Overeenkomst tussen de provincie Oost-Vlaanderen en RATO vzw voor de uitvoering diverse opdrachten langs waterlopen Inhoud ARTIKEL 1 Algemene engagementen...2 Artikel 1.1 Doelstelling...2 Artikel 1.2 Partijen...2 Artikel 1.3 Looptijd van de overeenkomst...2 Artikel 1.4 Vorderingsstaat en betalingsmodaliteiten...2 Artikel 1.5 Algemene werkafspraken...2 Artikel 1.6 Voorwaarden en opzegmodaliteiten...3 ARTIKEL 2 Bestrijding watergebonden exoten...4 Artikel 2.1 Doel en norm...4 Artikel 2.2 Hoeveelheden en aanvang van de werken...4 Artikel 2.3 Werkafspraken...4 ARTIKEL 3 Bestrijding reuzenberenklauw en reuzenbalsemien...5 Artikel 3.1 Doel en norm...5 Artikel 3.2 Hoeveelheden en aanvang van de werken...5 Artikel 3.3 Werkafspraken...6 ARTIKEL 4 Manueel onderhoud roosters en vistrappen...7 Artikel 4.1 Doel en norm...7 Artikel 4.2 Hoeveelheden en aanvang van de werken...7 ARTIKEL 5 Prospectie vismigratieroutes en manueel vrijmaken van de knelpunten...7 Artikel 5.1 Doel...7 Artikel 5.2 Hoeveelheden en aanvang van de werken...7 ARTIKEL 6 Meetstaat...8 1/8
ARTIKEL 1 Algemene engagementen Artikel 1.1 Doelstelling Deze overeenkomst wordt afgesloten in functie van het realiseren van de doelstelling gesteld door de provincie om: de watergebonden invasieve exoten (grote waternavel, waterteunisbloem en parelvederkruid) onder controle te krijgen; de invasieve exoten reuzenberenklauw en reuzenbalsemien langsheen waterlopen 2 e categorie te bestrijden op plaatsen die de dienst selecteert; kleine maaiwerken uit te voeren langs waterlopen 2 e categorie; roosters op waterlopen 2 e categorie manueel te onderhouden; vismigratieroutes op geselecteerde waterlopen 2 e categorie te prospecteren en de kleine knelpunten manueel te verwijderen. Artikel 1.2 Partijen Deze overeenkomst wordt afgesloten tussen de provincie Oost-Vlaanderen vertegenwoordigd door de deputatie, voor wie optreden Peter Hertog, bevoegde gedeputeerde en Albert De Smet, provinciegriffier, hierna genoemd "de provincie" en RATO vzw, vertegenwoordigd door Nicole Van Duyse, voorzitter en Sofie Standaert, secretaris van de vzw, hierna genoemd "RATO". De dienst Integraal Waterbeleid, volgt de dagelijkse werking op, hierna genoemd "de dienst". Artikel 1.3 Looptijd van de overeenkomst De looptijd van de overeenkomst is 1 jaar, startend vanaf het eerst aanvangsbevel. De nazorgtrajecten in kader van exotenbestrijding zijn, per aanvangsbevel, altijd een engagement van 3 jaar. Voor de andere deelopdrachten eindigt de opdracht op de datum waarop de overeenkomst afloopt. Artikel 1.4 Vorderingsstaat en betalingsmodaliteiten De werkzaamheden worden uitgevoerd voor rekening van de provincie. Alle prijzen zijn weergegeven in de meetstaat. De vorderingsstaat is gebaseerd op vaste prijzen per opdracht per km zoals beschreven in de meetstaat. De opdracht voor regiewerk wordt gegeven door de dienst en de gepresteerde manuren worden bezorgd aan, en opgevolgd door de leidend ambtenaar van de dienst. Per kwartaal wordt een vorderingsstaat opgemaakt en kunnen de werken gefactureerd worden. Na nazicht en goedkeuring van de vorderingsstaat door de dienst wordt RATO uitgenodigd om de factuur in te dienen. De factuur dient verzonden te worden naar: Provincie Oost-Vlaanderen, dienst Boekhouding Woodrow Wilsonplein 2, 9000 Gent Artikel 1.5 Algemene werkafspraken Bij uitvoering van de werken wordt er altijd voor gezorgd dat eventuele ecologische schade tot 2/8
