het in artikel 5 van het EG-Verdrag neergelegde evenredigheidsbeginsel tot het vereiste minimum om deze doelstelling te verwezenlijken en gaat niet verder dan hiertoe nodig is, Om een duidelijk onderscheid te maken tussen het subsidiariteitsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel. Amendement 19 Artikel 1 Deze richtlijn heeft tot doel minimumnormen vast te stellen voor de opvang van asielzoekers in de lidstaten. Deze richtlijn heeft tot doel minimumnormen vast te stellen voor de opvang van onderdanen van derde landen en staatlozen die asiel zoeken in de lidstaten. De werkingssfeer van de richtlijn blijft beperkt tot onderdanen van derde landen en staatlozen, daar alle lidstaten zich als "veilige" landen beschouwen. Amendement 20 Artikel 2, letter a) a) "Verdrag van Genève": het Verdrag betreffende de status van vluchtelingen van 28 juli 1951, zoals aangevuld bij het Protocol van New York van 31 januari 1967; a) "Verdrag van Genève": het Verdrag betreffende de status van vluchtelingen van 28 juli 1951, zoals aangevuld en gewijzigd bij het Protocol van New York van 31 januari 1967; Zie motivering van amendement 3. PR\449964.doc 11/46 PE 302.296

Amendement 21 Artikel 2, letter b) b) "asielverzoek": een verzoek om internationale bescherming van een lidstaat dat wordt ingediend door een onderdaan van een derde land of een staatloze en dat kan worden begrepen als te zijn gedaan op de grond dat de betrokkene vluchteling is in de zin van artikel 1, onder A van het Verdrag van Genève. Elk verzoek om internationale bescherming wordt als een asielverzoek beschouwd, tenzij de betrokkene uitdrukkelijk om een andere vorm van bescherming vraagt waarom afzonderlijk kan worden verzocht; b) "asielverzoek": een verzoek om internationale bescherming van een lidstaat dat wordt ingediend door een onderdaan van een derde land of een staatloze en dat kan worden opgevat als een verzoek overeenkomstig het Verdrag van Genève. Elk verzoek om internationale bescherming wordt als een asielverzoek beschouwd, tenzij de betrokkene uitdrukkelijk om een andere vorm van bescherming vraagt waarom afzonderlijk kan worden verzocht; Verduidelijking van de oorspronkelijke formulering. Amendement 22 Artikel 2, letter c) c) "asielzoeker": een onderdaan van een derde land of een staatloze die een asielverzoek heeft ingediend waarover nog geen definitieve beslissing is genomen. Een definitieve beslissing is een beslissing waartegen alle mogelijke rechtsmiddelen op grond van Richtlijn.../.../EG van de Raad [betreffende minimumnormen voor de procedures in de lidstaten voor de toekenning of intrekking van de vluchtelingenstatus] 1 zijn uitgeput; c) "asielzoeker": een onderdaan van een derde land of een staatloze die een asielverzoek heeft ingediend waarover nog geen beslissing is genomen. Asielzoekers behouden hun rechtspositie totdat de bevoegde instantie een positief of negatief besluit heeft genomen. Amendement 23 Artikel 2, letter d), punt iii) iii) andere leden van het gezin, wanneer zij afhankelijk zijn van de asielzoeker of zeer ernstige trauma's hebben opgelopen of een bijzondere medische behandeling nodig hebben; iii) andere leden van het gezin, die naaste verwanten zijn die in gezinsvorm samenleefden en toen afhankelijk waren van de asielzoeker en nog steeds ten laste van hem komen; 1 COM (2000) 578 def. PE 302.296 12/46 PR\449964.doc

