Projectkrant: Is een fort een in elkaar gevallen kasteel? Na de Hinkelsproke in het Fort van Bornem hadden onze kleuters toch wel enkele vragen over forten en kastelen. Hun basisvraag was: Is een fort een in elkaar gevallen kasteel. We gingen op onderzoek Dit brachten we allemaal mee: Aster: een stuk van een kasteel Gloria speelde wat viool voor ons Viki bracht een kasteelpaard mee Aster had een foldertje bij met allemaal foto s Renée bacht een zwaard mee en een schild. Birte kwam als jonkvrouw naar school. Ze had ook een paard meegebracht. Alex maakte thuis dit mooi kasteel.
We bouwen een fort Omdat we met de Hinkelsproke al in een fort zijn geweest weten we hoe een fort er ongeveer uitziet. Met behulp van een boek beginnen we te bouwen. We halen bij Melanie en Kina grote bouwstenen Maar als snel loopt het mis. We kunnen het fort niet stevig bouwen. Het valt steeds in. Gelukkig bestaat er een techniek om goed te bouwen. Die gebruiken we en dan gaat het veel beter. Oei het valt steeds in Misschien kunnen we het zo doen. Ah zo gaat het beter. Samen komen ze er wel Het is gelukt!
We bouwden ook een kasteel We bouwen een kasteel van kartonnen dozen. Tom zaagt kartonnen buizen in stukken met zijn speciale zaagmachine. Die gebruiken we voor het kasteel, maar we kunnen er ook door praten, ontdekt Kobe. We knippen rondjes voor de daken van de torens. Spijtig genoeg pasten deze mooie prinsessen niet in het kasteel. Lennert stond langs de andere kant. Sebastian en Aster hielpen een handje.
Onze knutselwerkjes Een mooi kasteel met waterverf. Alex en Lola doen echt hun best om er iets mooi van te maken. We tekenen grote kastelen met wasco op bruin papier. Lola maakte dit mooie vakjeskasteel. Spijtig genoeg was ze wel net gevallen waardoor ze een beetje verdrietig was. Wolf tekende samen met Liesbeth dit mooie kasteel. Het kasteel aan de linkerkant tekende Wolf zelf. Een mooi kasteel van Birte En dit is van Jade
We gingen eens kijken naar het kasteel van Bornem Gloria: Dit is het kasteel van Bornem. Het ligt aan het ziekenhuis. We moesten eerst even stappen. We gingen er met de bus van de Guido naartoe. Renée: Tine haar mama woont daar. Kobe: Er waren veel torens. We konden ook water zien. We konden ook veel water zien en gras. Er waren ook veel raampjes. We hebben geen ridders gezien. Renée: Er wonen nu geen ridders in het kasteel. Viki: de begrafenis woont er (de graaf) Renée: de gravin woont er ook. De naam van het kasteel is Marnix. We vonden deze paddenstoelen in de dreef.
We speelden ook spelletjes We speelden carcasonne. We deden dit wel in een vereenvoudigde versie. We speelden een denkspelletjes van een kasteel. Niet gemakkelijk hoor. De de ridder moet steeds tot bij de prinses geraken.
We moesten het forum organiseren We knutselden deze ridderhelmen En ook mooie zwaarden We maakten mooie kronen. En dan moesten we oefenen, oefenen De presentatie
We waren heel fier op elkaar. Iedereen deed het heel goed.
Bezoek in de klas Bruno, de papa van Birte, kwam in onze klas vertellen over de ridders en de kastelen. Hij was verkleed als ridder en had allemaal dingen meegebracht om te tonen. Dit moet op het hoofd van de ridder. Het is een maliënkolder. Hij weegt heeeeeeeeeeeeeel zwaar. Het beschermt je hoofd tegen de zwaarden. Dit is een zwaard. We mochten met het zwaard op het schild slaan.
De oma van Alex weet heel veel over ons project. Ze heeft rondleidingen gegeven in een kasteel, dus ze kan er ons veel over vertellen. Wat weten we over ons project Lennert: Een kasteel werd gebruikt om in te wonen. Er woonden koningen, prinsessen enz. Rond het kasteel was water om het kasteel te beschermen tegen de vijand. De pipi viel van in het toilet in het water. Ze moesten daar dan ook nog van drinken. Dus soms werden ze ziek. In de torens zodat soldaten om te kijken of er niemand kwam aanvallen.
Kobe: In een fort woonden niet echt mensen. Er zaten soldaten en legers. Ze zaten in het fort om zich te beschermen. Het was niet zo mooi als een kasteel. Tibe: Niet alle kastelen hebben water rond het kasteel. Ze stonden soms hoog op een berg. Sebastian: Een kasteel is groot, een fort ook. Aster: Er zijn torens, een grote deur die open kan. Er zijn kleine ramen want er was geen verwarming in het kasteel. Leon: De ridders deden de poort omlaag als de vijand kwam.