1 Visie op het menselijk functioneren. 1.1.1 De Wereldgezondheidsorganisatie



Vergelijkbare documenten
Anamneseformulieren op basis van de gezondheidspatronen van Gordon

Een anamnesegesprek voeren

Copyright Plantyn. A Visie op gezondheid en ziekte 17 1 Begrippen gezondheid, ziekte, preventie en GVO 17

Visie WZC Hof van Egmont 10/08/2015. De toepassing van het ICF in een WZC. Korte schets: WZC Hof van Egmont

regio Gooi en Vechtstreek Niet uitgeslapen? Jongeren en slapeloosheid

Netwerk Ouderenzorg Regio Noord

Slachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg

Inhoudsopgave Inleiding Leeswijzer 1. Wet maatschappelijke ondersteuning 2. Het gesprek voorbereiden 3. Tot slot

De Lastmeter. Hoeveel last heeft u van problemen, klachten en zorgen? Oncologie

Kwaliteit van leven Een hulpmiddel bij de voorbereiding van een zorgplan

Activiteitenlijst Kinderbegeleider Duaal

Voorlichting, advies en instructie Niveau 3

Wanneer zijn de kinderen klaar voor een zindelijkheidstraining? Kinderen zijn mogelijk klaar voor een zindelijkheidstraining wanneer ze:

Behandeling. Leven zoals jij dat wilt. Rian leerde voor zichzelf opkomen. Ondersteund door SDW

Activiteitenlijst Kinderbegeleider Duaal

Basis voor het maken van een verpleegplan

Cliëntondersteuning. Tips voor het keukentafelgesprek. Hoe kan ik mij voorbereiden op het gesprek met de Wmo-consulent van de gemeente?

Vragenlijst voor volwassenen:

VRAAGVERHELDERING EasyCare WELZIJN. Naam wijkbewoner / cliënt: Geboortedatum: Geboortedata gezinsleden: Datum/data vraagverheldering

Activiteitenlijst - Baby s en peuters

GIDS. voor een. rustige nacht

Wmo-loket. In gesprek over wat u nodig heeft aan ondersteuning

VOORLEGGER (graag verwijderen wanneer u de vragenlijst aan de zorgvrager voorlegt of opstuurt)

Kaders. Dinsdag 9 oktober 2012 Annick Van der Stricht. DPB Gent

Pedagogisch beleid Kinderopvang Haarlem Spelend Groeien

SOVAK kleurt levens. Volgens Wortels-Stam-Bloesem.

Info. Aanraken, knuffelen en meer... Informatie voor cliënten. Expertisecentrum voor epilepsie en slaapgeneeskunde

Zorg nodig omdat iemand niet voor zichzelf kan zorgen: ongeneeslijk ziek, het hebben van een handicap, psychisch, door ouderdom.

Feedbackmapje Naam leerling: Richting: Kinderbegeleider duaal. Mevr. An Treuttens. Kinderbegeleider duaal Don Bosco Halle

Functioneringsinstrument NAH (FINAH)

Hoe je je voelt. hoofdstuk 10. Het zal je wel opgevallen zijn dat je op een dag een heleboel verschillende gevoelens hebt. Je kunt bijvoorbeeld:

Kwaliteitszorg. Test jezelf.

34Vraaggericht werken

Ontdek je kracht voor de leerkracht

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster

Het vergroten van draagkracht na confrontatie met een harta andoening

Ons vignet laat zien wat we graag willen bereiken, namelijk mensen tot groei en bloei brengen als persoon en in hun relaties met andere mensen.

Workshop: Familiegericht werken. SOFA-model

Wat er ook aan de hand is, de gevolgen zijn hetzelfde. Je bent een aantal lichamelijke functies, die je voorheen als vanzelfsprekend aannam, kwijt.

WAAR KAN IK HULP VINDEN? Informatie over geestelijke gezondheidsproblemen

Naam:... Adres:... Postcode en woonplaats:... Telefoon privé:... Werk:... Mobiel :... adres:... Geboortedatum :... Geslacht :... Huisarts:...

Datum: VRAGENLIJSTEN (1) Naam: Geboortedatum:

Workshop ICF een WERK-TAAL? GGZ VAPH - BuSO

Kanteling Wmo Iedereen doet mee

Delier. Informatie voor familie en betrokkenen

Hoe blijf ik (psychisch) gezond?! Simone Traa Klinisch psycholoog psychotherapeut Medische Psychologie, Máxima Medisch Centrum

2 Algemene doelstelling en visie

ZELFINVULLIJST DEPRESSIEVE SYMPTOMEN (INVENTORY OF DEPRESSIVE SYMPTOMATOLOGY: IDS-SR) 1 (In te vullen door patiënt)

VRAAGVERHELDERING WELZIJN NIJMEGEN. Naam cliënt: Geboortedatum cliënt: Datum vraagverheldering. Andere aanwezige(n): Nee. Relatie tot cliënt:

Urologie Lastmeter Inleiding Hulpverleningsmogelijkheden

INHOUD. Disclaimer 7 Voorwoord 9 Dankbetuiging 13 Inleiding 14. Tot slot 208 Over de auteur Handige tips 204

Cliënt Ik krijg hulp van een hulpverlener en/ of een naaste.. Professionele Hulpverleners Ik zorg voor de cliënt én steun de mantelzorgers.

Stichting Agrarische Zorgonderneming Vlist

Libra R&A locatie Blixembosch. Multiple Sclerose

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou!

VRAGENLIJST. Mantelzorger

Slaapstoornissen bij ouderen

Slaapstoornissen bij ouderen

Of je hart nu breekt of scheurt, kapot is kapot.

Zaken voor mannen. Verhalen van mannen met epilepsie

Help, ik kan niet slapen! Slaapproblemen bij jongeren

Pakket 7 Beschermd wonen met zeer intensieve zorg, vanwege specifieke aandoeningen, met de nadruk op begeleiding

Preventie van werkdruk in de bouwsector. Werknemer

Het hechtingsproces. bij kinderen tussen de 0 en 2 jaar. Kindergeneeskunde. Hechting. Hoe verloopt het hechtingsproces?

Denk jij dat je. vastloopt tijdens. je studie?

ook bij u thuis! Advies, ondersteuning, behandeling, preventie & verwijzing

1.GEBRUIKERSGERICHT Rusthuizen, dagverzorging en kortverblijf Serviceflats en woningcomplexen met dienstverlening

4.1 Omcirkel het juiste antwoord.

Zorgen rond kanker Bij wie van ons kunt u terecht?

