GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Vergelijkbare documenten
UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Zittingsdocument ADDENDUM. bij het verslag. Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling. Rapporteur: Czesław Adam Siekierski A8-0018/2019

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

(Mededelingen) MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE EUROPESE COMMISSIE

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en visserijbeleid, artikel 4, 1, en 2, a), en artikel 29, 1, 1 ;

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1971 VAN DE COMMISSIE

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van

Publicatieblad van de Europese Unie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

(4) Het Verenigd Koninkrijk en Ierland zijn gebonden door Verordening (EU) nr. 514/2014 en zijn bijgevolg gebonden door deze verordening.

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE

VERORDENINGEN. Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

02017R0891 NL

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1369 VAN DE COMMISSIE

GEDELEGEERD BESLUIT (EU) / VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU).../ VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

RECTIFICATIES. (Publicatieblad van de Europese Unie L 347 van 20 december 2013)

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

(3) Het verslag bevat feedback over de ervaringen met de overgangsmaatregelen van Verordening (EG) nr. 2076/2005 van de Commissie (4). In het verslag

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Publicatieblad van de Europese Unie L 160/71

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/9 VAN DE COMMISSIE

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Ontwerp-Verordening PT uitvoeringsbepalingen GMO groenten en fruit 2012

Nr. 2018/775 (PB L 131 van , blz. 8)

BESLUIT (EU) 2017/955 VAN DE RAAD

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

UITVOERINGSBESLUIT (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

(Voor de EER relevante tekst)

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

GEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU).../ VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERD BESLUIT (EU) / VAN DE COMMISSIE. van

Publicatieblad van de Europese Unie L 357/3

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

*** ONTWERPAANBEVELING

Publicatieblad van de Europese Unie

VERORDENING (EG) VAN DE COMMISSIE van 30 november 2009 tot vaststelling van overgangsmaatregelen voor de uitvoering van de Verordening

(Voor de EER relevante tekst)

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van tot goedkeuring van bepaalde elementen van de partnerschapsovereenkomst met België

GEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU).../ VAN DE COMMISSIE. van

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Ontwerp BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE. van [...]

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 september 2001 (06.09) (OR. fr) 11580/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0186 (COD)

RICHTLIJNEN. (Voor de EER relevante tekst)

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Ontwerp. VERORDENING (EU) nr. / VAN DE COMMISSIE

***I VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0070/

EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

Publicatieblad van de Europese Unie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Publicatieblad van de Europese Unie. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Voor de EER relevante tekst)

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst)

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

(Voor de EER relevante tekst)

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Ontwerp. VERORDENING (EU) nr. / VAN DE COMMISSIE

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

(Voor de EER relevante tekst)

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Publicatieblad van de Europese Unie

Publicatieblad van de Europese Unie VERORDENINGEN

(Voor de EER relevante tekst)

Raad van de Europese Unie Brussel, 17 mei 2017 (OR. en)

Transcriptie:

EUROPESE COMMISSIE Brussel, 7.6.2018 C(2018) 3308 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 7.6.2018 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit NL NL

