Regionaal bedrijf Waeyaert - Vermeersch

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan Regionaal bedrijf Waeyaert - Vermeersch Gemeente Kortemark februari 2012 TOELICHTINGSNOTA STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN PLAN FEITELIJKE TOESTAND BESTEMMINGSPLAN

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan Regionaal bedrijf Waeyaert -Vermeersch Gemeente Kortemark februari 2012 TOELICHTINGSNOTA STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN PLAN FEITELIJKE TOESTAND BESTEMMINGSPLAN Algplanid: rup_30000_213_00101_00001 Verloop - 16/12/2010 goedkeuring voorontwerp door deputatie - 19/01/2011 plenaire vergadering - mei 2011 aanpassingen naar aanleiding van plenaire vergadering - 23/06/2011 voorlopige vaststelling provincieraad - 1/08/2011-30/09/2011 openbaar onderzoek - Januari 2012 aanpassingen naar aanleiding van het openbaar onderzoek Gezien en definitief vastgesteld door de provincieraad van West-Vlaanderen in vergadering van 1/03/2012, De provinciegriffier, De voorzitter, H. Ost J. de Bethune Dienst Ruimtelijke Planning Koning-Leopold III-laan 41 8200 Sint-Andries (Brugge) t 050/ 40 35 33 f 050/ 40 33 76 ruimtelijkeplanning@west-vlaanderen.be www.west-vlaanderen.be Het diensthoofd Stephaan barbery Projectbegeleider Wouter Billet Projectcoördinator Joachim D eigens

Inhoudsopgave 1 INLEIDING... 4 1.1 ALGEMEEN... 4 1.2 BESLISSING TOT OPMAAK VAN HET PROVINCIAAL RUP DOOR DE DEPUTATIE... 4 1.2.1 Planologisch attest inhoudelijk... 5 2 FEITELIJKE BESTAANDE TOESTAND... 6 2.1 RUIMERE OMGEVING... 6 2.2 PLANGEBIED... 6 2.3 FOTO S... 8 3 JURIDISCH BESTAANDE TOESTAND... 11 3.1 GEWESTPLAN... 11 3.2 PLANNEN VAN AANLEG RUIMTELIJKE UITVOERINGSPLANNEN... 11 3.3 VERKAVELINGSVERGUNNINGEN... 12 3.4 STEDENBOUWKUNDIGE VERGUNNINGEN... 12 3.5 MILIEUVERGUNNINGEN... 12 3.6 BUURT- EN VOETWEGEN... 12 3.7 VEN-GEBIEDEN... 13 3.8 RAMSAR-, VOGELRICHTLIJN- EN HABITATRICHTLIJNGEBIEDEN... 14 3.9 BESCHERMDE MONUMENTEN, LANDSCHAPPEN EN DORPSGEZICHTEN... 14 4 PLANNINGSCONTEXT... 15 4.1 RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN VLAANDEREN (RSV)... 15 4.1.1 Basisprincipes RSV... 15 4.1.1 Specifiek economisch knooppunt... 15 4.1.2 Ontwikkelingsperspectieven... 15 4.2 PROVINCIAAL RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN WEST-VLAANDEREN (PRS-WV)... 16 4.3 GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN (GRS) KORTEMARK... 16 4.4 SECTORALE PLANNEN... 17 4.4.1 Biologische waarderingskaart... 17 4.4.2 Landschapsatlas... 18 5 WATERTOETS... 19 5.1 TERREINTOETS... 19 5.2 PLANTOETS... 20 5.3 CONCLUSIE... 20 6 GEWENSTE RUIMTELIJKE ONTWIKKELING... 21 6.1 MOBILITEITSPROFIEL... 22 7 VISIE-ELEMENTEN PLAN... 24 7.1 OPTIMALISATIE, BEPERKTE UITBREIDING EN DUIDELIJKE GRENSSTELLING VAN BEDRIJFSSITE... 24 7.2 LANDSCHAPPELIJKE INTEGRATIE EN HINDERBUFFER VAN HET PLANGEBIED... 24 8 MILIEUEFFECTEN... 25 8.1 MILIEUSCREENING... 25 8.2 CONCLUSIES VOOR HET PLAN... 25 februari 2012 PRUP Regionaal bedrijf Waeyaert Vermeersch (Kortemark) 1

9 TECHNISCHE ASPECTEN... 26 9.1 OPHEFFING GELDENDE VOORSCHRIFTEN... 26 9.2 RUIMTEBALANS... 26 9.3 REGISTER I.F.V. PLANSCHADE, PLANBATEN OF COMPENSATIES... 27 10 PLANPROCES... 29 10.1 VOORONTWERP... 29 10.2 ONTWERP... 29 10.3 DEFINITIEF PLAN... 29 11 BIJLAGEN... 30 12 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN... 31 februari 2012 PRUP Regionaal bedrijf Waeyaert Vermeersch (Kortemark) 2

Lijst met figuren FIGUUR 1: AANVRAAG PLANOLOGISCH ATTEST, BEHOEFTEN KORTE EN LANGE TERMIJN... 5 FIGUUR 2: SITUERING VAN HET PLANGEBIED OP DE TOPOKAART (BRON: NGI)... 7 FIGUUR 3: SITUERING VAN HET PLANGEBIED OP DE ORTHOFOTO... 7 FIGUUR 4: BPA ZONEVREEMDE BEDRIJVEN... 11 FIGUUR 5: UITTREKSEL UIT DE ATLAS DER BUURTWEGEN... 12 FIGUUR 6: VEN-GEBIEDEN... 13 FIGUUR 7: HABITATRICHTLIJNGEBIED... 14 FIGUUR 8: UITTREKSEL UIT DE BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART... 17 FIGUUR 9: UITTREKSEL UIT DE LANDSCHAPSATLAS... 18 FIGUUR 10: UITTREKSELS VAN DE WATERTOETSKAARTEN... 20 FIGUUR 11: VOORSTELLING SCHETS GEWENSTE ONTWIKKELING... 22 FIGUUR 12: VOORSTELLING GEWENSTE VERKEERSAFWIKKELING... 23 FIGUUR 13: GRAFISCH REGISTER VAN PERCELEN WAARVOOR PLANBATEN, PLANSCHADE, KAPITAALSCHADE OF GEBRUIKERSCHADE VERSCHULDIGD KAN ZIJN... 27 februari 2012 PRUP Regionaal bedrijf Waeyaert Vermeersch (Kortemark) 3

1 Inleiding 1.1 Algemeen Onderhavig document betreft het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) Waeyaert Vermeersch te Kortemark. Conform artikel 2.2.2 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening (hierna VCRO) bevat een ruimtelijk uitvoeringsplan: een grafisch plan dat aangeeft voor welk gebied het plan van toepassing is de erbij horende stedenbouwkundige voorschriften inzake de bestemming, de inrichting en/of het beheer, en, desgevallend, de normen, vermeld in artikel 4.1.12 en 4.1.13 van het decreet betreffende het grond- en pandenbeleid een weergave van de feitelijke en juridische toestand de relatie met het ruimtelijk structuurplan of de ruimtelijke structuurplannen waarvan het een uitvoering is in voorkomend geval, een zo mogelijk limitatieve opgave van de voorschriften die strijdig zijn met het ruimtelijk uitvoeringsplan en die opgeheven worden in voorkomend geval een overzicht van de conclusies van: o o o o o het planmilieueffectenrapport de passende beoordeling het ruimtelijk veiligheidsrapport andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten in voorkomend geval, een register, al dan niet grafisch, van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan geven tot een planschadevergoeding, vermeld in artikel 2.6.1, een planbatenheffing, vermeld in artikel 2.6.4, of een compensatie, vermeld in boek 6, titel 2 of titel 3, van het decreet betreffende het grond- en pandenbeleid 1.2 Beslissing tot opmaak van het provinciaal RUP door de deputatie In uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) en het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen (PRS-WV) is de provincie bevoegd voor het bepalen van de ontwikkelingsperspectieven voor regionale bedrijven. De deputatie leverde op 3 december 2009 een gedeeltelijk positief planologisch attest af voor het bedrijf Waeyaert Vermeersch isolatie NV gelegen te Makeveldstraat 5a, 8610 Kortemark (Edewalle), conform VCRO en het besluit van de Vlaamse regering van 4 juni 2004 tot bepaling van de nadere regels inzake het planologisch attest. De deputatie stelde volgende voorwaarden voor het planologisch attest: - Voldoende garanties voor het realiseren van een degelijke groenbuffer - Voldoen aan de Vlaamse verordening voor de opvang van hemelwater - Aandacht voor de vlotte en veilige ontsluiting van het bedrijf via de Makeveldstraat op de Koekelarestraat februari 2012 PRUP Regionaal bedrijf Waeyaert Vermeersch (Kortemark) 4

Conform art. 4.4.26 1 VCRO is het betrokken bestuursorgaan verplicht om binnen het jaar na afgifte van het planologisch attest een voorontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan of bijzonder plan van aanleg op te maken, indien de ontwikkelingsmogelijkheden uit het planologisch attest de opmaak of wijziging van een ruimtelijk uitvoeringsplan of een plan van aanleg veronderstellen. 1.2.1 Planologisch attest inhoudelijk Figuur 1: Aanvraag planologisch attest, behoeften korte en lange termijn Het planologisch attest werd gunstig beoordeeld voor de ontwikkelingen op korte termijn. De korte termijn uitbreiding werd beschouwd als ruimtelijk verantwoordbaar en betekent geen bedreiging voor de verkeersleefbaarheid in Edewalle. De uitbreiding op lange termijn werd beschouwd als onvoldoende gemotiveerd. De lange termijnbehoeften dienen binnen de opmaak van het RUP geëvalueerd. februari 2012 PRUP Regionaal bedrijf Waeyaert Vermeersch (Kortemark) 5

2 Feitelijke bestaande toestand Zie plan feitelijke bestaande toestand 2.1 Ruimere omgeving Het bedrijf Waeyaert Vermeersch isolatie NV is gelegen in het gehucht Edewalle (Kortemark). Edewalle is een relatief jonge woonconcentratie, gevormd bij de aanleg van de weg naar Koekelare. Het bedrijf vormt samen met 2 andere bedrijven een ruimtelijke entiteit die duidelijk de schaal van het gehucht Edewalle overstijgt. De bedrijven grenzend aan het plangebied (meubelfabriek en bouwsmederij) zijn van een vergelijkbare schaal als het huidige bedrijf Waeyaert Vermeersch isolatie NV. De bedrijven worden ontsloten via de Makeveldstraat naar de Koekelarestraat, een lokale verbindingsweg bestaande uit 2 rijvakken. Het gehucht Edewalle bestaat uit een lintbebouwing langs de Koekelarestraat Edewallestraat Pastoor D. Vanhautstraat. De lintbebouwing en de aanwezige bedrijven vormen een min of meer ingesloten landbouwgebied tussen de Koekelarestraat Makeveldstraat - Pastoor D. Vanhautstraat Nachtegaalstraat. Ten noordoosten van het plangebied is een boscomplex gelegen. 2.2 Plangebied De groep Waeyaert Vermeersch isolatie bestaat uit twee vennootschappen die ruimtelijk als 1 bedrijf worden beschouwd. Het bedrijf Waeyaert Vermeersch isolatie NV werd in 1973 opgericht als groothandel in isolatiemateriaal. De venootschap Vermeersch Logistics verzorgt de transportactiviteit voor het groothandelsbedrijf. De groep heeft een eigen plaatsingsafdeling, die on-site isoleringswerken uitvoert. Gezien de aard van het product kent de groep een grote economische groei. Het productengamma is daarbij ook diverser geworden. Deze factoren, hogere afzet en meer producten zorgen ervoor dat het bedrijf nood heeft aan bijkomende stockageruimte. De groep bestaat uit een loodsencomplex, burelen en een grote verharde oppervlakte die wordt gebruikt voor logistieke doeleinden en deels voor buitenopslag. februari 2012 PRUP Regionaal bedrijf Waeyaert Vermeersch (Kortemark) 6

