CAD Jaarverslag 2011 De werking van de Centra voor Alcohol en andere Drugproblemen, omvat Ambulante en Online Hulpverlening, Preventie en Straathoekwerk. Het werkgebied voor de ambulante hulpverlening (individuele en groepsbegeleidingen) is Limburg en voor onze MSOC (medische sociaal opvangcentrum) uitgebreid naar de Antwerpse Kempen. Onze preventieve- en straathoekwerking heeft vooral plaats in Limburg. De online hulpverlening bieden we, i.s.m. Drughulp Kempen, aan in heel Vlaanderen en Brussel. Preventie In 2011 organiseerde de preventie-equipe, die een functionele eenheid vormt met categoriale equipe van de Vereniging voor Geestelijke Gezondheidszorg (VGGZ), 1309 activiteiten en dit in nagenoeg alle maatschappelijke sectoren. Dit betekent dat meer dan 1/5 van alle in Vlaanderen geregistreerde preventieactiviteiten gebeurden met steun van of door CAD. De meeste aandacht ging naar onderwijs, welzijn en gezondheid. Een bijzonder ruim aanbod Onze preventiedienst heeft voor diverse doelgroepen een ruim aanbod. Een aantal programma s werden ons aangereikt door de VAD, sommige leerden we kennen via ons internationaal netwerk Euro Net (Europees Netwerk voor praktijkgeoriënteerde drugpreventie en EuPrevent, euregionale samenwerking Euregio Maas-Rijn) of werden door ons zelf ontwikkeld. De voornaamste programma s uit ons arsenaal : Vorming van jongeren en ouders als peers (Europeers/parents); ondersteuning van een alcohol/drugbeleid op de werkplek; opleidingen motivationele gespreks-voering voor o.m. opvoeders en maatschappelijk werkers; interculturele hulpverlening en preventie voor de Turkse en Marokkaanse Gemeenschap; preventie in de huiskring (Tupper Care); sensibilisering campagne alcohol (Slim drinken, stom dronken); hoe omgaan met drugs op kamp (drugs een ramp op kamp); we ontwikkelden en implementeerden aangepast materiaal voor BUSO onderwijs (straffe stappen); experimenterende jonge druggebruikers worden door politie, scholen, ouders aangemoedigd voor het volgen van een cursus vroeginterventie; gedetineerden kunnen in de gevangenis intekenen op een vormingsaanbod; met steun van LSM (Limburg Sterk Merk) ontwikkelden en implementeerden we programma s voor sportverenigingen (Drugs buiten spel), jeugdhuizen (straffe boel) en voor mensen met een beperking (werkgroep verstandelijke beperking en verslaving). We willen twee programma s onder bijzondere aandacht brengen:
Take Care CAD Limburg is partner in het Europese preventieproject TAKE CARE. Het project moet een antwoord bieden op het toenemend aantal jongeren dat opvalt door risicovol alcoholgebruik. Concreet heeft het project TAKE CARE als doel het verminderen van de alcoholconsumptie en het beperken van de gerelateerde schade bij jongeren tussen 12 en 21 jaar die opvallen door hun alcoholgebruik. Zowel naar drinkende jongeren, ouders, sleutelfiguren en naar de handelaars worden er interventies opgezet. Een veertigtal geselecteerde jongeren worden in de ro.pe training (Risk optimization and Peer education) getraind om hun risicocompetenties te versterken en te reflecteren rond hun alcoholgebruik. Sleutelfiguren zoals jongerenwerkers en jongerenbegeleiders worden getraind in het voeren van gesprekken rond het thema alcoholgebruik en zijn zich bewust van hun voorbeeldfunctie. Ouders worden ondersteund in het ontwikkelen van een duidelijke houding ten aanzien van alcoholconsumptie. Verkopers en hun werknemers krijgen informatie en training om beter om te gaan