TOELICHTING 1. ACHTERGROND VAN DE GEDELEGEERDE HANDELING Bij Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten zijn nieuwe regels inzake de producentenorganisaties in de sector groenten en fruit vastgesteld. Deze verordening machtigt de Commissie ook om gedelegeerde en uitvoeringshandelingen vast te stellen. Het doel van deze gedelegeerde handeling bestaat erin Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/891 van de Commissie te wijzigen wat betreft: de jaarlijkse verslagen inzake producentenorganisaties, unies van producentenorganisaties, met inbegrip van transnationale organisaties, en producentengroeperingen, en inzake de actiefondsen, operationele programma's en erkenningsprogramma's die liepen in het jaar vóór de indiening van die verslagen door de lidstaten bij de diensten van de Commissie; de bij Verordening (EU) 2017/2393 ingevoerde wijzigingen van Verordening (EU) nr. 1308/2013 wat betreft de sector groenten en fruit; technische verduidelijkingen van specifieke bepalingen ter verbetering van de duidelijkheid ervan. 2. RAADPLEGINGEN VOORAFGAAND AAN DE VASTSTELLING VAN DE HANDELING In de vergaderingen van de in het kader van Verordening (EU) nr. 1308/2013 opgerichte deskundigengroep vond overleg met deskundigen van alle 28 lidstaten plaats, met name in de vergaderingen van 27 november en 12 december 2017. Op deze vergaderingen kon de Commissie haar ideeën over het toepassingsgebied van deze handeling en over de nodige wijzigingen van de gedelegeerde verordening van de Commissie uiteenzetten en met de deskundigen standpunten uitwisselen. Vervolgens werd het ontwerp verder uitgewerkt rekening houdend met de opmerkingen en commentaren van de deskundigen. Het ontwerp van gedelegeerde verordening stond van 28 februari tot en met 28 maart 2018 op het portaal voor betere regelgeving en er werd feedback op ontvangen van 16 organisaties (8 in verband met de ontwerpuitvoeringsverordening). De feedback was over het algemeen positief en bestond met name uit suggesties ter verduidelijking, die reeds met de lidstaten werden besproken en niet in aanmerking zijn genomen in de rechtshandeling, maar die zullen worden toegelicht aan de hand van juridische interpretaties. Twee kwesties die in verscheidene bijdragen aan de orde werden gesteld, zijn echter wel overgenomen. De eerste kwestie houdt verband met artikel 9, leden 6 en 7, van de ontwerpuitvoeringshandeling inzake steunaanvragen ingediend door transnationale unies van producentenorganisaties en de daarbij aangesloten producentenorganisaties. De bedoeling is de bepalingen uit te voeren op een logische en consistente wijze die ook recht doet aan de meerwaarde van de (transnationale) unie voor de leden van de aangesloten producentenorganisaties. Om dubbele financiering te vermijden, moeten de lidstaten daarnaast samenwerken en de respectieve informatie over elke subsidiabele actie die deel uitmaakt van de operationele programma's (van de transnationale unie en van haar leden) verzamelen om te waarborgen dat er geen acties gemeenschappelijk zijn en dubbel worden gefinancierd. NL 1 NL

De tweede kwestie heeft betrekking op bijlage II "Jaarlijks verslag deel A" bij de ontwerpuitvoeringsverordening. Het gaat daarbij hoofdzakelijk om het finetunen van bepaalde aspecten van het verslag. 3. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN DE GEDELEGEERDE HANDELING Deze gedelegeerde handeling is een aanvulling op een aantal bepalingen van de Verordeningen (EU) nr. 1308/2013 en (EU) nr. 1306/2013 die nodig zijn om de goede werking van de producentenorganisaties in de sector groenten en fruit te waarborgen. Aangezien de regels die van toepassing zijn op de sector groenten en fruit worden beïnvloed door Verordening (EU) 2017/2393, is een wijziging van deze bepalingen geboden. Tevens verduidelijkt en vereenvoudigt deze gedelegeerde handeling zekere andere bepalingen. De gedelegeerde handeling wijzigt Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/891 van de Commissie tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit en tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de in deze sectoren toe te passen sancties. Met het oog op een vlotte implementatie van de wijzigingen zijn overgangsregels opgenomen. NL 2 NL

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 7.6.2018 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit DE EUROPESE COMMISSIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad 1, en met name artikel 37, Overwegende hetgeen volgt: (1) Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/891 van de Commissie 2 vult Verordening (EU) nr. 1308/2013 aan wat betreft de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit. Bij Verordening (EU) 2017/2393 van het Europees Parlement en de Raad 3 is Verordening (EU) nr. 1308/2013 gewijzigd, met name wat betreft de steun aan de producentenorganisaties in de sector groenten en fruit. De wijzigingen van de desbetreffende bepalingen van Verordening (EU) nr. 1308/2013 moeten derhalve in Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/891 worden weerspiegeld. (2) De bepalingen inzake nationale financiële bijstand in de sector groenten en fruit moeten worden bijgewerkt. (3) Er moeten duidelijkere bepalingen komen over de gevallen waarin het bij een producentenorganisatie aangesloten producenten moet worden toegestaan een bepaald percentage van hun producten buiten de producentenorganisatie om te verkopen wanneer de producentenorganisatie daarvoor in haar statuten toestemming geeft en wanneer zulks in overeenstemming is met de voorwaarden van de lidstaat. Het maximum voor de verkoop buiten de producentenorganisatie om moet worden verduidelijkt. 1 2 3 PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671. Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/891 van de Commissie van 13 maart 2017 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit en tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de in deze sectoren toe te passen sancties en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie (PB L 138 van 25.5.2017, blz. 4). Verordening (EU) 2017/2393 van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2017 tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1305/2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo), (EU) nr. 1306/2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, (EU) nr. 1307/2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, (EU) nr. 1308/2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en (EU) nr. 652/2014 tot vaststelling van bepalingen betreffende het beheer van de uitgaven in verband met de voedselketen, diergezondheid en dierenwelzijn, alsmede in verband met plantgezondheid en teeltmateriaal (PB L 350 van 29.12.2017, blz. 15). NL 3 NL