Onder andere leden van het gezin moeten worden verstaan familieleden die samen een gezin hebben gevormd en afhankelijk waren en nog steeds zijn van de asielzoeker. Amendement 24 Artikel 2, letter f) f) "vluchteling": eenieder die voldoet aan de voorwaarden van artikel 1, onder A van het Verdrag van Genève; f) "vluchteling": een onderdaan van een derde land of staatloze die voldoet aan de voorwaarden van artikel 1, onder A van het Verdrag van Genève; Scherpere definitie van het begrip "vluchteling" op het grondgebied van de Europese Unie. Amendement 25 Artikel 2, letter g) g) "vluchtelingenstatus": de status die een lidstaat toekent aan eenieder die als vluchteling tot het grondgebied van die lidstaat wordt toegelaten; g) "vluchtelingenstatus": de status die een lidstaat toekent aan eenieder die als erkende vluchteling tot het grondgebied van die lidstaat wordt toegelaten of toestemming heeft daar te verblijven en te wonen; De vluchtelingenstatus wordt verkregen als een lidstaat iemand als vluchteling erkent omdat hij onder de werking van het Verdrag van Genève valt. Deze status geeft betrokkene het recht op toelating tot het grondgebied van die staat en op toestemming daar te verblijven of te wonen. Amendement 26 Artikel 2, letter i) i) "alleenstaande minderjarigen": personen jonger dan achttien jaar die zonder begeleiding van een krachtens de wet of het gewoonterecht voor hen verantwoordelijke volwassene op het grondgebied van een lidstaat aankomen, zolang zij niet daadwerkelijk onder de hoede van een dergelijke volwassene staan; onder dit begrip vallen ook minderjarigen die zonder begeleiding worden achtergelaten nadat zij op het grondgebied van de lidstaat zijn aangekomen; i) "alleenstaande minderjarigen": onderdanen van een derde land of staatlozen jonger dan achttien jaar die zonder begeleiding van een volwassene op het grondgebied van een lidstaat aankomen, zolang zij niet daadwerkelijk onder de hoede staan en ten laste komen van een dergelijke volwassene dan wel zijn achtergelaten na hun aankomst op het grondgebied van de lidstaat; PR\449964.doc 13/46 PE 302.296

Ten aanzien van de persoonlijke werkingssfeer van de richtlijn is het essentieel het begrip "minderjarige" te beperken tot personen die uit derde landen of als staatloze in de Europese Unie aankomen. Amendement 27 Artikel 2, letter j) j) "opvangvoorzieningen": alle maatregelen die de lidstaten overeenkomstig deze richtlijn treffen ten behoeve van asielzoekers; j) "opvangvoorzieningen": alle maatregelen die de lidstaten treffen voor asielzoekers en die overeenkomstig deze richtlijn worden verstrekt; Opvangvoorzieningen worden door de lidstaten vastgesteld en indien nodig verstrekt aan asielzoekers, steeds in overeenstemming met de minimumnormen van deze richtlijn. Amendement 28 Artikel 2, letter k) k) "materiële opvangvoorzieningen": huisvesting, voedsel en kleding, die in natura of in de vorm van uitkeringen of tegoedbonnen worden verstrekt, alsmede een dagvergoeding; k) "materiële opvangvoorzieningen": ten minste huisvesting, voedsel en kleding, die in natura of in de vorm van uitkeringen worden verstrekt; Het gaat om minimumnormen voor opvangvoorzieningen. Amendement 29 Artikel 2, letter l) l) "bewaring": het vasthouden van een asielzoeker door een lidstaat binnen een begrensd gebied, zoals een gevangenis, bewaringscentra of doorgangszones op luchthavens, waarbij diens bewegingsvrijheid wezenlijk wordt beperkt; l) "bewaring": het vasthouden van een asielzoeker door een lidstaat binnen een begrensd gebied waarbij diens bewegingsvrijheid wezenlijk wordt beperkt; Opsomming van alle mogelijke plaatsen waar de bewegingsvrijheid van asielzoekers om gerechtvaardigde juridische redenen tijdelijk wordt beperkt is zinloos. PE 302.296 14/46 PR\449964.doc

Amendement 30 Artikel 2, letter m) m) "opvangcentrum": elke plaats die uitsluitend wordt gebruikt voor de collectieve huisvesting van asielzoekers en de hen vergezellende gezinsleden; m) "opvangcentrum": elke plaats die wordt gebruikt voor de collectieve huisvesting van asielzoekers en de hen vergezellende gezinsleden; Het gebruik van de term "uitsluitend" zou het onmogelijk maken om, wanneer dat echt dringend nodig is, voorlopig gebruik te maken van andere plaatsen die niet hoofdzakelijk voor de opvang van asielzoekers zijn bestemd. Amendement 31 Artikel 2, letter n) n) "bewaringscentrum": elke plaats waar asielzoekers en de hen vergezellende gezinsleden in bewaring worden gehuisvest; onder dit begrip vallen ook opvangcentra waar de bewegingsvrijheid van asielzoekers is beperkt tot het centrum zelf. n) "bewaringscentrum": elke plaats waar asielzoekers en de hen vergezellende gezinsleden in bewaring worden gehuisvest. Het geschrapte deel van de zin is redundant. Amendement 32 Artikel 4 De lidstaten kunnen gunstiger bepalingen inzake opvangvoorzieningen voor asielzoekers vaststellen of handhaven, mits deze verenigbaar zijn met deze richtlijn. De lidstaten kunnen gunstiger bepalingen inzake opvangvoorzieningen voor asielzoekers vaststellen of handhaven, mits deze verenigbaar zijn met deze richtlijn. Betreft alleen de Spaanse tekst. Amendement 33 Artikel 5, lid 1 1. Zodra het asielverzoek is ingediend, verstrekken de lidstaten asielzoekers en de meerderjarige vergezellende gezinsleden informatie over de voordelen waarop zij aanspraak kunnen maken en over de verplichtingen die zij moeten nakomen in verband met de opvangvoorzieningen. 1. Zodra het asielverzoek is ingediend, verstrekken de lidstaten asielzoekers en de meerderjarige vergezellende gezinsleden op redelijke termijn maar nooit later dan na twee weken informatie over de vastgestelde voordelen waarop zij aanspraak kunnen maken en over de PR\449964.doc 15/46 PE 302.296

