Klachtencommissie Huisartsenzorg Midden-Nederland Uitspraak

Vergelijkbare documenten
Kern: Klager vindt dat verweerder niet adequaat heeft gereageerd op zijn klachten van ongewild gewichtsverlies.

Klachtencommissie Huisartsenzorg Uitspraak. Kern: Eenzijdig opzeggen van de behandelingsovereenkomst door de huisarts

DE PROCEDURE DE FEITEN

Klachtencommissie Huisartsenzorg Midden-Nederland. Uitspraak

Klachtencommissie Huisartsenzorg Midden-Nederland Uitspraak

Klachtencommissie Huisartsenzorg Midden-Nederland Uitspraak

De klachtencommissie heeft op grond van de beschikbare informatie de volgende feiten als vaststaand aangenomen:

Klachtencommissie Huisartsenzorg Midden-Nederland Uitspraak. Kern: lijn/poortwachterfunctie huisarts DE PROCEDURE

Kern: verstrekken van informatie aan behandelend specialist na beëindiging behandelrelatie. Conflict van plichten?

De Klachtencommissie heeft op grond van de beschikbare informatie de volgende feiten als vaststaand aangenomen:

Klachtencommissie Huisartsenzorg Midden-Nederland Uitspraak Januari 2012

Klachtencommissie Huisartsenzorg Midden-Nederland Uitspraak december 2013

Kern: HAP: onderzoek dikke enkel na val; diagnose gemist; Otawa Ankle Rules

De Klachtencommissie heeft op grond van de beschikbare informatie de volgende feiten als vaststaand aangenomen.

Klachtencommissie Huisartsenzorg Midden-Nederland Uitspraak december 2013

Kern: handelwijze huisarts met betrekking tot het voorschrijven van een klysma, niet alert zijn op bijwerkingen van morfine en bejegening.

Klachtencommissie Huisartsenzorg Midden-Nederland Uitspraak

2017/G5/HAZ 1. Geschillencommissie Huisartsenzorg Zuid-Nederland. Referentie:G5 UITSPRAAK. Inzake

Geschillencommissie Huisartsenzorg West

Klachtencommissie Huisartsenzorg Midden-Nederland Uitspraak december 2013

16.062T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

17.105Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 7 maart 2018

Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen.

Klachtencommissie Huisartsenzorg Midden-Nederland Uitspraak. Kern: risicofactoren en gemiste diagnose acuut coronair lijden

Postbus 2122, 6020 AC Budel T E. W.

16.053Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE. Het College heeft het volgende overwogen en beslist over de op 7 juni 2011 binnengekomen

Klachtencommissie Huisartsenzorg Midden-Nederland Uitspraak

UITSPRAAK. Inzake. Mevrouw [naam] Wonende te [plaats] Klaagster. tegen

Uitspraak: 7 april 2015 HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN

SAMENVATTING. inzake de klacht van: mevrouw A te D, moeder van B, oud-leerling van basisschool C te D, klaagster gemachtigde: mevrouw mr. E.

Klacht over verlengde kleuterperiode. School heeft verkeerde informatie doorgegeven aan andere school. Klachten ongegrond.

Kern: - contacten met Bureau Jeugdzorg door de huisarts, verslaglegging door Jeugdzorg - onderkennen longembolie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE GRONINGEN

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN

16.137Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

Klachtencommissie Huisartsenzorg Midden-Nederland Uitspraak. Kern: waarnemend huisarts/ laatste levensfase/palliatieve zorg.

ADVIES. inzake de klacht van: de heer A, vader van B, klager gemachtigde: mevrouw mr. M. Shaaban. tegen

17.137T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 9 mei 2018

ADVIES. de heer A en mevrouw B te K, ouders van C, leerling op school D te K, klagers

UITSPRAAK. Inzake. Mevrouw [klaagster] wonende te [plaats]l Klaagster. tegen

16.020T Beslissing van het College van Toezicht van Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

Geschillencommissie Huisartsenzorg West

16.031T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE GRONINGEN

Een school of schoolbestuur mag stukken die persoonsgegevens bevatten niet zomaar delen met derden. ADVIES inzake de klacht van:

2008/088 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2008/088 van: A., wonende te B.

