BELEID. voor medegebruik van de lijnbusbaan/ -strook door taxi s

Vergelijkbare documenten
BELEID. voor medegebruik van de lijnbusbaan/ -strook door taxi s. Bijlage 4: voorschriften lijnbusbaanontheffing

Wijziging voorschriften voor medegebruik van de lijnbusbaan door taxi s 1e herziening, gemeente Amsterdam

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent taxi s Taxiverordening Breda

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Conceptverordening Kwaliteitskeurmerk Straattaxi s Breda 2017

Nota van B&W. In 2009 zijn er 199 ontheffingen verleend op basis van deze artikelen. Probleemstelling

Toelichting bij de Taxiverordening 2018

Beleidsregels ontheffingen artikel 87 RVV 1990 Schiedam 2013

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Houten, nr. BWV gelezen en besluit;

1.1 Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (uittreksel)

Wegsleepverordening 2003

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2001 Nr. 25

Beleidsregels beoordeling van aanvragen om ontheffing voor medegebruik van busbanen

Interne beleidsregels ontheffingen RVV 1990 Scherpenzeel 2015

Beleidsregels beoordeling van aanvragen om ontheffing voor medegebruik van busbanen

BELEIDSREGELS ONTHEFFINGEN PARKEERSCHIJFZONE DEDEMSVAART CENTRUM

5. raamkaart: een kaart die de ontheffinghouder ontvangt en waarop een verkorte omschrijving staat van hetgeen staat vermeld in de ontheffing;

Wegsleepverordening Dordrecht

besluit van de gemeenteraad

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Beleidsregels ontheffingsverlening parkeerschijfzone kernwinkelgebied Raalte

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van..; gelet op titel VA van de Wet op de kansspelen en artikel 149 van de Gemeentewet;

VERSIE TEN BEHOEVE VAN DE INTERNETCONSULTATIE

Beleidsregels ontheffingen voetgangersgebied Binnenstad Nieuwegein

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 november 2018;

Het vaststellen van de openingstijden kan wel aan het college worden gedelegeerd of gemandateerd.

Toelichting op de beleidsregel voor het verlenen van ontheffingen voor de polderwegen in de Zuidpolder

Raadsstuk. Onderwerp: Wijziging Verordening parkeerbelastingen 2013 Reg.nummer: 99630

Beleidsregels toewijzen individuele gehandicaptenparkeerplaatsen Wijk bij Duurstede 2013

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Geconsolideerde versie: Regeling ontheffingen voetgangerszone centrum 2008

ECLI:NL:CBB:2007:BB8654

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 november 2016;

Gemeenteblad Nijmegen. Jaartal / nummer 2010 / 078. Naam Wegsleepverordening gemeente Nijmegen (2004) Publicatiedatum 21 juli 2010.

Beleidsregels ontheffingen parkeerschijfzones Centrum Sectie 1 en Breukelen zuid Sectie 2

Regeling voor de verlening van ontheffingen tot toegang tot voetgangersgebieden in Haarlem

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2016

Regeling voor de verlening van ontheffingen tot toegang tot voetgangersgebieden in Haarlem

Parkeerverordening. C!! emborg

Eerste Kamer der Staten-Generaal

AFDELING II. PLAATSEN VOOR VERGUNNINGHOUDERS, VERGUNNINGEN EN VERGUNNINGBEWIJZEN

BELEIDSREGEL SANCTIEPROTOCOL TAXIVERORDENING DEN HAAG 2014 VOOR AFHANDELING AANVRAGEN TTO-VERGUNNING

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2014

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

REGELING GEHANDICAPTENPARKEERKAART HAAGLANDEN

ONTHEFFINGSREGELING BLAUWE ZONE LEIDEN

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Verordening speelautomatenhallen 2017 gemeente Duiven

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2019

Parkeerverordening Valkenswaard 2016

Beleidsregels ontheffing artikel 35 Drank- en Horecawet Koggenland 2013

Verordening op het parkeren 2007

Regeling tachograafkaarten

Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen

Beleidsregels ontheffing artikel 87 Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 3 oktober 2006, Nr. SO/2006/5545;

Implementatie Nieuwe Drank- en Horecawet. Modelbeleid NHN Artikel 35 beleid + toelichting

Verordening. speelautomaten (hallen) * * Verordening speelautomaten(hallen) 2016 D

Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen en ontheffingen voor het parkeren (Parkeerverordening 2007)

Verordening tot wijziging van de Verordening Speelautomatenhallen Leeuwarden 2014

==================================================================== 1. Algemene bepalingen. Artikel 1

Besluit. Wegsleepverordening Skarsterlân. Vergadering 19 december 2012 Nummer 117. Wegsleepverordening Skarsterlân

Speelautomatenhalverordening Bladel 2019

2013 no. 42 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 9 mei 2017, kenmerk SO/ ;

Tweede Kamer der Staten-Generaal

B&W 7 september 2010 Gemeenteblad

GEMEENTEBLAD. Nr Wegsleepverordening De Ronde Venen Artikel 1 Begripsomschrijvingen In deze verordening wordt verstaan onder:

Toelichting op Wegsleepverordening Rozendaal 2016

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

AANMELDFORMULIER CHAUFFEUR

Tweede Kamer der Staten-Generaal

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MAASTRICHT 2015

RIS PARKEERVERORDENING BOXMEER 2015 GEMEENTE BOXMEER. 2 december (Vastgesteld door de gemeenteraad op 29 januari 2015)

in ii i in ui IIIIII mi n ALG

GEMEENTEBLAD. Nr

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBNHO:2013:361, Niet ontvankelijk

Wijzigingen: AB 2000 no. 11; AB 2004 no. 47; AB 2010 no. 17; AB 2011 no. 41 ====================================================================

Parkeerverordening 2013

Regeling chauffeurspas taxivervoer VW

Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren

Verordening op de heffing e n invordering van parkeerbelastingen

Beleidsregels individuele gehandicaptenparkeerplaatsen. gemeente Waddinxveen

dat bij Koninklijk Besluit van 12 augustus 1978, Staatsblad 458, is vastgesteld het Besluit wegslepen van voertuigen;

Jaar: 2013 Nummer: 97 Besluit: Gemeenteraad 7 november 2013 Gemeenteblad VERORDENING PARKEERBELASTINGEN HELMOND 2014

VERORDENING op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling

college van B&W 2 maart 2010 A. Koning ATlVTBIüfpahd Verkeer en Vervoer #*Wordt ingevuld door Griffie*# ^

Raamwerk certificering en toezicht Opleiding Taxi Amsterdam

Beleidsregels voor beoordeling van aanvragen en voor het gebruik van ontheffingen op basis van artikel 87 RVV 1990

Verordening speelautomatenhallen

GEMEENTELIJK ONTHEFFINGENBELEID MILIEUZONE RIJSWIJK 2017 BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN RIJSWIJK,

besluiten: vast te stellen de navolgende Beleidsregels ontheffingen autovrij winkelgebied binnenstad Kampen.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

VERORDENING SPEELAUTOMATENHALLEN GOOISE MEREN 2016

Gemeenteblad van Zaltbommel 2009 Nr. 4.13

Beleidsregel ontheffingverlening voetgangersgebied Stadshart 2013

Transcriptie:

BELEID voor medegebruik van de lijnbusbaan/ -strook door taxi s gemeente Amsterdam 2013 inclusief 1 e Herziening voorschriften Lijnbusbaanontheffing 1-1-2018