verplichtingen die zij moeten nakomen in verband met de opvangvoorzieningen. De lidstaten zorgen ervoor dat asielzoekers informatie krijgen over organisaties of personen die specifieke rechtsbijstand verlenen en over organisaties die hulp kunnen bieden bij de toegang tot opvangvoorzieningen die tot hun beschikking staan, waaronder medische zorg waarop zij recht hebben. De lidstaten zorgen ervoor dat asielzoekers informatie krijgen over organisaties of personen die specifieke rechtsbijstand verlenen en over organisaties die hulp kunnen bieden bij de toegang tot opvangvoorzieningen die tot hun beschikking staan. Asielzoekers moeten zo snel mogelijk informatie krijgen, maar er zijn nu eenmaal met redenen omklede gevallen waarin deze informatie onmogelijk onmiddellijk gegeven kan worden. De laatste zin is onnodig en overbodig. Amendement 34 Artikel 5, lid 3 3. De lidstaten zorgen ervoor dat de in lid 1 bedoelde informatie schriftelijk en, voorzover mogelijk, in een taal die de asielzoeker begrijpt, wordt verstrekt. 3. De lidstaten zorgen ervoor dat de in lid 1 bedoelde informatie schriftelijk en in een taal waarvan redelijkerwijs verwacht mag worden dat de asielzoeker die begrijpt, wordt verstrekt. Indien nodig wordt deze informatie mondeling verstrekt. Al het mogelijke moet worden gedaan om te zorgen dat asielzoekers informatie krijgen in een taal die zij begrijpen. Deze informatie wordt schriftelijk verstrekt en, indien absoluut noodzakelijk, mondeling. Amendement 35 Artikel 5, lid 4 4. Asielzoekers worden geïnformeerd over taalcursussen of regelingen voor vrijwillige terugkeer, voorzover zij daarvan gebruik kunnen maken. Schrappen Dit soort concrete informatie en andere inlichtingen over de voordelen waarop asielzoekers aanspraak kunnen maken worden al in lid 1 van dit artikel genoemd. Amendement 36 Artikel 6, lid 1 1. De lidstaten zorgen ervoor dat 1. De lidstaten zorgen ervoor dat PE 302.296 16/46 PR\449964.doc

onmiddellijk na de indiening van een asielverzoek aan de asielzoeker en aan elk meerderjarig vergezellend gezinslid een op hun naam afgegeven document wordt verstrekt waaruit hun status als asielzoeker of als meerderjarig vergezellend gezinslid van een asielzoeker blijkt. Indien de houder vrij kan gaan en staan op het grondgebied van de lidstaat of een deel daarvan, moet op het document ook worden vermeld dat de betrokkene legaal verblijft in de lidstaat waarin het asielverzoek is ingediend of wordt behandeld. Op datzelfde document kan ook informatie worden opgenomen over het recht van de betrokkene op medische en psychologische zorg en over de toegang tot de arbeidsmarkt. onmiddellijk na de indiening van een asielverzoek aan de asielzoeker en aan elk meerderjarig vergezellend gezinslid een op hun naam afgegeven document wordt verstrekt waaruit hun status als asielzoeker of als meerderjarig vergezellend gezinslid van een asielzoeker blijkt. Indien de houder vrij kan gaan en staan op het grondgebied van de lidstaat waar zijn verzoek is ingediend of wordt behandeld of een deel daarvan, moet deze omstandigheid op het document ook worden vermeld. Op datzelfde document wordt ook informatie worden opgenomen over het recht van de betrokkene op gezondheidszorg en psychologische zorg. Het is van groot belang dat het document waaruit de status als asielzoeker blijkt ook informatie bevat over het recht op medische en psychologische zorg. Voor informatie over de toegang tot de arbeidsmarkt is dit evenwel niet het juiste document. Wel moet hierin worden vermeld dat de asielzoeker zich vrij kan bewegen op het grondgebied van de lidstaat waar hij zijn asielverzoek heeft ingediend. De term "medische zorg" is vervangen door "gezondheidszorg" om de redenen genoemd in amendement 47. Amendement 37 Artikel 6, lid 1 bis (nieuw) 1 bis. Het in lid 1 genoemde document vermeldt niet noodzakelijkerwijs de identiteit van de asielzoeker. Er moet rekening worden gehouden met de mogelijkheid dat deze richtlijn door bepaalde personen wordt aangegrepen om zich een valse identiteit aan te meten. Amendement 38 Artikel 6, lid 4 4. De lidstaten kunnen besluiten dit artikel niet toe te passen gedurende de behandeling van een asielverzoek in het kader van een procedure in verband met een beslissing over het recht van de 4. De lidstaten kunnen besluiten dit artikel niet toe te passen wanneer de asielzoeker wordt vastgehouden en gedurende de behandeling van een in het grensgebied ingediend asielverzoek in het kader van PR\449964.doc 17/46 PE 302.296

