Transmission System Operator Gas in Nederland

Vergelijkbare documenten
Hieronder treft u antwoorden van XXX op de vragen in uw informatie- en consultatiedocument over de rol van de TSO gas in Nederland.

Achtergrond leveringszekerheid L-gas en wettelijke taak GTS met betrekking tot kwaliteitsconversie

(OPENBARE VERSIE) 3 juni 2004

Graag maakt Essent gebruik van de mogelijkheid te reageren op uw informatie- en consultatiedocument Transmission System Operator Gas in Nederland.

Besluit. Geschilbesluit Crown Van Gelder

ADVIES VAN DE DIRECTEUR DTE AAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, OP BASIS VAN ARTIKEL 15, TWEEDE LID, VAN DE ELEKTRICITEITSWET 1998.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Is uw organisatie grootverbruiker van gas en/of elektriciteit? In deze brochure vindt u belangrijke informatie voor uw aansluiting.

BESLUIT. I. Inleiding II. Feiten. Dienst uitvoering en toezicht Energie

ADVIES VAN DE DIRECTEUR DTE AAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, OP BASIS VAN ARTIKEL 15, TWEEDE LID, VAN DE ELEKTRICITEITSWET 1998.

ADVIES VAN DE DIRECTEUR DTE AAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, OP BASIS VAN ARTIKEL 15, TWEEDE LID, VAN DE ELEKTRICITEITSWET 1998.

Datum 22 mei 2017 Betreft Beantwoording vragen over de winning van hoog- en laagcalorisch gas

Pagina BESLUIT. Ons kenmerk: ACM/DE/2015/ Zaaknummer:

Pagina BESLUIT. Besluit. Ons kenmerk: ACM/DE/2014/ Zaaknummer:

BEDRIJFSGEGEVENS AANVRAGER Ontheffingsaanvrager: NS Railinfrabeheer B.V. Postbus GA Utrecht

1 Inleiding Leeswijzer Wettelijke basis van dit besluit Context van dit besluit Inhoudelijke context

BESLUIT. 2. Onderhavig besluit betreft de vaststelling van de nettarieven voor het jaar 2005 voor Essent Netwerk B.V.

Vestigingen. Hoofdkantoor Concourslaan 17 (9727 KC) Postbus MA Groningen Telefoon (050) Fax (050)

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 81c, eerste lid van de Gaswet.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Vragen en antwoorden transportschaarste: Rechten en plichten van afnemers en netbeheerders

BESLUIT. 2. Onderhavig besluit betreft de vaststelling van de nettarieven voor het jaar 2005 voor Intergas Netbeheer B.V.

ONTWERP-METHODEBESLUIT

Leeswijzer Tarievencode Elektriciteit

Gasrotonde in beweging

Consultatiedocument Redelijke Terugleververgoedingen Vergunninghouders Elektriciteit

BESLUIT. I. Juridisch kader. Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan. DELTA Comfort B.V.

Veranderende gassamenstelling in Nederland: een lange traditie. Themamiddag Energiewacht 22 september 2011

1 Inleiding. 2 Wettelijke context BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

Is uw organisatie grootverbruiker van gas en/of elektriciteit? In deze brochure vindt u belangrijke informatie voor uw aansluiting.

BESLUIT. Besluit inzake geschil als bedoeld in artikel 51 van de Elektriciteitswet 1998; Metrax N.V.

BESLUIT. Juridisch kader

Op basis van het rapport van Niemann van 25 november 2016 en in de lijn met deze vraagstelling zijn wij tot de volgende overwegingen gekomen.

BESLUIT. Inleiding. Status van het besluit. Dienst uitvoering en toezicht Energie

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Gelet op artikel 12 van de Gaswet; Besluit: Artikel I

BESLUIT. I. Juridisch kader. Dienst uitvoering en toezicht Energie

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 95c, derde lid, E-wet.

Dienst uitvoering en toezicht Energie

BESLUIT. Juridisch kader

1 Juridisch kader BESLUIT. Directie Toezicht Energie

Datum : 17 juni 2010 Uw kenmerk : zaaknummer Onderwerp : Consultatie inzake herinrichting van de tarieven van het landelijk gastransport

Dienst uitvoering en toezicht Energie

De rol van TenneT in de transitie naar duurzame energie. Peter Nieuwenhuijse Arnhem, 29 juni 2011

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 19 van de Gaswet.

Pagina 1/7. Netbeheer Nederland T.a.v. de heer L. Knegt Postbus LP S-GRAVENHAGE. Den Haag, 18 september 2013

BESLUIT. Directie Toezicht Energie INLEIDING EN PROCEDURE WETTELIJK KADER

BESLUIT. Besluit van de Minister van Economische Zaken als bedoeld in artikel 95d van de

Regeling uitgespaarde netverliezen Informatie- en consultatiedocument, november 2004

Nieuwe hoogspanningsverbinding vanuit Borssele. Zuid West

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. I. Juridisch kader

BESLUIT. Juridisch kader

Directie Toezicht Energie (DTe)

Richtlijnen Gasopslag 2003

Pagina 1/9. Besluit. 1 Inleiding. 2 Wettelijk kader

Tweede Kamer der Staten-Generaal

BESLUIT. I. Juridisch kader. Dienst uitvoering en toezicht Energie

Inleiding. Wettelijke context BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

Bijlage bij brief met kenmerk /8.B474

20 Transportbalans 06

Pagina. De Minister van Economische Zaken De heer H.G.J. Kamp Postbus EK 'S-GRAVENHAGE. Den Haag,

1 Inleiding. 2 Wettelijk kader BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

1 Juridisch kader BESLUIT. Directie Toezicht Energie

Plaats en datum Ons kenmerk Uw kenmerk Utrecht, 4 mei 2009 Br-secr.179N -

Auteur Interne termijn Externe termijn Medeparaaf en datum. Mariska Verseveld

Besluit van de Autoriteit Consument en Markt tot vaststelling van de f-factor als bedoeld in artikel 22, eerste lid, van Verordening (EU) 2017/459

1 Juridisch kader BESLUIT. Directie Toezicht Energie

BESLUIT. 1 Inleiding. Dienst uitvoering en toezicht Energie

Capaciteitsplan Elektriciteit NRE Netwerk B.V.

Pagina 1/7. Prikkel relatieve beschikbaarheid Besluit. Ons /12 kenmerk: Zaaknummer: / NorNed bonus_malus 2012.

Markt. Consument. Den Haag, 19 APR Kansen & keuzes voor bedrijven en consumenten ACM1U1T

BIJLAGE C BIJ ONTWERP-METHODEBESLUIT

Verwachte samenstelling H-gas per regio

Pagina 1/8. «Besluit»

14 Elektriciteit en gas

BESLUIT. Inleiding. Gevolgde procedure. Dienst uitvoering en toezicht Energie

Definitielijst HG- Certificatensysteem

BESLUIT. I. Juridisch kader. Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan. Essent Retail Energie b.v.

Informatie- en consultatiedocument, Den Haag, januari 2004

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. Juridisch kader

Interpretatie Eletriciteitswet 1998 art. 1 lid 2

Westland Energie Infrastructuur b.v. DEFINITIEF

Uitstel investeringsbesluit stikstofinstallatie

Namens onze cliënt Media Park Enterprise B.V. (hierna MPE), berichten wij u als volgt:

Wat is het product noodvermogen? Hoe wordt er gecontracteerd?