(4) Nieuwe maatregelen inzake de begeleiding van producentenorganisaties en de aanvulling van de onderlinge fondsen in operationele programma's moeten voor financiële bijstand van de Unie in aanmerking komen. (5) De lidstaten mogen nationale financiële bijstand uit de nationale begroting blijven verstrekken aan producentenorganisaties in regio's van de Unie waar de mate van organisatie zeer laag is. Bijgevolg moeten de voorwaarden waaronder de nationale financiële bijstand mag worden verleend in de sector groenten en fruit alsook de methode voor de berekening van de mate van organisatie als bedoeld in artikel 34, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 worden vastgesteld om verstoringen van de interne markt in de Unie te voorkomen. (6) De bepalingen betreffende de subsidiabiliteit van bepaalde investeringen voor financiële bijstand van de Unie moeten worden verduidelijkt. (7) Subsidiabele en niet-subsidiabele acties in verband met afzetbevordering en communicatie, met inbegrip van acties en activiteiten met het oog op diversificatie en consolidatie van de groente- en fruitmarkten, hetzij ter voorkoming van een crisis of in crisistijd, moeten worden verduidelijkt wat betreft het voor financiële bijstand van de Unie in aanmerking komen van acties en activiteiten. (8) De bepalingen betreffende de jaarlijkse verslagen inzake producentenorganisaties, unies van producentenorganisaties, met inbegrip van transnationale unies van producentenorganisaties, en producentengroeperingen, en inzake actiefondsen, operationele programma's en erkenningsprogramma's, moeten worden vereenvoudigd. Zij moeten de Commissie in staat stellen de sector adequaat te monitoren. (9) Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/891 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd. (10) Er moeten overgangsbepalingen worden vastgesteld om te zorgen voor een soepele overgang van de bestaande, bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/891 vastgestelde vereisten, maatregelen en acties naar de nieuwe vereisten, maatregelen en acties waarin deze verordening voorziet. (11) Deze verordening dient van toepassing te zijn met ingang van dezelfde datum als Verordening (EU) 2017/2393. De bepalingen betreffende nationale financiële bijstand, indicatoren en monitoring moeten echter van toepassing zijn met ingang van 1 januari 2019 om de lidstaten en de marktdeelnemers de tijd te geven zich aan de nieuwe regels aan te passen, (12) De in Verordening (EU) nr. 1308/2013 vastgestelde voorwaarden voor de toepassing van de nieuwe maatregelen en acties die voor financiële bijstand van de Unie in aanmerking komen, moeten van toepassing zijn met ingang van de datum van toepassing van de bij Verordening (EU) 2017/2393 ingevoerde wijzigingen van die verordening om marktstabiliteit voor de producentenorganisaties en hun leden te waarborgen, met name aangezien die maatregelen hoofdzakelijk crisisbeheersing en crisispreventie betreffen, en om ze in staat te stellen ten volle van de maatregelen te profiteren. Om aan de legitieme verwachtingen te voldoen, mogen producentenorganisaties ervoor kiezen om de lopende operationele programma's voort te zetten volgens de ten tijde van de goedkeuring van de programma's geldende regels dan wel om hun operationele programma's te wijzigen om te profiteren van de nieuwe voor financiële bijstand van de Unie in aanmerking komende maatregelen en acties, zoals vastgesteld in Verordening (EU) nr. 1308/2013. NL 4 NL