ADVIES / advies d.d. 6 februari 2018 pagina 1 van 5

Klacht over bejegening door docent is ongegrond omdat van onheuse bejegening niet is gebleken. ADVIES

16.046T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 29 december 2016

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/352 Wtra AK van 20 juli 2015 van

18.125T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 25 februari 2019

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

ADVIES. mevrouw A te B, ouder van C, voormalig leerling van obs D te B, klaagster

De klacht van klaagster houdt, zakelijk weergegeven en samengevat, het volgende in.

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE. Het College heeft het volgende overwogen over en beslist op de op 9 augustus 2012 ingekomen klacht van

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE KATHOLIEK ONDERWIJS. Klachtnummer 2017/145. Advies aan: het bestuur van de Stichting x te P1 (verder: het bevoegd gezag),

Waardebepaling tegen de zin van een van de twee opdrachtgevers gemeld.

ADVIES. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, het bevoegd gezag van D te B, verweerder

DE RAAD VAN TUCHT VOOR REGISTERACCOUNTANTS EN ACCOUNTANTS-ADMINISTRATIECONSULENTEN TE 'S-GRAVENHAGE

Klacht over discriminatie leerling. Er zijn geen feiten aangevoerd die discriminatie doen vermoeden. ADVIES

SAMENVATTING Klacht over communicatie, strafbeleid, verslaglegging, AMK-melding en schorsing; VO

Beweerdelijk optreden voor meerdere partijen tegelijk. Gebreken aan het gekochte bij doorverkoop.

De heer S., aangesloten makelaar, verbonden aan [naam makelaarskantoor], [adres] beklaagde.

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

SAMENVATTING Klacht over niet adequate lessenvervanging, optreden op ouderavond en handelen jegens leerling; VO

16.058T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

ADVIES. de directie van [de school] en het College van Bestuur van de [stichting], verweerders gemachtigde: de heer mr. W.Th.A.

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS. Klachtnummer 2017/100

SAMENVATTING /106161/ Klachten over pedagogisch handelen leerkracht en interne klachtafhandeling; PO

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

Klachtencommissie huisartsenzorg Uitspraak Kern: Kan de huisarts varen op de bevindingen en diagnose van de specialist?

Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

OORDEEL VAN DE LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS INZAKE KLACHT 11-6

16.137Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

Informatie aan niet-opdrachtgever. Onzorgvuldig handelen. Niet verschijnen bij bezichtiging.

Klachtencommissie Huisartsenzorg Midden-Nederland. Uitspraak oktober Kern: zinloos medisch handelen/ oordeel komt toe aan arts.

SAMENVATTING Klacht over mondelinge en schriftelijke communicatie door school en over klachtbehandeling; PO

Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen.

DE PROCEDURE DE FEITEN. De Klachtencommissie heeft op grond van de beschikbare informatie de volgende feiten als vaststaand aangenomen.

SAMENVATTING ADVIES. A, moeder van B, leerling VMBO klas 3kbad van het C te D, wonende te D, verzoeker, hierna te noemen klaagster

Bijlage. Schematisch overzicht van de geregistreerde klachten in 2012

Beslissing d.d. 17 juli 2008 naar aanleiding van de op 17 september 2007 ingekomen klacht van

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE KATHOLIEK ONDERWIJS

15.066T Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

Een voormalig docent van de school klaagt over de wijze waarop het schoolbestuur een tegen hem ingediende klacht heeft afgehandeld.

De heer M.E. W., wonende te A, hierna te noemen: klager tegen De besloten vennootschap M MAKELAARDIJ B.V., gevestigd te B, NVM-lid,

18.185T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 24 mei 2019

De Raad van Toezicht Zwolle geeft de volgende uitspraak in de zaak van: W. makelaar, aangesloten bij de NVM, kantoorhoudende te R.

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS. Klachtnummer 2017/133

Geschilleninstantie KAB. Referentie: UITSPRAAK. Inzake. Mevrouw W. Wonende te H. (BE) Klaagster. Tegen Mevrouw drs. V. D. te P.