Pagina 1/11 BESLUIT. Besluit Openbare versie. Ons kenmerk: Zaaknummer: ACM/DE/2015/204559_OV

BESLUIT. Inleiding. Wettelijke context en gevolgde procedure. Dienst uitvoering en toezicht Energie

Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet (wijzigingen voortvloeiend uit het energierapport 2011)

Pagina. Besluit. Ons kenmerk: Zaaknummer: ACM/DJZ/2014/206976

Pagina. Besluit. 1 Inleiding. 2 Wettelijk kader

Capaciteitsplan. ONS Netbeheer BV

Nederlandse Mededingingsautoriteit

Pagina 1/10 ONTWERPBESLUIT. Ontwerpbesluit. Ons kenmerk: ACM/DE/2015/ Zaaknummer:

MONITOR ELEKTRICITEITSPRODUCTIE

Pagina 1/9. Besluit. 1 Inleiding. 2 Wettelijk kader

Transcriptie:

Transmission System Operator Gas in Nederland Informatie- en consultatiedocument, Den Haag, januari 2003 Dienst uitvoering en toezicht Energie Pagina 1 van 39

Pr oject naam: Pr oject nummer : 101417 Document nummer : 101417/12 Dienst uit voer ing en t oezicht Ener gie Den Haag, januar i 2003 Team: Mar t ijn van Gemer t Pet r a de Gr oene Paul Raat s Wil l em van der Wal Met medewerking van: Jan-Pet er Heida Misja Mikker s Ingr id Seinen Ruud Vr ol ijk Dienst uitvoering en toezicht Energie Pagina 2 van 39

INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding...4 1.1. AANLEIDING EN DOEL VAN HET INFORMATIE- EN CONSULTATIEDOCUMENT...4 1.2. VOORBEREIDING EN OPBOUW VAN HET INFORMATIE- EN CONSULTATIEDOCUMENT... 5 1.3. AFWEGINGSKADER...6 1.4. STATUS VAN HET INFORMATIE- EN CONSULTATIEDOCUMENT...6 1.5. REACTIES OP DIT DOCUMENT EN BESCHRIJVING VAN DE VERDERE PROCEDURE...6 2. Beschrijving van het transmissienet en de gebruikers...8 2.1. HET GASTRANSPORTNET...8 2.2. VERGELIJKING VAN GAS- EN ELEKTRICITEITSNETTEN... 10 2.3. GEBRUIKERS VAN HET LANDELIJKE TRANSPORTNET VAN GTS...12 3. Exclusieve taken...15 3.1. BEHEER, ONDERHOUD EN ONTWIKKELING... 16 3.2. BEWAKEN SYSTEEMINTEGRITEIT...18 3.3. VERSTREKKEN VAN INFORMATIE...21 3.4. HET MOGELIJK MAKEN VAN EEN MARKT... 23 4. Niet-exclusieve taken... 25 4.1. HET VEREFFENEN VAN ONBALANS... 25 4.2. HET FACILITEREN VAN DE MARKT...28 4.3. KWALITEITSCONVERSIE...30 5. Randvoorwaarden voor functioneren TSO... 32 5.1. AFBAKENING VAN HET TRANSMISSIENET... 32 5.2. ONAFHANKELIJKHEID TSO...33 5.3. GEDRAGSREGELS VOOR NETGEBRUIKERS EN TSO... 34 6. Overzicht analyses en consultatievragen... 36 BIJLAGE: RELEVANTE ARTIKELEN UIT DE GEWIJZIGDE GASRICHTLIJN, GASWET EN DE RICHTLIJNEN GASTRANSPORT 2003 Dienst uitvoering en toezicht Energie Pagina 3 van 39

1. Inleiding 1.1. Aanleiding en doel van het Informatie- en consultatiedocument 1. In het voorjaar van 2002 heeft DTe met verschillende partijen op de gasmarkt de Richtlijnen Gastransport voor het jaar 2002 geëvalueerd. Uit deze evaluatie bleek dat een groot aantal marktpartijen behoefte heeft aan een actieve rol van de beheerder van het Nederlandse gas-transmissienet in de vorm van een Transmission System Operator of TSO. 2. Op 25 november 2002 is in de Raad 1 politieke overeenstemming bereikt over een wijziging van de Europese Gasrichtlijn (hierna: gewijzigde Gasrichtlijn) 2. Eén van deze wijzigingen betreft de verplichting voor Lid-Staten om een TSO voor het gas-transmissienet aan te wijzen. Op 1 november 2002 heeft de Minister van Economische Zaken (hierna: de Minister) aan DTe gevraagd om advies te geven over de implementatie van deze verplichting in de nationale regelgeving. DTe wordt verzocht om in het advies aandacht te besteden aan de volgende onderwerpen: Een beschrijving van de taken die een TSO zou kunnen uitvoeren en de bijbehorende bevoegdheden, met per taak de voor- en nadelen van het onderbrengen van deze taak bij een TSO; Eventuele randvoorwaarden voor het goed kunnen vervullen van de (opgedragen) taken; Ervaringen uit andere landen met betrekking tot TSO s voor gas; Een vergelijking met de invulling van de TSO op de elektriciteitsmarkt; Een afweging tussen één nationale TSO of meerdere TSO s. 3. DTe heeft in zowel in de evaluatie van de Richtlijnen Gastransport voor het jaar 2002 als in de adviesaanvraag van de Minister aanleiding gezien om een consultatie te organiseren over dit onderwerp. In het onderhavige informatie- en consultatiedocument heeft DTe een aantal analyses neergelegd. Deze analyses zijn niet volledig uitgewerkt. Voor een nadere uitwerking van de onderwerpen acht DTe verder overleg met verschillende marktpartijen van belang. Dit geldt in het bijzonder voor de taken die momenteel (nog) niet door de beheerder van het landelijke transmissienet (Gastransport Services; hierna: GTS) worden uitgevoerd. In het uiteindelijke advies aan de Minister zal DTe dan ook aandacht besteden aan de wijze waarop en het tijdspad waarbinnen deze taken nader kunnen worden uitgewerkt en geïmplementeerd. 1 De samenstelling van de Raad hangt af van het betreffende onderwerp dat wordt besproken. Op 25 november 2002 was de Raad samengesteld uit de ministers die verantwoordelijk zijn voor transport, telecommunicatie en energie. 2 Richtlijn 98/30 van het Europese Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt van aardgas; PB. L204 van 21 juli 1998. Het voorstel tot wijziging van de Gasrichtlijn is nog niet officieel gepubliceerd. Voor het opstellen van dit informatie- en consultatiedocument heeft DTe gebruik gemaakt van het wijzigingsvoorstel van 27 november 2002, nr. 14867/02. Dienst uitvoering en toezicht Energie Pagina 4 van 39

1.2. Voorbereiding en opbouw van het informatie- en consultatiedocument 4. Ter voorbereiding op het informatie- en consultatiedocument heeft DTe de volgende onderzoeken uitgevoerd of laten uitvoeren: Een intern uitgevoerde analyse van de taken van de TSO voor het elektriciteit-transmissienet en een analyse van de technische mogelijkheid en wenselijkheid voor de introductie van deze taken bij de TSO gas; Een door Energy International, Inc. / Gastec Technology BV (hierna: Energy International) uitgevoerd onderzoek naar de rol en taken van verschillende TSO s gas in het buitenland 3. Onderzocht zijn: Alliance Pipeline L.P. (hierna : Alliance Pipeline) en Nicor Hub Services (hierna: Nicor) uit de Verenigde Staten, National Grid Transco (hierna: Transco) uit het Verenigd Koninkrijk en Victorian Energy Networks Corporation (hierna: VENCorp) uit Australië; Bilaterale gesprekken met verschillende spelers op de gasmarkt, zoals gasproducenten, de beheerder van het landelijke transmissienet, regionale netbeheerders, leveranciers, shippers en elektriciteitsproducenten. 5. De analyses die in het kader van bovengenoemde onderzoeken zijn uitgevoerd, zijn op verschillende plaatsen in het consultatiedocument neergelegd. In hoofdstuk 2 van dit informatie- en consultatiedocument wordt een technische beschrijving gegeven van het Nederlandse gastransmissienet. In dit hoofdstuk wordt tevens aangegeven wat de relevante verschillen zijn met het elektriciteit-transmissienet. Daarnaast bevat het hoofdstuk een beschrijving van de verschillende spelers op de gasmarkt. Het hoofdstuk is informatief van aard en bevat belangrijke achtergrondinformatie ten behoeve van de analyses van DTe. 6. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de zogenaamde exclusieve taken van een TSO en in hoofdstuk 4 op de niet-exclusieve taken. Met exclusieve taken wordt gedoeld op de taken die geheel en uitsluitend door de TSO moeten worden uitgevoerd om het transmissienet optimaal te laten functioneren. De niet-exclusieve taken zijn taken die de TSO in concurrentie met andere partijen kan aanbieden. In hoofdstuk 5 wordt ingegaan op een aantal randvoorwaarden voor het goed functioneren van een TSO. De hoofdstukken 3, 4 en 5 zijn consulterend van aard. Tot slot wordt in hoofdstuk 6 een schematisch overzicht gegeven van de verschillende analyses van DTe en de consultatievragen. Tabel 1. Overzicht van de verschillende hoofdstukken Hoofdstuk Soort hoofdstuk 1. Inleiding Informatief en consulterend 2. Beschrijving van het transmissieysteem en de gebruikers Informatief 3. Exclusieve taken Consulterend 4. Niet-exclusieve taken Consulterend 5. Randvoorwaarden functioneren TSO Consulterend 6. Overzicht en consultatievragen Overzicht 3 Energy International, Natural Gas Transmission System Operators in the United States, United Kingdom and Australia. Dit onderzoek wordt februari 2003 gepubliceerd op de Internetpagina van DTe (www.nma-dte.nl). Dienst uitvoering en toezicht Energie Pagina 5 van 39