INHOUDSOPGAVE 1 AANLEIDING VOOR HERZIENING VAN HET BESTAANDE TRAM- /BUSBAANBELEID... 6 1.1 Taxiverordening Amsterdam 2012... 6 1.2 Aanvraagformulier... 7 1.3 Aanpassing voorwaarden/voorschriften lijnbusbaanontheffing... 7 1.4 Aanpassing weigeringsgronden... 8 1.5 Geldigheidsduur lijnbusbaanontheffing... 8 1.6 Aanpassing handhavingsbeleid lijnbusbaanontheffing... 9 1.7 Overgangsperiode tot 8 mei 2013... 10 2 DE GEMEENTELIJKE UITGIFTE VAN DE LIJNBUSBAANONTHEFFING... 11 2.1 Wettelijk kader... 11 3 BESTAAND BELEID... 12 3.1 Bestaande voorwaarden om in aanmerking te komen voor een lijnbusbaanontheffing... 12 3.2 Bestaande voorschriften lijnbusbaanontheffing... 12 3.3 Handhaving voorschriften lijnbusbaanontheffing... 14 4 NIEUW LIJNBUSBAAN BELEID... 15 4.1 Vaststellen aanvraagformulier lijnbusbaanontheffing... 16 4.1.1 Gekoppelde lijnbusbaanontheffing... 16 4.1.2 Zelfstandige lijnbusbaanontheffing... 16 4.2 Aanpassing voorwaarden... 16 4.3 Aanpassing voorwaarden; verklaring over eerdere verkeersgedragingen... 17 4.4 Weigeringsgronden lijnbusbaanontheffing... 19 4.4.1 Weigeringsgrond; nieuwe ontheffing tijdens schorsing... 19 4.4.2 Aanpassing weigeringsgrond; nieuwe aanvraag na intrekking lijnbusbaanontheffing... 19 4.4.3 Aanpassing weigeringsgrond; mededeling of maatregel als bedoeld in artikel 130 e.v. Wegenverkeerswet 1994... 20 4.4.4 Aanpassing weigeringsgrond; algemene weigeringsgrond... 21 4.5 Geldigheid lijnbusbaanontheffing... 23 4.5.1 Geldigheidsduur lijnbusbaanontheffing... 23 4.5.2 Verlies geldigheid lijnbusbaanontheffing... 23 4.5.3 Inleveren lijnbusbaanontheffing... 24 4.6 Wijziging, schorsing of intrekken van de lijnbusbaanontheffing... 25 4.7 Aanpassing voorschriften lijnbusbaanontheffing... 26 4.7.1 Aanpassing voorschriften; zichtbaarheid raamkaart... 26 4.7.2 Aanpassing voorschriften; geen daklicht verplichting voor bel- en/of contractmarkt... 27 (Versie 13-02-2018) Pagina 2 van 45

5 BESTUURSRECHTELIJKE HANDHAVING VOORSCHRIFTEN LIJNBUSBAANONTHEFFING... 29 5.1 Aandachtspunten voor handhaving... 29 5.2 Toezichthouders naleving voorschriften lijnbusbaanontheffing... 29 5.3 Vormen van handhaving... 30 5.4 Aanpassing sancties... 31 5.4.1 Sancties... 31 5.4.2 Hoogte sanctie... 32 5.4.3 Systematiek sancties... 32 5.5 Werkwijze handhaving... 34 Bijlage 1 Toetsingscriteria lijnbusbaanontheffing... 36 Bijlage 2 Sanctietabel lijnbusbaanontheffing... 39 Bijlage 3 Voorschriften lijnbusbaanontheffing... 40 Bijlage 4 1 e Herziening voorschriften lijnbusbaanontheffing 2018... 41 (Versie 13-02-2018) Pagina 3 van 45

INLEIDING Bestaande regeling Op 8 oktober 2003 heeft de gemeenteraad ingestemd met het besluit van burgemeester en wethouders van 24 juni 2003 tot invoering van 'Het herziene tram-/busbaanbeleid voor taxi's per 1 februari 2004' 1 met als voornaamste doelen het verbeteren van de verkeersveiligheid en het effectiever reguleren van 'medegebruik' van de tram-/busbanen door taxi's teneinde de doorstroming van het openbaar vervoer en van nood- en hulpdiensten te waarborgen. Ingevolge dit beleid mag een bestuurder van een taxivoertuig van de tram- /busbaan (hierna te noemen: lijnbusbaan/-strook) gebruik maken als hij over een geldige ontheffing als bedoeld in artikel 87 Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV 1990) beschikt. De ontheffingen hebben een geldigheidsduur van een jaar. Bepaalde lijnbusbanen/- stroken zijn van de ontheffingsmogelijkheid uitgesloten, omdat de verkeerveiligheid en/of doorstroming hier anders te veel in het geding kwamen. Om in aanmerking te komen voor een ontheffing voor het medegebruik van de lijnbusbaan/-strook (hierna te noemen: lijnbusbaanontheffing) dient de taxichauffeur de opleiding Medegebruik verharde lijnbusbanen en lijnbusstroken gemeente Amsterdam met succes af te ronden. Deze opleiding bestaat uit een theorie- en een praktijkexamen. Kennis van de verkeersregels, verantwoorde en veilige verkeersdeelname en professioneel rijgedrag zijn belangrijke onderdelen van dit examen. Als bewijs van een succesvolle afronding van de examens krijgt de chauffeur een CCV-certificaat uitgereikt. Nieuwe regeling Op 17 oktober 2012 heeft de gemeenteraad, ter bevordering van de kwaliteit van op de gemeentelijke openbare weg aangeboden taxivervoer, besloten tot vaststelling van de 'Taxiverordening Amsterdam 2012' (hierna te noemen Taxiverordening). De taxiverordening regelt een nieuwe structuur. Onderdeel daarvan is een nieuw gevormde taxxxivergunning voor de opstapmarkt, die alleen kan worden afgegeven als de chauffeur ook in aanmerking komt voor een ontheffing voor medegebruik van de lijnbusbaan/ -strook. De reden hiervan is dat de klant op de opstapmarkt altijd moet kunnen rekenen op de kortste route. De taxiverordening schrijft geen vergunning voor taxivervoer op de bel- en contractmarkt voor. Aan deze chauffeurs kan wel een zelfstandige lijnbusbaanontheffing worden afgegeven. 1 Gemeenteblad afd. 3A, nr. 192/461, gepubliceerd 15 oktober 2003. Nadien zijn nog een aantal ondergeschikte wijzigingen op dit beleid vastgesteld. (Versie 13-02-2018) Pagina 4 van 45

Vanwege dit onderscheid is herziening van het bestaande lijnbusbaanbeleid van 8 oktober 2003 nodig. Met name de gevolgen bij intrekking/schorsing nopen tot een herziening, zoals hierna beschreven. In hoofdstuk 1 wordt de aanleiding voor de herziening van het bestaande tram- /busbaanbeleid besproken. In hoofdstuk 2 zal worden ingegaan op het wettelijke kader. In hoofdstuk 3 wordt een toelichting gegeven op het bestaande beleid en in hoofdstuk 4 een toelichting op het nieuwe beleid. In hoofdstuk 5 zal de handhaving worden besproken. In bijlage 1 treft u de nieuwe toetsingscriteria die gelden voor een lijnbusbaanontheffing, in bijlage 2 de sanctietabel en bijlage 3 de voorschriften die verbonden worden aan de lijnbusbaanontheffing. (Versie 13-02-2018) Pagina 5 van 45

1 AANLEIDING VOOR HERZIENING VAN HET BESTAANDE TRAM-/BUSBAANBELEID 1.1 Taxiverordening Amsterdam 2012 Op 17 oktober 2012 heeft de gemeenteraad besloten tot vaststelling van de 'Taxiverordening Amsterdam 2012'. Het doel is de bevordering van de kwaliteit van het taxivervoer op de opstapmarkt. Deze verordening is met uitzondering van de verbodsbepalingen die staan vermeld in artikel 2.3, eerste en tweede lid, op 8 november 2012 in werking getreden. Dit betekent dat voor de opstapmarkt vanaf deze datum taxiorganisaties een TTO-vergunning kunnen aanvragen. De bij deze TTO aangesloten chauffeurs, die beschikken over een Taxxxivergunning, mogen gebruik maken van de standplaatsen en de openbare weg voor het aanbieden van vervoer (opstapmarkt). Vanaf 1 januari 2013 kunnen taxichauffeurs de Taxxxivergunning aanvragen waaraan gekoppeld de lijnbusbaanontheffing. Tot 8 mei 2013 is het taxichauffeurs opstapmarkt toegestaan door te rijden onder de oude lijnbusbaanontheffing. De geldigheid lijnbusbaanontheffing is met gelijke termijn verlengd voor alle chauffeurs. Vanaf 8 mei 2013 geldt het verbod uit de Taxiverordening en is het niet meer toegestaan, zonder Taxxxivergunning en aansluiting bij een TTO, vervoer aan te bieden op de Amsterdamse opstapmarkt. Onderscheid in ontheffingen voor gebruik van de lijnbusbaan/-strook Samengevat bestaat er onder de nieuwe regeling straks een verplichte lijnbusbaanontheffing voor de opstapmarkt en een niet verplichte lijnbusbaanontheffing voor de bel- en/of contractmarkt, verder te noemen de zelfstandige lijnbusbaanontheffing. Uitgangspunt voor de verplichting is dat de klant op de opstapmarkt, in kwalitatieve zin, ervan uit moet kunnen gaan dat de vervoerder gebruik mag maken van de lijnbusbaan/- strook en daarmee kan rekenen op de kortste route. In artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Taxiverordening, staan de voorwaarden waaronder een gekoppelde lijnbusbaanontheffing kan worden afgegeven. De taxichauffeur die in aanmerking wil komen voor een Taxxxivergunning dient te beschikken over het CCVcertificaat Medegebruik lijnbusbaan/-strook gemeente Amsterdam of het eerdere SVONcertificaat. Voor de groep opstapmarkt chauffeurs, die nu nog geen lijnbusbaanontheffing (of CCV- of SVON-certificaat) hebben, betekent dit, willen zij deel uit blijven maken van deze markt, dat zij voor 8 mei 2013 een CCV certificaat Medegebruik lijnbusbaan/-strook gemeente Am- (Versie 13-02-2018) Pagina 6 van 45

