JAARLIJKSE STATISTIEK VAN DE UITKERINGSGERECHTIGDEN

Vergelijkbare documenten
JAARLIJKSE STATISTIEK VAN DE UITKERINGSGERECHTIGDEN

JAARLIJKSE STATISTIEK VAN DE UITKERINGSGERECHTIGDEN

JAARLIJKSE STATISTIEK VAN DE UITKERINGSGERECHTIGDEN

Jaarlijkse statistiek. Rijksdienst voor Pensioenen ~ Jaarlijkse statistiek van de uitkeringsgerechtigden

Jaarlijkse statistiek. Rijksdienst voor Pensioenen ~ Jaarlijkse statistiek van de uitkeringsgerechtigden

Jaarlijkse statistiek. Rijksdienst voor Pensioenen ~ Jaarlijkse statistiek van de uitkeringsgerechtigden

Jaarlijkse statistiek. Rijksdienst voor Pensioenen ~ Jaarlijkse statistiek van de uitkeringsgerechtigden

Jaarlijkse statistiek. Rijksdienst voor Pensioenen ~ Jaarlijkse statistiek van de uitkeringsgerechtigden

Jaarlijkse statistiek. Rijksdienst voor Pensioenen ~ Jaarlijkse statistiek van de uitkeringsgerechtigden

Jaarlijkse statistiek. Rijksdienst voor Pensioenen ~ Jaarlijkse statistiek van de uitkeringsgerechtigden

Jaarlijkse statistiek. Rijksdienst voor Pensioenen ~ Jaarlijkse statistiek van de uitkeringsgerechtigden

Jaarlijkse statistiek. Rijksdienst voor Pensioenen ~ Jaarlijkse statistiek van de van de uitkeringsgerechtigden

Jaarlijkse statistiek van de uitkeringsgerechtigden

Jaarlijkse statistiek van de uitkeringsgerechtigden. Federale Pensioendienst ~

Jaarlijkse statistiek van de uitkeringsgerechtigden. Federale Pensioendienst ~

Jaarlijkse statistiek van de uitkeringsgerechtigden. Federale Pensioendienst ~

Federale Pensioendienst ~

Jaarlijkse statistiek van de uitkeringsgerechtigden. Federale Pensioendienst ~

Maandelijkse statistiek van de sociale uitkeringen. April Federale Pensioendienst ~

Voor elke categorie (zie algemene methodenota) van pensioengerechtigden wordt een verdeling opgemaakt.

3 Werknemerspensioenen

4 Zelfstandigenpensioenen

III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 4. Pensioenen (RVP)

STATISTISCHE STUDIES

STATISTISCHE STUDIES

RAADGEVEND COMITÉ VOOR DE PENSIOENSECTOR ADVIES INZAKE DE INHOUDING VAN BEDRIJFSVOORHEFFING OP PENSIOENEN

Directie Human Resources

Advies van de Studiecommissie voor de Vergrijzing

STATISTISCHE STUDIES

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Vrouw en pensioen. Jean MOUREAUX. Rijksdienst voor Pensioenen Financiële studies

Model 74(93) - Verklaring over de beroepsactiviteit en de sociale uitkeringen

INHOUDSTAFEL A. WETTELIJKE BEPALINGEN. 1. KB nr. 72 van 10 november 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen

STATISTISCHE STUDIES

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Aanbevelingen die volledig ingewilligd zijn

Voorwaarden om aanspraak te kunnen maken op een overlevingspensioen

Datum: Formulier rustpensioenen Gezinstoestand. Naam:... Adres:... Telefoonnummer: Antwoorden (Kruis de overeenstemmende.

Model 74(93) - Verklaring over de beroepsactiviteit en de sociale uitkeringen

PENSIOENREGELING voor ZELFSTANDIGEN. 65, en wat nu? Studiedienst Zenito sociaal verzekeringsfonds

STATISTISCHE STUDIES

Verhoging van de Inkomensgarantie voor Ouderen op 1 juli 2008

Titel VII. Enkele statistische en financiële gegevens

STATISTISCHE STUDIES

Welk stelsel? Wanneer met pensioen gaan?

THESAURIE ALGEMENE INDEXNOTA 31/05/ /06/2011 1,5460 -

Wijzigingen in het wettelijke pensioen van de zelfstandige

Wegwijs in je pensioen

PENSIOENZAKBOEKJE 2009

Algemene indexnota 28 september 2018 / 01 oktober 2018 versie 01/03/2019 1,7069

Een handleiding voor de pensioenwetgeving

Uw pensioen Onze zorg Over de toekomst van uw pensioen. Een initiatief van sp.a Zandhoven 7 mei 2014 Greet van Gool

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Sociale Zekerheid"

TC/01/97. Gelet op de aanvraag van de Kruispuntbank; Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van 17 september 2001;

Advies nr. 144, van 21 maart 2014, van de Raad van de Gelijke Kansen voor Mannen en Vrouwen, betreffende een voorontwerp van wet tot hervorming van

Tegemoetkomingen aan personen met een handicap

BEDRAG VAN HET PENSIOEN

PROGRAMMAWET (I) VAN 27 DECEMBER (B.S. 28 december 2006, 3e editie) Uittreksels

Overlevingspensioenen van de overheidssector

WET VAN 29 MAART betreffende de gezinsbijslag voor zelfstandigen. (B.S. 6 mei 1976)

Federale Pensioendienst Zuidertoren 1060 Brussel Overlevingspensioenen van het ambtenarenstelsel

RAADGEVEND COMITÉ VOOR DE PENSIOENSECTOR

Art. 132, eerste lid, 7 en 8, en tweede lid, WIB 92. zoals gewijzigd door art. 2, W en van toepassing vanaf aj. 2006

Overheidspensioenen in perspectief. Wat brengt de toekomst?

NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN

Toelichtingen bij de uitbreiding van de maatregel tot de toekenning van een installatiepremie aan personen die hun hoedanigheid van dakloze verliezen

Datum van inontvangstneming : 30/09/2014

Informatieveiligheidscomité Kamer sociale zekerheid en gezondheid

ALGEMENE INHOUD. Voorwoord. V Auteurs - coördinatie. VII Gebruikte afkortingen. IX Citeerwijzen

Regeerakkoord: wat is de impact op de pensioenen en de verzekeringsproducten?

Tony Van Der Steen Ombudsman Pensioenen WTC III (nabij het Noordstation) Simon Bolivarlaan 30 bus Brussel. Tel. 02/ Fax 02/

Infoblad - werknemers Hoeveel bedraagt uw uitkering na een tewerkstelling?

Sociaal statuut van bedrijfsleiders

Wijzigingen in de pensioenwetgeving

GROEPSVERZEKERING ALGEMEEN STEDELIJK ZIEKENHUIS AALST + MSSZ VOOR CONTRACTUELEN

van Belgische zijde: de heer Dr. Arthur NOKERMAN, Secretaris-generaal van het Ministerie van Sociale Voorzorg,

Wettelijk rustpensioen zelfstandigen. Liantis studiedienst

Ombudsdienst Pensioenen

Vervroegd en wettelijk pensioen

Vragen over uw pensioen en dat van uw werknemer beantwoord

Als zelfstandige arbeid je belangrijkste (of enige) beroepsactiviteit is, dan ben je zelfstandige in hoofdberoep.

1. De ontwerpteksten die aan het Algemeen Beheerscomité werden voorgelegd

(B.Vl.Reg. 20.I.1993) (B.Vl.Reg. 19.I.1994) (B.S. 27.IV.1990, err. B.S. 11.IX.1990)1

I. VERKLARINGEN BEDOELD IN ARTIKEL 1, ONDER L), VAN VERORDENING (EG) NR. 883/2004 & DE DATUM VANAF WELKE DE VERORDENING VAN TOEPASSING ZAL ZIJN

Verhoging van sommige uitkeringsbedragen voor zelfstandigen in het kader van het structureel mechanisme van welvaartsaanpassing

KONINKLIJK BESLUIT VAN 22 DECEMBER houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen

Schalen bedrijfsvoorheffing vanaf 1 januari 2015

FISC brief 1: provisionele ambtshalve beslissing tot toekenning

STATISTISCHE STUDIES

Amendementen. op het ontwerp van decreet

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 27 juni 2006; A. ONDERWERP VAN DE AANVRAAG EN SITUERING ERVAN

Door een aantal wettelijke beschikkingen moest een einde komen aan dergelijke vorm van aanvullende pensioenfondsen.