SAMENVATTING Klacht over pedagogisch klimaat en over apart laten werken van een leerling; PO

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN

C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E

U I T S P R A A K op de klacht van de heer H. en/of ONDERNEMING H. wonende/gevestigd te Bussum hierna gezamenlijk te noemen: klager

JAARVERSLAG 2016 KLACHTENCOMMISSIE FYSIOTHERAPIE

16.053Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

Klacht over onveilige schoolomgeving ongegrond. ADVIES. inzake de klacht van: de heer en mevrouw A te B, ouders van C en D, klagers.

16.050Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

Transcriptie:

Klachtencommissie Huisartsenzorg Midden-Nederland Uitspraak Kern: Klager vindt dat de huisarts zijn klachten niet serieus heeft genomen, hem verkeerde medicatie heeft voorgeschreven en heeft geweigerd om hem te behandelden voor zijn verhoogde bloedsuiker. Klager ging daarom met zijn klachten naar de huisartsenpost. Klager voelt zich eveneens onheus bejegend. DE PROCEDURE Bij brief (e-mail) van 16 december 2011 heeft klager een klacht ingediend jegens verweerder en deze per e-mail van 19 januari 2012 aangevuld. Klager heeft op 27 januari 2012 de klachtencommissie schriftelijk gemachtigd de klacht voor te leggen aan verweerder en heeft hierbij tevens de klachtencommissie gemachtigd alle relevante gegevens betreffende de klacht op te vragen. Verweerder en klager zijn gehoord op basis van een schriftelijke procedure van hoor en wederhoor. De klachtencommissie heeft kennisgenomen van de volgende stukken: de e-mail van klager van 16 december 2011; de e-mail van klager van 19 januari 2012; het verweerschrift van verweerder van 22 maart 2012; de repliek van klager van 2 mei 2012; de dupliek van verweerder van 11 juni 2012; het medisch dossier. Op 5 september 2012 vond een hoorzitting plaats. Klager en verweerder waren hierbij aanwezig. De uitspraak is vervolgens vastgesteld op 18 oktober 2012 De klachtencommissie is als volgt samengesteld: mevrouw mr. M.J.M. Weerts, voorzitter, de heer drs. A.M. Mathot, huisarts, lid op voordracht Huisartsenkring, mevrouw P. Nep, lid op voordracht Cliëntenbelang. De klachtencommissie wordt bijgestaan door de plaatsvervangend ambtelijk secretaris mevrouw mr. S. van Dijk. DE FEITEN De klachtencommissie heeft op grond van de beschikbare informatie de volgende feiten als vaststaand aangenomen: Klager, geboren in 1955, is van februari 2006 tot en met 17 november 2011 ingeschreven geweest in de praktijk waartoe verweerder behoort. Klager heeft met ingang van 17 november 2011 een andere huisarts. Op 3 oktober 2007 heeft een contact plaatsgevonden tussen klager en verweerder. Klager gaf hierbij aan zich niet serieus genomen te voelen. Hierop is de huisarts boos geworden.

Klager heeft daarna zijn excuses gemaakt en klager is nadien patiënt gebleven tot 17 november 2011. Op 26 april 2011 is klager gestart met pijnmedicatie, Tramadol 50mg. DE KLACHT De klacht van klager houdt, zakelijk en samengevat weergegeven, het volgende in. 1. Klager voelt zich niet serieus genomen en voelt zich daarom niet goed behandeld. 2. Verweerder heeft geweigerd klager te behandelen voor zijn verhoogde bloedsuiker. Toelichting op de klacht Klager is van mening dat verweerder onvoldoende luisterde naar zijn klachten. In plaats van een vertrouwenspersoon te zijn schreef verweerder direct recepten uit. Verweerder had niet boos mogen worden toen klager in 2007 aangaf zich niet serieus genomen te voelen. Klager is na dat incident niet naar een andere huisarts gegaan. Hij had gehoord dat dit niet mogelijk was wanneer je al een huisarts had in X. Klager geeft aan dat toen hij verweerder opnieuw meedeelde zich niet serieus genomen te voelen, deze hem naar de praktijkondersteuner doorverwees. Klager was hierdoor genoodzaakt op de avonden of weekenden contact op te nemen met de huisartsenpost waar hij wel serieus werd genomen. Nadat klager bij verweerder kwam voor pijn in zijn voet, is een foto gemaakt van de voet van klager. Verweerder schreef daarna onjuiste medicatie voor (Tramadol 50 mg). Volgens de huisartsenpost had klager deze medicatie niet mogen krijgen omdat dit obstipatie veroorzaakte. Ook in verband met zijn andere medicatie had Tramadol niet voorgeschreven mogen worden. Verweerder heeft niet gezegd dat er artrose zichtbaar was op de gemaakte foto van zijn voet. Wel is hij doorverwezen voor een scan. De scan kon niet worden gemaakt vanwege de omvang en het overgewicht van klager. Verweerder heeft toen gezegd dat hij met de pijn moest leren leven. Klager wilde kort daarop een afspraak maken met de huisarts maar werd doorverwezen naar de praktijkondersteuner. Klager heeft aan de praktijkondersteuner gevraagd hoe hij in aanmerking kon komen voor een andere huisarts. Dit zou besproken worden. Nadat in november 2011 bloeduitslagen bekend werden, bleek dat klager ook diabetes had en een vitaminegebrek. Klager heeft een afspraak gemaakt om dit te bespreken met verweerder, maar kreeg op die afspraak te horen dat hij een andere dokter moest zoeken. Verweerder heeft toen geweigerd klager te behandelen. Verweerder legt volgens klager een te grote nadruk op depressieve en maarschappelijke klachten die klager had; zijn lichamelijke klachten waren groter. Klager is nu bang om een arts te bezoeken en verwijt dit verweerder.