sterdam moeten behalen. Zonder dit certificaat kan geen lijnbusbaanontheffing worden afgegeven en dus ook geen Taxxxivergunning. Voorstel aanpassing: Onderscheid maken in beleid voor lijnbusbaanontheffing die gekoppeld is aan de Taxxxivergunning en de zelfstandige lijnbusbaanontheffing 1.2 Aanvraagformulier Een lijnbusbaanontheffing die is gekoppeld aan de Taxxxivergunning wordt aangevraagd via de aanvraag om een Taxxxivergunning. Voor het aanvragen van een zelfstandige lijnbusbaanontheffing dient een aanvraagformulier te worden vastgesteld Voorstel aanpassing: Bepalen dat de gekoppelde lijnbusbaanontheffing via het aanvraagformulier Taxxxivergunning wordt aangevraagd en voor het aanvragen van een zelfstandige lijnbusbaanontheffing een formulier wordt vastgesteld. 1.3 Aanpassing voorwaarden/voorschriften lijnbusbaanontheffing Verwacht wordt dat, door het als voorwaarde stellen van een CCV-certificaat of het eerdere SVON-certificaat voor het verkrijgen van een Taxxxivergunning, de lijnbusbaan/-strook meer gebruikt zal worden door taxi s. Dit kan leiden tot een grotere verkeersdichtheid op de lijnbusbaan/ -strook en meer risico voor de verkeersveiligheid. In het belang van de doelstelling van de Taxiverordening en de verkeersveiligheid, maar ook de bewaking van een goede doorstroming van het openbaar vervoer en van nood- en hulpdiensten worden de voorwaarden verbonden aan de lijnbusbaanontheffing herzien en waar nodig aangescherpt. Daarbij is ook van belang dat de burgemeester van Amsterdam, de hoofdofficier van justitie en de hoofdcommissaris van politie, verder de Driehoek, in de vergadering van 17 januari 2011, het volgende hebben vastgesteld. Taxichauffeurs die herhaaldelijk verkeersovertredingen plegen en/of ernstige verkeersovertredingen begaan waardoor de veiligheid op de openbare weg in gevaar komt horen niet thuis op de lijnbusbaan/-strook. Aan deze chauffeur kan niet of niet langer een lijnbusbaanontheffing worden of zijn afgegeven. (Versie 13-02-2018) Pagina 7 van 45

Voorstel aanpassing: Ook verkeersovertredingen gepleegd buiten de lijn/busbaan kunnen leiden tot weigering afgifte of intrekking van de lijnbusbaanontheffing. 1.4 Aanpassing weigeringsgronden Naast het feit dat de voorwaarden en voorschriften zijn aangescherpt dient er ook een aanscherping van de weigeringsgronden plaats te vinden om te voorkomen dat chauffeurs waarvan de lijnbusbaanontheffing is geschorst of ingetrokken zonder meer weer in aanmerking zouden kunnen komen voor een nieuwe lijnbusbaanontheffing. Voorstel aanpassing: Bepalen dat chauffeurs, waarvan de lijnbusbaanontheffing is geschorst of ingetrokken niet zonder meer in aanmerking kunnen komen voor een nieuwe lijnbusbaanontheffing. 1.5 Geldigheidsduur lijnbusbaanontheffing Lijnbusbaanontheffingen worden onder de oude regeling afgegeven voor de duur van één jaar lopende vanaf 1 februari tot en met 31 januari van het daarop volgende jaar. Onder de Taxiverordening Amsterdam wordt de Taxxxivergunning afgegeven voor drie jaar. Burgemeester en wethouders kunnen deze termijn aanpassen. Voor de uitvoering en conformiteit is het gewenst de geldigheidstermijn van de lijnbusbaanontheffing gelijk te stellen aan die voor de Taxxxivergunning. Eveneens dient voorkomen te worden dat chauffeurs kunnen beschikken over een zelfstandige lijnbusbaanontheffing voor de bel- en/of contractmarkt en een aan de Taxxxivergunning gekoppelde lijnbusbaanontheffing voor de opstapmarkt. Voorstel aanpassing: Geldigheidsduur lijnbusbaanontheffingen verlengen naar 3 jaar. Bepalen dat de geldigheid van de oude lijnbusbaanontheffing komt te vervallen bij verstrekking van een nieuwe of vervangende lijnbusbaanontheffing. (Versie 13-02-2018) Pagina 8 van 45

1.6 Aanpassing handhavingsbeleid lijnbusbaanontheffing Lijnbusbaanontheffing gekoppeld aan Taxxxivergunning Een andere belangrijke wijziging als gevolg van de Taxiverordening is dat door de koppeling van de lijnbusbaanontheffing aan de Taxxxivergunning, schorsing of intrekking van de lijnbusbaanontheffing automatisch tot gevolg heeft dat de Taxxxivergunning voor dezelfde periode wordt geschorst of ingetrokken. Deze groep van chauffeurs kan dan (tijdelijk) geen vervoer meer aanbieden op de Amsterdamse opstapmarkt. Deze chauffeurs mogen overigens nog wel vervoer aanbieden op de bel- en/of contractmarkt zonder daarbij gebruik te maken van de lijnbusbaan/-strook. Zelfstandige lijnbusbaanontheffing Chauffeurs die enkel vervoer aanbieden op de bel- en/of contractmarkt moeten na invoering van het nieuwe beleid in het bezit zijn van een zelfstandige lijnbusbaanontheffing om gebruik te mogen maken van de lijnbusbaan/-strook. Indien deze ontheffing na overtreding van de voorschriften wordt geschorst of ingetrokken kunnen zij weliswaar geen gebruik meer maken van de lijnbusbaan/-strook maar nog wel vervoer aanbieden op de bel- en/of contractmarkt. Bestaande handhavingsbeleid Op basis van het bestaande handhavingsbeleid wordt de lijnbusbaanontheffing bij een eerste overtreding van de voorschriften voor een periode van 2 maanden ingetrokken, bij een tweede overtreding nogmaals 2 maanden en bij een derde overtreding voor één jaar. Geconcludeerd kan worden dat de consequentie van de op te leggen sancties ingevolge het bestaande handhavingsbeleid, voor chauffeurs die alleen of hoofdzakelijk werkzaam zijn op de opstapmarkt veel zwaarder is dan voor chauffeurs die enkel werkzaam zijn op de bel- en/of contractmarkt. Chauffeurs die hoofdzakelijk vervoer aanbieden op de opstapmarkt kunnen dan immers een langere periode (minimaal twee maanden) géén vervoer meer op de opstapmarkt aanbieden, terwijl chauffeurs die actief zijn op de bel- en/of contractmarkt gewoon kunnen doorrijden. Voorstel aanpassing: Onderscheid maken in de ingevolge het handhavingsbeleid op te leggen sancties voor de lijnbusbaanontheffing gekoppeld aan de Taxxxivergunning en de zelfstandige lijnbusbaanontheffing. (Versie 13-02-2018) Pagina 9 van 45