1.3. Afwegingskader 7. In de gewijzigde Gasrichtlijn staan de randvoorwaarden met betrekking tot de organisatie van de TSO en de taken die de TSO dient uit te voeren 4. In de Nederlandse wet- en regelgeving dient nader invulling te worden gegeven aan deze randvoorwaarden. Om te beoordelen welke nadere invulling wenselijk is, heeft DTe een afweging gemaakt tussen de volgende in de Gaswet neergelegde uitgangspunten en belangen: Non-discriminatie; Veiligheid en betrouwbaarheid van het transmissienet; Marktwerking daar waar marktwerking mogelijk is; Toegang via een hybride systeem van onderhandelde toegang; Waarborging van publieke belangen; Bevorderen van doelmatig handelen van de gastransportbedrijven; Bevorderen van doelmatig handelen van de netgebruikers; Bevorderen van het handelsverkeer. Vraag 1. Welke andere belangen dienen naar uw mening te worden meegenomen in de afweging of een bepaalde invulling van de organisatie en taken van de TSO wenselijk is? 1.4. Status van het informatie- en consultatiedocument 8. Dit informatie- en consultatiedocument betreft een voorlopige analyse van DTe met betrekking tot de invoering van een TSO gas in Nederland. De standpunten en analyses van DTe in dit document zijn voorlopig van aard en kunnen naar aanleiding van reacties van respondenten worden aangepast. Het document bezit derhalve geen juridische status waardoor de directeur DTe aan de inhoud van dit document zou zijn gebonden. 1.5. Reacties op dit document en beschrijving van de verdere procedure 9. In dit informatie- en consultatiedocument wordt een aantal vragen gesteld. DTe verzoekt marktpartijen en andere belanghebbenden om een reactie op deze vragen. Respondenten wordt gevraagd om antwoorden op vragen zoveel mogelijk te onderbouwen en toe te lichten. DTe zal de verschillende zienswijzen meenemen in het uiteindelijke advies aan de Minister. 10. Reacties op dit informatie- en consultatiedocument dienen vóór 21 februari 2003 door DTe te zijn ontvangen en kunnen worden gezonden naar: Dienst uitvoering en toezicht Energie Onder vermelding van projectnummer 101417 Postbus 16326 2500 BH Den Haag 11. Reacties kunnen tevens worden verzonden per e-mail naar: DTe_consultatie_TSOgas@minez.nl 4 In de praktijk is het mogelijk dat de transmissietaak en de systeemtaak door aparte organisaties worden uitgevoerd. Omdat de gewijzigde Gasrichtlijn een TSO voorschrijft, wordt er in dit informatie- en consultatiedocument van uitgegaan dat beide taken door dezelfde organisatie worden uitgevoerd. Dienst uitvoering en toezicht Energie Pagina 6 van 39

12. DTe zal de schriftelijke reacties van de respondenten in beginsel op haar Internetpagina publiceren. Indien (bepaalde delen van) reacties van partijen vertrouwelijk zijn, wordt gevraagd om deze passages duidelijk te markeren. 13. Naast de mogelijkheid tot het schriftelijk kenbaar maken van standpunten, wordt marktpartijen en andere belanghebbenden tevens de mogelijkheid geboden om mondeling hun standpunten naar voren te brengen. Hiertoe zal op 18 februari 2003 van 15.00 tot 17.00 uur ten kantore van DTe een consultatiesessie worden gehouden. Tabel 2. Indicatieve planning g TSO Datum Mijlpaal 18 februari 2003 Consultatiesessie 21 februari 2003 Einde schriftelijke reactietermijn informatie- en consultatiedocument, Transmission System Operator Gas 4 maart 2003 Advies DTe aan de Minister Dienst uitvoering en toezicht Energie Pagina 7 van 39

2. Beschrijving van het transmissienet en de gebruikers 14. Dit hoofdstuk bevat achtergrondinformatie over het landelijke Nederlandse gastransportnet en de verschillende gebruikers. In de eerste paragraaf komen de belangrijkste elementen en kenmerken van het Nederlandse gastransportnet aan de orde. Vervolgens worden in de tweede paragraaf de relevante verschillen behandeld met het elektriciteit-transmissienet. In de derde paragraaf wordt tenslotte kort ingegaan op de positie van de verschillende gebruikers van het landelijke gastransportnet. 2.1. Het gastransportnet 15. Om het aardgas van producent naar afnemer te vervoeren, ligt in Nederland een uitgebreid gastransportnet voor zowel hoog- als laagcalorisch gas. In onderstaande figuur wordt een schematisch overzicht van het Nederlandse gastransportnet gegeven 5. Nederlandse Gastransportsysteem Productie putten ca 300 bar gasbehandeling M&R voedingsstation GOS Hoofdverdeelstation Beveiliging hoev.meting regelaar 1 = grootverbruiker 1 1 Import GOS Districtstation 30-25 mbar 200-40 mbar H-calnet 1 Mengstation compressorstation GOS 1 4-0,8 bar Export GTS Regionale Netbeheerder 1 Overslag station 1 tot 0,2 bar HTL RTL Regionale transportnet P max 67 bar P max 40 bar 5 De figuur is gebaseerd op een figuur uit: De toerekening van capaciteitskosten gas, EnergieNed, Eco 93-483, blz. 33. Dienst uitvoering en toezicht Energie Pagina 8 van 39

16. Het gastransportnet in Nederland bestaat uit een hoge druk deel, het HTL-net, waarin de maximale druk 67 bar is. Er is zowel een HTL net voor hoog- als laagcalorisch gas. Het HTL net is voornamelijk bedoeld voor het transport van gas naar alle delen van Nederland en naar de exportstations (ca. 20). Om de transportcapaciteit van het HTL-net te waarborgen liggen op vaste afstanden compressorstations waar de druk in het HTL-net weer op peil wordt gebracht. Bovendien liggen op het HTL-net de zogenaamde Meet en Regel stations (M&R s), waar het gas vanuit het HTL-net wordt overgeslagen naar het regionale transmissienet (RTL-net). 17. Het RTL-net, met een maximale druk van 40 bar en een minimale druk van 16 bar, is bedoeld voor het transport van gas binnen een bepaalde regio. Dit net wordt voornamelijk gebruikt voor het transport van laagcalorisch gas naar de ca. 1100 afleverstations (GOS) die gekoppeld zijn met de transportnetten van de regionale netbeheerders en industrieën 6. 18. In Nederland zijn 26 regionale netbeheerders actief 7. Alle regionale netbeheerders, op ZEBRA Gasnetwerk B.V. na, bedrijven een gastransportnet met een druk lager dan 16 bar. Alleen ZEBRA, dat is opgericht om gastransport van hoogcalorisch gas vanuit het Verenigd Koninkrijk naar klanten van Delta en Essent te verzorgen, heeft een hoogcalorisch gastransportnet in West Brabant en Zeeland, dat wordt bedreven op 50 bar. 19. Regionale netbeheerders zijn hoofdzakelijk verantwoordelijk voor de distributie van gas naar kleinverbruikers en kleinzakelijke afnemers. De netten van regionale netbeheerders bestaan in het algemeen uit een transportdeel met een druk tussen 8 bar en 200 mbar en een distributiedeel met een druk lager dan 200 mbar. 2.1.1. Beheer, onderhoud en aanleg van het gastransportnet 20. Het gehele bovengenoemde systeem van HTL-net, RTL-net, mengstations, compressorstations, M&R s en GOS en wordt beheerd door GTS. De lagedruk transportnetten en distributienetten worden beheerd door de regionale netbeheerders. De gastransportbedrijven zijn verantwoordelijk voor het onderhoud en de veiligheid van de door hen beheerde netten. De Gaswet gaat uit van de vrijheid van aanleg van leidingen en kent daarom geen investerings- of aansluitplicht. Netaanleg of netuitbreiding zal plaatsvinden op grond van economische overwegingen van de gastransportbedrijven. De regionale netbeheerders stellen op grond van artikel 8 van de Gaswet elke twee jaar een capaciteitsplan op met ramingen voor de eerstkomende zeven jaar. GTS stelt op grond van artikel 36 van de Gaswet elke twee jaar een capaciteitsplan op met ramingen voor de eerstkomende twee jaar. 2.1.2. Kwaliteitsconversie 21. In het leidingennet worden verschillende kwaliteiten gas getransporteerd door onderscheiden maar verbonden leidingstelsels. Kwaliteitsconversie maakt het mogelijk om gas naar een lagere 6 In dit informatie- en consultatiedocument wordt met de term regionaal transportnet gedoeld op de netten van de netbeheerders. Het regionale transmissienet van GTS wordt aangeduid met RTL-net. 7 Onder regionale netbeheerders wordt verstaan die netbeheerders die natuurlijke of rechtspersonen die op grond van de artikel 2 van de Gaswet zijn aangewezen. Dienst uitvoering en toezicht Energie Pagina 9 van 39