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 Wijzigingen van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/891 Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/891 wordt als volgt gewijzigd: (1) Artikel 2, onder e), wordt vervangen door: "e) "transnationale unie van producentenorganisaties": elke unie van producentenorganisaties waarvan ten minste één van de aangesloten organisaties of unies haar locatie in een andere lidstaat heeft dan die waar de unie haar hoofdzetel heeft;". (2) Artikel 12 wordt vervangen door: "Artikel 12 Afzet van de productie buiten de producentenorganisatie om 1. Wanneer de producentenorganisatie daarvoor in haar statuten toestemming verleent en wanneer dit in overeenstemming is met de door de lidstaat en de producentenorganisatie gestelde voorwaarden, mogen de aangesloten producenten: (a) (b) (c) producten rechtstreeks of buiten hun bedrijf om aan consumenten verkopen voor persoonlijk gebruik; zelf of via een andere, door hun eigen producentenorganisatie aan te wijzen producentenorganisatie, hoeveelheden producten verkopen die, qua volume of waarde, slechts een marginaal deel vertegenwoordigen van het volume of de waarde van de afzetbare productie in kwestie van hun organisatie; zelf of via een andere, door hun eigen producentenorganisatie aan te wijzen producentenorganisatie producten afzetten die, gezien de kenmerken ervan of gezien de in volume of in waarde beperkte productie van de aangesloten producenten, normaliter niet onder de commerciële activiteiten van de producentenorganisatie vallen. 2. Het percentage van de productie die de aangesloten producenten buiten de producentenorganisatie om afzetten, als bedoeld in lid 1, mag qua volume of waarde niet hoger zijn dan 25 % van de afzetbare productie van elke aangesloten producent. De lidstaten kunnen voor de productie die de aangesloten producenten buiten de producentenorganisatie om mogen afzetten echter een lager percentage vaststellen dan dat welk in de eerste alinea is vastgesteld. De lidstaten kunnen dit percentage verhogen tot 40 % in geval van producten die onder Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad* vallen of wanneer aangesloten producenten hun productie via een andere, door hun eigen organisatie aangewezen producentenorganisatie afzetten. * Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad van 28 juni 2007 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2092/91 (PB L 189 van 20.7.2007, blz. 1). ". (3) In artikel 22 wordt lid 10 vervangen door: "10. Wanneer de productie als gevolg van een natuurramp, weersomstandigheden, dier- of plantenziekten of plagen afneemt, mogen de op grond daarvan door de NL 5 NL

verzekering uitgekeerde vergoedingen in het kader van oogstverzekeringsacties uit hoofde van hoofdstuk III, afdeling 7, of door de producentenorganisatie of de aangesloten producenten beheerde gelijkwaardige acties worden meegeteld in de waarde van de afgezette productie.". (4) In artikel 30 wordt lid 2 vervangen door: "2. Producentenorganisaties of unies van producentenorganisaties waaraan de in artikel 27 van Verordening (EU) nr. 1305/2013 of artikel 19 van Verordening (EU) nr. 702/2014 van de Commissie(*) bedoelde steun is verleend, mogen in dezelfde periode een operationeel programma uitvoeren op voorwaarde dat de betrokken lidstaat ervoor zorgt dat de begunstigden voor een bepaalde actie slechts op grond van één regeling steun ontvangen. * Verordening (EU) nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in de plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PB L 193 van 1.7.2014, blz. 1).". (5) In artikel 31, lid 6, eerste alinea, wordt de eerste zin vervangen door: "Investeringen, ook die in het kader van leaseovereenkomsten, mogen via het actiefonds worden gefinancierd in één bedrag of in tranches die in het operationele programma zijn goedgekeurd.". (6) In hoofdstuk III van titel II wordt afdeling 3 vervangen door: "AFDELING 3 STEUN IN VERBAND MET ONDERLINGE FONDSEN Artikel 40 Steun in verband met onderlinge fondsen 1. De lidstaten stellen nadere bepalingen vast voor steun voor de administratieve kosten van het opzetten van onderling fondsen en het aanvullen van onderlinge fondsen als bedoeld in artikel 33, lid 3, eerste alinea, onder d), van Verordening (EU) nr. 1308/2013. 2. De in lid 1 bedoelde steun voor de administratieve kosten van het opzetten van onderlinge fondsen omvat zowel de financiële bijstand van de Unie als de bijdrage van de producentenorganisatie. Het totale bedrag van die steun is niet hoger dan 5 %, 4 % of 2 % van de bijdrage van de producentenorganisatie in respectievelijk het eerste, het tweede en het derde jaar van de werking van het onderlinge fonds. 3. Een producentenorganisatie mag de in lid 1 bedoelde steun voor de administratieve kosten van het opzetten van onderlinge fondsen slechts één keer en uitsluitend in de eerste drie jaar van de werking van het onderlinge fonds ontvangen. Indien een producentenorganisatie slechts in het tweede of derde jaar van de werking van onderlinge fondsen om die steun verzoekt, bedraagt de steun 4 % of 2 % van de bijdrage van de producentenorganisatie aan het onderlinge fonds in respectievelijk het tweede en derde jaar van de werking ervan. 4. De lidstaten mogen maxima vaststellen voor de bedragen die een producentenorganisatie mag ontvangen als steun in verband met de onderlinge fondsen.". NL 6 NL