1.7 Overgangsperiode tot 8 mei 2013 De bestaande ontheffingen zijn verleend tot 1 februari 2013. Om de periode tot de inwerkingtreding van de nieuwe regelgeving te overbruggen zijn de bestaande lijnbusbaanontheffingen voor chauffeurs verlengd tot 8 mei 2013. Vanaf die datum dienen de chauffeurs die op de opstapmarkt vervoer aan willen bieden te beschikken over een Taxxxivergunning, waar de lijnbusbaanontheffing deel van uitmaakt. De chauffeurs, die op de belen/of contractmarkt actief zijn dienen dan over een nieuwe zelfstandige lijnbusbaanontheffing te beschikken (als zij gebruik willen maken van de vrije tram/busbanen). (Versie 13-02-2018) Pagina 10 van 45

2 DE GEMEENTELIJKE UITGIFTE VAN DE LIJNBUSBAAN- ONTHEFFING 2.1 Wettelijk kader Artikel 81 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) bepaalt: Artikel 81 Busbanen en busstroken waarop het woord «BUS» is aangebracht mogen slechts worden gebruikt door bestuurders van een lijnbus, een autobus of een tram. Busbanen en busstroken waarop het woord «LIJNBUS» is aangebracht mogen slechts worden gebruikt door bestuurders van een lijnbus of een tram. Artikel 87 RVV 1990 geeft de mogelijkheid om hiervan ontheffing te verlenen. Artikel 150 van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW) geeft de bevoegdheid tot het stellen van voorwaarden aan de ontheffing. Artikel 149, lid 1, sub d, van de WVW geeft het college van burgemeester en wethouders (B&W) de bevoegdheid tot het afgeven (verlenen), weigeren of intrekken van ontheffing. Deze bevoegdheid is niet in de verordening op de stadsdelen gedelegeerd aan de stadsdelen. (Lijst A, hoofdstuk XIII Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, onder 12) 2. Artikel 62 RVV 1990 gebiedt weggebruikers gevolg te geven aan de verkeerstekens die een gebod of een verbod inhouden. Het verbod gebruikmaking lijnbusbaan door het overige verkeer als genoemd in artikel 81 RVV van de lijnbusbaan/-strook is kenbaar gemaakt door het conform het RVV op de rijbaan aanbrengen van het woord LIJNBAAN. 2 12. Uitvoering van artikel 149, eerste lid, onder d, van de Wegenverkeerswet 1994 jo. Artikel 7.1 van het Voertuigreglement (het verlenen van ontheffing van bijzondere transporten voor wat betreft eisen en voorwaarden gesteld aan de inrichting en belading van voertuigen), alsmede de uitvoering van artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, voor zover het betreft de eerder genoem bijzondere transporten of andere ontheffingen die in hun werkingssfeer niet beperkt zijn tot de grenzen van een stadsdeel. (Versie 13-02-2018) Pagina 11 van 45

3 BESTAAND BELEID Om te kunnen bepalen op welke punten het lijnbusbaanbeleid dient te worden aangepast zal onderstaand eerst het bestaande beleid geschetst worden. Hoofddoelstelling bij vaststelling van het bestaande beleid voor gebruik van de lijnbusbaan/-strook was een effectievere regulering van medegebruik door taxi's om de doorstroming van het openbaar vervoer en van nood- en hulpdiensten te waarborgen en de verkeersveiligheid te verbeteren. 3.1 Bestaande voorwaarden om in aanmerking te komen voor een lijnbusbaanontheffing Om onder het bestaande beleid in aanmerking te kunnen komen voor een persoonsgebonden lijnbusbaanontheffing met een geldigheidsduur van 1 jaar dient een kopie van de volgende documenten te worden overgelegd: 1. de chauffeurspas (per 1/10/2012 vervangen door de chauffeurskaart); 2. het CCV-certificaat 'Medegebruik tram-/busbanen' 3 ; 3. het rijbewijs; 4. twee recente, goed gelijkende pasfoto's; Wanneer niet of niet volledig aan deze voorwaarden wordt voldaan, wordt de aanvraag niet in behandeling genomen. Aan een inhoudelijke beoordeling wordt dan niet toegekomen. 3.2 Bestaande voorschriften lijnbusbaanontheffing De bestaande voorschriften, die aan de lijnbusbaanontheffing zijn verbonden, zijn verdeeld over 3 onderwerpen: 1. de algemene voorschriften (o.a. persoonsgebondenheid, zichtbaarheid raamkaart, daklichtverplichting); 2. de voorschriften over de locaties waar wel of niet mag worden gereden; en 3. de voorschriften over het gedrag van de taxichauffeur op de lijnbusbaan/-strook zelf (o.a. snelheid, stilstaan, tussentijds op- en afrijden). 3 Het betreft hier het door het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen af te geven certificaat Medegebruik tram-/busbanen als bewijs van succesvolle afronding van de opleiding gegeven door de Stichting VerkeersOpleiding Nederland (SVON) of een andere door de gemeente aan te wijzen organisatie. Alle SVON-certificaten worden inmiddels gelijk gesteld aan een CCV-certificaat. (Versie 13-02-2018) Pagina 12 van 45

De voorschriften behorende bij de bestaande lijnbusbaanontheffing zijn als volgt: VOORSCHRIFTEN BIJ HET GEBRUIK VAN DE ONTHEFFING VOOR LIJNBUSBAAN/-STROOKGEBRUIK DOOR TAXI S ALGEMEEN 1. De bestuurder van een taxivoertuig mag slechts gebruik maken van de tram- en busbanen die zijn gemarkeerd met LIJNBUS (op het wegdek of met bebording); 2. de ontheffing is persoonsgebonden en alleen geldig in combinatie met een geldige chauffeurskaart en in diensttijd; 3. bij gebruik van de lijnbusbaan/-strook moet de ontheffing (raamkaart) van aanvang aan in het motorvoertuig aanwezig zijn en altijd goed zichtbaar in de linkerbenedenhoek achter de voorruit zijn aangebracht, zodanig dat de voorzijde van de vergunning duidelijk ten genoegen van de toezichthouder is te lezen; 4. de bestuurder van een taxivoertuig mag geen gebruik maken van de lijnbusbaan/strook gedurende een schorsing van de ontheffing; 5. de oude ontheffing dient bij het afhalen van een nieuwe ontheffing te worden ingeleverd; 6. het is verboden een ontheffing, waarvan de geldigheid is verlopen, in de taxi mee te voeren. LOCATIES 7. De bestuurder van een taxivoertuig mag ingeval van de verkeerstekens C1 (gesloten in beide richtingen voor bestuurders), C2 (eenrichtingsweg), D2 (verplichte rijrichting), D4 t/m D7 (gebod te volgen rijrichting), artikel 76 RVV 1990 (doorgetrokken streep) en artikel 77 van het RVV 1990 (gebruik verdrijvingsvlakken) conform deze ontheffing gebruik maken van de lijnbusbaan/-strook, als deze ter plaatse het gebruik van de lijnbusbanen/-stroken verbieden. Hierbij mag niet van de geldende rijrichting worden afgeweken; 8. de ontheffing voor verkeerstekens D4 t/m D7 (gebod volgen rijrichting) geldt niet als deze zijn geplaatst op met verkeerslichten geregelde kruisingen, bij doorgetrokken strepen of als er sprake is van pijlmarkering op het wegdek; 9. de ontheffing voor verkeersteken G7 (voetpad) geldt alleen op het voetpad aan de noord- en oostzijde van het Rembrandtplein, op de tijden vermeld onder punt 10; 10. de bestuurder van een taxivoertuig mag de Amstelstraat, het voetpad van het Rembrandtplein (noord- en oostzijde) en de Reguliersbreestraat slechts berijden op dinsdag tot en met donderdag van 01:00 06:00 uur; 11. lijnbusbanen/-stroken die permanent zijn uitgesloten voor medegebruik door taxi s: Busbaan Twiske gelegen langs Lange Vonder, brug over het Twiske, Pieter A. van Heijningestraat, Gerardus Groeplaan en Johannes J. Glasweg; Czaar Peterstraat; Damrak; Frederik Hendrikstraat; Leidseplein - Weteringschans, vanaf de T-kruising Stadhouderskade met het Leidseplein tot aan de T- kruising Weteringschans met de Spiegelgracht en in omgekeerde richting van 19:00 tot 6:00 uur; Marnixstraat, vanaf brug 175 over de Leidsegracht tot aan de T-kruising met het Leidseplein van 19.00 tot 6.00 uur; Muiderstraat in de richting van het Mr. Visserplein; Raadhuisstraat in de richting van de Nieuwezijds Voorburgwal vanaf de Westermarkt tot aan de even zijde van het Singel; Raadhuisstraat in de richting van de Westermarkt, over de hele lengte, inclusief alle bruggen; Stationsplein; Waterlooplein, vanaf de toegang tot de taxistandplaats in de richting van en tot aan het Mr. Visserplein; Westermarkt, met inbegrip van brug nummer 63 over het water van de Prinsengracht; Nieuwe Amstelbrug; Johannes Vermeerstraat en Ruysdaelstraat, vanaf de Hobbemakade tot aan de Van Baerlestraat; Bus-/tramstation op het Carrascoplein gelegen tussen de Zaventemweg en de Changiweg; Overige wegvakken, op welke wijze dan ook, tijdelijk gesloten voor taxi s en/of ontheffinghouders. GEDRAG 12. De bestuurder van een taxivoertuig is verplicht de aanwijzingen van de verkeerslichtenregeling voor het openbaar vervoer, het negenoog, in acht te nemen; 13. de bestuurder van een taxivoertuig dient zich bij het passeren van haltes voor het openbaar vervoer te houden aan de maximumsnelheid van 20 kilometer per uur; 14. de bestuurder van een taxivoertuig mag een lijnbusbaan/-strook niet tussentijds op- en afrijden; 15. de bestuurder van een taxivoertuig mag op de lijnbusbaan/-strook geen voertuigen inhalen en voorbijgaan; 16. de bestuurder van een taxivoertuig mag niet stilstaan op de lijnbusbaan/-strook -inclusief halteplaatsenevenmin om passagiers in of uit te laten stappen. (Versie 13-02-2018) Pagina 13 van 45

