Inspectierapport Peuteropvang 't Kwetternest (KDV) Westerenkweg 30 8172 VS Vaassen Registratienummer 344163945 Toezichthouder: GGD Noord- en Oost-Gelderland In opdracht van gemeente: Epe Datum inspectie: 14-03-2017 Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 15-05-2017
Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Overzicht getoetste inspectie-items... 9 Gegevens voorziening... 11 Gegevens toezicht... 11 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 12 2 van 12
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Op 14 maart 2017 is Peuteropvang 't Kwetternest van Stichting Koppel in opdracht van de gemeente Epe bezocht voor een jaarlijks onderzoek op basis van risico-gestuurd toezicht. Het onderzoek heeft zich met name gericht op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk. Beschouwing Peuteropvang 't Kwetternest maakt onderdeel uit van kinderopvang-organisatie Koppel. De locatie is op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag in de ochtend geopend van 8:00-13:00 uur. Peuteropvang en peuterspeelzaalwerk wordt in een groep gezamenlijk verzorgd. Inspectiegeschiedenis Tijdens de inspecties in 2014 en 2015 zijn er geen overtredingen geconstateerd. Tijdens de inspecties in 2016 is er tekortkoming geconstateerd op het domein "Personeel en groepen". Belangrijkste bevindingen Tijdens deze inspectie is er een overtreding geconstateerd op het domein "Pedagogisch klimaat; VVE". Verdere toelichting is te lezen in onderstaand rapport. Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid. 3 van 12
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: waarborging emotionele veiligheid; ontwikkeling van persoonlijke competentie; ontwikkeling van sociale competentie; overdracht van normen en waarden. Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie kindercentrum. Om een helder beeld te krijgen van beleid, visie en praktijk is het beleidsplan getoetst aan de hand van de praktijkobservatie. Pedagogische praktijk De observatie heeft plaats gevonden op een dinsdagochtend. Tijdens de observatie zijn er 10 kinderen, 2 beroepskrachten en een vrijwilligster aanwezig. De volgende momenten zijn geobserveerd: binnenkomst vrij spel individuele activiteiten Het volgende is onder andere geobserveerd ten aanzien van de pedagogische basisdoelen (waarbij de schuingedrukte tekst uit het veldinstrument is overgenomen en de tekst daarna een uitwerking daarvan is in zoals deze is geobserveerd in de praktijk): Kinderen worden in deze observatie: 'X' genoemd. Het waarborgen van emotionele veiligheid De beroepskrachten communiceren met de kinderen. Begroeten Elk kind wordt individueel begroet bij binnenkomst; beroepskrachten doen dit op een enthousiaste en persoonlijke manier. Observatie 1 De beroepskracht zegt: "He, daar is 'X' en wie komt daar mee met 'X'? Gefeliciteerd! Wat is dat een mooi broertje. 'X' dat is wel een heel klein broertje. Die moet nog even groeien." Observatie 2 Er komt een kind binnen en de beroepskracht zegt: "Dag jonge, kom je ook weer lekker spelen?" Observatie 3 Achter elkaar komen er een aantal kinderen binnen. De beroepskracht zegt: "En 'X' komt spelen en 'Y' is er al. Iedereen komt weer spelen." 4 van 12
Respectvol contact De beroepskrachten gedragen zich sensitief en responsief naar de kinderen. Zij laten actief merken dat zij het kind begrijpen en reageren daar adequaat op. Midden in de groepsruimte staat een kind om zich heen te kijken. De beroepskracht gaat erheen, zakt door haar knieën en zegt: "Wat wil jij gaan doen 'X'? Het kind wijst naar een magneetbord/plaat dat aan de muur hangt. Je kunt er magneten op plakken. De beroepskracht zegt: "Dat mag wel, kom maar", ze steekt haar hand uit naar het kind en neemt haar mee naar het magneetbord. Het waarborgen van persoonlijke competentie De beroepskrachten ondersteunen en stimuleren de ontwikkeling van (individuele) kinderen. Initiatief Een beroepskracht is bezig geweest om iets te knippen en heeft een schaar op tafel laten liggen. Even later pakt een kind pakt de schaar van tafel. De beroepskracht loopt erheen en zegt: "Wil jij knippen? Kom maar dan gaan we aan tafel knippen". Ze neemt het kind mee en pakt papier zodat ze kan gaan knippen. De beroepskracht ziet wat het kind wil doen en biedt haar de mogelijkheid om dat ook te doen. Er is wederzijdse interactie tussen beroepskrachten en individuele kinderen Autonomie Een kind komt naar de tafel toe waar je kunt kleien