asielzoeker om legaal het grondgebied van een lidstaat te betreden. een procedure in verband met een beslissing over het recht van de asielzoeker om legaal het grondgebied van een lidstaat te betreden. Als sprake is van gefundeerde twijfel en om fraude te voorkomen moet de mogelijkheid bestaan het bepaalde in artikel 6, lid 1 niet automatisch toe te passen. Amendement 39 Artikel 6, lid 5 5. De lidstaten kunnen asielzoekers een reisdocument verstrekken indien om ernstige humanitaire redenen hun aanwezigheid in een andere staat is vereist. 5. De lidstaten kunnen asielzoekers een reisdocument en een visum verstrekken indien om ernstige humanitaire redenen hun aanwezigheid in een andere staat is vereist. Zonder visum is het voor asielzoekers praktisch onmogelijk van de ene lidstaat naar de andere te reizen. Amendement 40 Artikel 7, lid 1 1. De lidstaten geven asielzoekers en de hen vergezellende gezinsleden individuele bewegingsvrijheid op hun grondgebied of een bepaald deel daarvan overeenkomstig de voorwaarden van dit artikel. 1. Asielzoekers en de hen vergezellende gezinsleden kunnen vrij reizen op het grondgebied van de lidstaat van opvang zonder verdere beperkingen dan die welke vastgesteld kunnen worden overeenkomstig het Europees Verdrag tot bescherming van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden alsook de bepalingen van het Verdrag van Genève. Beperking van de bewegingsvrijheid is strijdig met de mensenrechten. Amendement 41 Artikel 7, lid 2 2. Asielzoekers mogen niet in bewaring worden gehouden alleen omdat hun asielverzoek moet worden onderzocht. In de in artikel [ ] van Richtlijn.../.. /EG [betreffende minimumnormen voor de procedures in de lidstaten voor de 2. Asielzoekers mogen niet in bewaring worden gehouden alleen omdat hun asielverzoek moet worden onderzocht. De lidstaten mogen een asielzoeker echter wel in bewaring houden wanneer op grond van bewezen feiten of het gezond verstand PE 302.296 18/46 PR\449964.doc

toekenning of intrekking van de vluchtelingenstatus] bedoelde gevallen mogen de lidstaten een asielzoeker echter wel in bewaring houden met het oog op het nemen van een beslissing. duidelijk is dat individuele handelingen onwettig zijn of de intentie hebben te misleiden. Wanneer het duidelijk is dat een asielzoeker onwettige handelingen heeft begaan of misbruik wil maken van de wet, dan moeten de bevoegde instanties hem kunnen aanhouden. Amendement 42 Artikel 7, lid 3 3. De lidstaten mogen de bewegingsvrijheid van asielzoekers en de hen vergezellende gezinsleden alleen beperken tot een bepaald deel van hun grondgebied indien dat nodig is voor de toepassing van deze richtlijn of om asielverzoeken snel te kunnen behandelen. 3. De lidstaten mogen de bewegingsvrijheid van asielzoekers en de hen vergezellende gezinsleden alleen beperken tot een bepaald deel van hun grondgebied uitsluitend in uitzonderlijke omstandigheden indien dat absoluut nodig is voor de toepassing van deze richtlijn of om asielverzoeken snel te kunnen behandelen. De bewegingsvrijheid van asielzoekers mag alleen worden beperkt in uitzonderlijke omstandigheden of om gefundeerde redenen en steeds met inachtneming van artikel 2, lid 3 van het vierde protocol bij het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden. Amendement 43 Artikel 7, lid 4 4. In de in lid 3 bedoelde gevallen scheppen de lidstaten de mogelijkheid om asielzoekers en de meerderjarige vergezellende gezinsleden tijdelijk toestemming te verlenen het deel van het grondgebied waarin zij wonen te verlaten om persoonlijke redenen, om gezondheidsen gezinsredenen of om redenen die verband houden met de behandeling van het asielverzoek. Beslissingen over een verzoek tot tijdelijke toestemming om het betrokken deel van het grondgebied te verlaten worden individueel, objectief en onpartijdig genomen, en negatieve beslissingen worden met redenen omkleed. 4. In de in lid 3 bedoelde gevallen scheppen de lidstaten de mogelijkheid om asielzoekers en de meerderjarige vergezellende gezinsleden tijdelijk toestemming te verlenen het deel van het grondgebied waarin zij wonen te verlaten om relevante persoonlijke redenen, om gezondheids- en gezinsredenen of om redenen die verband houden met de behandeling van het asielverzoek. Beslissingen over een dergelijk verzoek tot tijdelijke toestemming om het betrokken deel van het grondgebied te verlaten worden individueel, objectief en onpartijdig genomen, en negatieve beslissingen worden met redenen omkleed. PR\449964.doc 19/46 PE 302.296