Ondersteuning bij de diagnose kanker (de lastmeter)

Samen doen. Zorgvisie. Zorg- en dienstverlening van A tot Z

Cliëntondersteuner (naam, organisatie):

VRAGENLIJST. Zorgvrager, vervolgmeting

ThiemeMeulenhoff Zorg Niveau Begeleiden op sociaal/maatschappelijk gebied Antwoordmodellen

Sportief bewegen met een depressie. Depressie

Verslaving. Deze folder is voor doven en slechthorenden die meer willen weten over verslaving. Als iemand niet meer zonder... kan

Delirium op de Intensive Care (IC)

Pakket 8 Beschermd wonen met zeer intensieve zorg, vanwege specifieke aandoeningen met de nadruk op verzorging/verpleging

Plannen van zorg Niveau 4

Verzorging Begeleiding Speciale Zorg Dagbesteding Hulp bij het huishouden

Kwaliteit van leven bij hartfalen: over leven of overleven. Eva Troe, MANP Verpleegkundig Specialist Catharina ziekenhuis

Persoonlijke gegevens Naam : Adres : Postcode en woonplaats : Telefoonnummer, vast : Telefoonnummer, mobiel : adres : Geboortedatum :

Programma Tienerclub. Tienerclub Blok 1 & 5: Adventure 4 Kids Op avontuur met jezelf

De mantelzorg DER LIEFDE

Organiseren van zorg Niveau 3

H Zorg voor kwetsbare ouderen

Sociale/pedagogische vragenlijst

Als je het niet meer ziet zitten...

Je gezond voelen Fitheid Klachten en pijn Slapen Eten Conditie Bewegen

Pakket 9 Verblijf met herstelgerichte verpleging en verzorging

Pijn bij kinderen Afdeling D/ kinderafdeling

OPDRACHTVERKLARING WZC Leiehome (Actualisering )

Afspraken met het Zorgkantoor Wij hebben met het zorgkantoor de volgende ZZP-en afgesproken en met deze ZZP-en kunt u bij ons terecht:

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind

Hebt u zorg nodig? Informatie over de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en het aanvragen van zorg

BESCHERMD WONEN MET ZEER INTENSIEVE ZORG, VANWEGE SPECIFIEKE AANDOENINGEN, MET DE NADRUK OP BEGELEIDING (voorheen ZZP 7)

Transcriptie:

1 Visie op het menselijk functioneren 1.1 Gezondheid 1.1.1 De Wereldgezondheidsorganisatie Het is niet makkelijk om de begrippen gezondheid en ziekte duidelijk te omschrijven. > > Gezondheid en ziekte zijn dynamische begrippen. Ieder mens maakt in zijn leven perioden van gezondheid en ziekte mee. Vaak vloeien gezondheid en ziekte in elkaar en kunnen ze snel veranderen. Het hangt er ook van af hoe ziek je bent. Is het een verkoudheid of is er een tumor vastgesteld? > > Gezondheid en ziekte worden door ieder mens anders beleefd. Bijv. De één gaat naar school met een verkoudheid, de ander voelt zich er doodziek bij en blijft in bed liggen. De Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) omschrijft gezondheid als volgt: Onder gezondheid wordt verstaan het zich wel bevinden of het welzijn op lichamelijk, geestelijk, economisch en sociaal vlak. Gezondheid is bijgevolg niet alleen de afwezigheid van ziekten en gebreken. In deze definitie ligt de nadruk op welbevinden. Gezondheid wordt beschouwd als een algemeen gevoel van welzijn met een kans op ontplooiing van de eigen mogelijkheden, zodat het leven als zinvol ervaren wordt. Welzijn kan omschreven worden als zich tevreden voelen met. Het welbevinden situeert zich op lichamelijk (fysiek), geestelijk (psychisch) én sociaal (interactie met anderen) vlak. Bijv. Je leert een beroep aan dat je zelf gekozen hebt. Je bent trots op jezelf omdat je een mooi stagerapport hebt. We hebben eerder gezien dat gezondheid een dynamisch begrip is. Het is dus heel persoonlijk of iemand zich ziek of gezond voelt. Iedere persoon ervaart ziekte, aandoeningen en letsels anders. Wat voor de ene een zware last blijkt te zijn, is voor de andere niet echt een hinderpaal. Bijv. De vriend van Joke heeft het uitgemaakt. Joke is helemaal van de kaart. Ze krijgt geen hap door haar keel, ze kan zich tijdens de les niet concentreren, ze voelt zich moe. Het liefst zou ze naar bed willen gaan en slapen. Wat is de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO)? Het is een gespecialiseerd agentschap van de Verenigde Naties. De WGO heeft tot doel de gezondheid van de wereldbevolking te verbeteren. Dat doet de organisatie met behulp van inentingsprogramma s en programma s ter bestrijding van besmettelijke ziekten. Ook ontwikkelt de WGO programma s op het gebied van gezinsplanning, voedingsleer, verpleging, medische opleidingen en waterzuivering. Bron: www.europa-nu.nl 11

Preventie speelt een rol in het behouden van de gezondheid. Preventie of voorkomen kan op drie vlakken: gezondheidsproblemen vermijden (bijv. vaccinatie), gezondheidsproblemen opsporen (bijv. borstkankeronderzoek), vermijden dat bestaande gezondheidsproblemen verergeren of negatieve gevolgen hebben (bijv. correcte verzorging van doorligwonden om erger te voorkomen). GVO is een belangrijk middel voor het toepassen van preventie. GVO staat voor gezondheidsvoorlichting en -opvoeding. Vaak spreekt men ook van gezondheidspromotie. Voorlichting betekent dat je iemand uitleg geeft. Een deskundige vertelt hoe iets werkt, wat de gevolgen zijn en waarmee je rekening moet houden. Opvoeding betekent dat je door middel van voorlichting mensen aanzet tot een bepaald gedrag. Die voorlichting kan bestaan uit het advies om een bepaalde gewoonte te verminderen of te beëindigen (bijv. stoppen met roken). Men kan ook proberen een bepaalde gewoonte te stimuleren (bijv. sporten). 1.1.2 De Vlaamse overheid Vlaanderen voert een eigen preventief gezondheidsbeleid om gezondheidswinst op bevolkingsniveau te realiseren en zo mensen langer te laten leven en de levenskwaliteit te verhogen. Zo wordt maximaal gestreefd naar het bevorderen, beschermen en behouden van de gezondheid. Dit beleid wordt uitvoerig besproken op www.zorg-en-gezondheid.be/preventie Als je in de gezondheidszorg werkt is het nuttig om een beeld te hebben van de visie en initiatieven van de overheid op deze problematiek. En hierin een rol op te nemen. Om accenten te leggen binnen het preventieve gezondheidsbeleid werkt de Vlaamse overheid met gezondheidsdoelstellingen: Gezondheidsdoelstelling voeding en beweging Gezondheidsdoelstelling tabak, alcohol en drugs Gezondheidsdoelstelling zelfdoding (en depressie) Gezondheidsdoelstelling ongevallen in de privésfeer Gezondheidsdoelstelling vaccinaties Gezondheidsdoelstelling bevolkingsonderzoeken naar kanker 1.2 Classificaties 1.2.1 ICF (International Classification of Functioning, Disability and Health WHO) > > Gezondheid is een toestand van volledig fysiek, sociaal en mentaal welbevinden. Gezondheid is geen doel op zich maar een middel om individuen te helpen hun mogelijkheden te realiseren! WGO Aan de hand van het ICF-schema kunnen we problemen en positieve elementen in het leven van de zorgvrager een plaats geven en hun invloed op het menselijk functioneren van de zorgvrager duiden. Het schema helpt ons om inzicht te krijgen in de gezondheidstoestand en het welzijn van de zorgvrager. 12