kwaliteitsklasse te converteren om het vervolgens via laagcalorische trajecten verder te transporteren naar de gewenste exit-punten. Deze techniek is gebaseerd op het aanpassen van de wobbe-index van het gas zodat die binnen de wobbe-band van Groningengas past 8. De kwaliteitsconversie wordt uitgevoerd door hoogcalorisch gas te mengen met laagcalorische gassen dan wel met stikstof. Het gas uit het Groningenveld heeft een laag calorische waarde, het gas uit de kleine velden en het gas uit buitenland heeft over het algemeen een hoog calorische waarde. Kleinverbruikers en industrieën met een afname < 10 miljoen m 3 nemen laag calorisch gas af. Er is slechts een klein aantal afnemers in Nederland dat direct hoog calorisch gas afneemt. Deze afnemers nemen echter een relatief groot volume van het totale Nederlandse gasverbruik voor hun rekening. 22. Kwaliteitsconversie vindt plaats op systeemknooppunten waar zowel G-gas als H-gas trajecten samenkomen. GTS heeft op de volgende punten conversiestations: Noordbroek, Ommen, Ravenstein, Beekse Bergen, Wieringenmeer, Beverwijk en Pernis. Delta is tevens in het bezit van een mengstation. 2.2. Vergelijking van gas- en elektriciteitsnetten 23. In het kader van de implementatie van een TSO gas in Nederland is het interessant om een vergelijking te maken met het elektriciteitsnet waar al een TSO actief is, namelijk TenneT. Bij elektriciteitsnetten worden verschillende spanningsniveaus onderscheiden, hetgeen hier vergeleken wordt met druktrappen bij gas. De hoogspanningsnetten van 380 en 220 kv waarover het landelijk transport plaatsvindt, koppelen de verschillende regionale elektriciteitsnetten met elkaar en hebben koppeling met buitenlandse netten. Deze hoogspanningsnetten staan onder beheer van TenneT. De hoogspanningsnetten met een spanningsniveau van 150 en 110 kv hebben een regionale transportfunctie en staan onder beheer van regionale netbeheerders. De middenspanningsnetten met een spanningsniveau tussen 3 en 25 kv vervullen ook een regionale transportfunctie en samen met de laagspanningsnetten een distributiefunctie. Ook deze netten zijn in beheer van de regionale netbeheerder. Vergeleken met gas betekent dit dat het regionale transmissienet (het elektrische RTL-net) in beheer is bij de regionale netbeheerders en niet bij de TSO. 24. Bij elektriciteit voeden grootschalige productie-eenheden in op zowel landelijke als regionale hoogspanningsnetten in tegenstelling tot gas waar invoeding voornamelijk in Noord Nederland en op het HTL-net plaats vindt. Voorts zijn er op het middenspanningsnet veel decentrale opwekkers actief, terwijl bij gas, buiten enkele stortgas installaties, geen substantiële invoeding van gas op het regionale transportnet plaatsvindt. 25. Met betrekking tot de plaatsing van afnamepunten blijkt er een overeenkomst tussen gas- en elektriciteitsnetten te zijn 9. Grote tot zeer grote afnemers van gas, zoals kunstmestfabrikanten, centrales e.d., worden in het algemeen beleverd via het HTL-net, andere grootverbruikers met een afname groter dan 5 miljoen m 3 per jaar hebben meestal een aansluiting op het RTL-net. Bij elektriciteitsnetten zien we een zelfde verdeling; namelijk enkele zeer grote afnemers op het koppelnet en het merendeel van de 8 De Wobbe-index is gedefinieerd als het quotiënt van de calorische waarde en de wortel uit de relatieve dichtheid van het gas en is een maat voor de verbrandingssnelheid van het gas. De Wobbe-band van Groningengas ligt tussen 44,46 en 43,41 MJ/m 3. 9 Zie voor een onderzoek naar de balanceringsmogelijkheden op het GTS net het rapport: Evaluation of the Gasunie balancingregime part 2, 22 september 2001 (www.dte-nma.nl/besluiten gas/regulering/richtlijnen Gaswet: informatie- en consultatiedocument, juni 2001) Dienst uitvoering en toezicht Energie Pagina 10 van 39

andere grootverbruikers op het 150 en 110 kv net. In beide sectoren worden kleinverbruikers en kleinzakelijke afnemers vooral vanuit de distributienetten beleverd. Balanceren 26. Een duidelijk verschil tussen gas- en elektriciteitsnetten betreft het in balans houden van het net. Een niet gebalanceerde afname en invoeding zal bij een elektriciteitsnet tot uiting komen in een verandering van de frequentie. Wanneer dit gebeurt, dient de TSO onmiddellijk in te grijpen en door middel van de inzet van extra vermogen dan wel door afschakeling van vermogen de frequentie weer op peil te brengen. Immers, wanneer de frequentie niet binnen een smalle band rond de 50 Hz blijft, kan elektrische apparatuur worden beschadigd. Het maakt dan ook niet uit of de verstoring zich voordoet in het hoog-, midden- of laagspanningsnet. In alle gevallen zal de TSO moeten ingrijpen om de verstoring ongedaan te maken. 27. Bij gastransport is het effect van onbalans minder uitgesproken, omdat het systeem bij een breed bereik van druk kan functioneren. Onbalans kan optreden bij een hogere of lagere afname dan invoeding maar zolang het drukverschil tussen het invoedingspunt en het afnamepunt binnen een bepaalde marge blijft, zal de capaciteit van het net nagenoeg gelijk blijven. Wanneer echter de invoeding te veel achterblijft bij de afname, zal de druk op het afnamepunt tenslotte onder de kritische waarde komen waardoor het systeem niet meer correct functioneert. 28. In tegenstelling tot het elektriciteitsnet en het hogedruk gasnet zal balanceren op het regionale transportnet niet nodig zijn daar de input van het regionale gastransportnet druk-geregeld is. Bij een grote afname zal de druk in het regionale gastransportnet dalen waardoor automatisch de flow (hoeveelheid gas per tijdseenheid) op het GOS wordt verhoogd. Het resultaat is dat de druk in het regionale gastransportnet weer wordt hersteld. In tegenstelling tot elektriciteit kan de bewaking van de systeemintegriteit bij gas in eerste instantie worden beperkt tot het HTL- en RTL-net van GTS. Buffercapaciteit 29. Het hogedruk gastransportnet heeft een hoeveelheid buffercapaciteit, de zogenaamde line-pack, waarmee op korte termijn wijzigingen in de afname van gas kunnen worden opgevangen. De buffercapaciteit is gerelateerd aan de benuttinggraad van het transportnet. Hoe hoger de feitelijke benutting van het gastransportnet, hoe minder buffercapaciteit er in het net aanwezig is. 30. Een groot verschil tussen gas en elektriciteit is de mogelijkheid van opslag. Elektriciteit kan niet of nauwelijks worden opgeslagen terwijl gas op verschillende manieren kan worden opgeslagen. Bij elektriciteit moet de productie daarom de vraag dicht in de tijd volgen. Bij gas is deze korte termijn sturing niet nodig omdat buffercapaciteit in de hogedruk leidingen aanwezig is. Daarnaast is het mogelijk om de verschillen in tijd tussen vraag en aanbod op te vangen via opslagfaciliteiten. In Noord en Noordwest Nederland zijn enkele ondergrondse opslagen aanwezig en op de Maasvlakte staat een LNG-installatie 10. 10 LNG-installatie = Liquified Natural Gas installatie. De LNG installatie op de Maasvlakte heeft een werkvolume van 72 miljoen m 3-. Voor de overige technische specificaties van de LNG installaties en de ondergrondse opslagfaciliteiten, zie blz. 61 van het informatie- en consultatiedocument Richtlijnen Gaswet, juni 2001. Dienst uitvoering en toezicht Energie Pagina 11 van 39