Figuur 2: Situering van het plangebied op de topokaart (Bron: NGI) Figuur 3: Situering van het plangebied op de orthofoto februari 2012 PRUP Regionaal bedrijf Waeyaert Vermeersch (Kortemark) 7

2.3 Foto s 1 Foto 1 Foto 2 1 Opnamepunten: zie plan bestaande toestand februari 2012 PRUP Regionaal bedrijf Waeyaert Vermeersch (Kortemark) 8

Foto 3 Foto 4 februari 2012 PRUP Regionaal bedrijf Waeyaert Vermeersch (Kortemark) 9

Foto 5 februari 2012 PRUP Regionaal bedrijf Waeyaert Vermeersch (Kortemark) 10

3 Juridisch bestaande toestand Zie plan juridische bestaande toestand 3.1 Gewestplan Het plangebied is volgens het gewestplan Diksmuide Torhout (KB 05/02/1979 en wijzigingen) voornamelijk gelegen in agrarisch gebied. Een heel beperkt gedeelte langs de Koekelarestraat ligt in woongebied met landelijk karakter. Het agrarisch gebied is niet herbevestigd. Het plangebied is gelegen in het actiegebied voor Wijnendalebos. 3.2 Plannen van aanleg ruimtelijke uitvoeringsplannen Het bestaande bedrijf is gelegen in het BPA zonevreemde bedrijven (MB 14 juni 2001), samen met het aanpalende bedrijf (Hima) en het bedrijf ten zuiden van de Makeveldstraat. Figuur 4: BPA Zonevreemde bedrijven februari 2012 PRUP Regionaal bedrijf Waeyaert Vermeersch (Kortemark) 11

3.3 Verkavelingsvergunningen In het plangebied zijn geen verkavelingsvergunningen afgeleverd. 3.4 Stedenbouwkundige vergunningen Volgende stedenbouwkundige vergunningen werden afgeleverd: 30/09/1978 bouwen van magazijn 27/12/1989 uitbreiden bestaand bedrijf met loods 06/05/1994 vervangen van bestaande bergplaatsen 12/02/2004 uitbreiden met een loods voor opslag + bureel 21/04/2008 uitbreiden stockageruimte 3.5 Milieuvergunningen Het bedrijf beschikt over een milieuvergunning klasse II geldig tot 27/07/2018. 3.6 Buurt- en voetwegen In het plangebied zijn geen buurtwegen gelegen. Figuur 5: Uittreksel uit de atlas der buurtwegen februari 2012 PRUP Regionaal bedrijf Waeyaert Vermeersch (Kortemark) 12

3.7 VEN-gebieden In de omgeving van het plangebied is een VEN-gebied gelegen, namelijk het Wijnedalebos en de vallei van de Waterhoenbeek. Figuur 6: VEN-gebieden februari 2012 PRUP Regionaal bedrijf Waeyaert Vermeersch (Kortemark) 13

3.8 Ramsar-, vogelrichtlijn- en habitatrichtlijngebieden Het plangebied is niet gelegen binnen gebieden die in het kader van Natura 2000 werden aangeduid als Ramsar-, vogelrichtlijn- of habitatrichtlijngebied. In de omgeving is wel een habitatrichtlijngebied aanwezig Bossen, heiden en valleigebieden van zandig Vlaanderen: westelijk deel. Figuur 7: habitatrichtlijngebied 3.9 Beschermde monumenten, landschappen en dorpsgezichten In het plangebied of in de onmiddellijke omgeving van het plangebied zijn geen beschermde monumenten, landschappen en/of dorpsgezichten gelegen. februari 2012 PRUP Regionaal bedrijf Waeyaert Vermeersch (Kortemark) 14

4 Planningscontext 4.1 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) 4.1.1 Basisprincipes RSV Gedeconcentreerde bundeling Er wordt geopteerd om de bestaande ruimtelijke structuur van Vlaanderen als basis te nemen voor de ruimtelijke ontwikkeling. De aanwezige dynamiek wordt positief aangewend zodat er voor Vlaanderen sociale, economische en ruimtelijke meerwaarden ontstaan en dat de negatieve tendensen inzake ruimtegebruik worden omgebogen. Dat wordt nagestreefd door middel van het principe van de gedeconcentreerde bundeling. 4.1.1 Specifiek economisch knooppunt De gemeente Kortemark is in het RSV geselecteerd als specifiek economisch knooppunt (RSV, p. 434). In specifieke economische knooppunten is een taak weggelegd voor de provincie om de ontwikkelingsperspectieven voor bestaande bedrijven van bovenlokaal niveau d.m.v. provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen vast te leggen. 4.1.2 Ontwikkelingsperspectieven Bij de beoordeling van de ontwikkelings- en uitbreidingsmogelijkheden van bestaande bedrijven buiten de bedrijventerreinen worden in het RSV een aantal algemene principes geformuleerd (RSV, p.453-456): Een maximale verweving van economische activiteiten met de activiteiten in haar (bebouwde of onbebouwde) omgeving wordt nagestreefd; goed nabuurschap moet het uitgangspunt vormen; goed nabuurschap is afhankelijk van het ruimtelijk functioneren van het gebied, de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van het gebied en van de aard en het karakter van het bedrijf en de bedrijfsactiviteit; Alle mogelijkheden en voorzieningen (op milieuhygiënisch vlak, qua mobiliteitsproblematiek, ) voor ontwikkeling op de bestaande locatie worden uitputtend aangewend; De ruimtelijke implicaties bij een herlocalisatie (bijkomende infrastructuur voor nieuwe lokale en regionale bedrijventerreinen, bijkomend ruimtegebruik, versnipperen van onbebouwde ruimte, vermindering van de ontwikkelingsmogelijkheden voor natuur, ) worden afgewogen tegenover de ruimtelijke implicaties van de ontwikkeling op de bestaande locatie; De ruimtelijke draagkracht van de omgeving mag niet worden overschreden; historisch gegroeide situaties en hinder zijn mede bepalend voor de draagkracht; februari 2012 PRUP Regionaal bedrijf Waeyaert Vermeersch (Kortemark) 15

Er wordt ten aanzien van de ontwikkeling van de economische activiteit een maximale beleidszekerheid en beleidscontinuïteit nagestreefd zowel in ruimte als in de tijd; de verwachte ontwikkeling en uitbreiding van het bedrijf moet goed ingeschat worden evenals bedrijfseconomische implicaties (efficiënte organisatie van de bedrijfsgebouwen, verbeterde ontsluiting, ). 4.2 Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen (PRS-WV) Het PRS-WV stelt dat de bedrijven buiten de bedrijventerreinen geëvalueerd en geoptimaliseerd dienen te worden. In het PRS-WV werden een aantal criteria uitgewerkt die bepalend zijn voor de evaluatie van de ontwikkelingsmogelijkheden van de bestaande bedrijven (specifiek beleidskader PRS-WV, p. 247-249). Bestaande bedrijven kunnen buiten bedrijventerreinen verweven zijn met andere functies als de impact op de omgeving beperkt blijkt. Deze impact laat zich voelen op vier domeinen: de ruimtelijke impact: ruimtebeslag, schaal van het bedrijf ten opzichte van de omgeving, situering en voorkomen in het landschap, situering ten opzichte van beschermde monumenten/landschappen/dorpsgezichten, bakens en historiek van het ruimtegebruik; de milieu-impact: milieuhinder en openbare nutsvoorzieningen; de verkeersimpact: verkeershinder, bereikbaarheid, clustergebonden karakter, afzetmarkt en ontsluiting door openbaar vervoer; de sociaal-economische criteria: investeringen, productieproces, bereikbaarheid gebouwen en tewerkstelling. Wanneer een bedrijf globaal positief beoordeeld wordt, kan tot een verdere ontwikkeling ter plaatse besloten worden. In 2007 is de dienst ruimtelijke planning van de provincie West-Vlaanderen gestart met de opmaak van een ruimtelijk-economische visie voor het specifiek economisch knooppunt Kortemark. De bedrijvencluster waar Waeyaert Vermeersch toe behoort, wordt gesteld dat het bedrijf de mogelijkheid heeft om beperkt uit te breiden in de richting van de Pastoor D. Vanhautestraat. Hierbij dient aandacht te gaan naar de buffering ten opzichte van de woonomgeving. 4.3 Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (GRS) Kortemark Het GRS Kortemark werd op 14 januari 2010 goedgekeurd door de deputatie van de provincie West-Vlaanderen. De bedrijvencluster wordt in het GRS gezien als een bestemde bedrijvenzone, gezien het BPA zonevreemde bedrijven. Naar mobiliteit toe wordt in het GRS gesteld dat voor bedrijven die ruimtelijk gebundeld voorkomen, via de opmaak van transportplannen, signalisatie en overleg zal gestreefd worden naar de bundeling van aanrijroutes, op een wijze die de woonomgeving ontziet. Dit zal in eerste instantie gebeuren op het ogenblik van de opmaak van uitvoeringsplannen voor individuele of meerdere bestaande bedrijven of bij het (her)ontwikkelen van sites voor nieuwe bedrijven. Voor de cluster van bedrijven bij Edewalle wordt de ontsluitingsrichting via de Koekelarestraat naar de N363 aangegeven. Als gewenste ruimtelijke structuur voor Edewalle geeft het GRS aan dat de grotere bedrijven door een aangepast transportplan verder kunnen ontwikkelen. Een systematische ontsluiting richting N363 is hierin essentieel. Gelijktijdig met deze ont- februari 2012 PRUP Regionaal bedrijf Waeyaert Vermeersch (Kortemark) 16

wikkelingen dienen maatregelen genomen te worden om de verkeersveiligheid van het transport te verbeteren. 4.4 Sectorale plannen 4.4.1 Biologische waarderingskaart 2 Het plangebied is niet gelegen in biologisch waardevol gebied. In de omgeving van het plangebied zijn enkele complexen van biologisch waardevol gebied aangeduid. Figuur 8: Uittreksel uit de biologische waarderingskaart 2 Biologische waarderingskaart versie 2, gekarteerd in april 1998 februari 2012 PRUP Regionaal bedrijf Waeyaert Vermeersch (Kortemark) 17