een minimum beperkt wordt. Specifieke aandacht wordt besteed aan de voorkoming van de vernietiging van kwetsbare vegetaties, de verstoring van de bodem, de aantasting van paaiplaatsen, verstoring van broedvogels in het broedseizoen, zonder dat de beoogde doelstelling in het gedrang wordt gebracht. Naar aanleiding van het uitvoeren van de diverse werken worden melding gemaakt van: de aanwezigheid van de exoten: grote waternavel, parelvederkruid, waterteunisbloem, watercrasulla, azzola, Japanse duizendknoop, reuzenberenklauw, reuzenbalsemien, ; belangrijke technische problemen, schade of obstructies op de waterlopen 2 e categorie en zijn kunstwerken. RATO stelt de planning en het verslag van de werkzaamheden ter beschikking van de dienst. Daarin staat minstens: de geplande uitvoeringsdata per opdracht en per traject; de effectief uitgevoerde opdrachten met weergave van de posten en hoeveelheden per opdracht, per traject; voor de exotenbestrijding bezorgt RATO de dienst, na het groeiseizoen (tijdens het vierde kwartaal), een verslag per traject / per controle met relevante informatie over de besmettingstoestand. De provincie kan te allen tijde controleren of aan de normen wordt voldaan. Artikel 1.6 Voorwaarden en opzegmodaliteiten RATO zal voldoende mensen ter beschikking stellen zodat de vermelde normen per specifieke doelstelling gehaald kunnen worden in de aangegeven periode. Als de dienst vaststelt dat niet wordt voldaan aan de genoemde normen wordt RATO hiervan direct op de hoogte gesteld. RATO zorgt dat binnen de 7 werkdagen de norm wel wordt gehaald. Afwijkingen van de norm omwille van factoren buiten de wil om van zowel RATO als de dienst (overmacht, instroom en besmetting uit andere gebieden of waterlopen, ) kunnen aanleiding geven tot de (vroegtijdige) beëindiging van de deelopdracht. De partijen kunnen in dat geval overeenkomen tot een herziening van de deelopdracht. De overeenkomst kan vervroegd worden beëindigd door één van de partijen indien de andere partij engagementen in de overeenkomst niet nakomt. Vervroegde stopzetting dient per aangetekend schrijven aan de andere partij te worden overgemaakt met vermelding van de motivatie van de stopzetting en met inachtname van een opzegtermijn van 3 maanden. Deze opzegtermijn gaat in op de eerste dag van de maand volgend op de datum van het aangetekend schrijven. 3/8
ARTIKEL 2 Bestrijding watergebonden exoten Artikel 2.1 Doel en norm Doel Het doel is het exotenvrij maken en houden van de waterloop of waterpartij met een streven naar volledige uitroeiing. RATO verbindt zich tot werkzaamheden betreffende de manuele verwijdering van invasieve watergebonden exoten. Norm Het engagement houdt in dat, vanaf 6 weken na het eerste aanvangsbevel per nieuwe locatie, te allen tijde: in het eerste nazorgjaar in het tweede nazorgjaar in het derde nazorgjaar *besmettingsgraden beschreven in bijlage 1 maximaal (nr besmettingsgraad * x 1m²) zichtbare exoot per 1 km mag worden aangetroffen maximaal (nr besmettingsgraad * x 1m²) zichtbare exoot per 3 km mag worden aangetroffen maximaal (nr besmettingsgraad * x 1m²) zichtbare exoot per 10 km mag worden aangetroffen Artikel 2.2 Hoeveelheden en aanvang van de werken Om de besmettingsgraden te bepalen wordt gewerkt met een beslissingsboom waarin waarneembare criteria leiden tot de gepaste besmettingsgraad (bijlage 1). De dienst en RATO bezoeken het traject en stellen in onderling overleg vast: - wat de graad van besmetting is en de lengte van het traject, vóór de aanvang van de machinale ruiming; - of deze machinale ruimingswerken goed zijn uitgevoerd met oog op het opstarten van de nazorg. De dienst bezorgt RATO een aanvangsbevel. Dit omvat een beschrijving van het traject op kaart met trajectgegevens (waterlopen, straatnamen, besmettingsgraden en afmetingen) en de exacte aanvangsdatum. De dienst kan voor bepaalde trajecten of trajectonderdelen na een driejarige nazorgperiode aan RATO de opdracht geven een uitdovingstraject uit te voeren per jaar. De doelstelling hiervan is om de uitroeiing van exoten verder te controleren en te continueren. Tijdens het uitdovingstraject worden 2 prospecties per groeiseizoen uitgevoerd. Artikel 2.3 Werkafspraken Deze opdracht omvat volgende werkzaamheden: het zorgvuldig manueel verwijderen van invasieve exoten: grote waternavel (Hydrocotyle ranunculoides), parelvederkruid (Myriophyllum aquaticum), waterteunisbloem (Ludwigia grandiflora of palustris of uruguayensis); 4/8