gezondheidstoestand aandoeningen / ziekten / letsels functies en anatomische eigenschappen activiteiten participatie functioneren externe factoren persoonlijke factoren Bron: www.rivm.nl > > Het menselijk functioneren kan beschreven worden vanuit drie verschillende perspectieven: Functies en anatomische eigenschappen (het menselijk organisme) Hoe goed functioneren de gewrichten, het hart, de hersenen? Activiteiten (het menselijk handelen) Welke activiteiten voert iemand zelf uit en welke zou hij kunnen of willen uitvoeren? Bijv. boodschappen doen, schoonmaken, beslissingen nemen Participatie (de mens als deelnemer aan het maatschappelijk leven) Hoe neemt iemand deel aan het maatschappelijke leven? Is hij een volwaardig lid van de maatschappij? Bijv. geen gebruik van het openbaar vervoer kunnen maken door ontoegankelijkheid (te ver weg, niet op trein, tram of bus kunnen) > > Het menselijk functioneren wordt op een dynamische manier beïnvloed door diverse factoren. Verandering binnen een van die factoren kan het menselijk functioneren wijzigen. Het geheel zien we als de gezondheidstoestand van de zorgvrager. Medische factoren Ziekte, aandoeningen Persoonlijke factoren Leeftijd, geslacht, opleiding, persoonlijkheid, beroepservaring, karakter Externe factoren Woning, werkomgeving, vrienden, sociale normen en wetten 13

> > De ontwikkeling van de ICF sluit aan bij de ontwikkelingen in de zorg. In het hoofdstuk over mensvisies wordt uitgelegd hoe zorg aanbieden vanuit totaalzorg een aanzienlijke meerwaarde biedt. Vanuit het ICFschema kan men een volledig beeld van een gebruiker krijgen. Dit schema kan gebruikt worden door verschillende disciplines die betrokken zijn bij de zorg van een zorgvrager. Het op eenzelfde manier benaderen van een zorgvrager met gestandaardiseerde begrippen zorgt voor een vlotte samenwerking tussen de disciplines. Bijv. Roger is een cliënt in de thuiszorg. Hij is 54 jaar. Hij is getrouwd en heeft twee kinderen. Sinds twee jaar heeft hij suikerziekte (diabetes). De doorbloeding in zijn benen verloopt moeilijk. Daardoor heeft er vorige maand een voetamputatie plaatsgevonden. Bij je eerste bezoek aan Roger wil je meteen heel wat over hem te weten komen, zodat je hem zo goed mogelijk kunt helpen. Aan de hand van je gesprek kun je de gegevens in het ICF-schema inpassen. Veranderingen in één perspectief of in één factor brengt veranderingen teweeg in de andere perspectieven of in de andere factoren. Bijv. De werkgever van Roger stelt voor om hem administratieve taken te geven. Dat veroorzaakt niet alleen een verandering in de externe factoren, maar ook in de persoonskenmerken van Roger. Hij gaat zich immers beter in zijn vel voelen omdat hij opnieuw meer sociale contacten heeft en zich nuttig voelt. Alle pijlen in het model zijn wederkerig, m.a.w. er is steeds een wisselwerking. Bijv. Doordat Roger een amputatie ondergaan heeft, is hij beperkt in zijn stappen. Het gevolg daarvan is dat Roger stijver zal worden, een slechtere bloedsomloop zal hebben. Zo kan er een nieuwe aandoening ontstaan, namelijk aderverkalking. De gezondheidstoestand van Roger is: het geheel van anatomische eigenschappen en functies en de eventuele stoornissen daarin, de activiteiten en de participatie aan het maatschappelijk leven en de problemen daarmee, beïnvloed door: de persoonlijke en externe factoren, de aandoening of ziekte eigen aan de situatie van Roger. 14

Fucties en anatomische eigenschappen Mist voet, doorbloedingsproblemen Externe factoren Weinig flexibiliteit op werk Goede relatie met familie en vrienden Mening van familie is belangrijk Aandoening, ziekten Diabetes, amputatie (Beperkingen in) Activiteiten Beperkt in lopen en fietsen (Beperkingen in) Participatie Kan alleen met bus naar werk Kan alleen zittend werk doen Sport niet meer Heeft minder hobby s Persoonlijke factoren Man, 54 jaar Getrouwd, 2 kinderen Behoefte aan sociaal contact 15

1.2.2 De gezondheidspatronen van Gordon Als je een volledig beeld wilt krijgen van de zorgvrager (anamnese) kan je dit ook doen met behulp van de 11 gezondheidspatronen van Gordon. Gezondheidsbeleving en -instandhouding Bij dit patroon gaat het erom hoe de mens zijn gezondheid en welzijn beleeft en ervoor zorgt dat ze in stand gehouden worden. Iedere volwassene neemt voortdurend maatregelen om zijn gezondheid en welzijn te bevorderen en in stand te houden. Je hebt daarbij een idee van wat jij gezondheidsgedrag vindt en wat je eraan kunt doen om ziekte te voorkomen en gezond te blijven. Deze opvattingen zijn meestal cultureel bepaald. De mogelijkheden om de gezondheid in stand te houden worden door verschillende factoren beïnvloed, zoals: > > Lichamelijke conditie > > Psychische conditie > > Gebrek aan informatie > > Gebrek aan middelen De activiteiten van een zorgvrager om zijn voorgeschreven therapie te volgen om van de klacht af te komen of ermee te leren leven, worden ook therapietrouw genoemd. Therapietrouw hoort ook thuis in dit gezondheidspatroon. Mogelijke vragen > > Wat vind je zelf van je gezondheid en welzijn? > > Ben je de afgelopen maanden ziek geweest? Zo ja, wat heb je gehad? > > Vind je jezelf gezond? Waarom wel of niet? > > Doe je iets om gezond te blijven? Zo ja, wat doe je om gezond te blijven? > > Rook je? > > Heb je ooit alcoholproblemen gehad? > > Heb je het altijd makkelijk gevonden om de voorschriften van de dokter of verpleegkundige of verzorgende te volgen? > > Wat is de oorzaak van je ziekte? Wat heb je gedaan na de eerste klachten? Met welk resultaat? Voeding en stofwisseling Dit patroon omvat de inname van vocht en voedsel in verhouding tot de fysiologische behoeften. Het voedings- en stofwisselingspatroon zijn onder normale omstandigheden met elkaar in evenwicht. Dat betekent dat je zoveel eet en drinkt als je nodig hebt in verhouding tot je energieverbruik. Wanneer je te veel eet, heb je overgewicht; wanneer je te weinig eet, ben je te mager voor je lengte. Er zijn allerlei omstandigheden die van invloed zijn op het voedings- en stofwisselingspatroon. Sommige ziekten leiden tot een over- of ondergewicht, of bemoeilijken het eten. Ook zijn er bepaalde eet- en drinkpatronen. Denk aan dagelijkse eettijden, soorten voeding en hoeveelheden, maar ook aan voorkeuren voor bepaalde 16