Als er aantoonbaar belangrijke redenen zijn moet asielzoekers kunnen worden toegestaan de verblijfplaats te verlaten die hun om gefundeerde redenen door de bevoegde autoriteiten is toegewezen. Amendement 44 Artikel 7, lid 5 5. De lidstaten zorgen ervoor dat asielzoekers het recht hebben zich tot de rechter te wenden om de overeenkomstig lid 3 opgelegde beperkingen van de bewegingsvrijheid en de in lid 4 bedoelde beslissingen aan te vechten en dat zij toegang hebben tot rechtsbijstand, die kosteloos wordt verstrekt indien de betrokkene deze niet kan betalen. (Niet van toepassing op de Nederlandse versie.) Amendement 45 Artikel 7, lid 6 6. De lidstaten kunnen van asielzoekers die vrij hun verblijfplaats kunnen kiezen, verlangen dat zij hun adres bekendmaken bij de bevoegde autoriteiten en eventuele adreswijzigingen zo snel mogelijk aan diezelfde autoriteiten doorgeven. 6. De lidstaten verlangen van asielzoekers die vrij hun verblijfplaats kunnen kiezen, dat zij hun adres bekendmaken bij de bevoegde autoriteiten en eventuele adreswijzigingen onverwijld aan diezelfde autoriteiten doorgeven. Om vertraging bij de afhandeling van asielverzoeken te vermijden moeten de bevoegde autoriteiten voortdurend op de hoogte zijn van de verblijfplaats van de asielzoeker en onverwijld op de hoogte worden gesteld van adreswijzigingen. Amendement 46 Artikel 9 Bij de huisvesting van asielzoekers en hun vergezellende gezinsleden zorgt iedere lidstaat ervoor dat het gezin dat op zijn grondgebied verblijft, bijeenblijft indien de betrokkenen dat wensen. Bij de huisvesting van asielzoekers en hun vergezellende gezinsleden zorgt iedere lidstaat er zoveel mogelijk voor dat het gezin dat op zijn grondgebied verblijft, bijeenblijft indien de betrokkenen dat wensen. Elke lidstaat heeft de plicht ervoor te zorgen dat asielzoekers en hun vergezellende gezinsleden die op zijn grondgebied verblijven zo veel mogelijk bijeenblijven. PE 302.296 20/46 PR\449964.doc