3.3 Handhaving voorschriften lijnbusbaanontheffing De politie is aangewezen als toezichthouder op de naleving van de voorschriften van de lijnbusbaanontheffing. In het kort samengevat leidt overtreding van de bestaande voorschriften van de ontheffing binnen de periode (maximaal 1 jaar) waarvoor ontheffing is verleend conform het beleid tot de volgende sancties: 1ste overtreding 2de overtreding 3de overtreding intrekking ontheffing voor 2 maanden intrekking ontheffing voor 2 maanden intrekking ontheffing voor 12 maanden Gebruik lijnbusbaan/strook gedurende de tijdelijke intrekking verlenging intrekking ontheffing voor 12 maanden De tijdelijke intrekking loopt door in een eventueel volgende ontheffingsperiode. (Versie 13-02-2018) Pagina 14 van 45

4 NIEUW LIJNBUSBAAN BELEID Uitgangspunt bij het gebruik van de lijnbusbaan/-strook is de veiligheid op de weg. Voor taxichauffeurs dient duidelijk te zijn dat het mogen gebruiken van de lijnbusbaan/-strook een privilege is dat enkel is weggelegd voor taxichauffeurs, die beschikken over een geldig rijbewijs, een geldige chauffeurskaart en via het behalen van het CCV-certificaat 'Medegebruik lijnbusbaan/-strook gemeente Amsterdam of het SVON-certificaat hebben aangetoond te beschikken over de kwaliteiten die noodzakelijk zijn voor een verantwoord gebruik van deze lijnbusbaan/-strook. Op dit moment zijn de taxichauffeurs die gebruik maken van de lijnbusbaan/-strook in 3 groepen onder te verdelen. Het gaat hierbij om chauffeurs, die actief zijn op: 1. de contractmarkt; 2. de belmarkt; 3. de opstapmarkt. Veel chauffeurs zijn op meerdere markten tegelijk actief. Taxichauffeurs die straks beschikken over een lijnbusbaanontheffing gekoppeld aan de Taxxxivergunning kunnen gebruik maken van de lijnbusbaan/-strook voor zowel het aanbieden van vervoer op de opstapmarkt als voor het aanbieden van vervoer op de bel- en/of contractmarkt. Taxichauffeurs die alléén vervoer aanbieden op de bel- en/of contractmarkt en gebruik willen maken van de lijnbusbaan/-strook moeten beschikken over een zelfstandige lijnbusbaanontheffing. Wanneer zij eveneens vervoer willen aanbieden op de opstapmarkt verliest de eerder verleende zelfstandige lijnbusbaanontheffing zijn geldigheid op het moment van afgifte van de Taxxxivergunning en de daaraan gekoppelde lijnbusbaanontheffing. Om in aanmerking te kunnen komen voor een Taxxxivergunning zal een taxichauffeur zich aan moeten sluiten bij een Toegelaten TaxiOrganisatie. In een overzicht ziet dit er als volgt uit: Zelfstandige lijnbusbaanontheffing Lijnbusbaanontheffing gekoppeld aan de Taxxxivergunning Bel- en/of contractmarkt ja ja Opstapmarkt Nee Ja Bij deze herziening van het beleid is ervoor gekozen het bestaande beleid als uitgangspunt te nemen. (Versie 13-02-2018) Pagina 15 van 45

4.1 Vaststellen aanvraagformulier lijnbusbaanontheffing 4.1.1 Gekoppelde lijnbusbaanontheffing In de Taxiverordening is geregeld, dat bij aanvraag van een Taxxxivergunning de chauffeur in het bezit dient te zijn van een CCV-certificaat of het voormalige SVON-certificaat aan de hand waarvan bij verlening van de Taxxxivergunning eveneens de gekoppelde lijnbusbaanontheffing afgegeven kan worden. In het lijnbusbaanbeleid dient daarvoor geregeld te worden dat het aanvragen van een lijnbusbaanontheffing gekoppeld aan de Taxxxivergunning geschiedt middels het invullen van een aanvraagformulier Taxxxivergunning. 4.1.2 Zelfstandige lijnbusbaanontheffing Voor het aanvragen van een zelfstandige lijnbusbaanontheffing is het gewenst dat een apart aanvraagformulier wordt vastgesteld, ten einde het doen van aanvragen en het behandelen ervan ordelijk en efficiënt te laten verlopen. Een aanvraag, die anders dan via het voorgeschreven formulier is ingediend, kan onder omstandigheden op grond van het bepaalde in artikel 4:5 Algemene wet bestuursrecht buiten behandeling worden gelaten. Daartoe kan aanleiding zijn, indien essentiële gegevens ontbreken of het op andere wijze indienen van de aanvraag voor het college van burgemeester en wethouders tot administratieve problemen aanleiding geeft. Het beleid dient op dit onderdeel te worden aangepast. Artikel 3 Aanvraagformulier 1. Voor het indienen van een aanvraag om een zelfstandige lijnbusbaanontheffing wordt gebruikt gemaakt van een door het college vastgesteld aanvraagformulier; 2. Met het aanvragen van een Taxxxivergunning als bedoeld in de Taxiverordening Amsterdam 2012 is tevens sprake van het aanvragen van een daaraan gekoppelde lijnbusbaanontheffing. 4.2 Aanpassing voorwaarden Hoewel het bestaande beleid uitgangspunt is dienen de voorwaarden om in aanmerking te kunnen komen voor een lijnbusbaanontheffing aangepast te worden aan de bestaande (Versie 13-02-2018) Pagina 16 van 45