FOCUS "Senioren en het OCMW"

Paritair Comité voor de wapensmederij met de hand

Het sociaal statuut der zelfstandigen Pensioen

ISLGEMEEN E3EHEERSOMITE VOOR HET SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN

Cumulatie van een rust- of overlevingspensioen met beroepsinkomsten

inkomen - sociale voordelen

Het sociaal statuut der zelfstandigen Pensioen

HET BAREMA VAN DE BEDRIJFSVOORHEFFING (vanaf 1 januari 2014)

Transcriptie:

JAARLIJKSE STATISTIEK VAN DE UITKERINGSGERECHTIGDEN Toestand op 1 januari 2004 Doc. R.U. nr. 05/19 28 februari 2005 Dienst Statistieken Tel 02/529.32.68 Fax 02/529.21.60

VOORWOORD Met deze eenendertigste uitgave van de Jaarlijkse statistiek van de uitkeringsgerechtigden stelt de Rijksdienst voor Pensioenen een verzameling van statistisch materiaal ter beschikking die de toestand op 1 januari 2004 weergeeft. Zoals u kan vaststellen hebben wij inhoudelijk naar vernieuwing gestreefd. U vindt voortaan ook gegevens met betrekking tot de regeling openbare sector terug in onze publicatie, met uitzondering van de zuivere pensioenen openbare sector. De pensioenen openbare sector worden door de FOD Financiën uitbetaald. Het eerste gedeelte van deze statistiek behandelt nog steeds de pensioenvoordelen, zowel in de regeling werknemers als in de regeling zelfstandigen, maar ook de regeling openbare sector (met uitzondering van de zuivere pensioenen in deze regeling). Het tweede deel omvat de andere voordelen die door de Rijksdienst voor Pensioenen uitbetaald worden. Het betreft hier statistieken inzake de inkomensgarantie voor ouderen, het gewaarborgd inkomen voor bejaarden, de werknemersrenten, de onvoorwaardelijke pensioenen voor zelfstandigen en de tegemoetkomingen aan mindervaliden. In het laatste gedeelte komt de totaliteit van de RVP-uitkeringsgerechtigden met hun inkomen (wettelijke pensioenen en andere voordelen) aan bod. Gabriel PERL, Administrateur-generaal

INHOUDSOPGAVE blz Tabel Grafiek VOORWOORD 5 INLEIDING BIJ DE JAARLIJKSE STATISTIEK VAN DE UITKERINGSGERECHTIGDEN 7 I. De Rijksdienst voor pensioenen 9 II. De betaalfunctie van de R.V.P. 9 III. De sociale uitkeringen 9 IV. De databank 11 V. De statistieken 12 VI. Samenstelling van het bestand van de uitkeringsgerechtigden op 1 januari 2004 14 I GERECHTIGDEN OP PENSIOENVOORDELEN 17 - Algemene methodenota 19 - : algemene samenvatting 21 - Evolutie van het aantal gerechtigden 2001-2004 23 - Grafiek: evolutie van het aantal pensioengerechtigden 27 1 HOOFDSTUK I - Algemene statistieken 29 A. Verdeling per leeftijd 33 I A/ 1 tot 7 2 tot 8 B. Verdeling volgens de omvang van het maandbedrag 63 I B/ 1 tot 7 9 C. Verdeling per combinatie van pensioenregelingen 87 I C/ 11 tot 36 10 HOOFDSTUK II - Geografische spreiding en nationaliteit 107 A. Betalingen in België : Verdeling per provincie en gewest 111 II A/ 1 tot 8 11 tot 17 B. Betalingen in België : Verdeling per nationaliteit 143 II B C. Betalingen in het buitenland : Verdeling volgens land van verblijf en per nationaliteit 147 II C/ 1 en 2 18 en 19 HOOFDSTUK III - Bijzondere statistieken betreffende de werknemerspensioenen 157 A. Ingangsjaar 161 III A/ 1 tot 3 20 B. Vervroegde rustpensioenen 171 III B/ 1 en 2 C. Mijnwerkers 177 III C/ 1 en 2 D. Gerechtigden op overlevingspensioen, jonger dan 45 jaar 183 III D/ 1 en 2 E. Uit de echt gescheiden echtgenoten 187 III E/ 1 en 2 F. Volledige loopbanen 197 III F/ 1 tot 8

blz Tabel Grafiek HOOFDSTUK IV - Verdeling van de overleden gerechtigden per leeftijd 209 IV 1 tot 7 II GERECHTIGDEN OP ANDERE DAN PENSIOEN- VOORDELEN 235 HOOFDSTUK V - Inkomensgarantie voor ouderen 237 A. Verdeling per geboortejaar 243 V A/ 1 tot 3 B. Verdeling volgens de omvang van het maandbedrag 249 V B/ 1 tot 3 C. Verdeling per combinatie met pensioenvoordelen 255 V C/ 1 tot 3 D. Betalingen in België : Verdeling per provincie en gewest 265 V D/ 1 tot 4 HOOFDSTUK VI - Gewaarborgd inkomen voor bejaarden 271 - Verdeling per combinatie met pensioenvoordelen 275 VI 1 tot 3 HOOFDSTUK VII - Onvoorwaardelijk pensioen voor zelfstandigen 281 HOOFDSTUK VIII - Werknemersrente 287 HOOFDSTUK IX - Tegemoetkoming aan mindervaliden 293 III UITKERINGSGERECHTIGDEN BINNEN DE RIJKSDIENST VOOR PENSIOENEN 299 - Verdeling per geboortejaar en volgens de omvang van het maandbedrag 303 X 1 tot 3 21

INLEIDING BIJ DE JAARLIJKSE STATISTIEK VAN DE UITKERINGSGERECHTIGDEN OP 1 JANUARI 2004

9 I N L E I D I N G JAARLIJKSE STATISTIEKEN VAN DE UITKERINGSGERECHTIGDEN 1. DE RIJKSDIENST VOOR PENSIOENEN De Rijksdienst voor Werknemerspensioenen werd bij koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 opgericht en kreeg als taak de wetgeving betreffende de rust- en overlevingspensioenen voor werknemers op het vlak van de toekenning van de pensioenen toe te passen. In de loop van de jaren werden andere instellingen opgeslorpt, met name de Nationale Kas voor Bediendepensioenen (vanaf 1 maart 1981) en de Rijkskas voor Rust- en Overlevingspensioenen (vanaf 1 april 1987). De instelling kreeg vanaf 1 april 1987 de naam Rijksdienst voor Pensioenen. Ook de bevoegdheden en taken kenden een uitbreiding met de toekenning van het gewaarborgd inkomen voor bejaarden, het beheer van de wettelijke en buitenwettelijke rentevoordelen, de betaling van de uitkeringen in de repartitie- en kapitalisatiestelsels voor de werknemers, de betaling van de zelfstandigenpensioenen, de inkomensgarantie voor ouderen en bepaalde uitkeringen als mindervalide. 2. DE BETAALFUNCTIE VAN DE R.V.P. In de databank van de betaaldiensten worden de gegevens gecentraliseerd over al de voordelen die de R.V.P. uitbetaalt en die in veel gevallen door verschillende toekenningsorganen aan eenzelfde persoon zijn toegekend. Dit laat toe dubbele betalingen of ongeoorloofde cumulaties uit te schakelen, hetzij in hoofde van eenzelfde persoon, hetzij tussen twee echtgenoten. 3. DE SOCIALE UITKERINGEN De pensioenregelingen en de sociale bijstandsregelingen waarvoor de R.V.P. de betaling verricht, worden hierna toegelicht.

10 Uitkeringen in de pensioenregeling voor werknemers a) In het repartitiestelsel : - het rustpensioen : toegekend voor jaren van tewerkstelling als werknemer; - het overlevingspensioen : toegekend aan de langstlevende echtgeno(o)t(e) voor jaren van tewerkstelling als werknemer van de overleden echtgeno(o)t(e); - de verwarmingstoelage : toegekend aan pensioengerechtigde mijnwerkers of hun langstlevende echtgeno(o)t(e) die het overlevingspensioen geniet; - het vakantiegeld : jaarlijks uitbetaald aan bepaalde personen die in mei van het betrokken jaar een werknemerspensioen genieten. b) In het kapitalisatiestelsel : - de ouderdomsrente ; - de weduwerente. Uitkeringen in de pensioenregeling voor zelfstandigen a) De eigenlijke pensioenen : - het rustpensioen : toegekend voor jaren van beroepsactiviteit als zelfstandige ; - het overlevingspensioen : toegekend aan de langstlevende echtgeno(o)t(e) voor jaren van beroepsactiviteit als zelfstandige van de overleden echtgeno(o)t(e) ; - de bijzondere bijslag : jaarlijks uitbetaald in juli aan alle personen die een jaarlijks pensioen genieten dat kleiner is dan het gewaarborgd minimumpensioen. b) De onvoorwaardelijke pensioenen, toegekend aan de personen die geen aanspraak kunnen maken op het eigenlijke pensioen of de uitbetaling ervan, of voor wie het globaal bedrag van deze uitkeringen kleiner is dan het onvoorwaardelijk pensioen, dat samengesteld is uit de vóór 1976 gevestigde rente en de tussen 1 januari 1976 en 31 december 1983 verkregen theoretische rente: - het onvoorwaardelijk rustpensioen ; - het onvoorwaardelijk overlevingspensioen. c) De vervroegde uittredingstegemoetkoming, toegekend in het kader van de communautaire steunregeling voor vervroegde uittreding in de landbouwsector. Het is een niet-geïndexeerd supplement bij het vervroegd pensioen als zelfstandige, gefinancierd door de Europese Unie en het Ministerie van Middenstand en Landbouw, dat kan worden toegekend aan landbouwers die hun bedrijf overlaten, of aan hun weduwe, en slechts betaalbaar is tot de leeftijd van 75 jaar.