voedingsmiddelen en het gebruik van vitaminepreparaten. Ook borstvoeding en het patroon van de zuigelingenvoeding behoren tot dit patroon. De toestand van de huid, het haar, de nagels, de slijmvliezen, het gebit, de lichaamstemperatuur, de lengte en het gewicht vallen er eveneens onder. Mogelijke vragen > > Hoe verloopt je eetpatroon? Dagelijkse eettijden? Voorkeuren? Eetlust? Slikklachten? Dieet? > > Hoe verloopt je drinkpatroon? > > Parameters: temperatuur, pols, lengte, gewicht? > > Huidproblemen? > > Genezen wondjes makkelijk? > > Haar? > > Nagels? > > Slijmvliezen? > > Gebit (prothese)? > > Sondevoeding/parenterale voeding? uitscheiding Ieder mens heeft met betrekking tot de uitscheiding een eigen patroon. Het wordt onder andere beïnvloed door lichamelijke factoren, zoals de grootte van de blaas en de sterkte van de bekkenbodemspieren. Sommige mensen hebben dagelijks ontlasting, anderen voelen zich prima bij een frequentie van eenmaal per drie dagen. Ook gewoonten spelen hier een rol. Vind je het bijvoorbeeld vervelend om bij iemand anders naar het toilet te gaan, of heb je rust en afleiding nodig in de vorm van een krant? Verstoringen van het uitscheidingspatroon zijn bijvoorbeeld obstipatie, diarree en incontinentie of wanneer je vaker of juist minder vaak moet plassen dan gebruikelijk. Dit patroon omvat dus de uitscheidingsfunctie van darmen, blaas en huid. Ook het gebruik van middelen om de ontlasting op te wekken valt onder dit patroon. Hetzelfde geldt voor eventuele veranderingen of problemen qua tijd, wijze, kwaliteit en/of kwantiteit van uitscheiding. Ook de hulpmiddelen vallen onder dit patroon. Mogelijke vragen > > Stoelgangpatroon Frequentie, vorm, hoeveelheid, consistentie, kleur, geur? Pijn/ongemak bij defecatie? Problemen met continentie? Medicatie, vochtafdrijvers, laxantia? > > Mictiepatroon Frequentie, hoeveelheid, geur? Problemen met continentie? Overmatige transpiratie? Sterke transpiratiegeur? > > Hulpmiddelen (katheter, plaswekker, stoma)? 17

activiteiten Onder dit patroon vallen verschillende categorieën activiteiten, zoals de groei en ontwikkeling van het jonge kind tot volwassene. Het activiteitenpatroon heeft vaak een relatie met de leeftijd: kinderen rennen de hele dag, ouderen zijn veel minder actief en voelen zich sneller moe. Dit patroon heeft ook betrekking op zelfzorgactiviteiten als hygiënische zorgen, zich aankleden en naar het toilet gaan. Die noemen we ook de activiteiten van het dagelijkse leven (ADL). Verstoringen in het activiteitenpatroon kunnen worden veroorzaakt door een lichamelijke ziekte, ouderdom of een psychische ziekte. Het activiteitenpatroon omvat het geheel van lichaamsbeweging, activiteiten, ontspanning, recreatie en vrijetijdsbesteding. Ook de soort, kwaliteit en kwantiteit van lichaamsbeweging en regelmatig beoefende sport behoren tot dit patroon. De factoren die een belemmering vormen voor het gewenste of verwachte individuele patroon, zoals klachten aan de spieren, benauwdheid, pijn op de borst of krampen, vallen eveneens onder dit onderdeel. De nadruk ligt dan wel op de activiteiten die van groot belang zijn voor de zorgvrager. Mogelijke vragen > > Lichaamsbeweging? Wat? Hoe vaak? Voldoende energie voor gewenste/vereiste activiteit? > > Vrijetijdsbesteding (ontspanning)? > > Kinderen: spelactiviteiten? slaap en rust De behoefte aan slaap verschilt per individu, maar de meeste volwassenen hebben voldoende aan zeven à acht uur slaap per nacht. Jonge kinderen hebben meer slaap nodig, ouderen slapen wat minder diep en worden vaker wakker. Slaapstoornissen kunnen ontstaan door een verandering in het activiteitenpatroon, pijn, angst, verdriet, effecten van medicijnen of een verandering in de omgeving. Sommigen kunnen niet slapen in een vreemde of lawaaierige omgeving. Slaapstoornissen worden ingedeeld in inslaap- en doorslaapstoornissen. Zeker als je langere tijd niet goed slaapt, word je overdag moe en slaperig. Het slaap- en rustpatroon omvat de perioden van slaap, rust en ontspanning verspreid over een etmaal. Hierbij hoort ook de subjectieve beleving van de kwaliteit en kwantiteit van de slaap en rust en de hoeveelheid energie, evenals eventuele hulpmiddelen, zoals slaapmiddelen, of bepaalde gewoonten voor het slapengaan. Mogelijke vragen > > Slaappatroon Gewoonlijk goed uitgerust en klaar voor de dag na het ontwaken? Problemen met inslapen? Hulpmiddelen? Dromen? Vroeger wakker? Regelmatige perioden van rust en ontspanning? Gewoonten? 18