terminologie en de nieuwe vereisten, zoals het overleggen van één pasfoto in plaats van twee. Het beleid dient op dit onderdeel te worden aangepast. Artikel 4 Voorwaarden zelfstandige lijnbusbaanontheffing Om in aanmerking te kunnen komen voor een zelfstandige lijnbusbaanontheffing als bedoeld in artikel 87 RVV voor medegebruik van de lijnbusbaan/-strook: 1. beschikt de taxichauffeur over: a. een geldige chauffeurskaart; b. een CCV-certificaat Medegebruik verharde lijnbusbanen en lijnbusstroken gemeente Amsterdam of een SVON-certificaat; c. een geldig rijbewijs; 2. overlegt de taxichauffeur: a. een kopie geldig rijbewijs; b. een goed gelijkende pasfoto; 3.,,, Bij het afhalen van de lijnbusbaanontheffing dient in ieder geval het geldige rijbewijs te worden getoond om te voorkomen dat een chauffeur, waarvan het rijbewijs is geschorst, ingevorderd, ingehouden of ingenomen, alsnog een lijnbusbaanontheffing krijgt. 4.3 Aanpassing voorwaarden; verklaring over eerdere verkeersgedragingen In artikel 130 e.v. Wegenverkeerswet is geregeld dat wanneer een vermoeden bestaat dat de houder van een rijbewijs niet langer beschikt over de rijvaardigheid, dan wel over de lichamelijke of geestelijke geschiktheid, vereist voor het besturen van een of meer categorieën van motorrijtuigen waarvoor dat rijbewijs is afgegeven de politie een schriftelijke mededeling kan doen aan het CBR. Indien deze mededeling is gedaan legt het CBR in de bij ministeriele regeling aangewezen gevallen betrokkene de verplichting op zich binnen een vastgestelde termijn te onderwerpen aan educatieve maatregelen ter bevordering van de rijvaardigheid of geschiktheid. Er zijn vier educatieve maatregelen: de Lichte Educatieve Maatregel Alcohol en verkeer (LEMA) de Educatieve Maatregel Alcohol en verkeer (EMA) de Educatieve Maatregel Gedrag en verkeer (EMG) het Alcoholslotprogramma (ASP) De houder van een rijbewijs is verplicht de vereiste medewerking te verlenen. Wanneer de houder van het rijbewijs geen medewerking verleent besluit het CBR onverwijld tot ongeldigverklaring van het rijbewijs van de houder. (Versie 13-02-2018) Pagina 17 van 45

Ongewenst wordt geacht dat taxichauffeurs, die een maatregel als bedoeld in artikel 130 e.v. Wegenverkeerswet 1994 opgelegd hebben gekregen, zonder meer gebruik kunnen gaan of blijven maken van de lijnbusbaan/-strook. Voor de aan de Taxxxivergunning gekoppelde lijnbusbaanontheffing is dit al geregeld in de Taxiverordening. Bij het indienen van de aanvraag om zelfstandige lijnbusbaanontheffing zal de chauffeur worden gevraagd een verklaring over zijn verkeersgedrag af te leggen over het afgelopen jaar, doch niet verder terug dan 21 maart 2012 (de datum waarop het B&W-besluit is gepubliceerd). Alle taxichauffeurs, die nu al beschikken over een lijnbusbaanontheffing, zijn hierover bij brief van 12 maart 2012 schriftelijk geïnformeerd. Daarnaast is deze brief ook gepubliceerd op de website van de gemeente Amsterdam. Wanneer blijkt dat er in de hiervoor genoemde periode sprake is geweest van een maatregel rijvaardigheid of geschiktheid komt de taxichauffeur niet in aanmerking voor een lijnbusbaanontheffing. De voorwaarden om in aanmerking te kunnen komen voor een zelfstandige lijnbusbaanontheffing dienen op dit onderdeel te worden aangepast. Daarnaast dient dit onderwerp ook meegenomen te worden op het aanvraagformulier voor een zelfstandige lijnbusbaanontheffing. Artikel 4 Voorwaarden zelfstandige lijnbusbaanontheffing Om in aanmerking te kunnen komen voor een zelfstandige lijnbusbaanontheffing als bedoeld in artikel 87 RVV voor medegebruik van de lijnbusbaan/-strook: 1. beschikt de taxichauffeur over: a. een geldige chauffeurskaart; b. een CCV-certificaat Medegebruik verharde lijnbusbanen en lijnbusstroken gemeente Amsterdam of een SVON-certificaat; c. een geldig rijbewijs; 2. overlegt de taxichauffeur: a. een kopie geldig rijbewijs; b. een goed gelijkende pasfoto; 3. heeft de taxichauffeur zich in ieder geval in een periode van 1 jaar voorafgaand aan het indienen van een aanvraag voor een zelfstandige lijnbusbaanontheffing, doch niet eerder dan 21 maart 2012, zodanig gedragen, dat er geen sprake is geweest van een maatregel rijvaardigheid en geschiktheid als bedoeld in artikel 130 e.v. Wegenverkeerswet 1994. (Versie 13-02-2018) Pagina 18 van 45

4.4 Weigeringsgronden lijnbusbaanontheffing 4.4.1 Weigeringsgrond; nieuwe ontheffing tijdens schorsing Het is onwenselijk dat een taxichauffeur, waarvan de lijnbusbaanontheffing is geschorst vanwege overtreding van de bijbehorende voorschriften alsnog in aanmerking kan komen voor een nieuwe lijnbusbaanontheffing, waardoor de sanctie van het niet mogen rijden op de lijnbusbaan/-strook wordt ontlopen. Wel moet het mogelijk zijn, dat wanneer de Taxxxivergunning om andere redenen wordt geschorst of ingetrokken en daarmee de geldigheid van de gekoppelde lijnbusbaanontheffing komt te vervallen de taxichauffeur in aanmerking moet kunnen komen voor een zelfstandige lijnbusbaanontheffing voor de bel- en/of contractmarkt. Bij een schorsing of intrekking van de Taxxxivergunning om andere redenen dient onder meer gedacht te worden aan het weigeren van ritten, het vroegtijdig staken van geaccepteerde ritten, het niet opvolgen van aanwijzingen van ambtenaren of andere personen in functie en het aanbieden van vervoer boven de maximaal geldende wettelijke tarieven. De weigeringsgronden dienen op dit onderdeel te worden aangepast met dien verstande dat alleen een schorsing van de lijnbusbaanontheffing vanwege overtreding van de bijbehorende voorschriften een weigeringsgrond voor een nieuwe lijnbusbaanontheffing oplevert en niet een schorsing of intrekking van de Taxxxivergunning om andere redenen. Artikel 5 Weigeringsgronden 1. Een lijnbusbaanontheffing wordt geweigerd indien: a. de aanvrager reeds in het bezit is van een lijnbusbaanontheffing, die vanwege overtreding van de bijbehorende voorschriften is geschorst; b. 4.4.2 Aanpassing weigeringsgrond; nieuwe aanvraag na intrekking lijnbusbaanontheffing Ongewenst wordt geacht dat chauffeurs, waarvan de lijnbusbaanontheffing vanwege herhaalde overtreding van de voorschriften is ingetrokken onmiddellijk en zonder aanvullende voorwaarden voor een nieuwe lijnbusbaanontheffing in aanmerking kunnen komen. Juist van deze chauffeurs wordt verwacht dat zij zich realiseren in welke bijzondere positie zij verkeren wanneer zijn gebruik mogen maken van de lijnbusbaan/-strook. (Versie 13-02-2018) Pagina 19 van 45