Tabel 3. Overzicht verschillen elektriciteitsnetten en gasnetten Elektriciteit Gas Spanning/ druk niveau Hoog Midden Laag 380/220/150/110 kv 25 3 kv 0,4 kv 67 bar 40 16 bar 8 bar 30 mbar Beheer Landelijk Regionaal 380/220 kv 150 110 kv, 25 3 kv en 0,4 kv HTL/RTL net 8 bar 30 mbar Invoeding Hoog en Midden HTL net Plaats afnemers Groot Klein Hoog en Midden Midden en Laag HTL/RTL net Regionaal net Balanceren Gehele net (H/ M/ L) HTL/ RTL net Flexibiliteit Geen HTL/ RTL net (Line-pack) 2.3. Gebruikers van het landelijke transportnet van GTS 31. Hieronder wordt kort ingegaan op de positie van de verschillende directe of indirecte gebruikers van het landelijke transmissienet. 2.3.1. Producenten en opslagbedrijven 32. In Nederland wordt gas verbruikt dat afkomstig is uit Nederlandse gasvelden en uit velden in het buitenland (import). De producenten winnen het gas en voeden dit vervolgens via een productienet (upstream-net) in op het landelijke transmissienet. De producenten betalen in tegenstelling tot elektriciteitsproducenten niet mee aan de kosten van het transmissienet 11. In hoofdlijnen kan men onderscheid maken tussen verschillende producenten: Groningenproducent, kleine velden producenten, buitenlandse producenten (import) en opslagbedrijven. Groningenproducent 33. Shell en ExxonMobil hebben via een joint venture in de NAM de concessie voor de winning van het Groningenveld. In 2001 werd bijna 24 miljard m 3 (29 procent van de inkoopportfolio van de N.V. Nederlandse Gasunie; hierna: Gasunie) geproduceerd uit het Groningenveld 12. Vanwege de specifieke karakteristieken van het Groningenveld kan in relatief korte tijd een hoge productie op gang worden gebracht. Hierdoor heeft het Groningenveld altijd een belangrijke rol gespeeld in de handhaving van de systeemintegriteit. De flexibiliteit van het Groningenveld bepaalt mede de economische waarde van het gas. Daarnaast kenmerkt het veld zich door de lage energiewaarde van het gas. 11 De elektriciteitsproducenten die invoeden op het EHS-net (380 en 220 kv) betalen via het zogenaamde landelijke uniform producententarief (LUP) mee aan de kosten van het elektriciteit-transmissienet. 12 Bron: jaarverslag 2001, N.V. Nederlandse Gasunie. Dienst uitvoering en toezicht Energie Pagina 12 van 39

Kleine velden producenten 34. Het zogenaamde kleine veldenbeleid heeft tot doel de productie van gas uit de kleinere Nederlandse gasvelden te stimuleren en de balansfunctie van het Groningenveld zo lang mogelijk te bewaren 13. In 2001 heeft Gasunie ruim 49 miljard m 3 (58 procent van de inkoopportfolio) ingekocht uit de kleine velden. De kleine velden zijn gelet op hun karakteristieken minder geschikt voor handhaving van de systeemintegriteit dan het Groningenveld. Buitenlandse producenten (import) 35. Het aardgas dat in Nederland wordt verbruikt, is voor een deel afkomstig uit buitenlandse gasvelden. Import vormt een klein deel van de totale gasvoorziening, maar neemt de laatste jaren toe. Gasunie heeft in het jaar 2000 7,7 miljard m 3 geïmporteerd (10 procent van de inkoopportfolio). Het geïmporteerde gas heeft een hoog calorische waarde en wordt over grote afstanden in een redelijk constante stroom aangevoerd. Hierdoor is het ongeschikt voor de handhaving van de systeemintegriteit. Opslagbedrijven 36. Nederland heeft 3 beheerders van opslagfaciliteiten. Dit zijn de NAM, Bergen Concessiehouders en Gasunie. De NAM en Bergen Concessiehouders hebben de volledige capaciteit van de opslaginstallaties voor lange termijn verhuurd aan Gasunie. Een deel van de totale capaciteit van de opslaginstallaties is inmiddels beschikbaar gesteld voor toegang door derden 14. Opslagfaciliteiten en LNG-instalaties spelen in een groot aantal landen een belangrijke rol in de handhaving van systeemintegriteit. De mate van geschiktheid van deze faciliteiten voor het handhaven van de systeemintegriteit, hangt af van de karakteristieken van de opslagfaciliteit en verschilt van geval tot geval. 2.3.2. Leveranciers, handelaren, brokers en shippers 37. Een leverancier is het administratieve en commerciële aanspreekpunt voor de klant; degene die het product levert en afrekent. Handelaren koppelen vraag en aanbod en proberen zo scherp mogelijk gas of transportcapaciteit in te kopen en verkopen. Brokers treden namens marktpartijen op als bemiddelaar (makelaar) tussen vraag en aanbod. Zij hebben in tegenstelling tot een handelaar geen positie in de markt. Een leverancier of handelaar die de rol van een shipper op zich neemt, is tevens verantwoordelijk voor het voldoen aan het balanceringsregime 15. 2.3.3. Regionale transportbedrijven 38. De regionale transportbedrijven verzorgen de distributie van gas naar het merendeel van de Nederlandse afnemers. De zogenaamde kleinverbruikers (verbruikers met een jaarlijkse afname < dan 170.000 m 3 ) zijn nagenoeg allen aangesloten op het regionale transportnet. Daarnaast is een groep grootverbruikers aangesloten op deze netten. Alle regionale transportbedrijven dienen een onafhankelijke netbeheerder aan te wijzen die verantwoordelijk is voor de veiligheid en betrouwbaarheid van het net. 13 Voor een verdere beschrijving van het kleine velden beleid wordt verwezen naar het informatie- en consultatiedocument Richtlijnen Gaswet, juni 2001. 14 Het betreft de installaties in Alkmaar en Grijpskerk. De installaties op de Maasvlakte en in Norg zijn op dit moment niet toegankelijk voor derden. 15 In deze beschrijving wordt aangesloten bij de beschrijving van de verschillende marktspelers in Energie in Nederland 2002 van EnergieNed. Dienst uitvoering en toezicht Energie Pagina 13 van 39

2.3.4. Afnemers 39. In het jaar 2001 was het totale gasverbruik in Nederland 46,6 miljard m 3. Hiervan werd circa 66 procent afgenomen door grote industrie en elektriciteitscentrales en 23 procent door huishoudens. De overige 11 procent werd verbruikt door de kleinzakelijke verbruikers. Van de grootverbruikers vormen de tuinders een belangrijke deelmarkt. Zij nemen zo n 13 procent van het gasverbruik voor hun rekening 16. Het belang van de verschillende afnemers is soms verschillend en tegengesteld. De afnemers kunnen onderscheiden worden op grond van de kwaliteit van het gas dat ze consumeren of op grond van hun afnameprofiel. Onderscheid op grond van kwaliteit gas Afnemers van hoogcalorisch gas (chemische industrie o.a.); Afnemers van laagcalorisch gas (kleinverbruikers). Onderscheid op grond van afnameprofiel Afnemers met een swing-profiel (tuinders, kleinverbruikers, elektriciteitsproducenten); Afnemers met een base-load-profiel (industriën). 16 Bron: EnergieNed, Energie in Nederland 2002. Dienst uitvoering en toezicht Energie Pagina 14 van 39