11 Uitkeringen in de sociale bijstandsregelingen a) Het gewaarborgd inkomen voor bejaarden Iedere persoon die de vereiste leeftijd heeft bereikt en zijn/haar pensioen(en) en andere inkomens samen, met bepaalde vrijstellingen, kleiner zijn dan het door de wet van 1 april 1969 ingesteld gewaarborgd inkomen voor bejaarden, heeft recht op het verschil. De ouderdoms- en weduwerentebijslagen die vóór de instelling van het gewaarborgd inkomen werden toegekend, blijven als verworven recht behouden indien zij voordeliger waren. b) De inkomensgarantie voor ouderen De wet van 22 maart 2001 heeft tot doelstelling het gewaarborgd inkomen voor bejaarden te vervangen door een inkomensgarantie voor ouderen. Bovendien wordt het recht geïndividualiseerd en dient men ook hier te voldoen aan de vereiste leeftijdsvoorwaarde om het recht te kunnen openen op dit voordeel. Als blijkt dat het gewaarborgd inkomen voor bejaarden gunstiger is dan de inkomensgarantie voor ouderen blijft het gewaarborgd inkomen als verworven recht behouden. c) Tegemoetkomingen aan mindervaliden De tegemoetkomingen die door de wet van 27 juni 1969 betreffende het toekennen van tegemoetkomingen aan de mindervaliden werden voorzien en die door de R.V.P. worden uitbetaald zijn de volgende: - de aanvullende tegemoetkoming ; - de tegemoetkoming ter aanvulling van het gewaarborgd inkomen voor bejaarden; - de tegemoetkoming voor hulp van derde. Krachtens het koninklijk besluit van 6 juli 1987 tot uitvoering van de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten, is de FOD Financiën met ingang van 1 juli 1987 belast met de uitbetaling van de tegemoetkomingen die bij deze wet werden ingesteld en in de plaats komen van de bestaande tegemoetkomingen. De R.V.P. blijft echter belast met de taken welke hem waren toebedeeld vóór de inwerkingtreding van deze wet, voor de gevallen waarop de wet van 27 juni 1969 toepasselijk blijft. 4. DE DATABANK De R.V.P. beschikt over een databank waarin de uitkeringsgerechtigden opgenomen zijn. Per gerechtigde worden een groot aantal gegevens bijgehouden die de actuele toestand van een betalingsdossier in al zijn aspecten weergeven. Bovendien worden sommige gegevens betreffende het verleden in "historieken" bijgehouden (historieken van de rechten, de betaalde bedragen, de onbetaalde assignaties en de invorderingen).

12 Voor het opmaken van de statistieken wordt gebruik gemaakt van de actuele gegevens, die in de eerste plaats bedoeld zijn voor het beheer van de betalingen. Het bestand van de uitkeringsgerechtigden wordt statistisch in twee delen opgesplitst. Het belangrijkste is dit van de pensioengerechtigden. Iemand wordt als pensioengerechtigde in aanmerking genomen wanneer tenminste één van de volgende voordelen wordt uitbetaald: een rust- of overlevingspensioen voor werknemers of een rust- of overlevingspensioen voor zelfstandigen, al dan niet gecombineerd met een pensioenvoordeel uit de openbare sector (uitbetaald door de FOD Financiën). Het tweede deel bevat de gerechtigden op andere voordelen dan pensioenvoordelen : - gerechtigden op een inkomensgarantie voor ouderen ; - gerechtigden op een gewaarborgd inkomen voor bejaarden ; - gerechtigden op een uitkering in de regeling voor mindervaliden ; - gerechtigden op een ouderdoms- of weduwerente voor werknemers ; - gerechtigden op een onvoorwaardelijk rust- of overlevingspensioen voor zelfstandigen. 5. DE STATISTIEKEN De jaarlijkse statistieken weerspiegelen de samenstelling van het bestand van de uitkeringsgerechtigden op 1 januari. Een aantal gerechtigden waarvoor het recht op uitkeringen reeds is ingegaan maar dat op het waarnemingstijdstip (1 januari) (nog) niet in betaling is gesteld, komt in de databank niet voor. Ze ontbreken dus in de statistieken, of komen er slechts in voor met die voordelen die reeds vroeger in betaling werden gesteld. Men kan de ontbrekende gevallen onderverdelen in : - hoofdzakelijk nieuwe gevallen waarvoor de toekenning en de eerste daadwerkelijke betaling vertraging hebben opgelopen t.a.v. de ingangsdatum van het recht ; - andere gevallen die om allerlei redenen tijdelijk uit de regelmatige betalingscyclus zijn verdwenen. Men mag dus niet uit het oog verliezen dat vooral de jongste generatie van uitkeringsgerechtigden niet altijd volledig in de statistieken van de R.V.P. vertegenwoordigd is. Deze leemte komt vooral tot uiting in de statistieken die een verdeling per geboortejaar of een verdeling per ingangsjaar geven. Het bedrag dat bij het aantal gerechtigden hoort is steeds het maandbedrag van het recht op de beschouwde voordelen voor de maand januari, zonder rekening te houden met de eventuele aftrek van de bedrijfsvoorheffing, de bijdrage voor de ziekteverzekering, de solidariteitsbijdrage of de in te vorderen bedragen.

13 Dikwijls worden verschillende voordelen aan eenzelfde gerechtigde uitbetaald. Zulke gevallen worden in elk van de betrokken regelingen als eenheid geteld, wat het aantal gevallen betreft, maar het bedrag wordt beperkt tot de voordelen die voor een regeling in aanmerking komen. De veelvuldige combinaties van "interne" voordelen (d.w.z. uitbetaald door de R.V.P.) die zich kunnen voordoen, kunnen tot de volgende typen worden herleid: - iemand kan een gemengd rustpensioen bekomen voor een gemengde loopbaan als werknemer en zelfstandige of een gemengd overlevingspensioen voor een gemengde loopbaan als werknemer en zelfstandige van de overleden echtgenoot ; - een langstlevende echtgenoot kan een persoonlijk rustpensioen (eventueel gemengd) binnen bepaalde grenzen cumuleren met een overlevingspensioen (eventueel gemengd) ; - een rust- en/of overlevingspensioen als werknemer kan onbeperkt samengaan met een ouderdoms- en/of weduwerente; - een rust- en/of overlevingspensioen als zelfstandige kan door een onvoorwaardelijk rust- en/of overlevingspensioen als zelfstandige worden vervangen; - de gerechtigde op een rust- en/of overlevingspensioen als werknemer voor jaren van tewerkstelling als mijnwerker kan tevens een verwarmingstoelage genieten; - een rust- en/of overlevingspensioen kan worden aangevuld met één of meer voordelen in de sociale bijstandsregelingen. Bovendien kunnen sommige gerechtigden die één of meer van de opgesomde "interne" voordelen genieten, deze binnen bepaalde grenzen cumuleren met "externe" voordelen, d.w.z. met uitkeringen die niet door de R.V.P. worden uitbetaald zoals : - pensioenen ten laste van de openbare sector (een Openbaar Bestuur, de NMBS, enz... ; - pensioenen ten laste van de Overzeese sociale zekerheid; - pensioenen ten laste van een buitenlandse regeling; - tegemoetkomingen aan gehandicapten betaald door het Ministerie van Financiën; - renten tot herstel van de schade voortspruitend uit arbeidsongevallen of beroepsziekten; - kinderbijslagen en wezenbijslagen; - oorlogspensioenen. Tenslotte kunnen de opgesomde "interne" en "externe" pensioenen gecumuleerd worden: - zonder beperking, met extralegale pensioenen; - geheel of gedeeltelijk, met binnen bepaalde grenzen gelegen beroepsinkomsten.

14 Men mag daarom de volgende twee aspecten niet uit het oog verliezen : 1. Wat het aantal uitkeringsgerechtigden betreft, bestaat er tussen de statistieken van de R.V.P. en deze van andere instellingen en diensten, die eveneens pensioenen en andere uitkeringen betalen, een groot aantal dubbeltellingen die niet altijd gelokaliseerd kunnen worden, noch in cijfers zijn uitgedrukt. 2. Wanneer men het aspect "inkomen" van de uitkeringsgerechtigden beschouwt, kunnen de statistieken van de R.V.P. inlichtingen verschaffen over de uitkeringen die deze instelling betaalt, aangevuld met inlichtingen uit het Kadaster der Pensioenen voor wat betreft de pensioenuitkeringen van de openbare sector (uitbetaald door de FOD Financiën). D.w.z. dat voor de RVPuitkeringsgerechtigden ook het gedeelte pensioen openbare sector opgenomen is in het globaal inkomen van de gepensioneerden. Enkel zij die een pensioen genieten voor een zuivere loopbaan in de openbare sector, zijn niet opgenomen in onze statistieken. 6. SAMENSTELLING VAN HET BESTAND OP 1 JANUARI 2004 Op 1 januari 2004 telde het bestand van de regelmatige maandelijkse betalingen 1.814.712 uitkeringsgerechtigden. Het totaal maandbedrag voor januari 2004 van alle aan deze gerechtigden verschuldigde uitkeringen R.V.P. beliep 1.314.387.651,97 EUR. Dit bedrag is gekoppeld aan de spilindex 111,64 (basis 1996). De samenvattende tabel op de volgende bladzijde geeft het aantal gerechtigden per uitkering R.V.P. en het overeenstemmend maandbedrag, evenals het aantal gerechtigden per regeling en per deelbestand. Deze tabel illustreert de overlappingen en dubbeltellingen die voortvloeien uit de cumulatie van twee of meer uitkeringen in één of meer regelingen. De 1.596.527 gerechtigden op een werknemerspensioen en de 492.018 gerechtigden op een zelfstandigenpensioen vormen samen het geheel van de 1.727.310 uitkeringsgerechtigden die het voorwerp uitmaken van de statistieken in deze brochure.