met de dagdagelijkse verkoopsrealiteit. Hiervoor ontwikkelde CAD Limburg een laagdrempelige methodiek om met nachtwinkeleigenaars, supermarkten en horecauitbaters in gesprek te gaan rond de wetgeving en de toepassing ervan naar minderjarigen. Vroeginterventie Heel wat jongeren experimenteren met alcohol en andere drugs. Voor sommigen leidt dit tot problemen! Niet alleen hun functioneren op school maar ook hun gezondheid kan hierdoor negatief beïnvloed worden. Het programma vroeginterventie voor jonge druggebruikers is een realisatie van CAD Limburg en Katarsis vzw. Vroeginterventie heeft als doel om vroegtijdig in te grijpen. Vroeginterventie is er voor jongeren uit het secundair onderwijs die experimenteel of beginnend problematisch drugs gebruiken, maar bij wie er nog geen sprake is van ernstig misbruik of afhankelijkheid. Een vroege interventie geeft grotere perspectieven op gedragsverandering. De doelstelling is jongeren in groep, samen met leeftijdsgenoten aan te zetten tot nadenken over de betekenissen en de gevolgen van hun druggebruik. Vroeginterventie bestaat uit 4 groepssessies met een totaal van 10 uren. Elke maand wordt er een nieuwe groep georganiseerd. In elke groep zitten 6-10 jongeren van 14 18 jaar. Voor jongeren die moeilijk in een groep functioneren kan er ook een individueel traject opgestart worden. Nadat de jongeren het traject afgelegd hebben (individueel of in groep) worden zij samen met hun ouders uitgenodigd voor een afrondend gesprek.
Ons ambulant aanbod In 2011 deden 3039 personen beroep op ons ambulant hulpaanbod waardoor we het tweede jaar na elkaar het plafond van 3000 cliënten/jaar overschreden. In vergelijking met 2000 een toename met 63 %! Voor ons ambulant aanbod steunen we op 2 teams, ons MSOC en CGG team. Het laatste vormt een functionele eenheid met het categoriaal team van de VGGZ. In 2000 waren 1/5 van de hulpvragen vrouwen, dit nam geleidelijk toe tot ¼ in 2011. Druggebruik : een jongerenprobleem??? evolutie leeftijd 2000-2011 800 700 600 500 400 300 200 2000 2002 2004 2006 2008 2010 2011 100 0 < 18 jaar 18-24 25-34 35-44 45-54 55-64 > 64 jaar onbekend Dat alcohol- en drugproblemen een specifiek jongerenproblematiek zou zijn, kunnen we alleszins niet afleiden uit de hulpvragen die bij de CAD toekomen. Over de jaren heen zien we de sterkste toename in de groep 25 + en het meest, zij het relatief, in de groep 55+. De stijging bij de 18 jarigen wijten we aan het specifiek aanbod dat we voor deze doelgroep ontwikkelden. Opmerkelijk is de daling in de leeftijdsgroep 18 24 jarigen. Terwijl ons cliënteel in de laatste 11 jaar toenam met 63 % zien we in die leeftijdsgroep zelfs een absolute daling van het aantal hulpvragen. We hebben gezocht naar een verklaring, maar kunnen er, bij gebrek aan een onderzoeker, geen vinden. We schuiven drie hypotheses naar voren. - Een toenemende maatschappelijke tolerantie omtrent het alcohol- en druggebruik van jongeren in de leeftijdscategorie tussen 18 en 24 jaar met als gevolg minder druk om zich met problemen aan te melden; - Het effect van onze jarenlange preventieve acties Zoals blijkt uit de tabel hierboven veroudert ons cliënteel, met uitzondering van de 18 jarigen. Voor deze leeftijdsgroep ontwikkelden we (i.s.m Katarsis) het vroeginterventie programma. Dit programma richt zich specifiek tot risicogebruikers die aangemeld worden via ouders, scholen, politie Voor hen en hun ouders bieden wie we een kort en intensief programma aan.