3. Exclusieve taken 40. Artikel 8 van de gewijzigde Gasrichtlijn bepaalt welke taken een TSO in ieder geval dient uit te voeren. DTe ziet een aantal voordelen indien de in dit artikel vermelde taken exclusief door de TSO worden uitgevoerd. De TSO heeft dan een monopolie op het uitvoeren van die taken 17. Sommige taken uit artikel 8 van de gewijzigde Gasrichtlijn kunnen echter niet als aparte taak worden vormgegeven. Een concreet voorbeeld hiervan is de in artikel 8, eerste lid, onderdeel b vermelde taak om discriminatie achterwege te laten. Deze taak ziet DTe meer als algemeen uitgangspunt waaraan de TSO bij de uitvoering van al zijn activiteiten dient te voldoen. In dit informatie- en consultatiedocument is DTe daarom afgeweken van de indeling uit de gewijzigde Gasrichtlijn. In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven welke taken uit de gewijzigde Gasrichtlijn DTe op welke manier heeft behandeld. Tabel 4. Overzicht van TSO-taken uit de gewijzigde Gasrichtlijn Taken uit artikel 8 gewijzigde Gasrichtlijn In het informatie- en consultatiedocument behandeld als exclusieve taak Lid 1, onderdeel a beheer, onderhoud en aanleg (paragraaf 3.1) Het beheer, onderhoud en de ontwikkeling van het transmissienet op economische, veilige, betrouwbare en doelmatige wijze en met inachtneming van het milieu bewaken systeemintegriteit (paragraaf 3.2) Lid 1, onderdeel b Het achterwege laten van discriminatie tussen of groepen van gebruikers Lid 1, onderdeel c Het verstrekken van informatie aan andere systeembeheerders ten behoeve van de interoperabiliteit van het systeem Lid 1, onderdeel b Het verstrekken van informatie aan netgebruikers ten behoeve van een doelmatig gebruik van het systeem Wordt niet expliciet behandeld omdat non-discriminatie bij iedere taak in acht moet worden genomen verstrekken van informatie (paragraaf 3.3) verstrekken van informatie (paragraaf 3.3) Lid 2 Het opstellen van een objectief, transparant en non-discriminatoir balanceringsregime, inclusief de regels voor het doorberekenen van energie-onbalans bewaken systeemintegriteit (paragraaf3.2) Lid 3 Het voldoen aan eventuele minimum eisen met betrekking tot onderhoud en ontwikkeling van het systeem, inclusief interconnectie capaciteit Lid 4 Het op transparante, objectieve en marktgebaseerde wijze verwerven van energie die nodig is voor de uitvoering van de taken beheer, onderhoud en aanleg (paragraaf 3.1) bewaken systeemintegriteit (paragraaf 3.2) 17 Op de voorlopige mening van DTe inzake exclusieve en niet-exclusieve taken kunnen respondenten reageren in het kader van de vragen die worden gesteld in hoofdstuk 6 van dit informatie- en consultatiedocument. Dienst uitvoering en toezicht Energie Pagina 15 van 39

3.1. Beheer, onderhoud en ontwikkeling 41. Onder beheer en onderhoud worden in dit informatie- en consultatiedocument de activiteiten verstaan die nodig zijn om het transmissienet op een veilige en betrouwbare manier te kunnen exploiteren. Beheer is een dagelijkse taak waardoor het net op korte termijn operationeel blijft. Onderhoud (correctief en preventief) is nodig om het transmissienet ook op langere termijn te kunnen exploiteren. Beide taken vloeien als het ware in elkaar over. Indien een bestaand net wordt uitgebreid of nieuw net wordt aangelegd, is er sprake van netaanleg. 3.1.1. Wat zijn de mogelijkheden? 42. In de onderzochte landen is het dagelijks beheer altijd de verantwoordelijkheid van de TSO. In sommige landen is onderhoud en aanleg gereguleerd, terwijl dit in andere landen wordt overgelaten aan de eigenaar van het transmissienet. TenneT heeft zoals iedere elektriciteitsnetbeheerder taken ten aanzien van beheer, onderhoud, aanleg en het maken van aansluitingen (artikel 16, onderdeel a, c en e Elektriciteitswet 1998). Alliance Pipeline is eigenaar van het transmissienet en is in die hoedanigheid ook verantwoordelijk voor aanleg, onderhoud en beheer. Er bestaat geen wettelijk plicht om nieuwe leidingen aan te leggen. VENCorp en Nicor zijn beide geen eigenaar van het door hen beheerde transmissienet. Het net dat wordt beheerd door Nicor is in handen van het zusterbedrijf Nicor Gas. VENCorp beheert de transmissienetten: Prinicipal Transmission System (PTS) en Western Transmission System (WTS). Beide transmissienetten zijn in eigendom van de GasNet Australia Group (GNA). Zowel in het geval van VENCorp als Nicor zijn de neteigenaren verantwoordelijk voor aanleg en onderhoud. Transco is eigenaar van het transmissienet in het Verenigd Koninkrijk (VK). De Network Code bevat een plicht tot onderhoud en investeringen. 43. In een aantal landen gelden regels die bepalen hoe de TSO om dient te gaan met congestie. In het Verenigd Koninkrijk wordt bijvoorbeeld gebruik gemaakt van een veilingmechanisme, terwijl in Australië een allocatiemechanisme wordt gebruikt dat uitgaat van historische afnamegegevens. Voor TenneT geldt dat de schaarse capaciteit op de interconnectoren via een veiling wordt gealloceerd. De opbrengsten van de veiling dienen in eerste instantie te worden gebruikt voor het opheffen van congestie op de interconnectoren (artikel 31 lid 5 van de Elektriciteitswet 1998). Dienst uitvoering en toezicht Energie Pagina 16 van 39

Bij VENCorp heeft iedere netgebruiker een Authorized Maximum Daily Quantity (AMDQ) toegewezen gekregen. Deze AMDQ is gebaseerd op historische afname gegevens. In geval van congestie heeft iedere netgebruiker recht op zijn AMDQ. Wanneer een netgebruiker meer nodig heeft kan hij onderhandelen met andere netgebruikers om extra AMDQ bij te kopen. Wanneer er geen congestie is, kan iedere netgebruiker met VENCorp onderhandelen over extra AMDQ. Voor 1999 was Transco verplicht aan iedere vraag om entry-capacity te voldoen. Na 1999 werd besloten dat schaarse entry-capacity geveild zou worden. In het begin van deze veilingen werd alleen maand en dag entry-capacity geveild. Onder druk van de markt wordt sinds begin van dit jaar ook lange termijn entrycapacity aangeboden. 3.1.2. Analyse en conclusies 44. Artikel 8, eerste lid, onderdeel a van de gewijzigde Gasrichtlijn bepaalt dat de TSO tot taak heeft het transmissienet te beheren, onderhouden en ontwikkelen, met inachtneming van het milieu. Om de veiligheid en betrouwbaarheid van het transmissienet ook te waarborgen, acht DTe het noodzakelijk dat de TSO deze taken exclusief uitvoert. Deze beheers- en onderhoudstaken zijn reeds neergelegd in artikel 10 van de Gaswet. Vraag 2. Zijn de beheers- en onderhoudstaken voor het transmissienet naar uw mening voldoende geregeld in artikel 10 Gaswet? Zo nee, waarom niet? 45. Over netaanleg is in de gewijzigde Gasrichtlijn niets expliciet geregeld. Wel geeft artikel 8, derde lid van de gewijzigde Gasrichtlijn Lid-Staten de mogelijkheid om met betrekking tot onderhoud en de aanleg van het transmissienet minimumeisen te stellen, inclusief eisen met betrekking tot de capaciteit op interconnectieverbindingen. Deze laatste mogelijkheid is in het bijzonder ingegeven door het belang van leveringszekerheid. 46. De Gaswet kent voor gastransportbedrijvengeen directe verplichting tot netaanleg of het maken van aansluitingen. Gastransportbedrijven beslissen op commerciële basis of uitbreidingen en investeringen gewenst zijn. Deze situatie past ook bij het hybride karakter van onderhandelde toegang, waarbij eenieder met een netbeheerder kan onderhandelen over netaanleg of de gewenste leiding zelf aanlegt. De Minister kan echter op basis van de gegevens uit een capaciteitsplan een regionale netbeheerders de opdracht geven om de transportcapaciteit uit te breiden (artikel 9 Gaswet). Een dergelijke bevoegdheid heeft de Minister niet ten aanzien van GTS. 47. DTe vraagt zich af of de huidige situatie ook in de toekomst garantie geeft voor leveringszekerheid 18. In de toekomst zijn wellicht investeringen op het transmissienet nodig. Deze investeringen zullen mogelijk niet altijd winstgevend zijn, waardoor deze niet uit commerciële overwegingen worden gemaakt 19. Daarnaast kan het in het belang van de bevordering van de Europese gashandel zijn dat opdracht wordt gegeven om eventuele congestie op interconnectiepunten weg te nemen. Een marktconform 18 De leveringszekerheid (transport en gas) aan beschermde afnemers is momenteel geregeld via de zogenaamde Vollversorgung contracten. 19 Een voorbeeld van investering die in het verleden in het transmissiesysteem is gemaakt ten behoeve van de leveringszekerheid, is de LNG-installatie op de Maasvlakte. Door het plaatsen van deze LNG-installatie kon de aanleg van extra transportcapaciteit worden vermeden. Deze LNG-installatie wordt ingezet bij zeer extreem koude dagen en wordt vrijwel nooit gebruikt. Dienst uitvoering en toezicht Energie Pagina 17 van 39