(7) Aan hoofdstuk III van titel II wordt de volgende afdeling 8 toegevoegd: "AFDELING 8 STEUN IN VERBAND MET BEGELEIDING Artikel 51 bis Uitvoering van begeleidingsmaatregelen 1. Voor de toepassing van artikel 33, lid 3, onder i), van Verordening (EU) nr. 1308/2013 komen de volgende begeleidingsmaatregelen in aanmerking voor steun: a) het uitwisselen van beste praktijken met betrekking tot in artikel 33, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde maatregelen voor crisispreventie en crisisbeheersing, om erkende producentenorganisaties, producentengroeperingen of individuele producenten te helpen ervaring met de uitvoering van maatregelen voor crisispreventie en crisisbeheersing te benutten; b) het bevorderen van de oprichting van nieuwe producentenorganisaties, van de fusie van bestaande producentenorganisaties of het in staat stellen van individuele producenten om zich bij een bestaande producentenorganisatie aan te sluiten; c) het scheppen van netwerkkansen voor aanbieders en ontvangers van begeleiding, om met name de afzetkanalen te versterken als middel voor crisispreventie en crisisbeheer. 2. De aanbieder van begeleiding is de unie van producentenorganisaties of de producentenorganisatie. De aanbieder van begeleiding is de begunstigde van de steun voor begeleidingsmaatregelen. 3. De ontvanger van begeleiding is een erkende producentenorganisatie of een producentengroepering die haar locatie heeft in regio's met een mate van organisatie van minder dan 20 % in de drie opeenvolgende jaren voorafgaand aan de uitvoering van het operationele programma. Individuele producenten, niet-leden van een producentenorganisatie en unies daarvan kunnen ontvangers van begeleiding zijn, zelfs indien zij hun locatie hebben in regio's met een mate van organisatie van meer dan 20 %. 4. De uitgaven in verband met begeleiding maken deel uit van de maatregelen voor crisispreventie en crisisbeheer van het in artikel 33, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde operationele programma. Subsidiabele kosten in verband met begeleiding zijn opgenomen in bijlage III bij deze verordening. Alle in bijlage III genoemde kosten worden aan de aanbieder van de begeleiding betaald. 5. Begeleidingsmaatregelen worden niet uitbesteed.". (8) Artikel 52 wordt vervangen door: NL 7 NL