Nieuw CCV-certificaat Om onder meer de verkeersveiligheid op de lijnbusbaan/-strook te waarborgen is het van essentieel belang dat opnieuw beoordeeld wordt of de chauffeur nog steeds beschikt over de kwaliteiten die noodzakelijk zijn voor het mogen gebruiken van de lijnbusbaan/-strook. Dit betekent dat de taxichauffeur van wie de lijnbusbaanontheffing is ingetrokken opnieuw het CCV-certificaat Medegebruik lijnbusbaan/-strook gemeente Amsterdam moet behalen. De controle hierop vindt plaats door overlegging van een nieuw CCV-certificaat voorzien van een datum van afgifte gelegen na de datum van intrekking van de lijnbusbaanontheffing. Termijn honorering nieuwe aanvraag Daarnaast is het ook van belang, dat geregeld wordt dat niet direct na intrekking van de lijnbusbaanontheffing medewerking aan een nieuwe aanvraag moet worden verleend. Zeker niet als daarbij in ogenschouw wordt genomen dat de lijnbusbaanontheffing pas wordt ingetrokken als er sprake is van een vierde overtreding, waarvan het tijdsbestek tussen de 4 overtredingen steeds korter is geweest dan één jaar. De weigeringsgronden dienen op dit onderdeel te worden aangepast. Artikel 5 Weigeringsgronden 1. Een lijnbusbaanontheffing wordt geweigerd indien: a. de aanvrager reeds in het bezit is van een lijnbusbaanontheffing, die vanwege overtreding van de bijbehorende voorschriften is geschorst; b. de aanvrager voorafgaand aan het indienen van de aanvraag ontheffing in het bezit is geweest van een lijnbusbaanontheffing maar deze vanwege overtreding van een van de voorschriften is ingetrokken; c. sprake is geweest dat aanvrager een maatregel rijvaardigheid en geschiktheid als bedoeld in artikel 130 e.v. van de Wegenverkeerswet 1994 opgelegd heeft gekregen; 2. Het bepaalde in het eerste lid, onder b is niet van toepassing indien de aanvraag wordt gedaan 12 maanden na de datum van intrekking van de lijnbusbaanontheffing en een CCV-certificaat kan worden overgelegd waarvan de datum is gelegen na de datum van intrekking van de lijnbusbaanontheffing. 3. 4.4.3 Aanpassing weigeringsgrond; mededeling of maatregel als bedoeld in artikel 130 e.v. Wegenverkeerswet 1994 Zoals in paragraaf 4.3 al is aangegeven is het ongewenst dat taxichauffeurs, die een maatregel rijvaardigheid en geschiktheid als bedoeld in artikel 130 e.v. Wegenverkeerswet opgelegd hebben gekregen zonder meer in aanmerking kunnen komen voor een lijnbusbaan- (Versie 13-02-2018) Pagina 20 van 45

ontheffing. Om dit te regelen zijn de voorwaarden om in aanmerking te kunnen komen voor een lijnbusbaanontheffing aangepast. Ook is het ongewenst dat wanneer een taxichauffeur, nadat hij een educatieve maatregel opgelegd heeft gekregen per direct en zonder aanvullende voorwaarden in aanmerking kan komen voor een (nieuwe) lijnbusbaanontheffing. Hiervoor dienen de weigeringsgronden te worden aangepast waarin wordt geregeld dat het opleggen van een educatieve maatregel in ieder geval betekent dat een chauffeur het eerste jaar niet voor een lijnbusbaanontheffing in aanmerking kan komen en opnieuw een CCV-certificaat zal moeten worden behalen waaruit blijkt dat hij nog steeds beschikt over de kwaliteiten die noodzakelijk zijn voor gebruik van de lijnbusbaan/-strook. Artikel 5 Weigeringsgronden 1. Een lijnbusbaanontheffing wordt geweigerd indien: a. de aanvrager reeds in het bezit is van een lijnbusbaanontheffing, die vanwege overtreding van de bijbehorende voorschriften is geschorst; b. de aanvrager voorafgaand aan het indienen van de aanvraag ontheffing in het bezit is geweest van een lijnbusbaanontheffing maar deze vanwege overtreding van een van de voorschriften is ingetrokken; c. sprake is geweest dat aanvrager een maatregel rijvaardigheid en geschiktheid als bedoeld in artikel 130 e.v. van de Wegenverkeerswet 1994 opgelegd heeft gekregen; 2. Het bepaalde in het eerste lid, onder b is niet van toepassing indien de aanvraag wordt gedaan 12 maanden na de datum van intrekking van de lijnbusbaanontheffing en een CCV-certificaat kan worden overgelegd waarvan de datum is gelegen na de datum van intrekking van de lijnbusbaanontheffing. 3. Het bepaalde in het eerste lid, onder c is niet van toepassing indien de aanvraag wordt gedaan 12 maanden na de datum waarop de chauffeur medewerking heeft verleend aan de door het CBR opgelegde maatregel rijvaardigheid en geschiktheid en een CCV-certificaat kan worden overgelegd waarvan de datum is gelegen na de datum van uitvoering van de opgelegde maatregel; 4. 4.4.4 Aanpassing weigeringsgrond; algemene weigeringsgrond Het is van belang dat er een algemene grond tot weigering wordt opgenomen voor die gevallen waarin een verschil bestaat tussen de gegevens op de aanvraag en de feitelijke situatie. (Versie 13-02-2018) Pagina 21 van 45

Er kunnen verschillende redenen zijn op grond waarvan het college het niet waarschijnlijk acht dat de aanvraag in overeenstemming is met de feitelijke toestand. Bijvoorbeeld wanneer aanvrager verklaart dat hij geen maatregel als bedoeld in artikel 130 e.v. Wegenverkeerswet 1994 opgelegd heeft gekregen, terwijl bij beoordeling van de aanvraag blijkt dat dit niet klopt. In een dergelijk geval moet het college de bevoegdheid hebben om het gevraagde te kunnen weigeren. Of de aanvrager een verwijt te maken valt is niet van doorslaggevend belang. De weigering is in zo'n geval ook niet als een bestraffing bedoeld, maar hij is bedoeld om te voorkomen dat een ongewenste situatie ontstaat. Als niet bij het indienen van de aanvraag maar pas later blijkt dat de feitelijke situatie niet is zoals de aanvraag vermeldt, dan kan de ontheffing worden ingetrokken. Zie artikel 7, lid 1 onder b. Artikel 5 Weigeringsgronden 1. Een lijnbusbaanontheffing wordt geweigerd indien: a. de aanvrager reeds in het bezit is van een lijnbusbaanontheffing, die vanwege overtreding van de bijbehorende voorschriften is geschorst; b. de aanvrager voorafgaand aan het indienen van de aanvraag ontheffing in het bezit is geweest van een lijnbusbaanontheffing maar deze vanwege overtreding van een van de voorschriften is ingetrokken; c. sprake is geweest dat aanvrager een maatregel rijvaardigheid en geschiktheid als bedoeld in artikel 130 e.v. van de Wegenverkeerswet 1994 opgelegd heeft gekregen; 2. Het bepaalde in het eerste lid, onder b is niet van toepassing indien de aanvraag wordt gedaan 12 maanden na de datum van intrekking van de lijnbusbaanontheffing en een CCV-certificaat kan worden overgelegd waarvan de datum is gelegen na de datum van intrekking van de lijnbusbaanontheffing. 3. Het bepaalde in het eerste lid, onder c is niet van toepassing indien de aanvraag wordt gedaan 12 maanden na de datum waarop de chauffeur medewerking heeft verleend aan de door het CBR opgelegde maatregel rijvaardigheid en geschiktheid en een CCV-certificaat kan worden overgelegd waarvan de datum is gelegen na de datum van uitvoering van de opgelegde maatregel; 4. Het college kan een lijnbusbaanontheffing weigeren als naar zijn oordeel de feitelijke toestand niet in overeenstemming is of zal zijn met hetgeen in de aanvraag is vermeld. (Versie 13-02-2018) Pagina 22 van 45

4.5 Geldigheid lijnbusbaanontheffing 4.5.1 Geldigheidsduur lijnbusbaanontheffing De lijnbusbaanontheffingen worden ingevolge het bestaande beleid steeds voor een periode van maximaal één jaar verleend lopende vanaf 1 februari tot en met 31 januari van het daarop volgende jaar. Voor afloop van dit jaar wordt opnieuw beoordeeld of een chauffeur nog voldoet aan de voorwaarden om voor een nieuwe lijnbusbaanontheffing in aanmerking te komen. De gemeenteraad heeft bij vaststelling van de Taxiverordening er voor gekozen de looptijd van de Taxxxivergunningen vast te stellen op een periode van 3 jaar, tenzij een andere looptijd door ons college is vastgesteld. Omdat de lijnbusbaanontheffing aan de Taxxxivergunning wordt gekoppeld betekent dit dat het wenselijk is de looptijd van deze lijnbusbaanontheffing ook op 3 jaar te stellen. De looptijd vangt aan op de dag na afgifte van het gekoppelde besluit. Het is gewenst voor de zelfstandige lijnbusbaanontheffing voor de bel- en/of contractmarkt bij deze looptijd aansluiting te zoeken. Dit betekent dat de geldigheidsduur van de lijnbusbaanontheffing voor de bel- en/of contractmarkt eveneens op 3 jaar wordt gesteld. Los van de tussentijdse controles zal na 3 jaar in ieder geval opnieuw worden beoordeeld of aanvrager nog steeds voldoet aan de voorwaarden om voor een nieuwe lijnbusbaanontheffing in aanmerking te komen. Dit betekent dat de looptijd voor zowel de zelfstandige als de gekoppelde lijnbusbaanontheffing op 3 jaar wordt gesteld, tenzij een andere looptijd door het college is vastgesteld. Het beleid dient op dit onderdeel te worden aangepast. Artikel 6 Geldigheid lijnbusbaanontheffing 1. Een lijnbusbaanontheffing vervalt 3 jaar na de datum van inwerkingtreding van de ontheffing, tenzij door het college een andere looptijd is vastgesteld. 2... 4.5.2 Verlies geldigheid lijnbusbaanontheffing Van belang is te regelen wanneer een lijnbusbaanontheffing zijn geldigheid verliest, zodat in ieder geval voorkomen wordt dat een chauffeur gebruik kan maken van een lijnbusbaanontheffing terwijl dit op basis van dit beleid nu juist niet de bedoeling is. De lijnbusbaanontheffing verliest zijn geldigheid wanneer: Een nieuwe (andere) of vervangende lijnbusbaanontheffing wordt verleend. (Versie 13-02-2018) Pagina 23 van 45