het plantenmateriaal kan op de oever gedeponeerd worden op voldoende afstand van de waterloop zodat de exoot uitdroogt. Er dient voor gezorgd te worden dat de plantendelen niet terug in de waterloop kunnen terechtkomen. Volgende richtlijnen moeten strikt opgevolgd worden: handmatige verwijdering is altijd te verkiezen boven het gebruik van een hark of andere werktuigen omdat deze het afbreken van stengels en bijgevolg de verspreiding van de exoot bevorderen; het op drift geraken van stukken plantenmateriaal moet maximaal voorkomen worden. Indien delen toch wegdrijven moeten deze handmatig uit de waterloop worden verwijderd. Er wordt hierbij speciale aandacht geschonken aan roosters en kunstwerken; telkens de verwijdering op een site uitgevoerd werd, moet alle werkmateriaal dat ingezet wordt bij de verwijdering volledig proper gemaakt worden zodat geen plantendelen naar een volgende site getransporteerd worden. ARTIKEL 3 Bestrijding reuzenberenklauw en reuzenbalsemien Artikel 3.1 Doel en norm Doel RATO verbindt zich tot het verwijderen van reuzenbalsemien en reuzenberenklauw op de aangegeven trajecten (waterlopen tot kruinbreedte en waar nodig in de 5-meterzone). Het doel is dat de planten in het werkgebied geen nieuw zaad vormen. Norm Reuzenbalsemien nazorgjaar maximaal zichtbare bloeiende planten binnen de 10 dagen na de laatste trajectcontrole 1 1/50 meter waterloop 2 1/100 meter waterloop 3 1/500 meter waterloop Reuzenberenklauw bestrijdingsjaar aantal zichtbare uitgebloeide bloemen, vanaf 4 weken na de aanvangsbevel per traject 1 Geen zichtbare uitgebloeide bloem 2 Geen zichtbare uitgebloeide bloem 3 Geen zichtbare uitgebloeide bloem Artikel 3.2 Hoeveelheden en aanvang van de werken De dienst en RATO bezoeken de werkzone vooraf en stellen in onderling overleg de lengte van de besmette waterlopen en/of de werkzone vast. Daarnaast worden besmette zones van andere beheerders aangeduid. De dienst bezorgt RATO een aanvangsbevel, een kaart met de trajectgegevens (waterlopen, straatnamen en afmetingen): voor reuzenbalsemien bij voorkeur tegen 15 mei voor reuzenberenklauw bij voorkeur tegen 15 maart. 5/8
Artikel 3.3 Werkafspraken Reuzenbalsemien: de eerste bestrijdingsbeurt wordt bij voorkeur uitgevoerd tussen 15 juni en 15 juli. Deze werken worden uitgevoerd in regie, altijd na overleg met de leidend ambtenaar van de dienst. Hierbij worden alle planten een eerste keer grondig verwijderd. Dit gebeurt manueel door uittrekken met wortel of door met een bosmaaier de planten af te maaien onder de eerste groeiknoop. Ook het bereikbaar maken van het werkterrein kan (het hele seizoen) door maaiwerk gebeuren. In overleg met de leidend ambtenaar van de dienst kan maaisel blijven liggen, echter nooit op de schuine taluds. de nazorg wordt 3 opeenvolgende seizoenen uitgevoerd met volgend schema als leidraad, waarbij de volgende aandachtpunten worden gerespecteerd: o geen nazorg uitvoeren bij hoge waterstanden; o uittrekken mét wortel; van aarde ontdoen en zo deponeren dat geen contact met vochtige grond of water mogelijk is; o bloemen en zaden uit het werkgebied verwijderen. jaar 1 jaar 2 jaar 3 Actie jaar 1 maaien/uittrekken jaar 1 nazorg jaar 2 nazorg jaar 3 nazorg juni juli augustus september oktober Reuzenberenklauw: bij voorkeur uitsteken van de planten met een spade, minstens onder het groeipunt zodat de wortels/planten afsterven. Volgroeide planten zo deponeren dat geen contact met vochtige grond of water mogelijk is én de eventuele bloemaanzetten scheiden van de rest van de plant; waar uitsteken niet mogelijk is (vb betonnetten e.d.): altijd voorkomen dat de planten zaad vormen door de bloemschermen te verwijderen voor de afrijping; bloemen en zaden uit het werkgebied verwijderen. jaar 1 jaar 2 jaar 3 Actie jaar 1 nazorg jaar 2 nazorg jaar 3 nazorg april mei juni juli Na overleg met de leidend ambtenaar van de dienst kan, in functie van bereikbaarheid of voor grote oppervlaktes met veel zaailingen de werkzone (in regie) worden vrijgemaakt met een bosmaaier of ander materiaal. Maaisel kan in overleg blijven liggen, echter nooit op de schuine taluds. 6/8