4.4.2 Landschapsatlas Het plangebied is niet gelegen binnen een ankerplaats 3 of een relictzone 4. Op een afstand van een 300-tal meter ten noordwesten van het plangebied bevindt zich de relictzone Restbossen Achterhoek - Edewalle en verderop de ankerplaats Wijnedaelebos en kasteel. In de omgeving van het plangebied zijn geen puntrelicten 5 gelegen. Figuur 9: Uittreksel uit de landschapsatlas 3 Ankerplaatsen zijn de meest landschappelijke waardevolle gebieden voor Vlaanderen. Ze vormen een geheel van verschillende, maar samen voorkomende erfgoedelementen. Ze zijn binnen de relictzones uitzonderlijk inzake gaafheid of representativiteit, nemen ruimtelijk een plaats in die belangrijk is voor de zorg of het herstel van de landschappelijke omgeving, of zijn uniek. 4 Relictzones werden afgebakend waar waardevolle landschapselementen voorkomen in relatief gave, herkenbare onderlinge samenhang. Het zijn gebieden met een grote dichtheid aan punt- en lijnrelicten, zichten en ankerplaatsen en zones waarin de samenhang tussen de waardevolle landschapselementen belangrijk is voor de gehele landschappelijke waardering. 5 Puntrelicten zijn plaatsen, gebouwen, monumenten of kunstwerken met cultuurhistorische erfgoedwaarde februari 2012 PRUP Regionaal bedrijf Waeyaert Vermeersch (Kortemark) 18

5 Watertoets Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid legt bepaalde verplichtingen op die de watertoets worden genoemd. De watertoets bestaat erin onderzoek te doen naar de effecten van het project op de waterhuishouding. Schadelijke effecten moeten zoveel mogelijk worden beperkt en, indien dit niet mogelijk is, worden hersteld of, in de gevallen van de vermindering van de infiltratie van hemelwater of de vermindering van ruimte voor het watersysteem, gecompenseerd. 5.1 Terreintoets Erosiegevoelige gebieden Grondwaterstromingsgevoelige gebieden Hellingenkaart Infiltratiegevoelige bodems februari 2012 PRUP Regionaal bedrijf Waeyaert Vermeersch (Kortemark) 19

Overstromingsgevoelige gebieden Figuur 10: Uittreksels van de watertoetskaarten Winterbedkaart Een analyse van de watertoetskaarten leert het volgende: Een gedeelte van het plangebied, met name de geplande uitbreiding, heeft een infiltratiegevoelige bodem; Het plangebied is zeer gevoelig tot matig gevoelig voor grondwaterstroming 5.2 Plantoets Het RUP voorziet in de optimalisering en uitbreiding van het bestaande bedrijf. Gezien de infiltratiegevoeligheid voorziet het RUP in volgende maatregelen: De plaatsing van 1 of meer hemelwaterputten, overeenkomstig de normen vastgelegd in de geldende gewestelijke stedenbouwkundige verordening; In de voorschriften worden maatregelen ingeschreven om het waterbergend vermogen van het plangebied te behouden. 5.3 Conclusie Omwille van de bestaande mogelijkheden die het RUP voorziet, in combinatie met de watertoets, zijn duidelijke maatregelen aangewezen om de impact op de waterhuishouding zo minimaal mogelijk te houden. Deze maatregelen dienen in de stedenbouwkundige voorschriften vervat, zodat kan worden geoordeeld dat de voorziene projecten in het plangebied geen schadelijk effect op de waterhuishouding zullen hebben. februari 2012 PRUP Regionaal bedrijf Waeyaert Vermeersch (Kortemark) 20

6 Gewenste ruimtelijke ontwikkeling Het bedrijf heeft na het verkrijgen van het planologisch attest overleg gehad met de gemeente Kortemark en de gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar met het voorstel om een luifel op te richten, aansluitend bij de nieuwe loods. Dit voorstel werd gezien als een afwijking op het verkregen planologisch attest. Het bedrijf heeft tot op heden dan ook geen stedenbouwkundige aanvraag ingediend. De luifel die het bedrijf wenst op de richten bestaat uit een open constructie, die toelaat dat goederen in een overdekte ruimte kunnen worden geladen en gelost. Deze luifel zou volgende voordelen bieden: Lossen en laden van de goederen gebeurt in het droge wat zowel de veiligheid vergroot als de interne circulatie verbetert. De luifel wordt naast de klaarzet zone opgericht. Dit betekent dat heftrucks minder weg-en weer moeten rijden over de bedrijfssite. Een verbetering van de interne circulatie door een efficiëntere goederenstroom heeft ook zijn gevolgen naar de externe circulatie. Vrachtwagens krijgen een kortere laad- en lostijd, waardoor de kans op opstropping zowel op de site als op de openbare weg drastisch vermindert. Deze ontwikkelingsvisie van het bedrijf is onlosmakelijk gekoppeld aan de realisatie van de loods die in de lange termijn van het planologisch attest werd aangevraagd. Naast de nodige circulatieruimte (draaicirkel vrachtwagens), heeft het bedrijf nood aan bijkomende overdekte stapelruimte om de momenteel buiten gestapelde goederen in onder te brengen. Hierbij is rekening gehouden met enerzijds een beperkte uitbreiding van het assortiment en anderzijds de noodzakelijke ruimte voor het stallen van de heftrucks en ander rollend materiaal die momenteel in openlucht worden gestald. De uitbreiding van het assortiment is noodzakelijk om de bedrijfseconomische positie van het bedrijf verder te garanderen. Deze uitbreiding kan in hoofdzaak gezien worden als goederen, verwant aan het isolatiemateriaal, nodig bij de plaatsing en afwerking van de isolatie. Het bedrijf beoogt geen uitbreiding van producten niet verwant aan de isolatiematerialen. Het overdekt stallen van het rollend materiaal vergroot de leefbaarheid. februari 2012 PRUP Regionaal bedrijf Waeyaert Vermeersch (Kortemark) 21

Figuur 11: voorstelling schets gewenste ontwikkeling 6.1 Mobiliteitsprofiel Bij het planologisch attest voor het bedrijf werd een mobiliteitsonderzoek gemaakt. Dit onderzoek leert ons dat het bedrijf circa 30 transportbewegingen per dag voor vrachtwagens genereert. Dit verkeer is geconcentreerd gedurende de ochtend en avondspits. Gedurende de dag is het vrachtverkeer beperkt tot enkele voertuigbewegingen. De werknemers (autoverkeer) genereren circa 40 bewegingen per dag. Bezoekers (het bedrijf doet niet aan detailhandel) vertegenwoordigen circa 10 à 20 bewegingen per dag. februari 2012 PRUP Regionaal bedrijf Waeyaert Vermeersch (Kortemark) 22

De huidige bedrijfsvoering brengt in totaal ca. 80 à 90 voertuigbewegingen per dag met zich mee. Voor de uitbreiding van het bedrijf wordt een realistische toename van 20 à 30 % vooropgesteld, wat neerkomt op 100 à 120 bewegingen per dag. Deze beperkte toename aan transportbewegingen, veroorzaakt door het bedrijf Waeyaert - vermeersch geven geen aanleiding tot significatie verkeerhinder. Belangrijk te vermelden is dat het aanpalende meubelbedrijf recent (dd. 10/11/12) een stedenbouwkundige vergunning heeft verkregen voor de realisatie van een toonzaal van circa 2766 m² en circa 80 parkeerplaatsen. Deze stedenbouwkundige vergunning werd in beroep door de deputatie afgeleverd. De beroepsprocedure werd ingespannen door de gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar tegen de gunstige beslissing van het college van burgemeester en schepenen van Kortemark. Gezien deze recente ontwikkeling is de impact op de mobiliteit van de 2 bedrijven samen moeilijk in te schatten. Gezien de vlotte ontsluiting en het vergunnen van de toonzaal kan echter besloten worden dat de uitbreiding van het bedrijf Waeyaert Vermeersch met in bijzonder de geraamde toename aan transportbewegingen geen nefaste effecten zal hebben op de verkeersleefbaarheid van de kern Edewalle. Niettemin kan het sturen van het verkeer van en naar het bedrijf via de best geschikte wegen een milderend effect hebben op de verkeersleefbaarheid. Een duidelijk aangeven vanuit het bedrijf naar de transporteurs over de te gebruiken route, eventueel ondersteund door GPS sturing is aangewezen. Onderstaande kaart toont aan hoe de ontsluiting van het bedrijf naar het hoger wegennet het best wordt georganiseerd. Enerzijds kan via de N35 (zuidelijke pijl), vlot de E403 richting Kortrijk Gent Frankrijk Ieper bereikt worden, ontsluiting naar de N363 (noordelijke pijl) kan de E40 bereikt worden richting kust, Gent Antwerpen Brussel. Figuur 12: voorstelling gewenste verkeersafwikkeling februari 2012 PRUP Regionaal bedrijf Waeyaert Vermeersch (Kortemark) 23

7 Visie-elementen plan 7.1 Optimalisatie, beperkte uitbreiding en duidelijke grensstelling van bedrijfssite De uitbreiding van het bedrijf speelt in op de bloeiende marktevolutie, eigen aan dit type van goederen, met name isolatiematerialen. In functie van deze marktevolutie wordt een uitbreiding van het bedrijf voorzien. Evenwel wordt deze uitbreiding de maximale bedrijfscontour. De uitbreiding van het bedrijf betekent een verbetering van de interne bedrijfsprocessen, wat de functionaliteit van de site ten goede komt. De uitbreiding laat toe dat het laden en lossen van producten in een overdekte ruimte kan gebeuren. Dit impliceert een gevoelige daling van de interne goederenstromen. De interne circulatie wordt verbeterd, vrachtwagens worden vlotter bediend, waardoor ze minder lang op de site blijven en er geen wachtende vrachtwagens op de openbare weg dienen gestationeerd. Door het voorzien van de bijkomende loods worden enerzijds de buitengestalde goederen binnen gestockeerd, dit vergroot de circulatieruimte en anderzijds kan rollend materiaal (vb. heftrucks) binnen worden gestald, wat de levensduur bevorderd. 7.2 Landschappelijke integratie en hinderbuffer van het plangebied Een groenbuffer zorgt voor de landschappelijke integratie van het bedrijf ten opzichte van het achterliggende landschap. Tov. het aanliggende bedrijf wordt geen buffer voorzien, gezien de beide bedrijven als één samenhangende ruimtelijke entiteit kunnen gezien worden. Een buffer tussen de 2 bedrijven is bijgevolg niet opportuun. De bestaande blusvijver / bufferbekken wordt geïntegreerd in de groenbuffer. Visueel wordt een gesloten groenscherm van min. 5m breed voldoende geacht als buffer. De buffering naar geluid toe, wordt voornamelijk verwezenlijkt door een voldoende afstand tussen geluidsbron en mogelijk gehinderde. In dit opzicht wordt een vijver / waterbuffer ook als functionele buffer beschouwd. Ten opzichte van de woning ter hoogte van de Koekelarestraat wordt de bufferzone afgestemd op de bestaande bebouwing en bestaand BPA. Dit betekent een erg summiere bufferstrook. Om mogelijke hinder tegen te gaan ten opzichte van de woningen langs de Koekelarestraat, wordt een functiebeperking toegepast in het plangebied. De groenbuffer wordt hier 5m breed voorzien. Bij herbouw dient de volledige 5m als buffer te worden ingericht. Het plan voorziet in de mogelijkheid om een verbinding te maken tussen het plangebied en het hoekperceel (percelen) Makeveldestraat Koekelarestraat, indien deze percelen door het bedrijf kunnen verworven worden. Op die manier zou het bedrijf nieuwe kantoren kunnen oprichten langs de Koekelarestraat en is een herziening of wijziging van het PRUP niet noodzakelijk om de kantoren met het bedrijf te verbinden. Het is geenszins de bedoeling dat het bedrijf rechtsreeks op de Koekelarestraat wordt ontsloten. februari 2012 PRUP Regionaal bedrijf Waeyaert Vermeersch (Kortemark) 24