Voorkomen moet worden dat een taxichauffeur zowel in het bezit kan zijn van een zelfstandige lijnbusbaanontheffing als een lijnbusbaanontheffing gekoppeld aan de Taxxxivergunning. Dit zou namelijk tot gevolg kunnen hebben, dat na schorsing of intrekking van de ene lijnbusbaanontheffing met de andere lijnbusontheffing gebruik zou kunnen worden gemaakt van de lijnbusbaan/-strook, hetgeen nu juist niet de bedoeling is. de ontheffinghouder zijn bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen is ontzegd; daarin onbevoegd wijzigingen zijn aangebracht; de houder van de ontheffing is overleden; de houder aangifte van vermissing van de lijnbusbaanontheffing heeft gedaan; wanneer de Taxxxivergunning is geschorst of ingetrokken. Voor wat betreft de schorsing van de Taxxxivergunning wordt opgemerkt dat de geldigheid verloren gaat voor de duur van de schorsing! Het beleid dient op dit onderdeel te worden aangepast. Artikel 6 Geldigheid lijnbusbaanontheffing 1. Een lijnbusbaanontheffing vervalt 3 jaar na de datum van inwerkingtreding van de ontheffing, tenzij door het college een andere looptijd is vastgesteld. 2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid verliest een lijnbusbaanontheffing zijn geldigheid: a. door verlening van een nieuwe of vervangende lijnbusbaanontheffing; b. gedurende de tijd dat aan de houder de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen is ontzegd; c. door het onbevoegd daarin aanbrengen van wijzigingen; d. door het overlijden van de houder; e. door aangifte van vermissing van de lijnbusbaanontheffing; f. door schorsing van de Taxxxivergunning, voor de duur van de schorsing; g. door intrekking van de Taxxxivergunning. 3. De zelfstandige lijnbusbaanontheffing wordt per omgaande bij het college ingeleverd als deze zijn geldigheid heeft verloren of als er sprake is van een schorsing of intrekking van de lijnbusbaanontheffing of van een situatie als bedoeld onder 2 a tot en met d. 4.5.3 Inleveren lijnbusbaanontheffing In de Taxxxiverordening is onder meer geregeld dat in het geval sprake is van een schorsing of intrekking van de Taxxxivergunning (en daarmee ook de gekoppelde lijnbusbaanontheffing) de raamkaart onverwijld bij het college dient te worden ingeleverd. (Versie 13-02-2018) Pagina 24 van 45

Voor de raamkaart behorende bij de zelfstandige lijnbusbaanontheffing dient ook een regeling te worden getroffen. Het beleid dient op dit onderdeel te worden aangepast. Artikel 6 Geldigheid lijnbusbaanontheffing 1. Een lijnbusbaanontheffing vervalt 3 jaar na de datum van inwerkingtreding van de ontheffing, tenzij door het college een andere looptijd is vastgesteld. 2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid verliest een lijnbusbaanontheffing zijn geldigheid: a. door verlening van een nieuwe of vervangende lijnbusbaanontheffing; b. gedurende de tijd dat aan de houder de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen is ontzegd; c. door het onbevoegd daarin aanbrengen van wijzigingen; d. door het overlijden van de houder; e. door aangifte van vermissing van de lijnbusbaanontheffing; f. door schorsing van de Taxxxivergunning, voor de duur van de schorsing; g. door intrekking van de Taxxxivergunning. 3. De zelfstandige lijnbusbaanontheffing wordt per omgaande bij het college ingeleverd als deze zijn geldigheid heeft verloren of als er sprake is van een schorsing of intrekking van de lijnbusbaanontheffing of van een situatie als bedoeld onder 2 a tot en met d. 4.6 Wijziging, schorsing of intrekken van de lijnbusbaanontheffing Ook is het van belang dat de gronden van wijziging, schorsing of intrekking van de lijnbusbaanontheffing worden opgenomen. Mededeling / maatregel ex artikel 130 e.v. Wegenverkeerswet Naast de gebruikelijke gronden voor wijziging, schorsing of intrekking is het gewenst dat de lijnbusbaanontheffing wordt ingetrokken wanneer blijkt dat gedurende de geldigheidsduur van de lijnbusbaanontheffing sprake is van het opleggen van een maatregel als bedoeld in artikel 130 e.v. Wegenverkeerswet 1994. Zoals in paragraaf 4.3 als is aangegeven wordt het ongewenst geacht dat chauffeurs die een maatregel als bedoeld in artikel 130 e.v. Wegenverkeerswet 1994 opgelegd hebben gekregen gebruik kunnen maken van de lijnbusbaan/-strook. (Versie 13-02-2018) Pagina 25 van 45

Hiervoor is een aanpassing van de intrekkingsgronden noodzakelijk. Artikel 7 Gronden voor wijziging, schorsing en intrekking lijnbusbaanontheffing 1. Het college kan de lijnbusbaanontheffing geheel of gedeeltelijk wijzigen, schorsen of intrekken indien: a. blijkt dat de ontheffinghouder niet meer voldoet aan een voorwaarde als bedoeld in artikel 4, eerste lid; b. ter verkrijging van de ontheffing onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt; c. de ontheffing is verleend in strijd met een wettelijk voorschrift; d. blijkt dat de ontheffinghouder niet voldoet aan de voorschriften die zijn verbonden aan de ontheffing; e. de taxichauffeur onbevoegd gebruik laat maken van de lijnbusbaanontheffing; f. ontheffinghouder hierom heeft verzocht. 2. Het college trekt de lijnbusbaanontheffing in indien gedurende de geldigheidsduur van de lijnbusbaanontheffing sprake is van het opleggen van een maatregel als bedoeld in artikel 130 e.v. Wegenverkeerswet 1994. 4.7 Aanpassing voorschriften lijnbusbaanontheffing 4.7.1 Aanpassing voorschriften; zichtbaarheid raamkaart Opnieuw is aandacht gevraagd voor de zichtbaarheid van de lijnbusbaanontheffing (raamkaart), omdat te vaak blijkt dat de ontheffing achter het zonwerende gedeelte van de voorruit zit of achter een ander bewijs achter de voorruit is geplaatst. Dit maakt het de toezichthouders onnodig lastig om te kunnen controleren of er rechtmatig van de lijnbusbaan/- strook gebruik wordt gemaakt. In de bestaande voorschriften is geregeld dat: 3. van de ontheffing mag alleen gebruik worden gemaakt als het bewijs daarvan de raamkaart permanent en goed zichtbaar is achter de voorruit van de taxi. De ontheffing moet op eerste vordering van een politieambtenaar (toezichthouder) ter inzage worden afgegeven;.. De raamkaart voor de aan de Taxxxivergunning gekoppelde lijnbusbaanontheffing is geïntegreerd in de Taxxxiraamkaart zoals bedoeld in artikel 1.1. van de Taxiverordening. Dit betekent dat alleen ten aanzien van de zichtbaarheid van de zelfstandige lijnbusbaan- (Versie 13-02-2018) Pagina 26 van 45