In de voorbije decennia ging veel aandacht naar drugpreventie bij jongeren: nagenoeg alle Limburgse scholen namen dit op in hun curriculum, specifieke programma s werden ontwikkeld voor jeugdbewegingen, jeugdhuizen, voor sportverenigingen, bijzonder jeugdzorg, uitgaansmidden - Verslaving is een chronische problematiek. Sommige cliëntengroepen blijven jaren in behandeling en schuiven zo verder op in onze leeftijdstabellen. Alcohol de sterkste stijger evolutie hoofdproblematiek 2000-2011 900 800 700 600 500 400 300 200 100 opiaten stimulantia slaap- en kalmeermiddelen andere middelen cannabisderivaten alcohol overige verslavingen geen middelen) 0 2000 2002 2004 2006 2008 2010 2011 De stijging van ons cliënteel is vooral toe te wijzen aan de toename van het aantal hulpvragen omwille van alcoholproblemen. We noteren ook een toenemende complexiteit in deze dossiers ten gevolge van de combinatie met andere problematieken ( depressie, burn-out, vereenzaming, persoonlijkheidsstoornissen, verstandelijke beperking, autisme, adhd..). Het aantal hulpvragen voor stimulantia blijft de laatste jaren nagenoeg constant. Opvallend is wel dat het gebruik veelal gepaard gaat met misbruik van alcohol en/of opiaten. Ook het aantal aanmeldingen omwille van cannabisproblemen verandert weinig, maar bedraagt toch nog altijd 1/6. Belangrijk is wel dat de ernst van de problematiek toenam. Het aantal paniekaanmeldingen daalde terwijl de aanmeldingen omwille van ernstig probleemgebruik toenam. Online hulpverlening De toename van het aantal hulpvragen omwille van de alcoholproblematiek blijkt niet alleen uit ons ambulant aanbod, maar ook uit het aantal bezoekers, begeleidingen in onze online hulpverlening.
Met steun van het Federale Verslavingsfonds en i.s.m. Drughulp Kempen ontwikkelden we de websites: - www.alcoholhulp.be - www.cannabishulp.be 211.850 bezoekers (+45,51% t.o.v. 2010), uit heel Vlaanderen bezochten onze website Alcoholhulp. Bezoekers kunnen zich uitgebreid informeren, een zelftest doen, zich anoniem inschrijven voor het zelfhulpprogramma of in online begeleiding gaan met een psycholoog. Het aantal aanmeldingen voor het zelfhulpprogramma bedroeg 946 en voor de online begeleiding 499. We vragen aan de cliënten, steeds anoniem, een aantal registratiegegevens. De idee dat online hulpverlening vooral jongeren bereikt wordt door onze bezoekerscijfers tegengesproken: het zijn vooral volwassenen en ouderen (1/3 > 45 jaar) die inloggen voor onze zelfhulp en online modules. Meer dan de helft is hooggeschoold, 2/3 aan het werk. Meest opvallend is toch wel het hoge aantal vrouwen dat via online bereikt wordt: 48 % en dit zeker als we vergelijken met onze traditionele ambulante zorg (25 %). Voor de helft van de online begeleidingen was het hun eerste stap naar professionele hulp. Eind dit jaar zal Alcoholhulp ook aangeboden worden in Brussel en Wallonië en dit op initiatief van vzw s Le Pélican (Brussel) en Alpha (Liège) met wie onze dienst nauw samenwerkt en aan wie wij onze knowhow ter beschikking stellen. Onze website Cannabishulp werd in 2011 bezocht door 52.006 Vlamingen (een vergelijking met 2010 is niet zinvol aangezien deze website pas van start ging in september 2010). 221 personen schreven zich in voor een online begeleiding. Wel minder vrouwen dan bij alcoholhulp (36,2 %), maar toch nog altijd meer dan in de ambulante zorg en meer personen die reeds omwille van cannabisproblemen contact hadden met hulpverleners (61 %). Ook voor de toenemende Gokproblematiek nemen wij online initiatieven. De CAD tekenden in op een Europese Aanbesteding vanwege het Ministerie van Justitie (Kansspelcommissie). De opdracht tot het ontwikkelen van een tweetalige website Gokhulp werd aan onze dienst toegekend. Voor de Franstalige realisatie sloten wij een overeenkomst af met Le Pélican uit Brussel. Met de online initiatieven komen we in contact met cliënteel dat (nog) niet door klassieke hulpverlening wordt bereikt en bovendien relatief vroeg in de verslavingsketen We hebben de basis daartoe kunnen leggen dankzij tijdelijke projectmiddelen (Federaal Verslavingsfonds), die ons continuïteit waarborgen tot einde 2012 Aan de rand van de samenleving In ons hulpaanbod richten wij ons tot een breed publiek (zie ook ons online aanbod). Toch gaat onze bijzondere aandacht naar die medeburgers die het moeilijk en moeilijker hebben om zich te handhaven.
