Europees beschermde natuur Kwartelkoning Vlaanderen streeft naar 100 broedkoppels van deze soort, in 2007 waren er 6.
Twee richtlijnen Vogelrichtlijn, 1979 Habitatrichtlijn, 1992 Afbakenen van gebieden voor bescherming 62 gebieden, 163.500 ha, 12% van Vlaanderen
VEN = Vlaams Ecologisch Netwerk Speciale beschermingszone volgens de habitatrichtlijn = SBZ-H Speciale beschermingszone volgens de vogelrichtlijn = SBZ-V
Vogelrichtlijn, 1979 Doel: wilde vogelsoorten in Europa beschermen Beschermde soorten staan op bijlage 1 van de richtlijn
Vogelrichtlijnsoorten Zwarte specht Bijlage 1, broedvogel
Vogelrichtlijnsoorten Nonnetje Bijlage 1, doortrekker of overwinteraar Meer dan 1/1000 ste van de populatie
Vogelrichtlijn, 1979 Doel: wilde vogelsoorten in Europa beschermen Bijlage 1 soorten Niet bijlage 1 soorten: internationaal belangrijke aantallen = 1/100ste van de populatie
Vogelrichtlijnsoorten Kleine rietgans, niet bijlage 1 soort Internationaal belangrijke aantallen = meer dan 1/100 ste van de populatie
Kaart van SBZ-V in Vlaanderen
Habitatrichtlijn, 1992 Doel: wilde flora en fauna van Europa beschermen Habitattypes van bijlage 1 Soorten van bijlage 2 Wat moet je voor deze soorten en habitats doen? Bijlage 4-soorten moeten strikt beschermd worden
Vb. habitattype, bijlage 1 Noord-Atlantische vochtige heide met Erica tetralix (Dopheide)
Habitatrichtlijnsoorten, bijlage 2 Drijvende waterweegbree Vliegend hert
Habitatrichtlijnsoorten, bijlage 2 Beekprik Kamsalamander
Habitatrichtlijnsoorten, bijlage 4 Rugstreeppad
Kaart SBZ-H in Vlaanderen
G-IHD We spreken niet meer van gewestelijke instandhoudingsdoelstellingen maar van?
G-IHD, voorbeelden Bekijk de voorbeelden in groep en los volgende vragen op: - Hoe zijn de fiches opgebouwd? - Waar vind je de staat van instandhouding terug? - Naar welke criteria wordt er gekeken voor de staat van instandhouding te bepalen? - Staat er ook info in waar er acties nodig zijn?
Vragen, opmerkingen
S-IHD: Natuurdoelen per gebied Wat staat er in dit rapport? Over welke gebieden gaat het? Is het rapport goedgekeurd door de Vlaamse regering?
S-IHD: Natuurdoelen per gebied Het rapport met nummer 26 gaat over 3 speciale beschermingszones (SBZ) - 1 habitatrichtlijngebied (SBZ-H) en - 2 vogelrichtlijngebieden (SBZ-V) SBZ-H: BE2200031 Valleien van de Laambeek, Zonderikbeek, Slangebeek en Roosterbeek met vijvergebieden en heiden SBZ-V: BE2219312 Vijvercomplex Midden-Limburg SBZ-V: BE2200525 Bokrijk en omgeving
Samenvatting en inleiding Een technische fiche (met een handige lijst van soorten en habitats), een samenvatting en een inleiding over het gebied en de gewestelijke natuurdoelen vormen het begin van het rapport. Actuele staat en potenties Gaat het op dit moment goed of slecht met een bepaalde soort of habitat? Wat zijn de potenties in de toekomst van een soort of habitat? Natuurdoelen en prioriteiten In een S-IHD rapport staan de Europese natuurdoelen per deelgebied. Alle deze doelen ineens bereiken is onmogelijk. Daarom legt men duidelijk prioriteiten. Overleg Een S-IHD rapport is opgesteld in overleg met vertegenwoordigers van natuurverenigingen, boeren, jagers en de industrie. De maatschappelijke context wordt besproken. SWOT - analyse Wat zijn de sterktes en de zwaktes van het gebied? Waar liggen de knelpunten voor het bepalen van de Europese natuurdoelen?
oppervlakte kwaliteit
Europese natuurdoelen Doelen op Vlaams niveau zijn bepaald Doelen op lokaal niveau zijn bepaald Welke acties gaan we nu doen?
Welke acties ondernemen we nu? Discussieer in groep/ los volgende vragen op over: - Wat is een managementplan? - Wat zijn evidenties? - Wat is een zoekzone? - Wat is het voordeel van het verkleinen van de zoekzone?
Oefening voortoets Een pluimveehouder (een agrarisch bedrijf dus) wil een nieuwe stal bouwen in de Huybergsebaan 94 te Essen. De stal zal ongeveer 250 m2 groot zijn voor 1800 legkippen. Krijgt deze kippenboer groen licht van de voortoets? Hoe kan je de emmissie van ammoniak verminderen?
LSVI LSVI = lokale staat van instandhouding Wordt nagegaan via de LSVI-tabellen We bekijken samen een LSVI-tabel van het Ruigt elzenbos
Beheerplan nieuwe stijl Welke soorten beheerplannen kennen jullie?