15 SAMENSTELLING VAN HET BESTAND VAN DE UITKERINGSGERECHTIGDEN OP 1 JANUARI 2004 MAANDELIJKSE AANTAL GERECHTIGDEN EN AANTAL VOORDELEN UITGAVE IN EUR WERKNEMERS RUSTPENSIOENEN 1.339.433 807.792.710,80 OVERLEVINGSPENSIOENEN 504.407 297.544.185,68 PENSIOENGERECHTIGDEN 1.596.527 VERWARMINGSTOELAGEN 73.806 3.782.519,37 1.727.310 ZELFSTANDIGEN RUSTPENSIOENEN 387.786 113.889.057,37 492.018 OVERLEVINGSPENSIOENEN 131.724 47.401.820,63 VERVR. UITTREDINGSTEG. LANDBOUW 1.490 315.563,36 GERECHTIGDEN OP EEN INKOMENSGARANTIE VOOR 72.233 14.078.739,12 OUDEREN 72.233 GERECHTIGDEN OP EEN GEWAARBORGD INKOMEN VOOR 24.472 7.007.673,10 UITKERINGSGERECHTIGDEN BEJAARDEN 24.472 1.814.712 GERECHTIGDEN OP EEN OUDERDOMSRENTEN 748.578 15.768.843,78 RENTE "WERKNEMERS" WEDUWERENTEN 167.524 1.850.060,20 854.430 GERECHTIGDEN OP EEN ONVOORWAARD. RUSTPENSIOENEN 49.865 1.874.596,01 ONVOORWAARDELIJK PENSIOEN "ZELFSTANDIGEN" ONVOORWAARD. OVERLEVINGSPENS. 21.854 555.045,70 69.390 AANVULLENDE TEGEMOETKOMINGEN 4.977 1.441.970,74 GERECHTIGDEN OP EEN VOORDEEL "MINDERVALIDEN" TEGEM. AANVULLING GEW. INKOMEN 3.723 432.716,63 9.665 TEGEMOETKOMINGEN HULP V. DERDE 4.787 652.149,48

I Gerechtigden op pensioenvoordelen

19 ALGEMENE METHODENOTA I. WAARNEMINGSGEBIED : PENSIOENREGELINGEN EN PENSIOENVOORDELEN De statistiek van de pensioengerechtigden heeft betrekking op : 1. De rust- en overlevingspensioenen in de regeling werknemers ; 2. De rust- en overlevingspensioenen in de regeling zelfstandigen ; 3. De rust- en overlevingspensioenen in de regeling openbare sector (uitbetaald door de FOD Financiën). De zuivere pensioenen openbare sector zijn hier niet in opgenomen. Wanneer een gerechtigde één of meer van deze voordelen met andere interne uitkeringen R.V.P. cumuleert, wordt voor de bedragen alleen rekening gehouden met de eerstgenoemde voordelen. II. CATEGORIEËN VAN GERECHTIGDEN : Om tot een eenvormige classificatie van de gegevens te komen, en de vergelijking te vergemakkelijken tussen de verschillende onderverdelingen enerzijds en de gegevens van de voorgaande jaren anderzijds, werden de volgende categorieën vastgelegd op grond van het geslacht en de burgerlijke staat van de gerechtigden en de aard van het pensioen : Mannen Vrouwen 11 21 Gehuwde gerechtigden op één of meer rustpensioenen gezinsbedrag 12 22 Gehuwde gerechtigden op één of meer rustpensioenen bedrag alleenstaande, inbegrepen de feitelijke of van tafel en bed gescheiden echtgenoten voor het aan elk van beiden toegekend gedeelte van het gezinspensioen 13 23 Niet-gehuwde gerechtigden op één of meer rustpensioenen bedrag alleenstaande 14 24 Gerechtigden op één of meer rustpensioenen en één of meer overlevingspensioenen 15 25 Gerechtigden op één of meer overlevingspensioenen

21 TOESTAND OP 1 JANUARI 2004 Op 1 januari 2004 waren 1.727.310 gerechtigden op een rust- en overlevingspensioen in één of meer van de regelingen Werknemers en Zelfstandigen (al dan niet gecombineerd met een pensioenvoordeel in de Openbare Sector ) voor uitbetaling in de databank van de R.V.P. opgenomen. Het globaal maandbedrag van de R.V.P.-pensioenvoordelen die in januari 2004 aan deze gerechtigden betaalbaar waren, beliep 1.266.627.774,48 EUR. De hiernavolgende tabel geeft een samenvatting van de aantallen en de maandbedragen per regeling, voordeel en categorie van gerechtigden.

22 AANTAL GERECHTIGDEN EN MAANDELIJKSE UITGAVEN OP 1 JANUARI 2004 CATEGORIE Werknemers Zelfstandigen Zonder onderscheid van regeling Aantal Maanduitgave Aantal Maanduitgave Aantal Maanduitgave 1. MANNEN 1.1 Gehuwd, rustpensioen "gezin" 312.848 299.877.820,08 115.495 54.626.559,19 352.198 354.504.379,27 1.2 Gehuwd, rustpensioen "alleenstaande" 244.862 157.324.438,13 53.596 13.095.148,05 255.134 170.419.586,18 1.3 Niet-gehuwd, rustpensioen "alleenstaande" 160.099 111.945.755,79 50.419 15.572.076,83 175.011 127.517.832,62 1.4 Rust- en overlevingspensioen 11.003 6.862.645,09 6.103 2.116.791,45 11.249 8.979.436,54 1.5 Overlevingspensioen 1.921 1.185.341,44 235 40.598,30 1.995 1.225.939,74 TOTAAL MANNEN 730.733 577.196.000,53 225.848 85.451.173,82 795.587 662.647.174,35 2. VROUWEN 2.1 Gehuwd, rustpensioen "gezin" 1.003 445.388,81 364 78.174,84 1.118 523.563,65 2.2 Gehuwd, rustpensioen "alleenstaande" 227.846 98.552.777,54 56.751 10.260.989,06 249.409 108.813.766,60 2.3 Niet-gehuwd, rustpensioen "alleenstaande" 135.155 68.158.371,17 37.219 7.733.768,31 144.524 75.892.139,48 2.4 Rust- en overlevingspensioen 269.366 211.459.800,82 99.604 29.552.822,00 276.546 241.012.622,82 2.5 Overlevingspensioen 232.400 149.510.511,21 72.213 28.207.089,93 260.089 177.717.601,14 TOTAAL VROUWEN 865.770 528.126.849,55 266.151 75.832.844,14 931.686 603.959.693,69 3. MANNEN + VROUWEN 3.1 Gehuwd, rustpensioen "gezin" 313.851 300.323.208,89 115.859 54.704.734,03 353.316 355.027.942,92 3.2 Gehuwd, rustpensioen "alleenstaande" 472.708 255.877.215,67 110.347 23.356.137,11 504.543 279.233.352,78 3.3 Niet-gehuwd, rustpensioen "alleenstaande" 295.254 180.104.126,96 87.638 23.305.845,14 319.535 203.409.972,10 3.4 Rust- en overlevingspensioen 280.369 218.322.445,91 105.707 31.669.613,45 287.795 249.992.059,36 3.5 Overlevingspensioen 234.321 150.695.852,65 72.448 28.247.688,23 262.084 178.943.540,88 TOTAAL MANNEN + VROUWEN 1.596.503 1.105.322.850,08 491.999 161.284.017,96 1.727.273 1.266.606.868,04 Niet-verdeelde gevallen 24 14.046,40 19 6.860,04 37 20.906,44 ALGEMEEN TOTAAL 1.596.527 1.105.336.896,48 492.018 161.290.878,00 1.727.310 1.266.627.774,48

23 EVOLUTIE VAN HET AANTAL PENSIOENGERECHTIGDEN Samenvatting Aantallen verdeeld per pensioenregeling 01.01.2001 01.01.2002 01.01.2003 01.01.2004 MANNEN - Zuivere loopbaan "Werknemer" 454.918 - Zuivere loopbaan "Zelfstandige" 62.106 - Gemengde loopbaan "Werknemer + Zelfstandige" 149.692 - Gemengde loopbaan "Werknemer + Openbare Sector" 93.382 - Gemengde loopbaan "Zelfstandige + Openbare Sector" 4.069 - Gemengde loopbaan "Werknemer + Zelfstandige + Openbare Sector" 10.888 461.501 468.425 475.425 61.753 60.949 60.699 149.661 149.246 150.048 93.321 93.547 94.314 4.103 4.086 4.155 10.906 10.888 10.946 TOTAAL MANNEN 775.055 781.245 787.141 795.587 VROUWEN - Zuivere loopbaan "Werknemer" 570.176 - Zuivere loopbaan "Zelfstandige" 64.980 - Gemengde loopbaan "Werknemer + Zelfstandige" 189.495 - Gemengde loopbaan "Werknemer + Openbare Sector" 100.093 - Gemengde loopbaan "Zelfstandige + Openbare Sector" 4.545 - Gemengde loopbaan "Werknemer + Zelfstandige + Openbare Sector" 15.575 571.591 572.813 562.808 64.093 62.870 61.166 188.565 187.100 184.209 101.193 102.168 102.727 4.621 4.671 4.750 15.845 15.961 16.026 TOTAAL VROUWEN 944.864 945.908 945.583 931.686 MANNEN + VROUWEN - Zuivere loopbaan "Werknemer" 1.025.094 - Zuivere loopbaan "Zelfstandige" 127.086 - Gemengde loopbaan "Werknemer + Zelfstandige" 339.187 - Gemengde loopbaan "Werknemer + Openbare Sector" 193.475 - Gemengde loopbaan "Zelfstandige + Openbare Sector" 8.614 - Gemengde loopbaan "Werknemer + Zelfstandige + Openbare Sector" 26.463 1.033.092 1.041.238 1.038.233 125.846 123.819 121.865 338.226 336.346 334.257 194.514 195.715 197.041 8.724 8.757 8.905 26.751 26.849 26.972 TOTAAL MANNEN + VROUWEN 1.719.919 1.727.153 1.732.724 1.727.273