Cognitie en waarneming Dit patroon heeft betrekking op de waarneming zelf, de zingeving aan de waarneming en de gewaarwordingen: de manier waarop we de wereld om ons heen beschouwen en de betekenis die we eraan geven. Waarnemen doen we via onze zintuigen: het gehoor, het gezicht, de tastzin, de smaak en de reuk. Problemen in het cognitiepatroon ontstaan bijvoorbeeld wanneer je pijn hebt, slecht ziet of hoort, niet goed meer kunt ruiken of een deel van je lichaam niet (meer) kunt voelen. Maar ook het denkproces kan verstoord zijn, zoals in het geval van een verlaagd bewustzijn, een verminderde oriëntatie, geheugenverlies of heftige angst. Het gaat in dit patroon dus om de functies van waarnemen, informatieverwerking, leren, denken en problemen oplossen. Hiertoe behoort ook de adequaatheid van zien, horen, proeven, voelen en ruiken en eventuele compensatiemechanismen of prothesen. Ook de pijnzin en de omgang met pijn vallen onder dit patroon, evenals het taalvermogen, het geheugen, het oordeelsvermogen en de besluitvorming. Mogelijke vragen > > Zien (hulpmiddelen)? > > Horen (hulpmiddelen)? > > Proeven? > > Voelen? > > Ruiken? > > Pijn? > > Taalvermogen? > > Geheugen? > > Oordeelsvermogen? > > Besluitvorming? seksualiteit en voortplanting Het is voor mensen belangrijk om hun seksualiteit te kunnen beleven op de manier die bij hen past, in een homo- of heterorelatie en alle mogelijke varianten, omdat zij dat als een zinvolle levensvervulling zien. Een lichamelijke of psychische ziekte heeft vaak invloed op de seksualiteitsbeleving; men moet op zoek naar nieuwe vormen om aan zijn behoeften te kunnen voldoen. Door wijzigingen in het menselijk functioneren is het niet altijd mogelijk om kinderen te krijgen, wat tot veel verdriet kan leiden bij de zorgvrager. Dit patroon omvat ook de mate van (on)tevredenheid en eventuele problemen op het gebied van seksuele relaties, seksualiteitsbeleving en het voortplantingspatroon. Mogelijke vragen > > Bevredigende seksuele relatie? > > Zijn er veranderingen? Problemen? > > Menstruatie? > > Menopauze? > > Erectiestoornissen? 19

Zelfbelevingspatroon Een vaak gehoorde term waarmee een goed zelfbelevingspatroon wordt aangeduid is lekker in je vel zitten. Wanneer je lekker in je vel zit, voel je je energiek. Je bent actief, je bent tevreden met jezelf, zowel wat je lichaam als wat je mogelijkheden betreft, en je straalt dat ook uit naar anderen. Het tegenovergestelde kan ook voorkomen, tijdelijk of meer permanent: je bent niet tevreden met je lijf, je voelt je angstig en onzeker, je vindt dat je tot minder in staat bent dan je omgeving, je voelt je lichamelijk niet prettig en futloos, je energie is verdwenen en je ziet tegen de dag op. Hoewel iedereen die gevoelens tijdelijk weleens heeft, hebben sommigen ze vaak of bijna altijd. Het zelfbelevingspatroon betreft de wijze waarop iemand zichzelf ziet. Het gaat om de ideeën over de eigen vaardigheden (cognitief, affectief of lichamelijk), het zelfbeeld, de identiteit, het gevoel van eigenwaarde of het hele patroon van emoties. Mogelijke vragen > > Hoe zie je jezelf? > > Hoe zou je jezelf omschrijven? > > Ben je doorgaans tevreden/ontevreden met jezelf? > > Ondergaat je lichaam veranderingen? En de dingen die je kunt, veranderen die? Is dat een probleem? > > Zijn er veranderingen in de manier waarop je jezelf of je lichaam ziet? > > Ben je vaak kwaad? > > Erger je je regelmatig? Waaraan? > > Ben je angstig? Ongerust? Neerslachtig? Wat helpt in dat geval? > > Verlies je de hoop weleens? Verlies je de greep op je leven weleens? Wat helpt in dat geval? > > Zelfbeeld? > > Gevoel van eigenwaarde? > > Emoties? > > Lichaamshouding? > > Motoriek? > > Oogcontact? > > Stem? > > Spraak? Rol en relatie In je leven vervul je een aantal rollen: moeder, zoon, chef op het werk, aanvoerder in een voetbalploeg, buurman. Je vervult die rollen in relatie tot anderen: je bent moeder binnen een gezin, de zoon van je ouders, de chef van je medewerkers, de vrijwilliger. Met ieder van die mensen heb je een bepaalde relatie die tamelijk vast omschreven is door de rol die je op je hebt genomen en door de verwachtingen die daarbij horen. Die relatie kan verstoord worden wanneer je verminderde mogelijkheden hebt om te communiceren, wanneer je sociaal geïsoleerd bent en weinig relaties hebt, wanneer je je rol door bijvoorbeeld ziekte (gedeeltelijk) hebt moeten opgeven, wanneer er gezinsproblemen zijn, of wanneer ouders niet kunnen voldoen aan hun ouderrol. 20

Ook de subjectieve beleving van de rollen en relaties, de tevredenheid van de zorgvragers en eventuele verstoringen behoren tot dit patroon. Mogelijke vragen > > Rol en verantwoordelijkheden in je huidige levenssituatie? > > Rol in je familie-, gezins-, werk- en sociale relaties? > > Ben je tevreden met je rol? > > Ben je alleenstaand? Heb je familie? > > Gezin? > > Zijn er familie- en/of gezinsproblemen die je moeilijk vindt? > > Hoe gaat je familie/gezin normaal gesproken om met die problemen? > > Zijn er mensen afhankelijk van je voor bepaalde dingen? > > Hoe staan familieleden, gezinsleden en anderen tegenover je opname/ ziekte? > > Zijn er problemen met de kinderen? Moeite met opvoeding? > > Ben je aangesloten bij een vereniging/club? stresstolerantie Ieder mens heeft voor zichzelf een manier gevonden om met dagelijks optredende problemen om te gaan. Ieder mens weet ook hoe hij op stressvolle gebeurtenissen reageert. De een wordt snel paniekerig en ongerust, de ander blijft kalm en denkt dat het wel goed zal komen. Sommigen reageren voornamelijk emotioneel op dergelijke gebeurtenissen, anderen proberen meer greep op de dingen te krijgen door verstandelijk de zaken op een rijtje te zetten. Bij meer ernstige problemen als lichamelijke of psychische (chronische) ziekte vluchten sommigen in overmatig alcoholgebruik, veel roken, veel medicatie of de ontkenning van de ernst van de situatie. Wanneer je bijvoorbeeld een brand of een ongeluk hebt meegemaakt, kan het zijn dat je die gebeurtenis iedere keer opnieuw beleeft en er bijna niet los van kan komen. Het patroon omvat de wijze waarop iemand in het algemeen met problemen en stress omspringt. Hierbij horen ook de reserve, de draagkracht of het vermogen om een persoonlijke crisis te doorstaan, copingmechanismen, de steun van familie of anderen (mantelzorg) en het subjectief ervaren vermogen om macht over de situatie uit te oefenen. Mogelijke vragen > > Hoe ga je met stress om? > > Draagkracht? > > Vermogen om persoonlijke crisis te doorstaan? > > Steun van familie? > > Steun van anderen? > > Heb je het afgelopen jaar grote veranderingen doorgemaakt in je persoonlijke leven? > > Met wie kun je het best over moeilijkheden praten? > > Ben je over het algemeen gespannen/ontspannen? > > Wat helpt het best als je gespannen bent? Gebruik je medicijnen, drugs, alcohol ter ontspanning? > > Op welke manier ga je problemen te lijf als die zich voordoen? > > Levert dat meestal een goed resultaat op? 21