of waarnaast je kunt verven. De beroepskracht legt aan het kind uit wat hij met de klei kan gaan doen of hoe hij kan gaan verven. Daarna zegt de beroepskracht: "X, wil je kleine of verven?" De beroepskracht geeft het kind de mogelijkheid om zelf te kiezen. Het waarborgen van sociale competenties De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in hun onderlinge interactie Aanmoedigen onderling contact Observatie 1 Een kind staat naar een ander kind te kijken. De beroepskracht ziet dat en gaat erheen. Ze zegt: "X, is gevallen. Kijk haar maillot is kapot". Daarna lopen de kinderen samen weg. Observatie 2 Een beroepskracht gaat een boekje voorlezen aan een kind. Een ander kind staat ernaar te kijken. De beroepskracht vraagt of hij ook bij haar en 'X' komt. De kinderen zijn deel van de groep Positieve sfeer De beroepskrachten zetten zich in voor een positieve sfeer door zorg te dragen voor de inrichting en aankleding van de ruimte. In de ruimte zijn verschillende speelhoeken gemaakt die uitnodigen tot samenspel. Op de tafels ligt duplo, klei, puzzels en in de kasten staat veel speelgoed dat de kinderen zelf kunnen pakken. Overdracht van waarden en normen Afspraken, regels en omgangsvormen zijn herkenbaar aanwezig en worden toegepast Uitleg en instructie In de groep is een jongen die nog niet zolang komt. De beroepskrachten leggen uit wat hij kan doen en wat van hem verwacht wordt. Zoals dank je wel zeggen als je iets krijgt. Beroepskrachten vervullen een voorbeeldfunctie in spreken en handelen Voorbeeldfunctie De beroepskrachten geven kinderen het goede voorbeeld van sociale vaardigheden in de omgang met andere kinderen. Ze zijn vriendelijk, luisteren, leven mee troosten en werken samen. Ze zijn consequent in wat ze uitdragen en hoe ze zelf handelen. 5 van 12
Conclusie: Er wordt voldaan aan de voorwaarden. Voorschoolse educatie De beroepskrachten zijn in het bezit van een vroeg- en voorschools educatie-certificaat, tevens is zij in het bezit van een passende beroepskwalificatie. De houder heeft een opleidingsplan opgesteld voor het jaar 2016/2017. Voor de voorschoolse educatie werd tot de zomer van 2016 gebruik gemaakt van de methode Piramide. Piramide is een erkende interventiemethode voor vroeg- en voorschoolse educatie (www.nji.nl). De houder geeft aan dat er op dit moment niet meer volgens de VVE methode Piramide gewerkt wordt. "Wij kiezen er dus heel duidelijk voor om kindgericht bezig te zijn, dus niet meer echt Piramide te werken, omdat we zagen dat Piramide toch vooral in activiteiten werkt i.p.v. behoeften van kinderen". In een gesprek met de houder kan zij het een en ander vertellen over de werkwijze die nu gehanteerd wordt. Het "kindgericht" werken. Echter is er nog niets, definitief, beschreven op papier, waardoor het onmogelijk is om na te gaan of in de werkwijze die gebruikt wordt de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling op een gestructureerde en samenhangende wijze. De houder geeft aan: Wij zijn op dit moment bezig met het herinrichten van ons (VVE)aanbod. De documenten zijn in concept klaar en worden met een groepje pedagogisch medewerkers bekeken en doorgenomen en uiteindelijk zal dit omstreeks april/mei definitief worden en geïmplementeerd worden. Daarna worden de pedagogisch beleidsplannen hier ook op aangepast. De werkwijze die op dit moment gebruikt wordt voldoet niet aan de eisen vanuit de Wet kinderopvang. De beroepskracht geeft aan dat: "ze nu meer vanuit het kind werken. Wat willen ze en waar hebben ze hulp bij nodig, daar ondersteunen we ze bij. We werken met thema's met van te voren bepaalde doelen voor de kinderen. Het boek van piramide gebruiken we als hulpmiddel. We hebben nu het thema Lente. Het doel van de komende twee weken is bijv. De namen en geluiden van jonge dieren leren. In de verschillende hoeken in de ruimte laten we het thema terug komen". Op dit moment wordt er nog onvoldoende gebruik gemaakt van de methode Piramide. Hierdoor wordt nog niet voldaan aan de voorwaarden. Op de peutergroep kunnen maximaal 16 peuters tegelijk worden opgevangen. Hiermee wordt voldaan aan de eis dat er ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen zijn op de groep. Er worden voldoende beroepskrachten ingezet. De houder moet vroeg en voorschoolse educatie minimaal 10 uren per week op groepsniveau aanbieden. Het kinderdagverblijf is op maandag-, dinsdag, donderdag en vrijdagochtend geopend. De peuteropvang van 8.00-13.00 uur en de peuterspeelzaal van 8.30-12.00 uur. De beroepskracht geeft aan dat alle kinderen met een VVE indicatie 3 ochtenden per week de peuterspeelzaal bezoeken. Conclusie: Er wordt niet volledig voldaan aan de gestelde voorwaarden. Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan. 6 van 12
Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Interview (Beroepskracht) Observaties Website Pedagogisch beleidsplan VVE-certificaten Opleidingsplan voorschoolse educatie 7 van 12
Personeel en groepen Dit domein belicht de inspectiebevindingen over het domein "Personeel en groepen". Er worden eisen gesteld aan het personeel, in dit domein wordt toegelicht of aan de eisen hieromtrent wordt voldaan. Tevens worden er eisen gesteld aan hoe de houder met de opvang in groepen dient om te gaan. De bevindingen over deze voorwaarden worden beschreven en beoordeeld. Verklaring omtrent het gedrag Tijdens de inspectie zijn er twee beroepskrachten en een vrijwilliger aanwezig. Ze zijn in bezit van een verklaring omtrent gedrag die voldoet aan de voorwaarden. Passende beroepskwalificatie Uit een steekproef op de locatie blijkt dat alle aanwezige beroepskrachten in het bezit zijn van een beroepskwalificatie conform CAO. Opvang in groepen Er wordt opvang geboden aan maximaal 16 kinderen van 2 en 3 jaar. Beroepskracht-kindratio Tijdens de inspectie werd er opvang geboden aan 10 kinderen van 2 en 3 jaar oud. Op de groep waren 2 vaste beroepskrachten en een vrijwilliger aanwezig. Gebruikte bronnen: Observaties Diploma beroepskracht Verklaringen omtrent het gedrag 8 van 12
Overzicht getoetste inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Voorschoolse educatie De voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van: Een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma s. OF Een erkenning van beroepskwalificaties als bedoeld in artikel 5 van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma s. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) 9 van 12
De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9, art 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals opgenomen in de meest recent aangevangen cao kinderopvang. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 10 van 12
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Peuteropvang 't Kwetternest Website : http://www.koppelepe.nl Aantal kindplaatsen : 16 Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Ja Gegevens houder Naam houder : Stichting Koppel Adres houder : Stationsstraat 25 Postcode en plaats : 8161 CP Epe Website : www.koppelepe.nl KvK nummer : 08086965 Aansluiting geschillencommissie : Ja Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Noord- en Oost-Gelderland Adres : Postbus 3 Postcode en plaats : 7200 AA Zutphen Telefoonnummer : 088-4433000 Onderzoek uitgevoerd door : R. Hanskamp Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Epe Adres : Postbus 600 Postcode en plaats : 8160 AP EPE Planning Datum inspectie : 14-03-2017 Opstellen concept inspectierapport : 08-05-2017 Zienswijze houder : 15-05-2017 Vaststelling inspectierapport : 15-05-2017 Verzenden inspectierapport naar houder : 16-05-2017 Verzenden inspectierapport naar : 16-05-2017 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 19-05-2017 11 van 12
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Zienswijze t Kwetternest is een peuterspeelzaal/peuteropvang gelegen in Vaassen tegenover 2 basisscholen (Mozaïek en Krugerstee). t Kwetternest beschikt over 2 ruime speelruimtes met gelegenheid om ook binnen te spelen, fietsen e.d. en heeft eveneens een ruime buitenruimte. Deze locatie is gedurende 4 dagdelen per week geopend en heeft vaste pedagogisch medewerkers. Koppel werkt op alle locaties, dus ook op t Kwetternest, gericht aan de brede ontwikkeling van kinderen door middel van een VVE-programma. De medewerkers van Koppel zijn geschoold in het VVE-programma Piramide. Van 2014-2016 hebben de medewerkers verdiepende trainingen (o.a. meerdere trainingen via het KAN en de TINK training) gevolgd, waarbij men op alle locaties meer kindgericht is gaan werken. Op dit moment wordt e.e.a. uitgewerkt in het pedagogisch beleid. Daarnaast worden de ontwikkelingsdoelen en de wijze waarop wij hier aan werken en dit borgen, nog nader omschreven en uitgewerkt. Wij worden hierbij ondersteund worden door Ingrid Nagtzaam (het KAN), die ook diverse trainingen voor Koppel verzorgd heeft. Epe, 15 mei 2017 12 van 12