24 EVOLUTIE VAN HET AANTAL PENSIOENGERECHTIGDEN Werknemers Aantallen verdeeld per pensioenregeling 01.01.2001 01.01.2002 01.01.2003 01.01.2004 MANNEN - Zuivere loopbaan "Werknemer" 454.918 461.501 468.425 475.425 - Gemengde loopbaan "Werknemer + Zelfstandige" 149.692 149.661 149.246 150.048 - Gemengde loopbaan "Werknemer + Openbare Sector" 93.382 93.321 93.547 94.314 - Gemengde loopbaan "Werknemer + Zelfstandige + Openbare Sector" 10.888 10.906 10.888 10.946 TOTAAL MANNEN 708.880 715.389 722.106 730.733 VROUWEN - Zuivere loopbaan "Werknemer" 570.176 571.591 572.813 562.808 - Gemengde loopbaan "Werknemer + Zelfstandige" 189.495 188.565 187.100 184.209 - Gemengde loopbaan "Werknemer + Openbare Sector" 100.093 101.193 102.168 102.727 - Gemengde loopbaan "Werknemer + Zelfstandige + Openbare Sector" 15.575 15.845 15.961 16.026 TOTAAL VROUWEN 875.339 877.194 878.042 865.770 MANNEN + VROUWEN - Zuivere loopbaan "Werknemer" 1.025.094 1.033.092 1.041.238 1.038.233 - Gemengde loopbaan "Werknemer + Zelfstandige" 339.187 338.226 336.346 334.257 - Gemengde loopbaan "Werknemer + Openbare Sector" 193.475 194.514 195.715 197.041 - Gemengde loopbaan "Werknemer + Zelfstandige + Openbare Sector" 26.463 26.751 26.849 26.972 TOTAAL MANNEN + VROUWEN 1.584.219 1.592.583 1.600.148 1.596.503

25 EVOLUTIE VAN HET AANTAL PENSIOENGERECHTIGDEN Zelfstandigen Aantallen verdeeld per pensioenregeling 01.01.2001 01.01.2002 01.01.2003 01.01.2004 MANNEN - Zuivere loopbaan "Zelfstandige" 62.106 61.753 60.949 60.699 - Gemengde loopbaan "Zelfstandige + Werknemer" 149.692 149.661 149.246 150.048 - Gemengde loopbaan "Zelfstandige + Openbare Sector" 4.069 4.103 4.086 4.155 - Gemengde loopbaan "Zelfstandige + Werknemer + Openbare Sector" 10.888 10.906 10.888 10.946 TOTAAL MANNEN 226.755 226.423 225.169 225.848 VROUWEN - Zuivere loopbaan "Zelfstandige" 64.980 64.093 62.870 61.166 - Gemengde loopbaan "Zelfstandige + Werknemer" 189.495 188.565 187.100 184.209 - Gemengde loopbaan "Zelfstandige + Openbare Sector" 4.545 4.621 4.671 4.750 - Gemengde loopbaan "Zelfstandige + Werknemer + Openbare Sector" 15.575 15.845 15.961 16.026 TOTAAL VROUWEN 274.595 273.124 270.602 266.151 MANNEN + VROUWEN - Zuivere loopbaan "Zelfstandige" 127.086 125.846 123.819 121.865 - Gemengde loopbaan "Zelfstandige + Werknemer" 339.187 338.226 336.346 334.257 - Gemengde loopbaan "Zelfstandige + Openbare Sector" 8.614 8.724 8.757 8.905 - Gemengde loopbaan "Zelfstandige + Werknemer + Openbare Sector" 26.463 26.751 26.849 26.972 TOTAAL MANNEN + VROUWEN 501.350 499.547 495.771 491.999

27 Grafiek 1 inleiding aantallen 900.000 880.000 860.000 840.000 820.000 800.000 780.000 760.000 740.000 720.000 700.000 Evolutie van het aantal pensioengerechtigden Werknemers aantallen Zelfstandigen 300.000 Vrouwen 290.000 280.000 270.000 Vrouwen 260.000 250.000 240.000 230.000 Mannen Mannen 220.000 210.000 2001 2002 2003 2004 200.000 2001 2002 2003 2004

HOOFDSTUK I ALGEMENE STATISTIEKEN VAN DE GERECHTIGDEN IN DE REGELING WERKNEMERS, ZELFSTANDIGEN EN OPENBARE SECTOR

31 HOOFDSTUK I ALGEMENE STATISTIEKEN VAN DE GERECHTIGDEN IN DE REGELING WERKNEMERS, ZELFSTANDIGEN EN OPENBARE SECTOR Verdeling van het aantal pensioengerechtigden met de overeenstemmende maandelijkse uitgave A. per leeftijd van de gerechtigden B. volgens de omvang van het maandbedrag C. per combinatie van pensioenregelingen

33 I-A. VERDELING PER LEEFTIJD VAN HET AANTAL PENSIOENGERECHTIGDEN MET DE OVEREENSTEMMENDE MAANDELIJKSE UITGAVE OP 1 JANUARI 2004 Voor elke regeling en type loopbaan zoals hieronder beschreven : - zuivere loopbaan werknemer - zuivere loopbaan zelfstandige - gemengde loopbaan (werknemer + zelfstandige) - gemengde loopbaan (werknemer + openbare sector) - gemengde loopbaan (zelfstandige + openbare sector) - gemengde loopbaan (werknemer + zelfstandige + openbare sector) wordt een tabel opgemaakt per geslacht, van het aantal pensioengerechtigden en de daarbij horende maandelijkse uitgave. Tevens wordt ook een samenvattende tabel opgemaakt van het totaal aantal pensioengerechtigden met hun maanduitgave (= wettelijke pensioenuitgave). Elke tabel geeft een verdeling weer per leeftijd van het aantal pensioengerechtigden met de overeenstemmende maandelijkse uitgave, voor elke categorie afzonderlijk en in totaliteit (som van alle categorieën samen).

34 Tabel I A / 1a VERDELING PER LEEFTIJD ZUIVERE LOOPBAAN WERKNEMER MANNEN Rustpensioen LEEFTIJD "Gezinsbedrag" Gehuwd Niet-gehuwd "Bedrag alleenstaande" "Bedrag alleenstaande" Rusten Overlevingspensioen TOTAAL overlevingspensioen Aantal Maanduitgave (*) Aantal Maanduitgave (*) Aantal Maanduitgave (*) Aantal Maanduitgave (*) Aantal Maanduitgave (*) Aantal Maanduitgave (*) 100j en ouder 3 113,89 4 2.089,72 46 33.143,77 3 1.781,75 56 37.129,13 95j - 99j 92 75.586,06 71 47.242,74 595 443.365,73 54 47.222,91 2 248,45 814 613.665,89 90j - 94j 1.135 1.010.038,59 870 582.149,07 3.009 2.306.480,11 354 300.623,60 6 1.030,47 5.374 4.200.321,84 85j - 89j 4.241 3.977.378,48 3.264 2.193.838,88 5.913 4.606.324,51 497 433.986,15 24 3.218,07 13.939 11.214.746,09 80j - 84j 20.486 21.596.981,33 15.202 10.633.405,43 15.768 13.062.319,32 1.057 947.086,45 54 8.348,61 52.567 46.248.141,14 75j - 79j 39.908 44.741.368,80 27.701 19.910.715,97 21.197 17.929.533,83 1.036 932.761,91 44 5.849,84 89.886 83.520.230,35 70j - 74j 58.641 68.536.127,36 41.535 34.029.676,62 25.116 21.924.598,14 1.019 949.551,19 36 6.992,75 126.347 125.446.946,06 65j - 69j 64.581 77.757.240,80 49.950 45.544.624,32 26.687 23.743.164,49 751 708.462,49 41 16.169,67 142.010 147.769.661,77 60j - 64j 16.794 20.962.900,73 12.999 12.656.547,16 5.300 5.033.107,27 158 162.548,64 168 99.778,69 35.419 38.914.882,49 55j - 59j 1.244 1.984.061,74 396 417.250,88 190 247.433,75 4 4.995,92 345 263.334,72 2.179 2.917.077,01 50j - 54j 1.562 2.566.927,02 433 492.067,06 187 234.894,49 2 3.241,07 325 265.567,49 2.509 3.562.697,13 45j - 49j 1.746 2.811.335,20 601 719.439,64 278 345.745,45 1 85,49 256 204.396,38 2.882 4.081.002,16 40j - 44j 672 1.050.299,95 321 384.946,05 182 219.593,48 142 112.714,75 1.317 1.767.554,23 35j - 39j 4 5.642,73 2 1.161,49 3 2.125,80 84 65.636,67 93 74.566,69 30j - 34j 30 21.935,99 30 21.935,99 25j - 29j 3 2.009,55 3 2.009,55 20j - 24j jonger dan 20j TOTAAL 211.109 247.076.002,68 153.349 127.615.155,03 104.471 90.131.830,14 4.936 4.492.347,57 1.560 1.077.232,10 475.425 470.392.567,52 (*) Opmerking: De maanduitgave vertegenwoordigt alleen de uitkering in de regeling "Werknemers" die door de Rijksdienst voor Pensioenen uitbetaald wordt.