Waarden en levensovertuiging Mogelijke vragen > > Geeft het leven je over het algemeen wat je zoekt? > > Heb je belangrijke toekomstplannen? > > Is godsdienst belangrijk voor je? > > Zo ja, op welke manier? Put je er steun uit in moeilijke situaties? > > Welke waarden vind je belangrijk in het leven? > > Welke normen vind je belangrijk? 1.2.3 De behoeftepiramide van Maslow Als mens hebben we allerlei behoeften, zaken waar we naar streven, die we moeten hebben om gelukkig te zijn. Als je aan iemand vraagt waar hij behoefte aan heeft, krijg je tal van verschillende antwoorden: rust, gezelligheid, vrijheid, plezier, luxe, vriendschap, vertrouwen, noem maar op. Als verzorgende kom je zowel met het jonge kind als met de oudere zorgvrager in aanraking. Het is goed om stil te staan bij wat deze gebruikers nodig hebben, wat hun behoeften zijn. Hoewel dat voor ieder mens anders is, zijn er toch een aantal algemene kenmerken. Wat zijn behoeften? Een menselijke behoefte* is een nood die of een tekort dat een mens aanvoelt. Je wordt als het ware aangezet om die nood of dat tekort in te vullen door een handeling te stellen. Een behoefte kan men omschrijven als een verlangen naar iets. Bijv. Je hebt dorst je gaat drinken. Behoefte Dorst Handeling Drinken Bijv. Simon heeft een stoelgangluier. Behoefte Handeling Propere stuit > > Vuile luier verwijderen > > Stuit reinigen > > Schone luier omdoen Bijv. Je gaat op stage bij kinderen. Je doet veel spelactiviteiten. Behoefte > > Kinderen hebben nood aan ontspanning en plezier. > > Kinderen willen zich veilig voelen. > > Kinderen spelen graag samen (sociaal contact). Handeling Je organiseert een leuke spelnamiddag. Je houdt rekening met de veiligheid van de kinderen en stimuleert het samenspel. 22

Zodra je weet wat de behoeften van een bepaalde zorgvrager zijn, is het de bedoeling dat je er zo veel mogelijk probeert op in te spelen. De menselijke behoeften volgens Maslow De behoeftepiramide van Maslow is een theorie die probeert te verklaren waarom mensen op een bepaalde manier handelen. Waarom doen wij iets? Wat beweegt mensen precies om bijvoorbeeld andere mensen te helpen? Maslow beweert dat mensen zich op een bepaalde manier gedragen omdat ze een behoefte ervaren. Mensen proberen voortdurend hun behoeften te bevredigen. Ze zijn dus net zo lang met iets bezig tot ze hun doel bereikt hebben. Hij stelde de volgende drie kenmerken vast i.v.m. menselijke behoeften: 1. Elke mens heeft behoeften. 2. Elke mens doet zijn best om die behoeften te bevredigen. 3. Er zijn behoeften die eerst bevredigd moeten worden vooraleer volgende behoeften worden bevredigd. Maslow verdeelde alle menselijke behoeften in vijf grote groepen. Die vijf groepen heeft hij gerangschikt in een piramide. De behoeften onderaan in de piramide moeten eerst bevredigd worden. Een behoefte overslaan is niet mogelijk. Het bevredigen van de behoefte kan men overslaan, maar de behoefte zal blijven bestaan. Bijv. Als men honger heeft, kan men zichzelf opleggen niet te eten, maar in dat geval zal de behoefte blijven bestaan. Zodra een behoefte bevredigd is, ontstaat meestal vroeg of laat de volgende behoefte. Bijv. Nadat men gegeten heeft, krijgt men zin in koffie of een dutje. Fysieke behoeften Dit zijn de primaire* behoeften. De bevrediging van deze behoeften is noodzakelijk voor de mens om te overleven. Enkele voorbeelden: > > Eten en drinken > > Slaap en rust > > Beschutting tegen koude, regen, wind > > Gezondheid > > Voortplanting, seks Behoefte aan zekerheid en veiligheid Enkele voorbeelden: > > Stabiliteit > > Een duidelijke toekomst > > Bescherming > > Zekerheid van inkomen, wonen > > Veiligheid op de weg > > Op anderen kunnen rekenen > > Privacy behoefte aan zelfverwezenlijking behoefte aan erkenning en waardering behoefte aan liefde en genegenheid behoefte aan veiligheid en zekerheid fysieke behoeften 23

Behoefte aan liefde en genegenheid Enkele voorbeelden: > > Ergens bij horen (familie, vrienden, collega s ) > > Genegenheid, vriendschap, liefde geven of ontvangen > > Partnerrelatie > > Zich opgenomen voelen in een bepaalde groep Behoefte aan waardering en erkenning Enkele voorbeelden: > > Waardering krijgen van anderen > > Gevoel van eigenwaarde: ik kan iets > > Gevoel aanvaard te worden > > Gevoel van bewondering > > Gevoel dat je iets betekent voor iemand Behoefte aan zelfverwezenlijking Enkele voorbeelden: > > Iets doen omdat je het graag doet, uit interesse > > Uitdagingen aangaan > > Je talenten en mogelijkheden ontplooien > > Zelfontdekking > > Je eigen grenzen verleggen > > Zingeving (bijv. geloof, zin van het leven?) De verschillende groepen van behoeften bieden zich trapsgewijs aan: > > De behoefte aan eten en drinken is tijdens het eerste levensjaar groot. De baby huilt als hij honger of dorst heeft. > > De peuter zoekt bescherming en veiligheid bij zijn ouders. > > De kleuter en het jonge kind leren omgaan met leeftijdsgenoten en ervaren plezier in vriendschapsbanden. > > Adolescenten gaan op zoek naar waardering van anderen die ze belangrijk vinden in hun leven, zoals vrienden of personen naar wie ze opkijken. > > Volwassenen streven ernaar zichzelf te ontplooien door een beroep te kiezen dat aansluit bij hun talenten en interesses, door een eigen gezin uit te bouwen, door op zoek te gaan naar hobby s waarin ze zich kunnen uitleven... 1.2.4 Vormen van zorg Een mens komt maar tot volle ontplooiing als er andere mensen zorg voor hem dragen tijdens zijn eerste levensjaren. Die zorg is nodig omdat het jonge kind nog niet over voldoende mogelijkheden en vaardigheden beschikt om zelfstandig te functioneren. Daarnaast krijgt de mens in de loop van zijn leven momenten waarop de verworven zelfstandigheid opnieuw verdwijnt. Dat kan tijdelijk of blijvend zijn. We vinden het vanzelfsprekend dat we onze medemens op die momenten bijstaan en helpen. We dragen zorg voor elkaar en ook voor onszelf. 24