Amendement 47 Artikel 10 Medische zorg De lidstaten zorgen ervoor dat asielzoekers en de hen vergezellende gezinsleden overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk IV toegang hebben tot medische en psychologische zorg. Gezondheidszorg De lidstaten zorgen ervoor dat asielzoekers en de hen vergezellende gezinsleden overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk IV toegang hebben tot gezondheidszorg met inbegrip van psychologische en psychotherapeutische zorg. Asielzoekers moeten ook psychotherapeutische zorg kunnen ontvangen ter behandeling van de vreselijke lichamelijke en psychische gevolgen van de dramatische gebeurtenissen die zij hebben doorgemaakt. In plaats van "medische zorg" is het juister in de richtlijn te spreken van "gezondheidszorg", dus zowel medische als paramedische zorg, die in combinatie verstrekt moeten worden om de gezondheid te herstellen. Amendement 48 Artikel 11 De lidstaten kunnen asielzoekers een medisch onderzoek laten ondergaan. De lidstaten zorgen ervoor dat de organisaties die met de uitvoering van dit medisch onderzoek zijn belast, veilige methoden hanteren die de menselijke waardigheid eerbiedigen. De lidstaten kunnen asielzoekers een medisch onderzoek laten ondergaan. De lidstaten zorgen ervoor dat de organisaties die met de uitvoering van dit medisch onderzoek zijn belast, veilige methoden hanteren die de menselijke waardigheid en het privé-leven eerbiedigen. Er moeten ook garanties zijn voor het fundamentele recht van de asielzoeker op een privé-leven en de vertrouwelijkheid van de persoonsgegevens die hem betreffen. Amendement 49 Artikel 12, lid 1 1. De lidstaten zorgen ervoor dat minderjarige kinderen van asielzoekers en minderjarige asielzoekers onder dezelfde voorwaarden als de eigen onderdanen toegang hebben tot het onderwijsstelsel zolang een eventueel tot hen of hun ouders gericht uitzettingsbevel niet daadwerkelijk ten uitvoer kan worden gelegd. De lidstaten kunnen bepalen dat deze 1. De lidstaten zorgen ervoor dat minderjarige kinderen van asielzoekers en minderjarige asielzoekers onder dezelfde voorwaarden als de eigen onderdanen toegang hebben tot het onderwijsstelsel zolang een eventueel tot hen of hun ouders gericht uitzettingsbevel niet daadwerkelijk ten uitvoer kan worden gelegd. De lidstaten kunnen bepalen dat deze PR\449964.doc 21/46 PE 302.296

toegang beperkt blijft tot het openbaar onderwijs. Als minderjarig gelden personen die de leeftijd van wettelijke meerderjarigheid in de lidstaat waarin het asielverzoek is ingediend of wordt behandeld nog niet hebben bereikt. De lidstaten kunnen een kind niet de toegang tot het voortgezet onderwijs ontzeggen alleen omdat het meerderjarig is geworden. toegang beperkt blijft tot het openbaar onderwijs. De lidstaten kunnen een kind niet de toegang tot het voortgezet onderwijs ontzeggen alleen omdat het meerderjarig is geworden. Met het oog op de samenhang moet de leeftijdsgrens voor minderjarigheid gelijk worden getrokken met die welke in artikel 2, lid 1 van het voorstel voor een richtlijn wordt genoemd. De wijziging van de term "uitzettingsbevel" betreft alleen de Spaanse tekst. Amendement 50 Artikel 12, lid 2 2. Minderjarigen moeten uiterlijk 65 dagen nadat zij of hun ouders een asielverzoek hebben ingediend, toegang krijgen tot het onderwijsstelsel. 2. De lidstaten zorgen ervoor dat minderjarigen zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk 65 dagen vanaf de dag dat zij of hun ouders een asielverzoek hebben ingediend, toegang krijgen tot het onderwijsstelsel. Het recht op onderwijs is een grondrecht dat minderjarigen zo spoedig mogelijk moeten kunnen uitoefenen. De termijn gaat in vanaf de dag dat het asielverzoek is ingediend. Amendement 51 Artikel 12, lid 3 3. De lidstaten zorgen ervoor dat de in lid 1 bedoelde minderjarigen taalcursussen kunnen volgen als onvoldoende kennis van de taal van de lidstaat normaal onderwijs onmogelijk maakt. 3. De lidstaten zorgen ervoor dat de in lid 1 bedoelde minderjarigen bijles in taal krijgen, in het bijzonder als onbekendheid met de taal van de lidstaat van opvang normaal onderwijs onmogelijk maakt. Met het oog op een zo snel mogelijke integratie van de minderjarige in het onderwijsstelsel van de staat van opvang moet hij bijles krijgen wanneer hij de taal waarin het onderwijs wordt gegeven niet kent. PE 302.296 22/46 PR\449964.doc