HET VERWEER Verweerder heeft zich verweerd door onder meer het volgende, zakelijk en samengevat weergegeven, aan te voeren. Verweerder geeft aan klager te hebben behandeld voor diverse aandoeningen. Verweerder is van mening dat hij meer dan gemiddeld de tijd heeft genomen voor klager en dat hij geen behandeling heeft geweigerd. Verweerder geeft aan dat de medicatie die hij voorschreef nodig was vanwege het hoge hartvaatrisico van klager. Verweerder betwist dat hij verkeerde medicatie (Tramadol 50mg) heeft voorgeschreven en ontkent dat deze interactie vertoont met de andere medicatie. Verweerder heeft klager met zijn instemming verwezen naar de praktijkondersteuner voor zijn hartvaatziekte risico en ook naar de GGZ praktijkondersteuner voor zijn depressieve klachten. Hij vindt dit niet klachtwaardig. Verweerder heeft klager met betrekking tot de pijn in zijn voet pijnstilling geadviseerd omdat er artrose zichtbaar was van de enkelgewrichtjes. Hij heeft gezegd dat deze klachten zouden kunnen verbeteren maar dat er niets aan te doen was zolang er sprake was van overgewicht. De assistente van verweerder heeft klager gezegd dat de gemaakte foto artrose liet zien ter plaatse van de enkelgewrichtjes. In oktober 2007 heeft klager aangegeven dat hij zich niet serieus genomen voelde. Verweerder is toen boos geworden omdat dat niet strookte met de inspanningen die verweerder aan klager besteedde. Klager heeft toen gezegd dat hij toch wel tevreden was over verweerder. Verweerder heeft toen ook de mogelijkheid van een andere huisarts besproken. Daar heeft klager niet voor gekozen. Verweerder heeft niet gezegd dat klager geen andere huisarts zou kunnen krijgen omdat hij al een huisarts had in X. In november 2011 gaf klager opnieuw aan zich niet serieus genomen te voelen. Verweerder heeft hem voorgesteld een andere huisarts te zoeken aangezien de artspatiënt relatie kennelijk uitgewerkt was. Klager was het daar mee eens. Verweerder heeft hem zorg aangeboden tot hij een nieuwe huisarts zou hebben gevonden. Verweerder heeft eveneens aangegeven dat het voor klager beter zou zijn als klager voor langer bestaande klachten naar de nieuwe huisarts zou gaan. Klager is een week later overgegaan naar een andere huisarts. Verweerder ontkent behandeling te hebben geweigerd. Verweerder meent dat zijn handelen geen reden is geweest voor het uitwijken naar de huisartsenpost. Dat is ook maar twee keer gebeurd tijdens de behandelperiode. Verweerder ontkent de nadruk te leggen op depressieve of maatschappelijke klachten van klager. Verweerder betreurt het dat klager het gevoel heeft gekregen dat hij niet serieus werd genomen. Verweerder ontkent dat zijn handelen en met name zijn boos worden in 2007 ertoe geleid kan hebben dat klager nu bang is om een arts te bezoeken. Verweerder vindt het heel vervelend dat het zo gelopen is.