Copyright Plantyn Zelfzorg Zelfzorg is de zorg die iemand aan zichzelf verleent om zijn behoeften te vervullen. Hulpvrager en hulpverlener zijn in dit geval dezelfde persoon. De persoon kan zelf kiezen en hoeft niets aan een ander te vragen. Kenmerken van zelfzorg: >> Heeft betrekking op het zorgen voor zichzelf, de omgeving en anderen. >> Is een voorwaarde om een zinvol en gezond leven te hebben. >> Begint bij het maken van keuzes. >> Bestaat uit verschillende activiteiten die in fases verlopen. >> De activiteiten zijn doelgericht. Elke persoon is verschillend. De ene is een ochtendmens, de andere komt pas s avonds in actie. Er zijn verschillen in uiterlijke verzorging: de ene draagt graag make-up, de andere houdt van puur natuur enz. Ieder mens kan zelf kiezen en bepalen in welke mate hij deze behoeften vervult. De activiteiten die hij hiervoor verricht, noemt men zelfzorgactiviteiten. Zelfzorgactiviteiten zijn aangeleerde vaardigheden. Welke vorm van zelfzorg iemand goedvindt, kan veranderen in de loop van het leven. Hoe je die verandering aanpakt, heet het zelfzorgproces. Bijv. Toen je 16 jaar was, rookten verschillende van je vriendinnen. Je dacht: als ik ook rook, dan hoor ik erbij, en dus besloot je ook te roken. Nu je in de rich ting Verzorging zit, heb je in de les al veel nadelen van roken besproken en besluit je te stoppen. 25

Copyright Plantyn Mantelzorg Men spreekt van mantelzorg of informele zorg als iemand aangewezen is op de hulp van anderen uit zijn omgeving, zoals familie, vrienden of buren. Mantelzorg is zorg die elkaar gevraagd of ongevraagd gegeven wordt door bekenden. Bij mantelzorg is er een persoonlijke band tussen de mantelzorger en de zorgvrager. Kenmerken van mantelzorg: >> Er is sprake van een bestaande relatie. >> Er is een onderliggende betrokkenheid, een warme relatie. >> De zelfstandigheid van de zorgvrager is groot. Hij kan zelf (mee) beslissen over de zorg. >> De mantelzorg kan een waardevolle bijdrage leveren aan een zo zelf standig mogelijk bestaan. >> Er is bereidheid om mantelzorg terug te geven. Bijv. Julia heeft geen auto. Daarom brengt haar zoon wekelijks de bood schappen mee. Ondertussen zorgt Julia voor het eten. Bijv. Elisa (5) en Lotta (3) worden elke woensdagnamiddag opgevangen door hun grootouders, aangezien hun ouders voltijds werken. Mantelzorg bestaat al heel lang, maar het is pas in onze huidige maatschappij dat we ons bewust worden van het belang ervan. Een mantelzorg gever heeft geen vaste uren en kiest er niet zelf voor, maar door de affectieve band met de zorg vrager start de mantelzorgsituatie. Je vindt mantel zorggevers in alle leeftijdscategorieën: een kind dat extra taken opneemt omdat vader of moeder ziek is, een oudere persoon die zorgt voor de ziek geworden partner, een volwassene die zijn bejaarde vader of moeder verzorgt. Elke mantelzorggever heeft een specifiek takenpakket. Er zijn grote onderlinge verschillen. Het kan gaan van enkele huishoudelijke taken tot echte ADL-taken. In het geven van zorg staat natuurlijk de zorgvrager centraal, maar het langdurig zorgen voor een naaste kan wegen op mantelzorggevers. Als professionele zorgverlener is het belangrijk ook aandacht te besteden aan hun draagkracht en draaglast. Door de zwaarte van de zorg taken loopt de mantelzorggever immers het risico overbevraagd en emotioneel uitgeput te raken. Ook op de website van het ziekenfonds kunnen mantelzorggevers terecht voor antwoorden op vragen en oplossingen voor problemen. Via lotge notencontact vinden ze erkenning van hun gevoe lens en zorgen. De positie van de mantelzorggever wordt meer en meer in beeld gebracht, o.a. door een dag van de mantelzorg te organiseren. 26

Professionele zorg Hierbij wordt de zorg uitgevoerd door arbeidskrachten die een specifieke opleiding hebben gevolgd. Kenmerken van professionele of formele zorg: > > De zorg wordt verstrekt door personen die een specifieke opleiding gevolgd hebben en een loon verdienen voor hun werk. Ze zijn deskundigen. Ze moeten verantwoording afleggen bij hun leidinggevende. > > De rollen zijn niet verwisselbaar en niet wederkerig. De zorgverlening komt van één kant. > > De zorgrelatie is tijdelijk. > > Een professionele zorgrelatie wordt ingeroepen om zorg en begeleiding te geven. Hoewel de relatie functioneel is, kan er een persoonlijke relatie ontstaan. Een verzorgende werkt immers altijd met zijn/haar hoofd, handen en hart. Bijv. Bij Omer komt om de twee dagen een verzorgende langs die hem helpt bij het huishouden en zijn verzorging. Bijv. Het dochtertje van Isabelle gaat twee dagen per week naar de naschoolse opvang, omdat zij dan langer moet werken. Zorgcombinatie Zorg bieden is een proces waarbij drie partners betrokken zijn: de gebruiker (Bijv. oudere zorgvrager, jong kind), zijn familie en/of omgeving en de zorgen hulpverleners en voorzieningen. Zij vormen de hoekpunten van de zorgdriehoek. Totaalzorg vertrekt vanuit de vraag en behoeften van de gebruiker en zijn omgeving. Bijv. Roger verblijft in het woonzorgcentrum. s Morgens wast hij zichzelf. De verzorgende helpt enkel bij het wassen van zijn rug. In de namiddag komt zijn vrouw. Zij schilt voor hem een appel. Ze helpt hem s avonds ook zijn pyjama aan te doen. overheid zorgvrager goede zorg familie omgeving zorgverleners zorgvoorziening 27