8 Milieueffecten 8.1 Milieuscreening Het decreet en de uitvoeringsbesluiten betreffende de plan-milieueffectrapportage voorzien dat bij de opmaak van ieder RUP moet nagegaan worden of het voorgenomen plan geen aanzienlijke milieueffecten kan teweegbrengen. Een aantal plannen zijn van rechtswege plan-mer-plichting. Dit is voor voorliggend plan niet het geval. Om aan te tonen dat het voorliggend plan geen aanzienlijke milieueffecten met zich meebrengt, werd een milieuscreeningsprocedure gevoerd. Op 5 mei 2011 besliste de dienst MER dat dit PRUP geen aanleiding geeft tot aanzienlijke milieugevolgen en dat de opmaak van een planmer niet nodig is. 8.2 Conclusies voor het plan Discipline Gezondheid en veiligheid van de mens Ruimtelijke ordening Biodiversiteit, fauna en flora Energie- en grondstoffenvoorraad Bodem Water Atmosfeer en klimatologische factoren Geluid Licht Stoffelijke goederen, cultureel erfgoed en het landschap Mobiliteit Betekenisvol negatief effect? Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee De samenhang tussen de genoemde disciplines is niet in die mate relevant dat ze een aparte beschrijving en beoordeling behoeft ten opzichte van de hoger genoemde effecten. De cumulatieve effecten van de genoemde disciplines zijn immers klein tot onbestaande. februari 2012 PRUP Regionaal bedrijf Waeyaert Vermeersch (Kortemark) 25

9 Technische aspecten 9.1 Opheffing geldende voorschriften Voorliggend PRUP heft de voorschriften op van het BPA zonevreemde bedrijven (MB 14 juni 2001) en gewestplan Diksmuide Torhout (KB 05/02/1979 en wijzigingen) voor het plangebied op. Het betreft: - agrarisch gebied 9.2 Ruimtebalans Gewestplan / BPA Benaderende oppervlakte Voorliggend PRUP Benaderende oppervlakte Bedrijvenzone (BPA) 19574 m² Zone voor bestaand regionaal bedrijf 15623 m² Waarvan: 2175 m² Beperkte functies Zone voor buffer 2974 m² Zone voor achteruitbouwzone Agrarisch gebied (GWP) 8506 m² Zone voor regionaal bedrijf 987 m² 5951 m² Zone voor buffer 2545 m² TOTAAL 28 080 m² Totaal 28 080 m² februari 2012 PRUP Regionaal bedrijf Waeyaert Vermeersch (Kortemark) 26

9.3 Register i.f.v. planschade, planbaten of compensaties Figuur 13: grafisch register van percelen waarvoor planbaten, planschade, kapitaalschade of gebruikerschade verschuldigd kan zijn februari 2012 PRUP Regionaal bedrijf Waeyaert Vermeersch (Kortemark) 27

DISCLAIMER Deze kaart is het register, zoals bedoeld in artikel 2.2.2. 1, eerste lid, 7 en 8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan geven tot een planschadevergoeding, een planbatenheffing, een kapitaalschadecompensatie of een gebruikerscompensatie. Dit register geeft, conform de geciteerde wetgeving, de percelen weer waarop een bestemmingswijziging gebeurt die aanleiding kan geven tot vergoeding of heffing. De opname van percelen in dit register houdt dus niet in dat sowieso een heffing zal worden opgelegd of dat een vergoeding kan worden verkregen. Voor elk van de regelingen gelden voorwaarden, uitzonderings- of vrijstellingsgronden die per individueel geval beoordeeld worden. Het register kan dus geen uitsluitsel geven over de toepassing van die voorwaarden, uitzonderings- of vrijstellingsgronden. De regeling over de planschade is te vinden in artikel 2.6.1 en volgende van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. De regeling over de planbatenheffing is te vinden in artikel 2.6.4 en volgende van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. De regeling over de kapitaalschadecompensatie is te vinden in artikel 6.2.1. en volgende van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid. De regeling over de gebruikerscompensatie is te vinden in het decreet van 27 maart 2009 houdende vaststelling van een kader voor de gebruikerscompensatie bij bestemmingswijzigingen, overdrukken en erfdienstbaarheden tot openbaar nut. De tekst van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en van het decreet grond- en pandenbeleid kan geraadpleegd worden op www.ruimtelijkeordening.be, rubriek wetgeving. De tekst van het decreet gebruikerscompensatie kan geraadpleegd worden op www.codex.vlaanderen.be, zoekterm gebruikerscompensatie. Dit register werd aangemaakt door het plan zoals het gold vóór de bestemmingswijziging digitaal te vergelijken met het huidige plan. In een aantal gevallen verschilt de cartografische ondergrond waarop de bestemmingen werden ingetekend in het oude en het nieuwe plan. Daarom kunnen bij de digitale vergelijking beperkte fouten optreden. Het register moet met dat voorbehoud geraadpleegd worden. Meer informatie over het register is opgenomen in de toelichting die eveneens in deze bijlage van het RUP is opgenomen. februari 2012 PRUP Regionaal bedrijf Waeyaert Vermeersch (Kortemark) 28

10 Planproces 10.1 Voorontwerp - Goedkeuring deputatie: 16/12/2010 - Plenaire vergadering: 19/01/2011 - Adviserende instanties: - CBS Kortemark - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie - Departement Ruimtelijke ordening, Woonbeleid en Onroerend erfgoed - Ruimtelijke Planning - PROCORO West-Vlaanderen - Agentschap voor Natuur en Bos - West-Vlaanderen - Agentschap Ondernemen - Vlaamse Milieumaatschappij West-Vlaanderen - Afdeling Operationeel Waterbeheer - Departement Landbouw en Visserij West-Vlaanderen - Duurzame Landbouwontwikkeling 10.2 Ontwerp - Voorlopige vaststelling provincieraad: 23/06/2011 - Openbaar onderzoek: 1/08/2011 30/09/2011 - Behandeling adviezen en bezwaren PROCORO: 17/11/2011 10.3 Definitief plan - Definitieve vaststelling provincieraad: 1/03/2012 - Goedkeuring Vlaamse Regering: februari 2012 PRUP Regionaal bedrijf Waeyaert Vermeersch (Kortemark) 29

11 Bijlagen 11.1 Ontheffingsbeslissing opmaak Plan-MER, verslag plenaire vergadering en uitgebrachte adviezen, screeningsnota. februari 2012 PRUP Regionaal bedrijf Waeyaert Vermeersch (Kortemark) 30

Ruimtelijke Planning Verslag Datum vergadering: 19/01/2011 Betreft: Verslag plenaire vergadering voorontwerp PRUP Waeyaert - Vermeersch (Kortemark) Bijlagen: adviezen Verslaggever: Joachim D'eigens Telefoon 050 40 33 77 Fax 050 40 33 76 e-mail: joachim.deigens@west-vlaanderen.be Aanwezig: Instantie Vertegenwoordiger(s) - CBS Kortemark Hilde Smits - PROCORO West-Vlaanderen Koen Dewulf - Dienst Ruimtelijke Planning - provincie Bart Verbeke - Dienst Ruimtelijke Planning - provincie Joachim D'eigens Verontschuldigd: - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie - - Departement Ruimtelijke ordening, Woonbeleid en Onroerend erfgoed - Ruimtelijke Planning - Agentschap Ondernemen - Vlaamse Milieumaatschappij West-Vlaanderen - Afdeling Operationeel Waterbeheer - Departement Landbouw en Visserij West-Vlaanderen - Duurzame Landbouwontwikkeling Verslag van de plenaire vergadering over het voorontwerp provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) Waeyaert - Vermeersch (Kortemark) 1. Inleiding Volgende instanties zijn om advies gevraagd: - CBS Kortemark - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie - Departement Ruimtelijke ordening, Woonbeleid en Onroerend erfgoed - Ruimtelijke Planning - PROCORO West-Vlaanderen - Agentschap voor Natuur en Bos - West-Vlaanderen Provinciehuis Boeverbos Koning Leopold III-laan 41 B-8200 Sint-Andries Telefoon 050 40 31 11 Fax 050 40 31 00

- Agentschap Ondernemen - Vlaamse Milieumaatschappij West-Vlaanderen - Afdeling Operationeel Waterbeheer - Departement Landbouw en Visserij West-Vlaanderen - Duurzame Landbouwontwikkeling Volgende instellingen en administraties hebben schriftelijk advies gegeven: - CBS Kortemark - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie - Departement Ruimtelijke ordening, Woonbeleid en Onroerend erfgoed - Ruimtelijke Planning - PROCORO West-Vlaanderen - Vlaamse Milieumaatschappij West-Vlaanderen - Afdeling Operationeel Waterbeheer - Departement Landbouw en Visserij West-Vlaanderen - Duurzame Landbouwontwikkeling Deze schriftelijke adviezen worden integraal bij het verslag gevoegd (zie bijlagen). De adviezen werden ontvangen voor of tijdens de plenaire vergadering. 2. Bespreking adviezen Eerst werden de adviezen van de verontschuldigde instanties overlopen. - Departement Ruimtelijke ordening, Woonbeleid en Onroerend erfgoed - Ruimtelijke Planning: principieel gunstig advies. Buffering en landschappelijke inkleding zijn niet in overeenstemming met het planologisch attest. Inhoudelijke opmerkingen: De voorwaarde op het vlak van buffering geldt voornamelijk voor wat de buffering van de woningen in de Koekelarestraat en Vanhautestraat betreft. Het PRUP maakt deze onvoldoende waar: er is geen uitgewerkte visie en ruimtelijk onderzoek rond de buffering, de bestaande vijver voor bluswater verhindert een afdoende buffering (bredere buffer nodig). Aan westelijke zijde is de buffer te beperkt. Er zijn te weinig garanties dat de ontsluiting zal gebeuren via de Makeveldstraat. Dit dient in de voorschriften opgenomen. Wellicht is het ook aangewezen bepalingen over circulatie en parking op te nemen. het is aangewezen om in de voorschriften uitdrukkelijk te bepalen dat autonome logistiek, kleinhandel en kantoren niet zijn toegelaten. De paarse zone met gearceerde overdruk, ter hoogte van de Koekelarestraat heeft een onduidelijke rol. Er wordt voorgesteld hier buffer van te maken of activiteiten te specificeren die niet hinderlijk zijn voor de naastgelegen woningen. Het is aangewezen om de concrete maatregelen op het vlak van waterbeheersing (maximale afvoerdebiet naar het bekenstelsel) in de stedenbouwkundige voorschriften vast te leggen. 2