ARTIKEL 4 Manueel onderhoud roosters en vistrappen Artikel 4.1 Doel en norm Doel Het vrijmaken van roosters en vistrappen met passend materiaal, in mankracht tot op de bodem van de waterloop, het vervoeren en het wegbrengen naar een passend stortterrein van alle materialen zoals takken, plastiek, afval, glasscherven, stenen, blikken, metalen voorwerpen,, die aangespoeld zijn op het rooster, ten einde de bodem van de waterloop een vloeiend lengteprofiel te geven, met behoud van de wettige diepten van de waterloop. Een overzicht van de roosters/vistrappen die onderhouden moeten worden is terug te vinden in bijlage 2. Norm Vrije rooster/vistrap na elke onderhoudsbeurt. Afval afhankelijk van de aard en de hoeveelheid en ruimte naast het kunstwerk regelmatig verwijderen. Artikel 4.2 Hoeveelheden en aanvang van de werken Het aanvangsbevel specificeert per rooster/vistrap de frequentie waarmee het onderhouden moet worden. De dienst kan steeds een extra onderhoudsbeurt vragen. Het onderhoud van de roosters/vistrappen wordt per beurt verrekend. ARTIKEL 5 Prospectie vismigratieroutes en manueel vrijmaken van de knelpunten Artikel 5.1 Doel RATO zal de door de dienst aangeduide waterlopen prospecteren met oog op vismigratieknelpunten. Niet structurele obstructies waarbij in de waterloop stremming is ontstaan waar geen vis kan passeren of waar een waterverval vanaf 10 cm is ontstaan worden manueel verwijderd. De volgende zaken worden gemeld en aangeduid op kaart: structurele obstructies waarbij geen vis kan passeren; watervervallen van meer dan 10 cm ter hoogte van vaste constructies. Artikel 5.2 Hoeveelheden en aanvang van de werken RATO voert de prospecties uit tussen 1 januari en 31 maart. In de maand april zullen de gegevens gemeld worden. Een overzicht van de vismigratieroutes is terug te vinden in bijlage 3. 7/8
ARTIKEL 6 Meetstaat & eenheidsprijs Artikels in overeenkomst thema post opdracht eenheidprijs Vermoedelijke hoeveelheden Artikel.2 Bestrijding watergebonden exoten uitvoeren nazorg per km per jaar nazorg 3-jaar Exoten 2.1 " Besmettingraad 1 485,00 1,55 nazorg 3-jaar Exoten 2.2 " Besmettingraad 2 620,00 0,25 nazorg 3-jaar Exoten 2.3 " Besmettingraad 3 780,00 0,34 nazorg 3-jaar Exoten 2.4 " Besmettingraad 4 1125,00 2,35 nazorg 3-jaar Exoten 2.5 " Besmettingraad 5 1420,00 0,58 nazorg 3-jaar Exoten 2.6 " Besmettingraad 6 1870,00 1,28 uitdovingsjaar Exoten 2.7 uitvoeren uitdovingstraject 205,00 15,55 Artikel.3 Bestrijding reuzenberenklauw & verwijderen reuzenbalsemien per km per jaar inclusief 5-metezone/jaar reuzenbalsemien langs waterlopen 2e cat. 3.1. Reuzenbalsemien nazorg 3-jaar Exoten 3.1 1e bestrijdingsjaar 931 10,000 nazorg 3-jaar Exoten 3.2 2e bestrijdingsjaar 559 8,290 nazorg 3-jaar Exoten 3.3 3e bestrijdingsjaar 335 15,490 verwijderen reuzenbernklauw per km per jaar inclusief 5-metezone/jaar 3.2. Reuzenberenklauw nazorg 3-jaar Exoten 3.4 1e bestrijdingsjaar 620,55 3,000 nazorg 3-jaar Exoten 3.5 2e bestrijdingsjaar 372,33 2,000 nazorg 3-jaar Exoten 3.6 3e bestrijdingsjaar 310,28 5,200 3.3. Regiewerk Exoten 3.7 / manuur in opdracht maaien/onderhoud in handwerk 43,37 400,000 Art.4 Manueel onderhoud roosters en vistrappen per locatie freqeuntie per rooster Roosters 4.0 onderhoud rooster/vistrap, inclusief afvoer 82,74 80 Art. 5 Prospectie vismigratieroutes en manueel Vismigratie vismigratie vrijwaren per km vrijmaken knelpunten tusen 1/jan - 30 maart 5.0 oplijsten en verwijderen van knelpunten 62,06 150,000 Opgemaakt in 2 originele exemplaren waarvan elke partij erkend er één ontvangen te hebben, te Gent op Voor de provincie, de Provinciegriffier de bevoegde gedeputeerde Albert De Smet Peter Hertog Voor RATO vzw, de secretaris de voorzitter Sofie Standaert Nicole Van Duyse 8/8