Taken van de professionele zorgverlener: > > Ondersteunen van de zelfzorg van de zorgvrager > > Ondersteunen van de mantelzorg van de zorgvrager > > Inbrengen van specifieke deskundigheden waarvoor de verzorgende is opgeleid Naast de professionele zorgverleners en de mantelzorgers is er nog een heel netwerk van vrijwilligers. Vrijwilligers nemen een plaats in naast de professionele zorg en proberen de mantelzorger te ontlasten. Het vrijwilligerswerk kan georganiseerd worden door organisaties, zoals een ziekenfonds. Vrijwilligerswerk en professionele zorg Mantelzorg Zorgbehoevende persoon De verzorgende speelt een belangrijke rol bij de zelfzorg van de zorgvrager. Is de zelfzorg onvoldoende, dan kan de verzorgende aanvullend werken. Is de zelfzorg afwezig, dan zal de verzorgende alle taken op zich nemen, altijd vanuit een visie op totaalzorg en in samenspraak met de mantelzorgers en vrijwilligers. 1.3 Visie op zorg 1.3.1 Mensvisies Bij het uitoefenen van de totaalzorg vertrekken we vanuit een bepaald beeld van de medemens. Dat beeld noemen we de mensvisie. Hoe we handelen tijdens onze opdracht heeft naast de vakkennis veel te maken met onze eigen visie op het welbevinden van de zorgvrager. Bij het geven van totaalzorg baseren we ons op de volgende mensvisies: 28

holistische mensvisie Wat betekent de holistische mensvisie in de zorgsector? Mensen willen zich op lichamelijk, psychisch en sociaal vlak goed voelen. Wie lichamelijk ziek is, voelt zich ook vaak triest. Wie veel stress heeft, wordt sneller ziek. Alleenstaanden hebben meer kans om depressief te worden. De drie componenten hangen samen, ze kunnen niet los van elkaar gezien worden: dit is de holistische mensvisie. Deze visie geeft aan dat de zorgvrager veel meer is dan enkel de som van aandoeningen, ziekten, functies en anatomische kenmerken. De zorggever zal er bij het geven van zorg rekening mee moeten houden dat er een wisselwerking en beïnvloeding is tussen de drie factoren: fysiek, psychisch en sociaal. Bijv. Vera is pas aan de opleiding van verzorgende gestart. Ze was enorm zenuwachtig voor de eerste schooldag. De avond ervoor had ze buikpijn en kon ze niet slapen. De eerste week hield ze zich in de klas ook wat stil. Nu ze het al gewoon is, heeft ze het meer naar haar zin en durft ze ook meer te zeggen. Handelen volgens de holistische mensvisie: Wil zeggen: > > Verantwoordelijkheid voor zichzelf en de andere Volgens de holistische visie is de mens zelf, in de mate van het mogelijke, verantwoordelijk voor zijn eigen handelen. Tegelijkertijd is hij (mede)verantwoordelijk voor anderen: ook zij moeten de mogelijkheid hebben om te functioneren. Bijv. Tijdens zijn stage in het kinderdagverblijf is Yannick gedurende de eerste week verantwoordelijk voor de logistieke ondersteuning: hij helpt onder andere bij het voorbereiden, opdienen en afruimen van de maaltijden. Daarbij werkt hij heel nauwgezet en besteedt hij veel aandacht aan hygiëne en veiligheid. Hij krijgt van zijn stagementor echter de feedback dat hij tijdens het opdienen meer aandacht moet geven aan de peutertjes. Doordat hij zelden iets zegt, zijn zij een beetje bang van hem. Yannick verwerkt de feedback en past zijn handelen aan, zodat er een betere band ontstaat tussen hem en de peuters. > > Elke persoon is uniek Ieder mens is uniek en reageert op de wereld zoals hij die waarneemt, ervaart en beleeft. Dé waarheid en dé werkelijkheid bestaan niet. Iedereen geeft volgens zijn eigen vermogens en inzichten op een persoonlijke manier vorm aan zijn leven en gaat op een persoonlijke manier om met de dingen die in zijn leven gebeuren. Bijv. Je krijgt je punten van Nederlands. Je bent erg ontgoocheld, want je hebt maar een 7. Je vindt het erg. Je denkt: ik zal het nooit kunnen. Je vriendin heeft ook een 7, maar zij is heel tevreden. 29

> > De mens is een autonoom wezen De mens is een autonoom (zelfstandig) en zelfverantwoordelijk wezen, dat zelf kan beslissen over de manier waarop hij zijn leven vorm en inhoud wil geven. Ook hier geldt dat ieder mens dat doet binnen de vermogens die hij heeft. Het uitgangspunt is dat elke mens een eigen wil heeft die erkend moet worden. De eigen wil geeft richting aan hoe iemand zijn eigen leven wil inrichten. Bijv. Marie zit graag op haar kamer. Daar kan ze rustig de krant lezen of kruiswoordpuzzels invullen. Phil daarentegen gaat liever in de zithoek bij andere bewoners zitten om een praatje te maken of samen te kaarten. Voordelen van de holistische mensvisie: > > De zorgvrager is méér dan de som van zijn aandoening, anatomische kenmerken en functies en zal ook zo door de zorgverlener benaderd worden; > > De zorgvrager krijgt naast aandacht voor zijn fysieke toestand ook aandacht voor het psychisch en sociaal welbevinden; > > Er ontstaat een bewustwording dat het fysieke, psychische en sociale welzijn elkaar beïnvloeden. emancipatorische mensvisie Wat betekent de emancipatorische mensvisie in de zorgsector? Deze visie geeft aan dat de zorgvrager centraal staat. Hierbij ligt de klemtoon op het feit dat de zorgvrager zelf de richting aangeeft in zijn leven en in de zorg die hij nodig heeft. Als verzorgende handel je vanuit de emancipatorische mensvisie. Dat betekent dat je de zorgvrager altijd betrekt bij je zorgaanbod. Je vraagt wat hij verwacht, wat hij aangenaam en minder aangenaam vindt en je peilt voortdurend naar zijn welbevinden. De zorggever werkt vraag gestuurd. Handelen volgens de emancipatorische mensvisie wil zeggen: > > Wie handelt volgens de emancipatorische mensvisie moedigt de zelfredzaamheid van de zorgvrager in de mate van het mogelijke aan. Professionele zorg wordt gezien als een aanvulling op de zelfzorg. Bijv. Louise is 85 jaar. Ze woont nog thuis. De thuiszorgdienst komt elke week langs om de was te doen. De verzorgende helpt Louise de was sorteren. Louise steekt hem in de wasmachine. Als de was droog is, sorteert Louise hem. De verzorgende strijkt alles. > > De zorgvrager en zorgverlener nemen een gelijkwaardige positie in. Ze werken samen aan een kwalitatieve zorg. Bijv. Bij het toilet aan de wastafel kennen zorgvrager Ludo en verzorgende Saartje elk hun eigen taken. Zo verloopt het wasmoment altijd heel vlot. Ondertussen hebben ze tijd om wat bij te praten. 30