35 Tabel I A / 1b VERDELING PER LEEFTIJD ZUIVERE LOOPBAAN WERKNEMER VROUWEN LEEFTIJD "Gezinsbedrag" Rustpensioen Rust- Gehuwd Niet-gehuwd en Overlevingspensioen TOTAAL "Bedrag alleenstaande" "Bedrag alleenstaande" overlevingspensioen Aantal Maanduitgave (*) Aantal Maanduitgave (*) Aantal Maanduitgave (*) Aantal Maanduitgave (*) Aantal Maanduitgave (*) Aantal Maanduitgave (*) 100j en ouder 62 36.975,02 179 156.181,58 246 173.317,55 487 366.474,15 95j - 99j 47 19.726,21 541 291.014,99 2.129 1.903.085,41 1.767 1.258.793,25 4.484 3.472.619,86 90j - 94j 622 224.440,90 2.342 1.244.656,60 9.638 8.688.722,00 6.502 4.502.185,00 19.104 14.660.004,50 85j - 89j 2 1.162,01 2.538 908.280,99 4.171 2.177.931,89 15.407 14.095.476,77 11.115 7.501.349,98 33.233 24.684.201,64 80j - 84j 13 4.147,02 12.953 4.744.400,94 10.517 5.700.686,35 32.897 31.479.240,51 24.340 16.519.345,85 80.720 58.447.820,67 75j - 79j 58 28.126,02 24.559 10.034.967,06 13.820 8.016.479,81 34.599 34.197.404,32 28.737 19.545.571,77 101.773 71.822.548,98 70j - 74j 155 52.280,60 42.339 19.551.505,09 16.297 10.418.447,60 30.637 31.552.969,79 22.673 15.627.480,20 112.101 77.202.683,28 65j - 69j 314 145.332,46 54.123 28.202.288,46 18.052 12.226.056,63 19.685 20.799.816,11 15.134 10.616.364,67 107.308 71.989.858,33 60j - 64j 172 142.395,09 33.398 20.720.844,92 9.835 7.484.945,34 5.995 6.563.281,26 15.217 12.835.491,92 64.617 47.746.958,53 55j - 59j 1 1.719,37 339 207.433,76 99 91.125,45 4 7.947,83 15.649 14.702.763,55 16.092 15.010.989,96 50j - 54j 212 111.803,64 30 3.908,12 1 463,67 10.072 9.430.155,30 10.315 9.546.330,73 45j - 49j 167 91.717,31 22 1.579,35 6.344 5.824.110,10 6.533 5.917.406,76 40j - 44j 66 39.818,47 7 229,41 3.407 2.979.378,09 3.480 3.019.425,97 35j - 39j 34 18.363,82 5 138,03 1.681 1.426.707,10 1.720 1.445.208,95 30j - 34j 12 6.885,52 1 3,39 643 511.706,75 656 518.595,66 25j - 29j 4 2.552,03 160 123.683,56 164 126.235,59 20j - 24j 20 12.833,97 20 12.833,97 jonger dan 20j 1 443,64 1 443,64 TOTAAL 715 375.162,57 171.413 84.885.029,12 75.801 47.694.177,98 151.171 149.444.589,25 163.708 123.591.682,25 562.808 405.990.641,17 (*) Opmerking: De maanduitgave vertegenwoordigt alleen de uitkering in de regeling "Werknemers" die door de Rijksdienst voor Pensioenen uitbetaald wordt.

36 Tabel I A / 1c VERDELING PER LEEFTIJD ZUIVERE LOOPBAAN WERKNEMER MANNEN + VROUWEN Rustpensioen Rust- Gehuwd Niet-gehuwd en Overlevingspensioen TOTAAL LEEFTIJD "Gezinsbedrag" "Bedrag alleenstaande" "Bedrag alleenstaande" overlevingspensioen Aantal Maanduitgave (*) Aantal Maanduitgave (*) Aantal Maanduitgave (*) Aantal Maanduitgave (*) Aantal Maanduitgave (*) Aantal Maanduitgave (*) 100j en ouder 3 113,89 4 2.089,72 108 70.118,79 182 157.963,33 246 173.317,55 543 403.603,28 95j - 99j 92 75.586,06 118 66.968,95 1.136 734.380,72 2.183 1.950.308,32 1.769 1.259.041,70 5.298 4.086.285,75 90j - 94j 1.135 1.010.038,59 1.492 806.589,97 5.351 3.551.136,71 9.992 8.989.345,60 6.508 4.503.215,47 24.478 18.860.326,34 85j - 89j 4.243 3.978.540,49 5.802 3.102.119,87 10.084 6.784.256,40 15.904 14.529.462,92 11.139 7.504.568,05 47.172 35.898.947,73 80j - 84j 20.499 21.601.128,35 28.155 15.377.806,37 26.285 18.763.005,67 33.954 32.426.326,96 24.394 16.527.694,46 133.287 104.695.961,81 75j - 79j 39.966 44.769.494,82 52.260 29.945.683,03 35.017 25.946.013,64 35.635 35.130.166,23 28.781 19.551.421,61 191.659 155.342.779,33 70j - 74j 58.796 68.588.407,96 83.874 53.581.181,71 41.413 32.343.045,74 31.656 32.502.520,98 22.709 15.634.472,95 238.448 202.649.629,34 65j - 69j 64.895 77.902.573,26 104.073 73.746.912,78 44.739 35.969.221,12 20.436 21.508.278,60 15.175 10.632.534,34 249.318 219.759.520,10 60j - 64j 16.966 21.105.295,82 46.397 33.377.392,08 15.135 12.518.052,61 6.153 6.725.829,90 15.385 12.935.270,61 100.036 86.661.841,02 55j - 59j 1.245 1.985.781,11 735 624.684,64 289 338.559,20 8 12.943,75 15.994 14.966.098,27 18.271 17.928.066,97 50j - 54j 1.562 2.566.927,02 645 603.870,70 217 238.802,61 3 3.704,74 10.397 9.695.722,79 12.824 13.109.027,86 45j - 49j 1.746 2.811.335,20 768 811.156,95 300 347.324,80 1 85,49 6.600 6.028.506,48 9.415 9.998.408,92 40j - 44j 672 1.050.299,95 387 424.764,52 189 219.822,89 3.549 3.092.092,84 4.797 4.786.980,20 35j - 39j 4 5.642,73 36 19.525,31 8 2.263,83 1.765 1.492.343,77 1.813 1.519.775,64 30j - 34j 12 6.885,52 1 3,39 673 533.642,74 686 540.531,65 25j - 29j 4 2.552,03 163 125.693,11 167 128.245,14 20j - 24j 20 12.833,97 20 12.833,97 jonger dan 20j 1 443,64 1 443,64 TOTAAL 211.824 247.451.165,25 324.762 212.500.184,15 180.272 137.826.008,12 156.107 153.936.936,82 165.268 124.668.914,35 1.038.233 876.383.208,69 (*) Opmerking: De maanduitgave vertegenwoordigt alleen de uitkering in de regeling "Werknemers" die door de Rijksdienst voor Pensioenen uitbetaald wordt.

37 Grafiek 2 bij Tabel 1A / 1 Leeftijdspiramide van de gerechtigden met een zuivere loopbaan werknemer 100j en ouder 487 56 95j - 99j 4.484 814 90j - 94j 19.104 5.374 85j - 89j 33.233 13.939 80j - 84j 80.720 52.567 75j - 79j 101.773 89.886 70j - 74j 112.101 126.347 65j - 69j 107.308 142.010 60j - 64j 64.617 35.419 <60j 38.981 9.013 200.000 150.000 100.000 50.000 0 50.000 100.000 150.000 200.000 Vrouwen Mannen

38 Tabel I A / 2a VERDELING PER LEEFTIJD ZUIVERE LOOPBAAN ZELFSTANDIGE MANNEN Rustpensioen Rust- Gehuwd Niet-gehuwd en Overlevingspensioen TOTAAL LEEFTIJD "Gezinsbedrag" "Bedrag alleenstaande" "Bedrag alleenstaande" overlevingspensioen Aantal Maanduitgave (*) Aantal Maanduitgave (*) Aantal Maanduitgave (*) Aantal Maanduitgave (*) Aantal Maanduitgave (*) Aantal Maanduitgave (*) 100j en ouder 2 1.662,79 18 11.217,28 20 12.880,07 95j - 99j 48 38.158,71 7 3.954,19 200 118.205,49 2 883,60 257 161.201,99 90j - 94j 450 357.324,39 118 67.094,35 906 536.076,78 8 5.282,41 1.482 965.777,93 85j - 89j 1.480 1.137.304,39 346 187.773,86 1.348 781.550,88 19 11.024,64 1 606,97 3.194 2.118.260,74 80j - 84j 4.708 3.605.612,14 891 453.759,13 2.451 1.380.164,71 30 17.874,29 1 22,45 8.081 5.457.432,72 75j - 79j 8.811 6.623.056,28 1.681 832.197,77 3.125 1.699.377,02 34 18.600,07 3 896,97 13.654 9.174.128,11 70j - 74j 10.704 7.759.021,99 2.514 1.220.606,80 3.051 1.583.499,50 72 35.806,47 6 1.363,96 16.347 10.600.298,72 65j - 69j 9.412 6.639.776,40 2.394 1.168.811,60 2.363 1.165.193,75 59 29.549,16 5 1.475,59 14.233 9.004.806,50 60j - 64j 2.132 1.225.448,70 649 269.083,41 575 235.118,80 20 9.423,93 12 1.856,27 3.388 1.740.931,11 55j - 59j 26 6.115,86 26 6.115,86 50j - 54j 8 2.801,70 8 2.801,70 45j - 49j 5 841,31 5 841,31 40j - 44j 4 2.238,83 4 2.238,83 35j - 39j 30j - 34j 25j - 29j 20j - 24j jonger dan 20j TOTAAL 37.747 27.387.365,79 8.600 4.203.281,11 14.037 7.510.404,21 244 128.444,57 71 18.219,91 60.699 39.247.715,59 (*) Opmerking: De maanduitgave vertegenwoordigt alleen de uitkering in de regeling "Zelfstandigen" die door de Rijksdienst voor Pensioenen uitbetaald wordt.