Actief: een beheerder kiest voor natuurbeheer Ambitie Duidelijkheid over engagement en beoordeling Behoud aanwezige natuurkwaliteit Hogere natuurkwaliteit 24 jaar Hoogste natuurkwaliteit Type 4: Reservaat = natuurstreefbeeld + duurzaamheid (tijd + omvang)
Typologie natuurterreinen Type 1: behouden aanwezige natuurkwaliteit Type 2: bereiken hogere natuurkwaliteit - minimum 25% natuurstreefbeeld, criteria geïntegreerd natuurbeheer Type 3: bereiken hoogste natuurkwaliteit - 90-100% natuurstreefbeeld + extra voorwaarden i.v.m. oppervlakte, criteria geïntegreerd natuurbeheer Type 4: erkend natuurreservaat = type 3 + toetsingskader Vlaamse natuurreservaten, erfdienstbaarheid tot algemeen nut op het terrein, meer bepaald een publiekrechtelijke erfdienstbaarheid van duurzaam gebruik en langdurig beheer van het terrein als natuurreservaat
Criteria geïntegreerd natuurbeheer Garantie voor duurzaamheid en duurzame invulling van de verschillende functies Leidraad bij opmaak van beheerplan. Opbouw: 3 grote groepen gebaseerd op thema s: 1) natuurkwaliteit/ecologische functie - horizontale maatregelen: natuurlijke waterhuishouding, 5% van het bos voor oude bomen - natuurstreefbeelden goed beheren 2) sociale functie van het terrein: recreatief medegebruik, samenwerking 3) economische functie: duurzaam produceren van goederen (hout), financiële afwegingen bij beheeringrepen Hiërarchie: Principes criteria indicatoren Indicatoren zijn bindend, tenzij afwijking gemotiveerd wordt in het beheerplan Vb. van een indicator: Aanrijking met nutriënten is niet toegestaan wegens het risico van eutrofiëring, grondwatervervuiling en wijzigingen in de kruidlaag, behoudens indirecte bemesting via extensieve begrazing, tenzij dit op gemotiveerde wijze in het beheerplan is geregeld.
Oppervlakte criterium Regels voor de beoordeling van het oppervlakte criterium bij natuurterreinen van type 3 en type 4 Minstens één natuurstreefbeeld moet in één ecologisch aaneengesloten geheel gerealiseerd worden over de minimale oppervlakte, nl: Strand en duinvegetaties: 5 ha Slikken en schorren: 5 ha Stilstaande wateren: 0,5 ha Moerassen: 0,5 ha Heiden en hoogveen: 5 ha Halfnatuurlijke graslanden: 0,5 ha Soortenrijke permanente graslanden: 5 ha Ruigten en pioniervegetaties: 0,5 ha Struwelen: 5 ha Bossen (vallei- en moerasbossen, eiken en beukenbossen en overige bossen): 10 ha
Oppervlakte criterium Regels voor de beoordeling van het oppervlakte criterium bij natuurterreinen van type 3 en type 4 Minstens één natuurstreefbeeld moet in één ecologisch aaneengesloten geheel gerealiseerd worden over de minimale oppervlakte. De totale oppervlakte van de natuurstreefbeelden bedraagt minstens 10 ha binnen een ecologisch aaneengesloten geheel. Voor de leefgebieden van soorten wordt de minimaal nodige oppervlakte bepaald a.d.h.v. de LSVI-tabellen.
Subsidie is afhankelijk van ambitieniveau, niet van type beheerder
Voorbeeld type 2 beheerplan
Voorbeeld type 2 beheerplan De Wapenaar 25 ha Geen VEN, geen SBZ Enkel bos Beheerplan voldoet aan criteria geïntegreerd natuurbeheer Ecologische doelen: 8 ha inheems gemengd loofhout (eiken-beukenbos) (habitat 9120) over gans de opp: te behouden bomen aanduiden + dood hout 5% bosranden Totaal: 8 ha = 32% natuurstreefbeelden Eiken-beukenbos < min.oppervlakte (10 ha voor bos) beheerplan type 2
Voorbeeld type 3 beheerplan De Wapenaar 25 ha Geen VEN, geen SBZ Enkel bos Beheerplan voldoet aan criteria geïntegreerd natuurbeheer Ecologische doelen: 25 ha inheems gemengd loofhout (eiken-beukenbos) (habitat 9120) over gans de opp: te behouden bomen aanduiden + dood hout 5% bosranden Totaal: 25 ha = 100% natuurstreefbeelden Eiken-beukenbos > min.oppervlakte (10 ha voor bos) beheerplan type 3
Inhoud natuurbeheerplan 1. Verkenning 2. Inventaris 3. Beheerdoelstellingen 4. Beheermaatregelen 5. Opvolging Opvolging van doelen en maatregelen Is basis voor 6-jaarlijkse evaluatie beheerplan
Natuurstreefbeelden Natuurstreefbeeld, kan bestaan uit: goed ontwikkelde vegetaties = natuurstreefbeelden: Europees beschermde habitattypes, andere belangrijke biotopen Leefgebied van beschermde soorten Procesgerichte natuur
PAS
PAS Programmatische Aanpak Stikstof Verzuring en vermesting zie les heide