Terwijl, globaal gezien de meerderheid het relatief goed doet stijgt het aantal cliënten waar we ons zorgen over maken. Zij krijgen ook bijzondere aandacht van onze straathoekwerkers. In Limburg zijn er voor de CAD 5 straathoekwerkers actief. Zij werken in de gemeenten Hasselt, Genk, Tongeren, Heusden-Zolder en Houthalen-Helchteren.. Het gaat om een groep ouder wordende verslaafden, die laaggeschoold zijn en (over-) leven met een werkloosheids- of invaliditeitsuitkering. Vaak zijn ze alleenstaand, wonen in krotten, en hebben weinig of geen ondersteunend sociaal netwerk. Daarenboven is er vaak sprake van een bijkomende psychiatrische problematiek of tenminste de aanwezigheid van een aantal kenmerken (o.a. verstandelijke beperking) en/of gedragingen die voor hen een normaal functioneren in onze veeleisende maatschappij bemoeilijkt of zelfs verhindert. Deze chronische cliënten functioneren op de top van hun mogelijkheden. Er is een reëel risico op overschatting van die mogelijkheden. Zij hebben door de jaren heen een jargon ontwikkeld om zich op communicatief vlak te handhaven maar zij zijn niet in staat om effectief te beantwoorden aan de verwachtingen die aan hen gesteld worden. Ze zitten vast in spiraal-onderhoudende psychologische mechanismen die hen sociaal marginaliseren. Als we spreken over kansarmoede bij deze populatie moeten we hier terdege rekening houden met ingewikkelde circulaircausale verbanden. In het licht van deze vaststellingen heeft onze klassieke gesprekstherapie, indien deze niet ingebed is in een ruim sociaal begeleidingsplan, weinig bij te brengen. Tot een dergelijk plan behoort onder meer primaire medische zorg, gezonde voeding, financiële rust, stabiele huisvesting en een goede dagstructuur. I.p.v. alleen maar te praten moeten we met deze mensen doen. Kortom, een bijzonder intensieve behandeling waarin alle op deze cliënten betrokken diensten intensief samenwerken en onze straathoekwerkers een bijzonder cruciale laagdrempelige rol vervullen. Alleen op deze manier kunnen we deze medeburgers terug perspectief en goesting geven in het leven en hen noodzakelijke vaardigheden bijbrengen. Een enorme opgave, in eerste instantie voor de personen in kwestie, maar ook voor de hulpverlening. Onze mogelijkheden zijn helaas niet meegegroeid met de stijgende problematiek wat leidt tot heel wat frustraties bij zowel cliënten als hulpverleners. benzodiazepines. De combinaties van al deze producten zijn uiterst gevaarlijk en zeer verontrustend. Ook gasten met een enkelvoudig gebruik van alcohol of cannabis vormen een grote groep van de gasten van het straathoekwerk. De gasten met een alcoholverslaving zijn vaak wat ouder, diegenen met een cannabisverslaving vaak wat jonger. Toch mogen we opmerken dat dit leeftijdsgebonden gebruik wat afneemt en zien we jongeren meer en meer problematisch drinken en ouderen ook nog een jointje roken.