Amendement 52 Artikel 12, lid 3 bis (nieuw) 3 bis. De lidstaten zorgen ervoor dat asielzoekers les krijgen in de officiële taal van de lidstaat van opvang. Om zijn rechten te kunnen uitoefenen, zijn plichten te vervullen, toegang te hebben tot de arbeidsmarkt, te integreren in de sociale en lokale omgeving waarin hij leeft, enz. moet de asielzoeker de taal kennen van de staat waar hij zijn asielverzoek heeft ingediend. Amendement 53 Artikel 13, lid 1 1. De lidstaten kunnen asielzoekers en de hen vergezellende gezinsleden tot ten hoogste zes maanden na de indiening van het asielverzoek de toegang tot de arbeidsmarkt ontzeggen. De lidstaten stellen de voorwaarden vast voor de toegang tot de arbeidsmarkt na deze termijn. 1. De lidstaten kunnen asielzoekers en de hen vergezellende gezinsleden tot ten hoogste zes maanden na de indiening van het asielverzoek de toegang tot de arbeidsmarkt ontzeggen, tenzij de termijn van zes maanden waarin nog geen beslissing is genomen over het asielverzoek te wijten is aan het optreden van de asielzoeker. De lidstaten stellen de voorwaarden vast voor de toegang tot de arbeidsmarkt. Lidstaten kunnen asielzoekers al meteen de eerste dag toestaan om werk te zoeken of zij kunnen dit uitstellen tot uiterlijk zes maanden na de indiening van het asielverzoek. Om misbruik te voorkomen kan deze termijn evenwel worden verlengd wanneer de asielzoeker duidelijk heeft getracht de beslissing over zijn asielverzoek te bemoeilijken. Amendement 54 Artikel 13, lid 2 2. Indien een beroep met schorsende werking is ingesteld of een beslissing is gegeven die de asielzoeker toestaat voor de duur van de behandeling van een beroep tegen een negatieve beslissing in de lidstaat te verblijven waarin het asielverzoek is ingediend of wordt behandeld, kan de betrokkene de toegang tot de arbeidsmarkt niet louter worden ontzegd omdat het asielverzoek is afgewezen. (Niet van toepassing op de Nederlandse versie.) PR\449964.doc 23/46 PE 302.296

Betreft alleen de Spaanse tekst. Amendement 55 Artikel 13, lid 3 3. Overeenkomstig artikel 22 kan asielzoekers de toegang tot de arbeidsmarkt worden ontzegd indien negatief gedrag is vastgesteld. 3. Asielzoekers kan de toegang tot de arbeidsmarkt worden ontzegd indien sprake is van een van de omstandigheden die worden genoemd in artikel 22. De toegang tot de arbeidsmarkt van asielzoekers mag alleen worden beperkt in de gevallen opgesomd in artikel 22 van het voorstel voor een richtlijn. Amendement 56 Artikel 14, lid 1 1. De lidstaten kunnen asielzoekers en de hen vergezellende gezinsleden tot ten hoogste zes maanden na de indiening van het asielverzoek de toegang tot een beroepsopleiding ontzeggen. De lidstaten stellen de voorwaarden vast voor de toegang tot een beroepsopleiding na deze termijn. 1. De lidstaten kunnen asielzoekers en de hen vergezellende gezinsleden na de indiening van het asielverzoek niet de toegang tot een beroepsopleiding ontzeggen. De lidstaten stellen de voorwaarden vast voor de toegang tot een passende beroepsopleiding overeenkomstig de geldende bepalingen ter zake. De toegang van asielzoekers tot een beroepsopleiding moet worden bevorderd. Amendement 57 Artikel 14, lid 2 2. Indien een beroep met schorsende werking is ingesteld of een beslissing is gegeven die de asielzoeker toestaat voor de duur van de behandeling van een beroep tegen een negatieve beslissing in de lidstaat te verblijven waarin het asielverzoek is ingediend of wordt behandeld, kan de betrokkene de toegang tot een beroepsopleiding niet louter worden ontzegd omdat het asielverzoek is afgewezen. 2. Indien een beroep met schorsende werking is ingesteld of een beslissing is gegeven die de asielzoeker toestaat voor de duur van de behandeling van een beroep tegen een negatieve beslissing in de lidstaat te verblijven waarin het asielverzoek is ingediend of wordt behandeld, kan de betrokkene de toegang tot een beroepsopleiding niet louter worden ontzegd omdat het asielverzoek is afgewezen. PE 302.296 24/46 PR\449964.doc