"Artikel 52 Voorwaarden voor het aanvragen van nationale financiële bijstand 1. Voor de toepassing van artikel 35, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 wordt de mate van organisatie van de producenten in een regio van een lidstaat berekend op basis van de waarde van de groente- en fruitproductie van de desbetreffende regio die is afgezet door: a) erkende producentenorganisaties en unies van producentenorganisaties; en b) overeenkomstig artikel 125 sexies van Verordening (EG) nr. 1234/2007 erkende producentengroeperingen of overeenkomstig artikel 27 van Verordening (EU) nr. 1305/2013 bedoelde producentenorganisaties en producentengroeperingen. Voor de berekening wordt de vastgestelde waarde als bedoeld in de eerste alinea gedeeld door de totale waarde van de groente- en fruitproductie van die regio. 2. De waarde van de groente- en fruitproductie van de desbetreffende regio die is afgezet door de in lid 1, eerste alinea, onder a) en b), bedoelde organisaties, unies en groeperingen, omvat alleen de producten waarvoor die organisaties, unies en groeperingen zijn erkend. Artikel 22 is van overeenkomstige toepassing. Voor de berekening van de totale waarde van de groente- en fruitproductie van die regio is de in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 138/2004 van het Europees Parlement en de Raad(*) beschreven methodiek van overeenkomstige toepassing. 3. Alleen voor de groente- en fruitproductie van de regio als bedoeld in lid 4 wordt nationale financiële bijstand verleend. 4. De lidstaten definiëren regio's als op grond van objectieve en niet-discriminerende criteria, zoals hun agronomische en economische kenmerken en hun potentieel op het gebied van landbouw/groente en fruit, of hun institutionele of administratieve structuur, op zich staande delen van hun grondgebied waarvoor gegevens beschikbaar zijn om de in lid 1 bedoelde mate van organisatie te berekenen. De door een lidstaat gedefinieerde regio's worden ten minste gedurende vijf jaar niet gewijzigd, tenzij een dergelijke wijziging objectief gerechtvaardigd is, in het bijzonder door redenen die geen verband houden met de berekening van de mate van organisatie van de producenten in de desbetreffende regio of regio's. 5. Voordat zij nationale financiële bijstand verlenen, stellen de lidstaten de Commissie in kennis van de lijst van de regio's die aan de in artikel 35, leden 1 en 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde criteria voldoen, en van het aan de producentenorganisaties in die regio's te verlenen bedrag van de nationale financiële bijstand. De lidstaten stellen de Commissie in kennis van elke wijziging van de regio's die aan de in artikel 35, leden 1 en 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde criteria voldoen. * Verordening (EG) nr. 138/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 5 december 2003 betreffende de landbouwrekeningen in de Gemeenschap (PB L 33 van 5.2.2004, blz. 1).". (9) Artikel 56 wordt vervangen door: NL 8 NL

"Artikel 56 Indicatoren 1. De operationele programma's en de nationale strategieën worden aan monitoring en evaluatie onderworpen om de vooruitgang ten aanzien van de verwezenlijking van de in de operationele programma's vastgestelde doelstellingen alsook de efficiëntie en doeltreffendheid ervan ten aanzien van die doelstellingen te beoordelen. 2. De in lid 1 bedoelde vooruitgang, efficiëntie en doeltreffendheid worden gedurende de gehele uitvoering van het operationele programma beoordeeld op basis van de in afdeling 4 van bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/892 vastgestelde indicatoren met betrekking tot door erkende producentenorganisaties, unies van producentenorganisaties, transnationale unies van producentenorganisaties en producentengroeperingen tijdens de operationele programma's uitgevoerde acties en maatregelen.". (10) Artikel 57 wordt als volgt gewijzigd: (a) (b) in lid 2 wordt punt c) vervangen door: "c) informatie kan worden verstrekt in het kader van de rapportagevereisten."; lid 3 wordt als volgt gewijzigd: (i) de tweede alinea wordt vervangen door: "In de evaluatie-exercitie wordt nagegaan welke vooruitgang is geboekt ten aanzien van de brede doelstellingen van het programma, op basis van de in afdeling 4 van bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/892 vastgestelde indicatoren."; (ii) de laatste alinea wordt vervangen door: "Het evaluatieverslag wordt bij het betrokken, in artikel 21 van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/892 bedoelde jaarverslag gevoegd.". (11) De bijlagen II, III en V worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening. Artikel 2 Overgangsbepalingen Onverminderd artikel 34 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/892 loopt een operationeel programma dat vóór 20 januari 2018 uit hoofde van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 of Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/891 is goedgekeurd, tot het einde ervan door onder de vóór 1 januari 2018 geldende voorwaarden. Op verzoek van een producentenorganisatie of een unie van producentenorganisaties kunnen de lidstaten wijzigingen goedkeuren van een operationeel programma dat vóór 20 januari 2018 is goedgekeurd uit hoofde van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 of Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/891. Die wijzigingen zijn in overeenstemming met de vereisten van Verordening (EU) nr. 1308/2013 zoals gewijzigd bij Verordening (EU) 2017/2393, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/891 zoals gewijzigd bij artikel 1 van NL 9 NL

deze verordening en van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/892 zoals gewijzigd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/XXX 4. Artikel 3 Inwerkingtreding en toepassing Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2018. De punten 8, 9 en 10 van artikel 1 en punt 3 van de bijlage zijn evenwel van toepassing met ingang van 1 januari 2019. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, 7.6.2018 Voor de Commissie De Voorzitter Jean-Claude JUNCKER 4 C(2018) 3316. NL 10 NL