De inrichtingsstudie heeft weinig meerwaarde zonder specifieke voorschriften om de aspecten aan te toetsen. Een inrichtingsstudie mag niet worden ingezet als een bijkomende planfiguur. - Departement Leefmilieu en energiebeleid: geen opmerkingen, er dient geen veiligheidsrapport opgemaakt te worden. - Vlaamse Milieumaatschappij West-Vlaanderen - Afdeling Operationeel Waterbeheer: gunstig advies. Er wordt verwezen naar de maatregelen opgenomen in de stedenbouwkundige voorschriften en de planinhoud. Er zijn geen significante negatieve effecten te verwachten. - Departement Landbouw en Visserij West-Vlaanderen - Duurzame Landbouwontwikkeling: voorwaardelijk gunstig: als voorwaarde wordt gevraagd dat er een billijke vergoeding wordt voorzien, voor zowel de eigenaar van de aan te snijden landbouwgrond als de gebruiker ervan. Vervolgens werden de adviezen van de aanwezige instanties overlopen. - PROCORO: het voorstel van RUP is aanvaardbaar met volgende voorwaarden: Het bedrijf dient geïntegreerd te zijn in het landschap Het voorschrift over de hoogtebepaling van een bouwlaag (art. 0.4) kan geschrapt worden. De PROCORO suggereert om een ruimtelijke visie te maken over het gebied van Edewalle waar diverse grootschalige bedrijven ingeplant zijn (Hima, Vermeersch- Deconinck, F.Vermeersch, ) - Kortemark:gunstig advies mits: o Bij waterbeheersing opgenomen wordt dat bij grote uitbreidingen gunstig advies van de rioolbeheerder Infrax inzake waterhuishouding verkregen wordt o Het overzicht stedenbouwkundige vergunningen verder aan te vullen + de lopende dossiers te vermelden o De grens van het plangebied te laten samenvallen met de perceelsgrens o Er verder onderzoek wordt gedaan inzake mobiliteit en de routes voor het inkomend en uitgaand verkeer zoveel als mogelijk via de N363 verlopen. Daarna werden de adviezen verder bediscussieerd. Buffer en landschappelijke inkleding Tijdens het overlopen van het advies van Departement Ruimtelijke ordening, Woonbeleid en Onroerend erfgoed - Ruimtelijke Planning geeft de gemeente ivm. de vraag naar onderzoek naar buffering tov. de woningen ten westen van het plangebied aan eerder de voorkeur te geven aan het beperken van de functies in de gebouwen dichtst bij de Koekelarestraat. De dienst ruimtelijke planning van de provincie treedt deze stelling bij. Een bredere buffer in overdruk, die pas bij herbouw kan gerealiseerd worden, biedt minder garanties. De gemeente geeft mee geen weet te hebben van klachten ivm. hinder veroorzaakt door het bedrijf. 3

De gemeente is van menig dat een groenscherm van 5m breed, in combinatie met de aanliggende vijver een voldoende buffering vormt. Visueel is een buffer van 5 of 15m immers weinig verschillend. Naar afstand toe is de buffer ter hoogte van de vijver breder dan op andere locaties. De groenbuffer verbreden op een perceel van derden is niet opportuun. De dienst ruimtelijke planning van de provincie zal bijkomend onderzoek doen naar de groenbuffer landschappelijke inkleding. Hierbij wordt de optie opengehouden om het plangebied beperkt uit te breiden ten behoeve van een eventuele herlocalisatie van de blusvijver. Ontsluiting en mobiliteit Als reactie op de stelling dat er te weinig garanties zijn dat de ontsluiting van het bedrijf zal gebeuren via de Makeveldstraat (advies Departement Ruimtelijke ordening, Woonbeleid en Onroerend erfgoed - Ruimtelijke Planning), geeft de dienst ruimtelijke planning van de provincie aan dat dit duidelijk in de voorschriften is opgenomen. Er wordt aangegeven dat er op vandaag geen ontsluiting is naar de Koekelarestraat. Dit zal worden verduidelijkt in de toelichtingsnota. Verder wordt onderzocht hoe de ontsluiting duidelijker kan worden gevisualiseerd. Inzake mobiliteit drukken zowel gemeente als PROCORO hun bezorgdheid uit. Voor de ontwikkeling van het aanpalende meubelbedrijf met een toonzaal, in lopende stedenbouwkundige vergunningsprocedure, is het mobiliteitseffect niet duidelijk. Niettemin kan in de toelichtingnota hier meer aandacht aan besteed worden. De gemeente vraagt medewerking van het bedrijf om vrachtverkeer volgens de beste ontsluiting naar het hoger wegennet te leiden. Watertoets Over de vraag van Departement Ruimtelijke ordening, Woonbeleid en Onroerend erfgoed - Ruimtelijke Planning ivm het opnemen van een maximaal afvoerdebiet in de voorschriften, geeft de gemeente aan dat er op vergunningsniveau wordt gewerkt met een overloopsysteem met een maximale diameter van 150 mm. In de voorschriften staat vermeld dat het waterbergend vermogen van het plangbebied door de aanleg van de bedrijvensite niet verminderd mag worden. Vervuild regenwater dient gebufferd alvorens af te voeren buiten het plangebied. De dienst ruimtelijke planning van de provincie onderzoekt nog hoe kan worden tegemoetgekomen aan de vraag van ruimtelijke planning. Inrichtingsstudie Wat betreft het nut van de inrichtingsstudie is de vergadering het eens dat de bepalingen terzake minder relevant zijn voor dergelijk bedrijfs-rup. De gemeente stelt voor deze bepalingen te vervangen door te stellen dat bij een stedenbouwkundig vergunningsaanvraag steeds de totale site dient weergegeven op het plan. De dienst ruimtelijke planning van de provincie past de voorschriften aan. Bouwhoogte De gemeente vraagt om de bouwhoogte af te stemmen op de ingediende stedenbouwkundige vergunningsaanvraag (bouwhoogte 10,4m). De bouwhoogte komt omwille van de nieuwe norm van brandveiligheid voor industriële gebouwen. Wil men de voorziene stapelhoogte van 3 paletten behouden en voldoen aan deze nieuwe norm, dan dient de bouwhoogte aangepast te worden. Als er minder hoog gestapeld kan worden dan voorzien, moet er meer grondoppervlakte ingenomen worden wat resulteert in een minder compacte uitvoering. 4

De dienst ruimtelijke planning van de provincie evalueert de bouwhoogte en past de voorschriften aan. Varia De gemeente vraagt het plangebied af te stemmen op de onderlegger (percelen). De dienst ruimtelijke planning van de provincie wijst op het probleem van overlappende perceelskaarten. De onderlegger wordt aangepast, zodat de plancontouren op basis van een opgemeten plan, overeenstemmen met de percelen. 3. Conclusie Er wordt aan de deputatie voorgesteld om de procedure verder te zetten en het plan aan te passen zoals hierboven besproken. De belangrijkste aanpassingen zijn: - Mogelijke hinder beperken in de gebouwen aansluitend bij de Koekelarestraat - Blusvijver: indien blijkt dat het gesloten groenscherm onvoldoende breed is ter hoogte van de blusvijver wordt het plangebied mogelijks beperkt uitgebreid om de blusvijver te herlokaliseren. - De ontsluiting van het bedrijf duidelijker specificeren. Er is met name geen sprake van een ontsluiting langs de Koekelarestraat. - Gepaste formulering in de voorschriften voor het maximale debiet van hemelwaterafvoer. - Formulering over de inrichtingsstudie afstemmen op de planinhoud. - Voorschrift 0.4 schrappen wegens niet relevant. - De mobiliteit in een ruimer kader bekijken in de toelichtingsnota. - Bepalingen inzake bouwhoogte aanpassen. - Onderlegger plangebied afstemmen op het PRUP. 5

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan Wayaert - Vermeersch Gemeente Kortemark SCREENINGSNOTA januari 2011

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan Wayaert - Vermeersch Gemeente Kortemark SCREENINGSNOTA januari 2011 algplanid: rup_30000_213_00101_00001 Dienst Ruimtelijke Planning Koning-Leopold III-laan 41 8200 Sint-Andries (Brugge) t 050/ 40 35 33 f 050/ 40 33 76 ruimtelijkeplanning@westvlaanderen.be www.west-vlaanderen.be Het diensthoofd Stephaan Barbery Projectcoördinator: Joachim D eigens Projectbegeleider: Bart Verbeke

Inhoudsopgave 1 INLEIDING... 5 1.1 ALGEMEEN... 5 1.2 BESLISSING TOT OPMAAK VAN HET PROVINCIAAL RUP DOOR DE DEPUTATIE... 5 1.2.1 Planologisch attest inhoudelijk... 5 2 FEITELIJK BESTAANDE TOESTAND... 7 2.1 RUIMERE OMGEVING... 7 2.2 PLANGEBIED... 7 3 PLANNINGSCONTEXT... 12 3.1 RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN VLAANDEREN (RSV)... 12 3.1.1 Basisprincipes RSV... 12 3.1.1 Specifiek economisch knooppunt... 12 3.1.2 Ontwikkelingsperspectieven... 12 3.2 PLANNINGSPROCES VOOR LANDBOUW, NATUUR EN BOS REGIO REGIO VELDGEBIED BRUGGE EN MEETJESLAND... 13 3.3 PROVINCIAAL RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN WEST-VLAANDEREN (PRS-WV)... 14 3.4 GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN (GRS) KORTEMARK... 14 4 CONCEPT EN UITGANGSPUNTEN... 16 4.1 GEWENSTE RUIMTELIJKE ONTWIKKELING... 16 4.2 MOBILITEITSPROFIEL... 17 4.3 VISIE ELEMENTEN PLAN... 18 4.3.1 Optimalisatie, beperkte uitbreiding en duidelijke grensstelling van bedrijfssite... 18 4.3.2 Landschappelijke integratie... 18 5 IS DE OPMAAK VAN EEN PLAN-MER VAN RECHTSWEGE VERPLICHT?... 19 5.1 WETTELIJK KADER... 19 5.2 TOETSING OF EEN PASSENDE BEOORDELING NOODZAKELIJK IS... 19 5.3 TOETSING OF RUP KADER IS VOOR PROJECT-MER-PLICHTIGE PROJECTEN... 19 5.4 BESLUIT... 20 6 ALTERNATIEVEN... 21 6.1 NULALTERNATIEF... 21 6.2 MOGELIJKE ALTERNATIEVEN... 21 7 ONDERZOEK NAAR DE MOGELIJKE AANZIENLIJKE MILIEUEFFECTEN VAN HET RUP... 22 7.1 INLEIDING... 22 7.2 EFFECT OP GEZONDHEID EN VEILIGHEID VAN DE MENS... 22 7.2.1 Beschrijving en inschatting van het effect... 22 7.2.2 Besluit... 23 7.3 EFFECT OP DE RUIMTELIJKE ORDENING... 23 7.3.1 Beschrijving en inschatting van het effect... 23 7.3.2 Besluit... 25 7.4 EFFECT OP DE BIODIVERSITEIT, FAUNA EN FLORA... 26 7.4.1 Beschrijving en inschatting van het effect... 26 7.4.2 Besluit... 27 januari 2011 Screeningsnota PRUP Wayaert - Vermeersch (Kortemark) 1