allocatiemechanisme (zoals bijvoorbeeld een veiling) kan de opbrengsten voor de eventueel benodigde investeringen genereren. 48. Op grond van hetgeen is overwogen in het vorige randnummer, is DTe van mening dat het wenselijk is om ten aanzien van de TSO een vergelijkbare bevoegdheid op te nemen als is neergelegd in artikel 9 van de Gaswet ten aanzien van de regionale netbeheerders. Op deze manier kan de Minister ten behoeve van de leveringszekerheid niet alleen ingrijpen in het regionale net, maar ook in het transmissienet. 49. Het opleggen van een verplichting tot netaanleg staat echter wel op gespannen voet met de vrijheid van netaanleg in de Gaswet. Voorkomen moet worden dat de TSO de opdracht krijgt om onrendabele leidingen aan te leggen, terwijl andere marktpartijen de vrijheid hebben om enkel rendabele leidingen aan te leggen. Deze spanning kan opgeheven worden door netaanleg een exclusieve taak van de TSO te maken. Vraag 3. Op welke wijze dient naar uw mening te worden omgegaan met aanleg en uitbreiding van het transmissienet? 3.2. Bewaken systeemintegriteit 50. Net als bij een elektriciteitsnet moeten op een gastransmissienet bepaalde technische parameters binnen zekere grenzen blijven om het geheel veilig, betrouwbaar en doelmatig te laten functioneren. De belangrijkste parameters voor het gastransport zijn flow en druk 20. De grenzen waarbinnen deze parameters mogen variëren, verschillen van plek tot plek in het net. Slechts indien het transmissienet binnen deze parameters wordt beheerd, blijft de veiligheid van het Nederlandse transportnet gewaarborgd. Het bewaken van de systeemintegriteit wordt gekenmerkt door het fysieke ingrijpen, ook al wordt dit in veruit de meeste processen uitgevoerd door geautomatiseerde systemen die door operators in de gaten worden gehouden (supervisie). 3.2.1. Wat zijn de mogelijkheden? 51. In alle onderzochten landen wordt systeemintegriteit gezien als een taak van de TSO. Het verschilt van geval tot geval op welke wijze de TSO de beschikking heeft over instrumenten waarmee de systeemintegriteit kan worden gehandhaafd. Ook TenneT heeft tot taak voorzieningen te treffen die nodig zijn voor waarborging van transport van elektriciteit over alle netten en op een veilige en doelmatige wijze (artikel 16, lid 2, onderdelen a en b van de Elektriciteitswet 1998). De wijze waarop TenneT invulling geeft aan deze taak en de wijze waarop TenneT en netgebruikers zich in dit kader jegens elkaar dienen te gedragen, is uitgewerkt in de zogenaamde SysteemCode (artikel 31, lid 1 onderdelen c en e van de Elektriciteitswet 1998). 20 Genoemde parameters zijn respectievelijk te vergelijken met de parameters frequentie en spanning op het elektriciteitsnet. Dienst uitvoering en toezicht Energie Pagina 18 van 39

Bij Alliance Pipeline wordt het transmissiesysteem vanuit het controlestation gemonitord. Voor de gebruikers geldt een balanceringsregime op dagbasis. Wanneer de totale systeemonbalans 4 procent benadert, worden de veroorzakende shippers aangesproken op het in balans brengen van hun portfolio. Wordt de systeemgrens van 4 procent overschreden, dan brengt de TSO het systeem in balans en worden de veroorzakers beboet. Nicor levert naast transport- ook opslagdiensten aan de netgebruikers. Wanneer systeemonbalans optreedt, zal Nicor eerst de onbalans veroorzakende shipper in balans brengen door gas van de betreffende shipper aan de opslag te ontrekken of in de opslag te injecteren. Is dit niet genoeg dan wordt gekeken of de shipper flexibiliteit gecontracteerd heeft. Zo ja, dan wordt deze ingezet. Wanneer tenslotte alle mogelijkheden zijn uitgeput, brengt Nicor zelf het systeem in balans en beboet de onbalansveroorzakers. VENCorp heeft geen eigen balanceringsinstrumenten en koopt gas voor balancering van het systeem op de markt. Boetes voor onbalans bestaan uit de kosten van het ingekochte gas. De taak die Transco heeft met betrekking tot systeemintegriteit wordt omschreven in de Network Code onder Operating Margins. Het gaat hierbij om het oplossen van operationele problemen zoals bijvoorbeeld grote veranderingen in afname, uitval van offshore velden en storingen in compressor stations. Voor deze taak kan Transco een beroep doen op de opslagfaciliteiten van het Verenigd Koninkrijk. Voor het balanceren van het systeem maakt Transco gebruik van de on the day commodity markt (OCM). 3.2.2. Analyse en conclusies 52. Artikel 8 van de gewijzigde Gasrichtlijn bepaalt dat de TSO de beheers-, onderhouds-, en aanlegtaken op een veilige en betrouwbare wijze dient uit te voeren. De TSO is met andere woorden verantwoordelijk voor de veiligheid en integriteit van het transmissienet. Deze systeemintegriteitstaak kan alleen naar behoren worden uitgevoerd indien de TSO hiervoor exclusief verantwoordelijk is. Immers, het handhaven van de systeemintegriteit vergt een vergaande coördinatie bij de inzet van de verschillende balanceringsmiddelen. Het is het meest doelmatig om deze coördinatie door één organisatie uit te laten voeren. 53. Momenteel bevat de Gaswet geen bepalingen inzake de instrumenten die de beheerder van het transmissienet kan inzetten om de systeemintegriteit te bewaken. Artikel 7 van de Richtlijnen Gastransport 2003 bepaalt wel dat het GTS is toegestaan om ten behoeve van de systeemintegriteit netgebruikers die niet voldoen aan het balanceringsregime, tijdelijk af te schakelen. 54. Voor de handhaving van de systeemintegriteit bestaat een aantal instrumenten waarmee de flow en de druk in het net kunnen worden geregeld. Deze instrumenten kunnen betrekking hebben op de invoerzijde van het transmissienet of op de afnamezijde. Hierbij kan men denken aan de volgende instrumenten 21 : Invoerzijde Productie uit opslag- en / of LNG-faciliteiten; Inkoop van gas via de gasmarkt; Toegang tot productiebronnen. 21 De inzet van deze instrumenten dient uiteraard gekoppeld te zijn aan de vervulling van de taak: bewaken van de systeemintegriteit. Dienst uitvoering en toezicht Energie Pagina 19 van 39