39 Tabel I A / 2b VERDELING PER LEEFTIJD ZUIVERE LOOPBAAN ZELFSTANDIGE VROUWEN Rustpensioen Rust- Gehuwd Niet-gehuwd en Overlevingspensioen TOTAAL LEEFTIJD "Gezinsbedrag" "Bedrag alleenstaande" "Bedrag alleenstaande" overlevingspensioen Aantal Maanduitgave (*) Aantal Maanduitgave (*) Aantal Maanduitgave (*) Aantal Maanduitgave (*) Aantal Maanduitgave (*) Aantal Maanduitgave (*) 100j en ouder 17 9.186,53 26 17.357,47 103 58.495,21 146 85.039,21 95j - 99j 6 2.806,53 158 75.547,48 124 79.358,86 689 405.481,38 977 563.194,25 90j - 94j 70 25.085,19 526 256.777,17 460 301.183,82 2.470 1.475.466,41 3.526 2.058.512,59 85j - 89j 1 204,39 319 101.439,30 797 370.725,04 736 484.618,10 3.685 2.203.638,70 5.538 3.160.625,53 80j - 84j 7 2.894,07 1.458 433.789,76 1.371 602.837,78 1.335 879.171,13 5.701 3.414.982,61 9.872 5.333.675,35 75j - 79j 13 3.499,17 3.349 833.906,39 1.659 663.619,69 1.543 1.013.986,11 4.996 2.980.540,35 11.560 5.495.551,71 70j - 74j 21 6.323,90 5.970 1.249.439,93 1.503 568.940,89 1.591 1.053.945,29 3.311 1.934.512,28 12.396 4.813.162,29 65j - 69j 41 9.088,09 6.792 1.341.273,20 1.079 385.092,84 950 626.809,17 1.661 941.032,47 10.523 3.303.295,77 60j - 64j 28 8.185,82 2.439 595.804,92 447 163.556,18 163 108.806,45 1.414 803.591,48 4.491 1.679.944,85 55j - 59j 1.108 620.515,90 1.108 620.515,90 50j - 54j 529 300.860,29 529 300.860,29 45j - 49j 291 161.030,73 291 161.030,73 40j - 44j 132 70.386,07 132 70.386,07 35j - 39j 48 23.455,14 48 23.455,14 30j - 34j 24 11.255,47 24 11.255,47 25j - 29j 5 2.672,50 5 2.672,50 20j - 24j jonger dan 20j TOTAAL 111 30.195,44 20.403 4.583.545,22 7.557 3.096.283,60 6.928 4.565.236,40 26.167 15.407.916,99 61.166 27.683.177,65 (*) Opmerking: De maanduitgave vertegenwoordigt alleen de uitkering in de regeling "Zelfstandigen" die door de Rijksdienst voor Pensioenen uitbetaald wordt.

40 Tabel I A / 2c VERDELING PER LEEFTIJD ZUIVERE LOOPBAAN ZELFSTANDIGE MANNEN + VROUWEN Rustpensioen Rust- Gehuwd Niet-gehuwd en Overlevingspensioen TOTAAL LEEFTIJD "Gezinsbedrag" "Bedrag alleenstaande" "Bedrag alleenstaande" overlevingspensioen Aantal Maanduitgave (*) Aantal Maanduitgave (*) Aantal Maanduitgave (*) Aantal Maanduitgave (*) Aantal Maanduitgave (*) Aantal Maanduitgave (*) 100j en ouder 2 1.662,79 35 20.403,81 26 17.357,47 103 58.495,21 166 97.919,28 95j - 99j 48 38.158,71 13 6.760,72 358 193.752,97 126 80.242,46 689 405.481,38 1.234 724.396,24 90j - 94j 450 357.324,39 188 92.179,54 1.432 792.853,95 468 306.466,23 2.470 1.475.466,41 5.008 3.024.290,52 85j - 89j 1.481 1.137.508,78 665 289.213,16 2.145 1.152.275,92 755 495.642,74 3.686 2.204.245,67 8.732 5.278.886,27 80j - 84j 4.715 3.608.506,21 2.349 887.548,89 3.822 1.983.002,49 1.365 897.045,42 5.702 3.415.005,06 17.953 10.791.108,07 75j - 79j 8.824 6.626.555,45 5.030 1.666.104,16 4.784 2.362.996,71 1.577 1.032.586,18 4.999 2.981.437,32 25.214 14.669.679,82 70j - 74j 10.725 7.765.345,89 8.484 2.470.046,73 4.554 2.152.440,39 1.663 1.089.751,76 3.317 1.935.876,24 28.743 15.413.461,01 65j - 69j 9.453 6.648.864,49 9.186 2.510.084,80 3.442 1.550.286,59 1.009 656.358,33 1.666 942.508,06 24.756 12.308.102,27 60j - 64j 2.160 1.233.634,52 3.088 864.888,33 1.022 398.674,98 183 118.230,38 1.426 805.447,75 7.879 3.420.875,96 55j - 59j 1.134 626.631,76 1.134 626.631,76 50j - 54j 537 303.661,99 537 303.661,99 45j - 49j 296 161.872,04 296 161.872,04 40j - 44j 136 72.624,90 136 72.624,90 35j - 39j 48 23.455,14 48 23.455,14 30j - 34j 24 11.255,47 24 11.255,47 25j - 29j 5 2.672,50 5 2.672,50 20j - 24j jonger dan 20j TOTAAL 37.858 27.417.561,23 29.003 8.786.826,33 21.594 10.606.687,81 7.172 4.693.680,97 26.238 15.426.136,90 121.865 66.930.893,24 (*) Opmerking: De maanduitgave vertegenwoordigt alleen de uitkering in de regeling "Zelfstandigen" die door de Rijksdienst voor Pensioenen uitbetaald wordt.

41 Grafiek 3 bij Tabel 1A / 2 Leeftijdspiramide van de gerechtigden met een zuivere loopbaan zelfstandige 100j en ouder 146 20 95j - 99j 977 257 90j - 94j 3.526 1.482 85j - 89j 5.538 3.194 80j - 84j 9.872 8.081 75j - 79j 11.560 13.654 70j - 74j 12.396 16.347 65j - 69j 10.523 14.233 60j - 64j 4.491 3.388 <60j 2.137 43 20.000 15.000 10.000 5.000 0 5.000 10.000 15.000 20.000 Vrouwen Mannen

42 Tabel I A / 3a VERDELING PER LEEFTIJD GEMENGDE LOOPBAAN (WERKNEMER + ZELFSTANDIGE) MANNEN Rustpensioen Rust- Gehuwd Niet-gehuwd en Overlevingspensioen TOTAAL LEEFTIJD "Gezinsbedrag" "Bedrag alleenstaande" "Bedrag alleenstaande" overlevingspensioen Aantal Maanduitgave (*) Aantal Maanduitgave (*) Aantal Maanduitgave (*) Aantal Maanduitgave (*) Aantal Maanduitgave (*) Aantal Maanduitgave (*) 100j en ouder 1 851,32 1 746,13 24 16.583,49 3 1.827,33 29 20.008,27 95j - 99j 61 51.040,84 29 18.972,18 269 170.874,29 69 52.255,86 428 293.143,17 90j - 94j 615 520.083,74 386 250.413,07 1.358 900.455,28 465 343.813,26 2.824 2.014.765,35 85j - 89j 2.182 1.892.931,98 1.266 826.781,97 2.426 1.628.918,73 722 517.381,91 6.596 4.866.014,59 80j - 84j 8.706 7.655.455,75 4.381 2.899.512,20 5.394 3.664.436,75 1.343 962.375,39 1 371,49 19.825 15.182.151,58 75j - 79j 15.606 14.397.433,08 7.584 5.219.581,32 6.857 4.801.761,89 1.269 903.267,29 2 992,74 31.318 25.323.036,32 70j - 74j 20.612 19.414.081,65 10.773 7.723.832,49 7.736 5.523.057,70 1.107 808.856,57 2 857,00 40.230 33.470.685,41 65j - 69j 19.664 18.463.900,26 10.973 8.073.354,57 7.243 5.063.181,68 616 479.300,20 3 1.253,43 38.499 32.080.990,14 60j - 64j 5.172 4.465.654,54 3.161 2.260.380,49 1.649 1.088.492,31 159 128.295,34 26 11.953,01 10.167 7.954.775,69 55j - 59j 2 143,47 48 26.366,64 50 26.510,11 50j - 54j 4 312,63 39 22.833,32 43 23.145,95 45j - 49j 1 13,26 20 13.487,77 21 13.501,03 40j - 44j 8 4.538,79 8 4.538,79 35j - 39j 1 342,34 7 5.138,86 8 5.481,20 30j - 34j 2 1.463,11 2 1.463,11 25j - 29j 20j - 24j jonger dan 20j TOTAAL 72.619 66.861.433,16 38.561 27.274.372,86 32.957 22.857.775,38 5.753 4.197.373,15 158 89.256,16 150.048 121.280.210,71 (*) Opmerking: De maanduitgave vertegenwoordigt zowel de uitkering in de regeling "Werknemers" als de uitkering in de regeling "Zelfstandigen" die beiden door de Rijkdienst voor Pensioenen uitbetaald worden.