7.5 EFFECT OP DE ENERGIE- EN GRONDSTOFFENVOORRAAD... 27 7.5.1 Beschrijving en inschatting van het effect... 27 7.5.2 Besluit... 27 7.6 EFFECT OP DE BODEM... 28 7.6.1 Beschrijving en inschatting van het effect... 28 7.6.2 Besluit... 28 7.7 EFFECT OP HET WATER... 28 7.7.1 Beschrijving en inschatting van het effect... 28 7.7.2 Besluit... 33 7.8 EFFECT OP DE ATMOSFEER EN KLIMATOLOGISCHE FACTOREN... 33 7.8.1 Beschrijving en inschatting van het effect... 33 7.8.2 Besluit... 33 7.9 EFFECT OP HET GELUID... 33 7.9.1 Beschrijving en inschatting van het effect... 33 7.9.2 Besluit... 34 7.10 EFFECT OP HET LICHT... 34 7.10.1 Beschrijving en inschatting van het effect... 34 7.10.2 Besluit... 34 7.11 EFFECT OP DE STOFFELIJKE GOEDEREN, CULTUREEL ERFGOED M.I.V. HET ARCHITECTONISCH ERFGOED EN HET LANDSCHAP... 34 7.11.1 Beschrijving en inschatting van het effect... 34 7.11.2 Besluit... 34 7.12 EFFECT OP DE MOBILITEIT... 34 7.12.1 Beschrijving en inschatting van het effect... 34 7.12.2 Besluit... 36 7.13 BESLUIT SCREENING... 36 8 BESLUIT... 37 9 GRENSOVERSCHRIJDENDE OF GEWESTGRENSOVERSCHRIJDENDE EFFECTEN... 38 januari 2011 Screeningsnota PRUP Wayaert - Vermeersch (Kortemark) 2

Lijst met figuren FIGUUR 1: AANVRAAG PLANOLOGISCH ATTEST, BEHOEFTEN KORTE EN LANGE TERMIJN... 6 FIGUUR 2: SITUERING VAN HET PLANGEBIED OP DE TOPOKAART (BRON: NGI)... 8 FIGUUR 3: SITUERING VAN HET PLANGEBIED OP DE ORTHOFOTO (BRON: NGI, 2009)... 8 FIGUUR 4: GEWENSTE RUIMTELIJKE STRUCTUUR WESTELIJK HOUTLAND (WESTELIJK DEEL)... 13 FIGUUR 5: VOORSTELLING SCHETS GEWENSTE ONTWIKKELING... 17 FIGUUR 6: BPA ZONEVREEMDE BEDRIJVEN... 24 FIGUUR 7: HET GEWESTPLAN DIKSMUIDE TORHOUT (KB 05/02/1979) TER HOOGTE VAN HET PLANGEBIED. 24 FIGUUR 8: UITTREKSEL UIT DE BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART (BRON: INBO)... 26 FIGUUR 9: VEN-GEBIEDEN... 27 FIGUUR 10: UITTREKSEL UIT DE BODEMKAART... 28 FIGUUR 11: ZONERINGSKAART (BRON: VMM)... 29 FIGUUR 12: AANDUIDING VAN DE EROSIEGEVOELIGE GEBIEDEN... 30 FIGUUR 13: AANDUIDING VAN DE GRONDWATERSTROMINGSGEVOELIGE GEBIEDEN... 30 FIGUUR 14: HELLINGENKAART... 31 FIGUUR 15: AANDUIDING VAN DE INFILTRATIEGEVOELIGE BODEMS... 31 FIGUUR 16: AANDUIDING VAN DE OVERSTROMINGSGEVOELIGE GEBIEDEN... 32 FIGUUR 17: WINTERBEDKAART... 32 FIGUUR 18: UITREKSEL UIT DE ATLAS DER BUURTWEGEN... 35 januari 2011 Screeningsnota PRUP Wayaert - Vermeersch (Kortemark) 3

januari 2011 Screeningsnota PRUP Wayaert - Vermeersch (Kortemark) 4

1 Inleiding 1.1 Algemeen Onderhavig document betreft de screeningsnota (verzoek tot raadpleging) voor het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) Wayaert - Vermeersch (Kortemark). 1.2 Beslissing tot opmaak van het provinciaal RUP door de deputatie In uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) en het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen (PRS-WV) is de provincie bevoegd voor het bepalen van de ontwikkelingsperspectieven voor regionale bedrijven. De deputatie leverde op 3 december 2009 een gedeeltelijk positief planologisch attest af voor het bedrijf Wayaert Vermeersch isolatie NV gelegen te Makeveldstraat 5a, 8610 Kortemark (Edewalle), conform VCRO en het besluit van de Vlaamse regering van 4 juni 2004 tot bepaling van de nadere regels inzake het planologisch attest. De deputatie stelde volgende voorwaarden voor het planologisch attest: - Voldoende garanties voor het realiseren van een degelijke groenbuffer - Voldoen aan de Vlaamse verordening voor de opvang van hemelwater - Aandacht voor de vlotte en veilige ontsluiting van het bedrijf via de Markeveldstraat op de Koekelarestraat Conform art. 4.4.26 1 VCRO is het betrokken bestuursorgaan verplicht om binnen het jaar na afgifte van het planologisch attest een voorontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan of bijzonder plan van aanleg op te maken, indien de ontwikkelingsmogelijkheden uit het planologisch attest de opmaak of wijziging van een ruimtelijk uitvoeringsplan of een plan van aanleg veronderstellen. 1.2.1 Planologisch attest inhoudelijk januari 2011 Screeningsnota PRUP Wayaert - Vermeersch (Kortemark) 5

Figuur 1: Aanvraag planologisch attest, behoeften korte en lange termijn Het planologisch attest werd gunstig beoordeeld voor de ontwikkelingen op korte termijn. De korte termijn uitbreiding werd beschouwd als ruimtelijk verantwoordbaar en betekent geen bedreiging voor de verkeersleefbaarheid in Edewalle. De uitbreiding op lange termijn werd beschouwd als onvoldoende gemotiveerd. De lange termijnbehoeften dienen binnen de opmaak van het RUP geëvalueerd. januari 2011 Screeningsnota PRUP Wayaert - Vermeersch (Kortemark) 6

2 Feitelijk bestaande toestand Zie plan bestaande toestand 2.1 Ruimere omgeving Het bedrijf Wayaert Vermeersch isolatie NV is gelegen in het gehucht Edewalle (Kortemark). Edewalle is een relatief jonge woonconcentratie, gevormd bij de aanleg van de weg naar Koekelare. Het bedrijf vormt samen met 2 andere bedrijven een ruimtelijke entiteit die duidelijk de schaal van het gehucht Edewalle overstijgt. De bedrijven grenzend aan het plangebied (meubelfabriek en bouwsmederij) zijn van een vergelijkbare schaal als het huidige bedrijf Wayaert Vermeersch isolatie NV. De bedrijven worden ontsloten via de Makeveldstraat naar de Koekelarestraat, een lokale verbindingsweg bestaande uit 2 rijvakken. Het gehucht Edewalle bestaat uit een lintbebouwing langs de Koekelarestraat Edewallestraat Pastoor D. Vanhautstraat. De lintbebouwing en de aanwezige bedrijven vormen een min of meer ingesloten landbouwgebied tussen de Koekelarestraat Makeveldstraat - Pastoor D. Vanhautstraat Nachtegaalstraat. Ten noordoosten van het plangebied is een boscomplex gelegen. 2.2 Plangebied De groep Wayaert Vermeersch isolatie bestaat uit twee vennootschappen die ruimtelijk als 1 bedrijf worden beschouwd. Het bedrijf Wayaert Vermeersch isolatie NV werd in 1973 opgericht als groothandel in isolatiemateriaal. De venootschap Vermeersch Logistics verzorgt de transportactiviteit voor het groothandelsbedrijf. De groep heeft een eigen plaatsingsafdeling, die on-site isoleringswerken uitvoert. Gezien de aard van het product kent de groep een grote economische groei. Het productengamma is daarbij ook diverser geworden. Deze factoren, hogere afzet en meer producten zorgen ervoor dat het bedrijf nood heeft aan bijkomende stockageruimte. De groep bestaat uit een loodsencomplex, burelen en een grote verharde oppervlakte die wordt gebruikt voor logistieke doeleinden en deels voor buitenopslag. januari 2011 Screeningsnota PRUP Wayaert - Vermeersch (Kortemark) 7

Figuur 2: Situering van het plangebied op de topokaart (Bron: NGI) Figuur 3: Situering van het plangebied op de orthofoto (Bron: NGI, 2009) januari 2011 Screeningsnota PRUP Wayaert - Vermeersch (Kortemark) 8

Foto 1 Foto 2 januari 2011 Screeningsnota PRUP Wayaert - Vermeersch (Kortemark) 9

Foto 3 Foto 4 januari 2011 Screeningsnota PRUP Wayaert - Vermeersch (Kortemark) 10