Afnamezijde Verkoop van gas via de gasmarkt; Injectie in opslag- en / of LNG-faciliteiten; Mogelijkheid van afschakelen bij afnemers. 55. Bovengenoemde instrumenten kunnen direct onder het beheer staan van een TSO. Hierbij wordt gedoeld op instrumenten waarover de TSO op grond van eigendom of contract als enige zeggenschap heeft. Het is echter ook mogelijk dat instrumenten waarover een andere marktpartij zeggenschap heeft, onder bepaalde voorwaarden ook door de TSO kunnen worden gebruikt. De vraag is of en in welke situaties dat wenselijk is. 56. Bij het inschakelen van instrumenten die niet onder eigen beheer staan, kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een situatie waarin een afnemer op het regionale transportnet verantwoordelijk is voor een verlies van systeemintegriteit 22. De TSO zou dan de mogelijkheid moeten hebben om deze regionale netbeheerder op te dragen de afname van de betreffende afnemer te beperken dan wel de afnemer af te schakelen. Daarnaast kan worden gedacht aan de mogelijkheid dat de TSO een bepaalde producent of opslagbedrijf opdraagt tijdelijk meer te produceren. 57. Ten aanzien van het instrument inkoop en verkoop op de gasmarkt kan men afvragen of daarmee de onafhankelijkheid van de TSO in gevaar wordt gebracht. DTe is echter van mening dat er ook een aantal belangrijke voordelen zijn als de TSO de bevoegdheid krijgt te participeren op de gasmarkt voor de handhaving van de systeemintegriteit. Zo kan de participatie van de TSO op de gasmarkt de liquiditeit bevorderen. De bezwaren inzake de aantasting van de onafhankelijkheid van de TSO, moeten naar het oordeel van DTe worden ondervangen door duidelijke voorwaarden te stellen aan de mogelijkheid die de TSO heeft om te participeren op de gasmarkt. Uiteraard moet deze invulling voldoen aan de eisen inzake de ontbundeling van de TSO. 58. Op grond van het voorgaande, is DTe van mening dat een TSO in beginsel ook gebruik moet kunnen maken van instrumenten die niet direct onder zijn beheer staan. Immers, door het verruimen van het aantal mogelijkheden waarvan de TSO gebruik kan maken, kan de integriteit van het systeem doelmatiger en effectiever worden gehandhaafd. De voorwaarden waaronder de TSO gebruik kan maken van instrumenten die niet onder eigen beheer staan, grijpen in op de rechtspositie van andere marktspelers of de gasmarkt zelf. Het verdient dan ook de voorkeur om deze voorwaarden op éénduidige en transparante manier te regelen. De basis hiervoor dient te worden neergelegd in de Gaswet zelf. Bij de uitwerking van de voorwaarden dienen de belangen van alle marktpartijen te worden meegewogen. Vraag 4. Welke mogelijkheden dient een TSO volgens u te hebben voor uitvoering van de taak van handhaving van systeemintegriteit? 59. Bij de keuze voor de inzet van directe en indirecte beschikbare balanceringsinstrumenten, dient de TSO zich te laten leiden door de vraag welk instrument het meest doelmatig is. Dit betekent een afweging 22 Zoals in randnummer 28 is aangegeven is het regionale transportnet druk-geregeld. Dit betekent dat bij een afname van de druk in het regionale net via de GOS automatisch meer gas wordt onttrokken uit het GTS net. Dienst uitvoering en toezicht Energie Pagina 20 van 39

tussen de technische geschiktheid van de verschillende instrumenten en de prijs. Zo zal de TSO moeten afwegen of doelmatiger is om gas in te kopen op de gasmarkt, gebruik te maken van een opslagfaciliteit of afschakelbare contracten van afnemers in te roepen. 60. Als voorbeeld van systemen waarmee de TSO wordt geprikkeld om balanceringsinstrumenten zo doelmatig mogelijk in te zetten, kan men kijken naar het systeem van TenneT of Transco. Het Tennetsysteem betekent in hoofdlijnen dat de aanbieders van de verschillende balanceringsinstrumenten vooraf kunnen inbieden. Vervolgens wordt een biedladder gevormd door alle biedingen te ordenen van laag naar hoog. De TSO begint met het inschakelen van het goedkoopste instrument en gaat zo de biedladder af. De prijs voor het laatst ingezette instrument (en dus het duurste) bepaalt uiteindelijk de prijs die de veroorzakers van de systeemonbalans moeten betalen. Een ander voorbeeld is het systeem waarmee Transco wordt geprikkeld om zo scherp mogelijk in te kopen op de OCM. Blijft Transco binnen vijf procent van de gemiddelde prijs op de OCM, dan krijgt Transco een beloning (zie verder paragraaf 4.1). Vraag 5. Op welke wijze kan de TSO volgens u het beste worden geprikkeld om gebruik te maken van het meest doelmatige balanceringsinstrument? 3.3. Verstrekken van informatie 61. Onder de taak verstrekken van informatie wordt in dit informatie- en consultatiedocument verstaan het verstrekken van informatie die nodig is ten behoeve van de interoperabiliteit van systemen of ten behoeve van een doelmatig gebruik van het net. Het laatste soort informatie kan worden gebruikt om bepaalde marktdiensten aan te bieden. 3.3.1. Wat zijn de mogelijkheden? 62. Alle onderzochte TSO s verstrekken informatie over capaciteit in het transmissienet en hebben een systeem voor informatie-uitwisseling geïmplementeerd. Ook TenneT is verplicht om informatie over beschikbare en gebruikte capaciteit te verstrekken. Deze verplichting is neergelegd in de verschillende Codes. Dienst uitvoering en toezicht Energie Pagina 21 van 39

Alliance Pipeline heeft voor contractanten en abonnees het Electronic Delivery Mechanism (EDM). Dit is een electronisch bulletinbord waarin belangrijke operationele informatie gegeven wordt zoals: Gecontracteerde capaciteit; Hoeveelheid flexibiliteit; Beperkingen in afschakelbare capaciteit; Vrije capaciteit. Nicor heeft naast een dergelijk bulletin bord, een website waarop netgebruikers kunnen nomineren en capaciteit en gas kunnen verhandelen. Met betrekking tot contract- en financiële informatie van klanten heeft Nicor een met een wachtwoord beschermde database. Transco bedrijft een computerinformatiesysteem waarin allerlei informatie zoals hierboven beschreven ter beschikking wordt gesteld aan netgebruikers. Bovendien publiceert Transco voor de individuele shippers een rapport waarin gerapporteerd wordt over dagelijkse operaties. Maandelijks wordt voor alle netgebruikers gerapporteerd over het systeem. Deze rapporten bevatten onder andere informatie over werkelijke vraag, boetes voor onbalans en opslag. VENCorp heeft een Market Information Bulletin Board (MIBB) waarop onder andere operationele schema s prijsvoorspellingen en hernominaties worden gegeven. Voorts geeft VENCorp het Annual Gas Planning Report uit waarin allerlei relevante informatie betreffende vraag en aanbod en de capaciteitsontwikkeling van het systeem voor de komende vijf jaar worden behandeld. Operationele informatie wordt ter beschikking gesteld via de website van VENCorp. 3.3.2. Analyse en conclusies 63. Ingevolge artikel 8 van de gewijzigde Gasrichtlijn dient een TSO de volgende informatie bekend te maken: Informatie aan andere TSO s, beheerders van opslagfaciliteiten, beheerders van LNG-installaties en/of beheerders van distributienetten ten behoeve van een veilig en doelmatig beheer van de geïnterconnecteerde systemen; Informatie aan netgebruikers ten behoeve van een doelmatig gebruik van het transmissienet. 64. Artikel 11 van de Gaswet bepaalt reeds dat elk gastransportbedrijf, waaronder de beheerder van het landelijke transmissienet, minimum technische eisen bekend moet maken voor aansluitingen van leidingen en systemen op het transmissienet. Deze minimum technische eisen zouden in ieder geval het veilige beheer van de geïnterconnecteerde systemen moeten waarborgen. Een doelmatig beheer van de geïnterconnecteerde systemen is hier echter niet mee geregeld. 65. Voor een doelmatig beheer is het in ieder geval van belang dat de TSO aan de andere systeembeheerders informatie verstrekt over beschikbare capaciteit en eventuele congestie. Andere systeembeheerders kunnen met deze informatie rekening houden bij eventuele uitbreidingsinvesteringen. Daarnaast kan doelmatig beheer van de geïnterconnecteerde systemen worden bevorderd door de TSO een coördinerende rol te geven in de uitwisseling van informatie tussen systeembeheerders. Hierbij kan men bijvoorbeeld denken aan een coördinerende rol ten aanzien het uitwisselen van meet- en switchgegevens en informatie over het achteraf verrekenen van de kosten van afnemers met een verbruikersprofiel (reconciliatie). Dienst uitvoering en toezicht Energie Pagina 22 van 39