43 Tabel I A / 3b VERDELING PER LEEFTIJD GEMENGDE LOOPBAAN (WERKNEMER + ZELFSTANDIGE) VROUWEN Rustpensioen Rust- Gehuwd Niet-gehuwd en Overlevingspensioen TOTAAL LEEFTIJD "Gezinsbedrag" "Bedrag alleenstaande" "Bedrag alleenstaande" overlevingspensioen Aantal Maanduitgave (*) Aantal Maanduitgave (*) Aantal Maanduitgave (*) Aantal Maanduitgave (*) Aantal Maanduitgave (*) Aantal Maanduitgave (*) 100j en ouder 11 5.388,76 89 66.429,65 85 54.861,50 185 126.679,91 95j - 99j 135 71.046,57 1.212 928.607,98 707 460.550,52 2.054 1.460.205,07 90j - 94j 108 47.287,41 647 354.747,70 6.051 4.683.991,90 2.796 1.841.772,89 9.602 6.927.799,90 85j - 89j 542 236.448,97 1.271 705.280,81 10.314 8.201.956,88 4.444 2.953.063,09 16.571 12.096.749,75 80j - 84j 4 2.716,82 2.758 1.132.491,69 2.963 1.574.666,62 19.999 16.342.210,55 7.826 5.356.526,86 33.550 24.408.612,54 75j - 79j 20 9.552,38 5.259 2.082.127,31 4.086 2.101.623,04 19.284 16.181.835,62 7.461 5.268.615,35 36.110 25.643.753,70 70j - 74j 58 20.268,50 8.495 3.655.085,85 5.472 2.973.709,92 15.896 13.750.064,57 5.010 3.610.449,62 34.931 24.009.578,46 65j - 69j 95 37.987,12 10.634 4.888.270,44 6.243 3.498.192,04 9.801 8.655.217,51 2.735 1.988.436,38 29.508 19.068.103,49 60j - 64j 61 36.668,79 5.310 2.690.485,96 2.769 1.639.557,50 2.403 2.179.326,98 3.514 2.600.473,83 14.057 9.146.513,06 55j - 59j 37 15.764,94 1 84,14 3.553 2.727.331,17 3.591 2.743.180,25 50j - 54j 15 6.192,57 1 20,69 1.996 1.531.369,90 2.012 1.537.583,16 45j - 49j 12 4.280,95 1 106,80 1.119 847.691,90 1.132 852.079,65 40j - 44j 6 1.888,71 1 27,51 554 404.053,90 561 405.970,12 35j - 39j 6 1.912,35 252 188.190,38 258 190.102,73 30j - 34j 1 272,10 73 48.198,32 74 48.470,42 25j - 29j 2 448,33 9 6.338,14 11 6.786,47 20j - 24j 2 1.412,57 2 1.412,57 jonger dan 20j TOTAAL 238 107.193,61 33.185 14.762.957,58 23.601 12.924.452,10 85.049 70.989.641,64 42.136 29.889.336,32 184.209 128.673.581,25 (*) Opmerking: De maanduitgave vertegenwoordigt zowel de uitkering in de regeling "Werknemers" als de uitkering in de regeling "Zelfstandigen" die beiden door de Rijkdienst voor Pensioenen uitbetaald worden.

44 Tabel I A / 3c VERDELING PER LEEFTIJD GEMENGDE LOOPBAAN (WERKNEMER + ZELFSTANDIGE) MANNEN + VROUWEN LEEFTIJD "Gezinsbedrag" Rustpensioen Rust- Gehuwd Niet-gehuwd en Overlevingspensioen TOTAAL "Bedrag alleenstaande" "Bedrag alleenstaande" overlevingspensioen Aantal Maanduitgave (*) Aantal Maanduitgave (*) Aantal Maanduitgave (*) Aantal Maanduitgave (*) Aantal Maanduitgave (*) Aantal Maanduitgave (*) 100j en ouder 1 851,32 1 746,13 35 21.972,25 92 68.256,98 85 54.861,50 214 146.688,18 95j - 99j 61 51.040,84 29 18.972,18 404 241.920,86 1.281 980.863,84 707 460.550,52 2.482 1.753.348,24 90j - 94j 615 520.083,74 494 297.700,48 2.005 1.255.202,98 6.516 5.027.805,16 2.796 1.841.772,89 12.426 8.942.565,25 85j - 89j 2.182 1.892.931,98 1.808 1.063.230,94 3.697 2.334.199,54 11.036 8.719.338,79 4.444 2.953.063,09 23.167 16.962.764,34 80j - 84j 8.710 7.658.172,57 7.139 4.032.003,89 8.357 5.239.103,37 21.342 17.304.585,94 7.827 5.356.898,35 53.375 39.590.764,12 75j - 79j 15.626 14.406.985,46 12.843 7.301.708,63 10.943 6.903.384,93 20.553 17.085.102,91 7.463 5.269.608,09 67.428 50.966.790,02 70j - 74j 20.670 19.434.350,15 19.268 11.378.918,34 13.208 8.496.767,62 17.003 14.558.921,14 5.012 3.611.306,62 75.161 57.480.263,87 65j - 69j 19.759 18.501.887,38 21.607 12.961.625,01 13.486 8.561.373,72 10.417 9.134.517,71 2.738 1.989.689,81 68.007 51.149.093,63 60j - 64j 5.233 4.502.323,33 8.471 4.950.866,45 4.418 2.728.049,81 2.562 2.307.622,32 3.540 2.612.426,84 24.224 17.101.288,75 55j - 59j 39 15.908,41 1 84,14 3.601 2.753.697,81 3.641 2.769.690,36 50j - 54j 19 6.505,20 1 20,69 2.035 1.554.203,22 2.055 1.560.729,11 45j - 49j 12 4.280,95 2 120,06 1.139 861.179,67 1.153 865.580,68 40j - 44j 6 1.888,71 1 27,51 562 408.592,69 569 410.508,91 35j - 39j 7 2.254,69 259 193.329,24 266 195.583,93 30j - 34j 1 272,10 75 49.661,43 76 49.933,53 25j - 29j 2 448,33 9 6.338,14 11 6.786,47 20j - 24j 2 1.412,57 2 1.412,57 jonger dan 20j TOTAAL 72.857 66.968.626,77 71.746 42.037.330,44 56.558 35.782.227,48 90.802 75.187.014,79 42.294 29.978.592,48 334.257 249.953.791,96 (*) Opmerking: De maanduitgave vertegenwoordigt zowel de uitkering in de regeling "Werknemers" als de uitkering in de regeling "Zelfstandigen" die beiden door de Rijkdienst voor Pensioenen uitbetaald worden.

45 Grafiek 4 bij Tabel 1A / 3 Leeftijdspiramide van de gerechtigden met een gemengde loopbaan (werknemer + zelfstandige) 100j en ouder 185 29 95j - 99j 2.054 428 90j - 94j 9.602 2.824 85j - 89j 16.571 6.596 80j - 84j 33.550 19.825 75j - 79j 36.110 31.318 70j - 74j 34.931 40.230 65j - 69j 29.508 38.499 60j - 64j 14.057 10.167 <60j 7.641 132 50.000 40.000 30.000 20.000 10.000 0 10.000 20.000 30.000 40.000 50.000 Vrouwen Mannen

46 Tabel I A / 4a VERDELING PER LEEFTIJD GEMENGDE LOOPBAAN (WERKNEMER + OPENBARE SECTOR) MANNEN Rustpensioen Rust- Gehuwd Niet-gehuwd en Overlevingspensioen TOTAAL LEEFTIJD "Gezinsbedrag" "Bedrag alleenstaande" "Bedrag alleenstaande" overlevingspensioen Aantal Maanduitgave (*) Aantal Maanduitgave (*) Aantal Maanduitgave (*) Aantal Maanduitgave (*) Aantal Maanduitgave (*) Aantal Maanduitgave (*) 100j en ouder 2 2.809,75 8 12.416,49 10 15.226,24 95j - 99j 15 37.924,31 34 69.836,59 111 222.451,00 1 1.486,31 161 331.698,21 90j - 94j 233 511.283,67 319 630.219,58 841 1.608.318,12 6 9.220,94 3 6.186,78 1.402 2.765.229,09 85j - 89j 970 2.062.539,82 1.288 2.522.587,37 1.681 3.185.987,83 16 27.621,61 3 5.203,95 3.958 7.803.940,58 80j - 84j 3.374 6.665.387,13 5.041 9.356.351,48 3.597 6.394.750,25 41 61.356,08 6 9.394,26 12.059 22.487.239,20 75j - 79j 4.964 9.596.286,77 7.989 14.296.196,16 3.677 6.140.611,98 47 66.750,11 14 28.170,12 16.691 30.128.015,14 70j - 74j 5.710 10.910.372,46 11.810 21.470.291,17 3.993 6.506.291,78 47 68.439,04 12 20.393,62 21.572 38.975.788,07 65j - 69j 5.877 11.053.211,18 13.376 24.477.458,32 3.800 6.280.623,92 37 46.435,48 17 30.845,54 23.107 41.888.574,44 60j - 64j 4.441 8.263.762,59 8.325 14.955.121,47 2.412 4.100.529,35 16 22.891,86 21 23.437,87 15.215 27.365.743,14 55j - 59j 7 11.913,98 6 11.282,58 1 1.486,15 45 54.455,11 59 79.137,82 50j - 54j 40 42.380,37 40 42.380,37 45j - 49j 1 1.770,92 20 22.237,46 21 24.008,38 40j - 44j 13 13.242,20 13 13.242,20 35j - 39j 5 5.064,85 5 5.064,85 30j - 34j 25j - 29j 20j - 24j jonger dan 20j TOTAAL 25.594 49.117.262,58 48.188 87.789.344,72 20.121 34.453.466,87 210 302.715,12 200 262.498,44 94.313 171.925.287,73 (*) Opmerking: De maanduitgave vertegenwoordigt zowel de uitkering in de regeling "Werknemers" die door de Rijkdienst voor Pensioenen uitbetaald wordt, als de uitkering in de regeling "Openbare Sector" die door de FOD Financiën uitbetaald wordt.