Foto 5 januari 2011 Screeningsnota PRUP Wayaert - Vermeersch (Kortemark) 11

3 Planningscontext 3.1 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) 3.1.1 Basisprincipes RSV Gedeconcentreerde bundeling Er wordt geopteerd om de bestaande ruimtelijke structuur van Vlaanderen als basis te nemen voor de ruimtelijke ontwikkeling. De aanwezige dynamiek wordt positief aangewend zodat er voor Vlaanderen sociale, economische en ruimtelijke meerwaarden ontstaan en dat de negatieve tendensen inzake ruimtegebruik worden omgebogen. Dat wordt nagestreefd door middel van het principe van de gedeconcentreerde bundeling. 3.1.1 Specifiek economisch knooppunt De gemeente Kortemark is in het RSV geselecteerd als specifiek economisch knooppunt (RSV, p. 434). In specifieke economische knooppunten is een taak weggelegd voor de provincie om de ontwikkelingsperspectieven voor bestaande bedrijven van bovenlokaal niveau d.m.v. provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen vast te leggen. 3.1.2 Ontwikkelingsperspectieven Bij de beoordeling van de ontwikkelings- en uitbreidingsmogelijkheden van bestaande bedrijven buiten de bedrijventerreinen worden in het RSV een aantal algemene principes geformuleerd (RSV, p.453-456): Een maximale verweving van economische activiteiten met de activiteiten in haar (bebouwde of onbebouwde) omgeving wordt nagestreefd; goed nabuurschap moet het uitgangspunt vormen; goed nabuurschap is afhankelijk van het ruimtelijk functioneren van het gebied, de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van het gebied en van de aard en het karakter van het bedrijf en de bedrijfsactiviteit; Alle mogelijkheden en voorzieningen (op milieuhygiënisch vlak, qua mobiliteitsproblematiek, ) voor ontwikkeling op de bestaande locatie worden uitputtend aangewend; De ruimtelijke implicaties bij een herlocalisatie (bijkomende infrastructuur voor nieuwe lokale en regionale bedrijventerreinen, bijkomend ruimtegebruik, versnipperen van onbebouwde ruimte, vermindering van de ontwikkelingsmogelijkheden voor natuur, ) worden afgewogen tegenover de ruimtelijke implicaties van de ontwikkeling op de bestaande locatie; De ruimtelijke draagkracht van de omgeving mag niet worden overschreden; historisch gegroeide situaties en hinder zijn mede bepalend voor de draagkracht; Er wordt ten aanzien van de ontwikkeling van de economische activiteit een maximale beleidszekerheid en beleidscontinuïteit nagestreefd zowel in ruimte als in de tijd; de verwachte ontwikkeling en uitbreiding van het bedrijf moet goed ingeschat worden evenals bedrijfseconomische implicaties (efficiënte organisatie van de bedrijfsgebouwen, verbeterde ontsluiting, ). januari 2011 Screeningsnota PRUP Wayaert - Vermeersch (Kortemark) 12

3.2 Planningsproces voor landbouw, natuur en bos regio regio Veldgebied Brugge en Meetjesland In uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen stelde de Vlaamse overheid in 2005 een ruimtelijke visie op landbouw, natuur en bos op voor de regio Veldgebied Brugge en Meetjesland. Op 20 juli 2006 keurde de Vlaamse regering de beleidsmatige herbevestiging van de bestaande gewestplannen voor ca. 55.800 ha agrarisch gebied goed en op 29 juni 2007 nam ze kennis van de ruimtelijke visie en keurde ze een operationeel uitvoeringsprogramma goed. In het operationeel uitvoeringsprogramma is aangegeven welke gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen de Vlaamse overheid de komende jaren zal opmaken voor de afbakening van de resterende landbouw-, natuur- en bosgebieden. Het plangebied behoort tot gebied Westelijk houtland. Figuur 4: Gewenste ruimtelijke structuur Westelijk houtland (Westelijk deel) Voor het Westelijk Houtland staat het volgende beleid voorop: Samenhangend landbouwgebied met grondgebonden landbouw als drager van de open ruimte Minder samenhangende landbouwgebieden met ruimte voor een gedifferentieerde landbouwontwikkeling Behoud en versterking van historische bos- en parkstructuren Versterken historische bos- en parkstructuren Behoud en versterking van zeer waardevolle boscomplexen Ontwikkeling van randstedelijke groengebieden Behoud en versterking van een mozaïeklandschap met ruimte voor grondgebonden landbouw, grasland- en bosontwikkeling en een goede landschappelijke inpassing van niet-grondgebonden landbouw Behoud en herstel van gave landschaps- en erfgoedwaarden Behoud en versterken van markante plateauranden januari 2011 Screeningsnota PRUP Wayaert - Vermeersch (Kortemark) 13

Behoud en versterken van markante terreinovergang polder-zandstreek met typische dorpen Landschappelijke opwaardering van beekvalleien en voormalige spoorwegbeddingen en versterken van de verbindende ecologische functie Behoud van waardevolle open-ruimte verbindingen Ruimtelijk begrensde stedelijke gebieden 3.3 Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen (PRS-WV) Het PRS-WV stelt dat de bedrijven buiten de bedrijventerreinen geëvalueerd en geoptimaliseerd dienen te worden. In het PRS-WV werden een aantal criteria uitgewerkt die bepalend zijn voor de evaluatie van de ontwikkelingsmogelijkheden van de bestaande bedrijven (specifiek beleidskader PRS-WV, p. 247-249). Bestaande bedrijven kunnen buiten bedrijventerreinen verweven zijn met andere functies als de impact op de omgeving beperkt blijkt. Deze impact laat zich voelen op vier domeinen: de ruimtelijke impact: ruimtebeslag, schaal van het bedrijf ten opzichte van de omgeving, situering en voorkomen in het landschap, situering ten opzichte van beschermde monumenten/landschappen/dorpsgezichten, bakens en historiek van het ruimtegebruik; de milieu-impact: milieuhinder en openbare nutsvoorzieningen; de verkeersimpact: verkeershinder, bereikbaarheid, clustergebonden karakter, afzetmarkt en ontsluiting door openbaar vervoer; de sociaal-economische criteria: investeringen, productieproces, bereikbaarheid gebouwen en tewerkstelling. Wanneer een bedrijf globaal positief beoordeeld wordt, kan tot een verdere ontwikkeling ter plaatse besloten worden. In 2007 is de dienst ruimtelijke planning van de provincie West-Vlaanderen gestart met de opmaak van een ruimtelijk-economische visie voor het specifiek economisch knooppunt Kortemark. De bedrijvencluster waar Wayaert Vermeersch toe behoort, wordt gesteld dat het bedrijf de mogelijkheid heeft om beperkt uit te breiden in de richting van de Pastoor D. Vanhautestraat. Hierbij dient aandacht te gaan naar de buffering ten opzichte van de woonomgeving. 3.4 Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (GRS) Kortemark Het GRS Kortemark werd op 14 januari 2010 goedgekeurd door de deputatie van de provincie West-Vlaanderen. De bedrijvencluster wordt in het GRS gezien als een bestemde bedrijvenzone, gezien het BPA zonevreemde bedrijven. Naar mobiliteit toe wordt in het GRS gesteld dat voor bedrijven die ruimtelijk gebundeld voorkomen, via de opmaak van transportplannen, signalisatie en overleg zal gestreefd worden naar de bundeling van aanrijroutes, op een wijze die de woonomgeving ontziet. Dit zal in eerste instantie gebeuren op het ogenblik van de opmaak van uitvoeringsplannen voor individuele of meerdere bestaande bedrijven of bij het (her)ontwikkelen van sites voor nieuwe bedrijven. Voor de cluster van bedrijven bij Edewalle wordt de ontsluitingsrichting via de Koekelarestraat naar de N363 aangegeven. Als gewenste ruimtelijke structuur voor Edewalle geeft het GRS aan dat de grotere bedrijven door een aangepast transportplan verder kunnen ontwikkelen. Een januari 2011 Screeningsnota PRUP Wayaert - Vermeersch (Kortemark) 14

systematische ontsluiting richting N363 is hierin essentieel. Gelijktijdig met deze ontwikkelingen dienen maatregelen genomen te worden om de verkeersveiligheid van het transport te verbeteren. januari 2011 Screeningsnota PRUP Wayaert - Vermeersch (Kortemark) 15

4 Concept en uitgangspunten 4.1 Gewenste ruimtelijke ontwikkeling Het bedrijf heeft na het verkrijgen van het planologisch attest overleg gehad met de gemeente Kortemark en de gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar met het voorstel om een luifel op te richten, aansluitend bij de nieuwe loods. Dit voorstel werd gezien als een afwijking op het verkregen planologisch attest. Het bedrijf heeft tot op heden dan ook geen stedenbouwkundige aanvraag ingediend. De luifel die het bedrijf wenst op de richten bestaat uit een open constructie, die toelaat dat goederen in een overdekte ruimte kunnen worden geladen en gelost. Deze luifel zou volgende voordelen bieden: Lossen en laden van de goederen gebeurt in het droge wat zowel de veiligheid vergroot als de interne circulatie verbetert. De luifel wordt naast de klaarzet zone opgericht. Dit betekent dat heftrucks minder weg-en weer moeten rijden over de bedrijfssite. Een verbetering van de interne circulatie door een efficiëntere goederenstroom heeft ook zijn gevolgen naar de externe circulatie. Vrachtwagens krijgen een kortere laad- en lostijd, waardoor de kans op opstropping zowel op de site als op de openbare weg drastisch vermindert. Deze ontwikkelingsvisie van het bedrijf is onlosmakelijk gekoppeld aan de realisatie van de loods die in de lange termijn van het planologisch attest werd aangevraagd. Naast de nodige circulatieruimte (draaicirkel vrachtwagens), heeft het bedrijf nood aan bijkomende overdekte stapelruimte om de momenteel buiten gestapelde goederen in onder te brengen. Hierbij is rekening gehouden met enerzijds een beperkte uitbreiding van het assortiment en anderzijds de noodzakelijke ruimte voor het stallen van de heftrucks en ander rollend materiaal die momenteel in openlucht worden gestald. De uitbreiding van het assortiment is noodzakelijk om de bedrijfseconomische positie van het bedrijf verder te garanderen. Deze uitbreiding kan in hoofdzaak gezien worden als goederen, verwant aan het isolatiemateriaal, nodig bij de plaatsing en afwerking van de isolatie. Het bedrijf beoogt geen uitbreiding van producten niet verwant aan de isolatiematerialen. Het overdekt stallen van het rollend materiaal vergroot de leefbaarheid. januari 2011 Screeningsnota PRUP Wayaert - Vermeersch (Kortemark) 16

Figuur 5: voorstelling schets gewenste ontwikkeling 4.2 Mobiliteitsprofiel Bij het planologisch attest voor het bedrijf werd een mobiliteitsonderzoek gemaakt. Dit onderzoek leert ons dat het bedrijf circa 30 transportbewegingen per dag voor vrachtwagens genereert. Dit verkeer is geconcentreerd gedurende de ochtend en avondspits. Gedurende de dag is het vrachtverkeer beperkt tot enkele voertuigbewegingen. De werknemers (autoverkeer) genereren circa 40 bewegingen per dag. Bezoekers (het bedrijf doet niet aan detailhandel) vertegenwoordigen circa 10 à 20 bewegingen per dag. januari 2011 Screeningsnota PRUP Wayaert - Vermeersch (Kortemark) 17