Betreft alleen de Spaanse tekst. Amendement 58 Artikel 14, lid 3 3. Overeenkomstig artikel 22 kan asielzoekers de toegang tot een beroepsopleiding worden ontzegd indien negatief gedrag is vastgesteld. 3. Asielzoekers kan de toegang tot een beroepsopleiding worden ontzegd indien sprake is van een van de omstandigheden die worden genoemd in artikel 22. Mutatis mutandis dezelfde redenen als voor amendement 55. Amendement 59 Artikel 15, lid 1 1. De lidstaten zorgen ervoor dat voor asielzoekers en de hen vergezellende gezinsleden materiële opvangvoorzieningen beschikbaar zijn: a) gedurende de normale procedure, de ontvankelijkheidsprocedure en de versnelde procedure tot het moment waarop kennis wordt gegeven van een negatieve beslissing in eerste aanleg; b) gedurende de beroepsprocedures, wanneer een beroep tegen een negatieve beslissing schorsende werking heeft, tot het moment waarop kennis gegeven van een negatieve beslissing op het beroep; c) wanneer zij een beslissing hebben verkregen die hun toestaat voor de duur van de behandeling van hun beroep tegen een negatieve beslissing aan de grens of op het grondgebied te verblijven van de lidstaat waarin het asielverzoek is ingediend of wordt behandeld. 1. De lidstaten zorgen ervoor dat voor asielzoekers en de hen vergezellende gezinsleden materiële opvangvoorzieningen beschikbaar zijn. De richtlijn ter regeling van de verschillende typen procedures en beroepsmogelijkheden bij de verlening van internationale bescherming is nog niet formeel door de Raad aangenomen en het is daarom beter daar nog niet naar te verwijzen. PR\449964.doc 25/46 PE 302.296

Amendement 60 Artikel 15, lid 2, laatste zin De lidstaten zorgen ervoor dat deze standaard wordt vastgesteld met inachtneming van de lengte van de procedure. Schrappen De mensenrechten moeten bij opvangvoorzieningen altijd worden geëerbiedigd, ongeacht de lengte van de procedure. Amendement 61 Artikel 15, lid 3 3. De materiële opvangvoorzieningen mogen worden verstrekt in natura dan wel in de vorm van uitkeringen of tegoedbonnen. 3. De materiële opvangvoorzieningen mogen worden verstrekt in natura dan wel in de vorm van uitkeringen. De ervaring heeft geleerd dat de verstrekking van tegoedbonnen niet werkt en bovendien discriminerend is voor de gebruiker en administratief omslachtig. Amendement 62 Artikel 15, lid 4 4. De lidstaten mogen de materiële opvangvoorzieningen drie maanden nadat de asielzoekers en de hen vergezellende gezinsleden zijn toegelaten tot de arbeidsmarkt, beperken of intrekken. In deze gevallen verstrekken de lidstaten hun, voorzover zij niet financieel onafhankelijk zijn, een voedseltoelage en toegang tot sociale basisvoorzieningen. 4. De lidstaten mogen de materiële opvangvoorzieningen beperken of intrekken wanneer de asielzoekers en de hen vergezellende gezinsleden zijn toegelaten tot de arbeidsmarkt en zij zijn begonnen met de uitoefening van een beroepsbezigheid. In deze gevallen verstrekken de lidstaten hun, voorzover zij niet financieel onafhankelijk zijn, een voedseltoelage en toegang tot sociale basisvoorzieningen. Asielzoekers moet een voedseltoelage en toegang tot sociale basisvoorzieningen blijven ontvangen zolang zij nog niet financieel onafhankelijk zijn, ook al oefenen zij een beroepsbezigheid uit. Amendement 63 Artikel 16, lid 1, letter c) c) in particuliere huizen, appartementen of c) in particuliere huizen, appartementen, PE 302.296 26/46 PR\449964.doc

hotels; hotels of elke andere vorm van huisvesting die een passend niveau van gezondheid en welzijn verzekert; Ook andere dan de hier genoemde vormen van huisvesting moeten mogelijk zijn. Amendement 64 Artikel 16, lid 1, letter d) verstrekking van een uitkering of tegoedbonnen om de asielzoekers in staat te stellen zelf huisvesting te vinden. verstrekking van een uitkering om de asielzoekers in staat te stellen zelf huisvesting te vinden. Zie amendement 61. Amendement 65 Artikel 16, lid 2, letter a) a) toegang tot medische en psychologische spoedbehandelingen en medische behandelingen die niet kunnen worden uitgesteld; Schrappen Letter a) is een onnodige herhaling van de inhoud van artikel 10. Amendement 66 Artikel 16, lid 2, letter b) b) bescherming van hun gezinsleven en privacy; b) bescherming van hun privé-leven en gezinsleven; Dit is de formulering in artikel 7 van het Handvest van de grondrechten van de EU. Amendement 67 Artikel 16, lid 2, letter c), laatste zin De lidstaten zorgen ervoor dat asielzoekers en de hen vergezellende gezinsleden in de in lid 1, onder a) en b), bedoelde ruimten worden beschermd tegen seksuele geweldpleging. De lidstaten zorgen ervoor dat huisvesting aanwezig is die mogelijke agressie voorkomt en bemoeilijkt en dat asielzoekers en de hen vergezellende gezinsleden in de in lid 1, onder a) en b), bedoelde ruimten worden beschermd tegen PR\449964.doc 27/46 PE 302.296