De huidige bedrijfsvoering brengt in totaal ca. 80 à 90 voertuigbewegingen per dag met zich mee. Voor de uitbreiding van het bedrijf wordt een realistische toename van 20 à 30 % vooropgesteld, wat neerkomt op 100 à 120 bewegingen per dag. Belangrijk te vermelden is dat het aanpalende meubelbedrijf recent (dd. 10/11/12) een stedenbouwkundige vergunning heeft verkregen voor de realisatie van een toonzaal van circa 2766 m² en circa 80 parkeerplaatsen. Deze stedenbouwkundige vergunning werd in beroep door de deputatie afgeleverd. De beroepsprocedure werd ingespannen door de gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar tegen de gunstige beslissing van het college van burgemeester en schepenen van Kortemark. Gezien deze recente ontwikkeling is de impact op de mobiliteit van de 2 bedrijven samen moeilijk in te schatten. Gezien de vlotte ontsluiting en het vergunnen van de toonzaal kan echter besloten worden dat de uitbreiding van het bedrijf Wayaert Vermeersch met in bijzonder de geraamde toename aan transportbewegingen geen nefaste effecten zal hebben op de verkeersleefbaarheid van de kern Edewalle. 4.3 Visie elementen plan 4.3.1 Optimalisatie, beperkte uitbreiding en duidelijke grensstelling van bedrijfssite De uitbreiding van het bedrijf speelt in op de bloeiende marktevolutie, eigen aan dit type van goederen, met name isolatiematerialen. In functie van deze marktevolutie wordt een uitbreiding van het bedrijf voorzien. Evenwel wordt deze uitbreiding de maximale bedrijfscontour. De uitbreiding van het bedrijf betekent een verbetering van de interne bedrijfsprocessen, wat de functionaliteit van de site ten goede komt. De uitbreiding laat toe dat het laden en lossen van producten in een overdekte ruimte kan gebeuren. Dit impliceert een gevoelige daling van de interne goederenstromen. De interne circulatie wordt verbeterd, vrachtwagens worden vlotter bediend, waardoor ze minder lang op de site blijven en er geen wachtende vrachtwagens op de openbare weg dienen gestationeerd. Door het voorzien van de bijkomende loods worden enerzijds de buitengestalde goederen binnen gestockeerd, dit vergroot de circulatieruimte en anderzijds kan rollend materiaal (vb. heftrucks) binnen worden gestald, wat de levensduur bevordert. 4.3.2 Landschappelijke integratie Een groenbuffer zorgt voor de landschappelijke integratie van het bedrijf ten opzichte van het achterliggende landschap. Tov. het aanliggende bedrijf wordt geen buffer voorzien, gezien de beide bedrijven als één samenhangende ruimtelijke entiteit kunnen gezien worden. Een buffer tussen de 2 bedrijven is bijgevolg niet opportuun. januari 2011 Screeningsnota PRUP Wayaert - Vermeersch (Kortemark) 18

5 Is de opmaak van een plan-mer van rechtswege verplicht? 5.1 Wettelijk kader De opmaak van een plan-mer is van rechtswege verplicht: a. Als een passende beoordeling noodzakelijk is volgens art. 36ter van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu én als het RUP niet het gebruik van een klein gebied op lokaal niveau regelt én niet een kleine wijziging inhoudt. Een passende beoordeling is noodzakelijk als het RUP betekenisvolle impact kan hebben op speciale beschermingszones (SBZ), meer bepaald de vogelrichtlijngebieden en de habitatrichtlijngebieden. b. Als het RUP een kader vormt voor het vergunnen van (een) project(en) opgesomd in bijlage I en II bij het Besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende de vaststelling van categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage én als het niet het gebruik van een klein gebied op lokaal niveau regelt én niet een kleine wijziging inhoudt. Als een RUP niet van rechtswege onderworpen is aan de plan-mer plicht, moet worden onderzocht of het RUP geen aanzienlijke milieueffecten kan hebben (= screening). 5.2 Toetsing of een passende beoordeling noodzakelijk is Het plangebied is niet gelegen in of nabij een vogelrichtlijngebied (SBZ-V) of habitatrichtlijngebied (SBZ-H). Het RUP zal op geen enkele wijze een betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van een speciale beschermingszone veroorzaken. Bijgevolg is geen passende beoordeling vereist. 5.3 Toetsing of RUP kader is voor project-mer-plichtige projecten De confrontatie van de mogelijke activiteiten met de bijlagen I en II van het Besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 wijst uit dat het RUP geen kader vormt voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlagen I en II. Het RUP heeft de bedoeling om de bedrijfssite Wayaert Vermeersch uit te breiden. Deze uitbreiding gaat over een bijkomende loods en verhardingen. Hiertoe zal het agrarisch gebied worden herbestemd naar een zone voor bedrijvigheid. Men kan stellen dat het RUP het gebruik van een klein gebied op lokaal niveau zal regelen en een kleine wijziging betreft tov. de huidige toestand. januari 2011 Screeningsnota PRUP Wayaert - Vermeersch (Kortemark) 19

5.4 Besluit De opmaak van een plan-mer is niet van rechtswege noodzakelijk gezien de opmaak van een passende beoordeling niet nodig is en gezien het RUP geen kader vormt voor een project van bijlage I of II van het uitvoeringsbesluit. Dit betekent dat op basis van een screening of onderzoek tot mer moet nagegaan worden of het plan aanzienlijke milieueffecten kan hebben. januari 2011 Screeningsnota PRUP Wayaert - Vermeersch (Kortemark) 20

6 Alternatieven 6.1 Nulalternatief Het nulalternatief houdt de ontwikkeling van het plangebied in indien het RUP niet zou worden uitgevoerd. Indien het RUP niet wordt uitgevoerd, kan het bedrijf niet verder ontwikkelen op de huidige locatie. Dit zou betekenen dat een groot aandeel van de goederen in open lucht blijft gestapeld. Het laden en lossen van de vrachtwagens kan niet efficiënter worden ingericht. Bijkomstig kan de marktpositie van het bedrijf worden aangetast omdat het productengamma moeilijk kan worden uitgebreid. De open ruimte aansluitend op deze site dient niet te worden aangesneden voor bedrijvigheid. 6.2 Mogelijke alternatieven De site is de ontstaanssite van het bedrijf. De bestemming werd dmv. een BPA geregeld. Een herlocalisatie overwegen betekent dat de huidige site blijft bestaan als zone voor bedrijvigheid en bijkomende open ruimte op een andere locatie moet worden aangesneden. januari 2011 Screeningsnota PRUP Wayaert - Vermeersch (Kortemark) 21

7 Onderzoek naar de mogelijke aanzienlijke milieueffecten van het RUP 7.1 Inleiding In dit hoofdstuk worden de mogelijke aanzienlijke milieueffecten van nieuwe ontwikkelingen die het RUP zal toelaten, besproken en beoordeeld ten opzichte van de referentiesituatie (feitelijk bestaande toestand, juridische toestand en ruimtelijk beleidskader). Volgende milieudisciplines zijn hierbij relevant (cfr. art. 4 2 3 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma s): gezondheid en veiligheid van de mens ruimtelijke ordening biodiversiteit, fauna en flora energie- en grondstoffenvoorraad bodem water atmosfeer en klimatologische factoren geluid licht stoffelijke goederen, cultureel erfgoed m.i.v. het architectonisch en archeologisch erfgoed en het landschap mobiliteit 7.2 Effect op gezondheid en veiligheid van de mens 7.2.1 Beschrijving en inschatting van het effect Het plan laat slechts beperkt specifieke activiteiten toe die een effect kunnen uitoefenen op de mens tengevolge van een gewijzigd geluidsklimaat, een gewijzigde verkeerssituatie, een gewijzigd landschapsbeeld. Het geluid dat door de bedrijfsactiviteiten wordt gegenereerd, wordt uitgebreid. Voor de geluidsintensiteit kan gesteld worden dat deze niet zal toenemen omdat met de uitbreiding van het bedrijf wordt beoogd het laden en lossen direct vanuit de loods / luifel in te richten. Het lawaai van heen en weer rijdende heftrucks in open lucht wordt hiermee gereduceerd. Bij het planologisch attest voor het bedrijf werd een mobiliteitsonderzoek gemaakt. Dit onderzoek leert ons dat het bedrijf circa 30 transportbewegingen per dag voor vrachtwagens genereert. Dit verkeer is geconcentreerd gedurende de ochtend- en avondspits. Gedurende de dag is het vrachtverkeer beperkt tot enkele voertuigbewegingen. januari 2011 Screeningsnota PRUP Wayaert - Vermeersch (Kortemark) 22

De werknemers (autoverkeer) genereren circa 40 bewegingen per dag. Bezoekers (het bedrijf doet niet aan detailhandel) vertegenwoordigen circa 10 à 20 bewegingen per dag. De huidige bedrijfsvoering brengt in totaal ca. 80 à 90 voertuigbewegingen per dag met zich mee. Voor de uitbreiding van het bedrijf wordt een realistische toename van 20 à 30 % vooropgesteld, wat neerkomt op 100 à 120 bewegingen per dag. Belangrijk te vermelden is dat het aanpalende meubelbedrijf recent (dd. 10/11/12) een stedenbouwkundige vergunning heeft verkregen voor de realisatie van een toonzaal van circa 2766 m² en circa 80 parkeerplaatsen. Deze stedenbouwkundige vergunning werd in beroep door de deputatie afgeleverd. De beroepsprocedure werd ingespannen door de gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar tegen de gunstige beslissing van het college van burgemeester en schepenen van Kortemark. Gezien deze recente ontwikkeling is de impact op de mobiliteit van de 2 bedrijven samen moeilijk in te schatten. Gezien de vlotte ontsluiting en het vergunnen van de toonzaal kan echter besloten worden dat de uitbreiding van het bedrijf Wayaert Vermeersch met in bijzonder de geraamde toename aan transportbewegingen geen nefaste effecten zal hebben op de verkeersleefbaarheid van de kern Edewalle. Verder is in het plangebied geen SEVESO-inrichting aanwezig. Het RUP maakt geen SEVESO-inrichtingen mogelijk. Het plangebied zelf is geen aandachtsgebied inzake veiligheid. Rond het plangebied komen wel aandachtsgebieden voor inzake veiligheid, nl. woongebied met landelijk karater. Binnen een straal van 2 km rond het plangebied zijn geen hoogdrempelige of laagdrempelige SEVESO-inrichtingen gelegen. Gezien het RUP geen nieuwe SEVESO-inrichtingen in het plangebied toelaat, gezien de aard van het RUP, gezien de dichtsbij gelegen SEVEO-inrichting op een ruime afstand van het plangebied gelegen is (meer dan 2 km), zullen de risico s gering zijn. Het is aan de dienst VR om te oordelen of al dan niet een ruimtelijk veiligheidsrapport nodig is. 7.2.2 Besluit Geen betekenisvolle negatieve effecten voor deze discipline. 7.3 Effect op de ruimtelijke ordening 7.3.1 Beschrijving en inschatting van het effect Het RUP geeft uitvoering aan het PRS-WV. Het bestaande bedrijf is gelegen in het BPA zonevreemde bedrijven (MB 14 juni 2001), samen met het aanpalende bedrijf (Hima) en het bedrijf ten zuiden van de Makeveldstraat. januari 2011 Screeningsnota PRUP Wayaert - Vermeersch (Kortemark) 23

Figuur 6: BPA Zonevreemde bedrijven Een deel van de uitbreiding van het bedrijf is gelegen in volgens het gewestplan Diksmuide Torhout (KB 05/02/1979 en wijzigingen) gelegen in agrarisch gebied. Dit agrarisch gebied is niet herbevestigd. Figuur 7: Het gewestplan Diksmuide Torhout (KB 05/02/1979) ter hoogte van het plangebied januari 2011 Screeningsnota PRUP Wayaert - Vermeersch (Kortemark) 24