BEOORDELING VAN DE KLACHTEN Klachtonderdeel 1 : Klager voelt zich niet serieus genomen en voelt zich daarom niet goed behandeld. Klager heeft aangegeven zich niet serieus genomen te voelen door verweerder en voelt zich daarom niet goed behandeld. Klager stelt dat hij steeds werd doorverwezen naar de praktijkondersteuner en dat hij verkeerde medicatie kreeg voorgeschreven. Omdat klager zich niet serieus genomen voelde, wachtte klager met zijn klachten tot de avond of het weekend. Hij nam dan contact op met de huisartsenpost. Met betrekking tot het doorverwijzen naar de praktijkondersteuner merkt de commissie het volgende op: De commissie is van oordeel dat het in de hedendaagse huisartsenpraktijk gangbaar is om de begeleiding van een aantal chronische ziekten door de praktijkondersteuner te laten plaatsvinden. De commissie acht het feit dat verweerder klager doorverwees naar de praktijkondersteuner dan ook geen uiting van het niet serieus nemen van klager. Voor wat betreft het verwijt van klager dat verweerder de verkeerde medicatie heeft voorgeschreven overweegt de commissie als volgt: Op 26 april 2011 heeft verweerder pijnmedicatie, Tramadol 50mg, voorgeschreven aan klager. Klager heeft aangegeven dat hij na het slikken van de Tramadol obstipatieklachten kreeg. Klager stelt dat hij in het weekend na 26 april 2011 contact op heeft genomen met de huisartsenpost. Klager is van mening dat de Tramadol, gezien de andere medicatie die klager gebruikte, niet voorgeschreven had mogen worden. De commissie stelt vast dat uit het huisartsenjournaal blijkt dat klager op 3 juli 2011 contact op heeft genomen met de huisartsenpost vanwege obstipatieklachten. De commissie stelt eveneens vast dat deze datum ruim twee maanden na het voorschrijven van de Tramadol ligt. De commissie kan de klacht van klager dat zijn obstipatieklachten direct na het voorschrijven van Tramadol ontstonden, gezien dit tijdsverloop, dan ook niet plaatsen. Daar komt bij dat de commissie heeft geconstateerd dat klager eerder, te weten in juli 2008, ook Tramadol heeft geslikt. Op grond van het voorgaande is de commissie dan ook van oordeel dat niet gebleken is dat verweerder verkeerde medicatie heeft voorgeschreven. Klager stelt verder dat hij vanwege het niet serieus nemen van zijn klachten veelvuldig contact opnam met de huisartsenpost. Uit het huisartsenjournaal blijkt dat klager in 2007 twee keer contact heeft opgenomen met de huisartsenpost. In 2011 heeft klager eveneens twee keer contact opgenomen met de huisartsenpost, te weten op 3 juli 2011 en op 1 oktober 2011. Het journaal is voor de commissie een belangrijk uitgangspunt. Als de inhoud ervan niet wordt weerlegd of als niet aannemelijk wordt gemaakt dat deze onjuist is, geldt de lezing zoals in het journaal staat vermeld. Het hoge aantal keren dat klager contact opnam met de huisartsenpost, zoals gesteld door klager, zijn niet in het journaal terug te vinden.

De commissie constateert verder dat de aandoeningen van klager door verweerder zijn behandeld. Ook is klager verwezen naar een neuroloog, een orthopeed en naar een bariatrisch centrum. Op grond van al hetgeen wat hiervoor is overwogen en op grond van wat ter zitting ter sprake is gekomen, is de commissie van oordeel dat niet gezegd kan worden dat verweerder klager niet serieus genomen heeft in zijn klachten. Dat laat onverlet dat klager dit wel zo heeft ervaren. Dat is echter onvoldoende om de klacht gegrond te verklaren. De Klachtencommissie acht dit klachtonderdeel ongegrond. Klachtonderdeel 2: Verweerder heeft geweigerd klager te behandelen voor zijn verhoogde bloedsuiker. Klager klaagt erover dat in november 2011 bloeduitslagen bekend werden waaruit bleek dat klager diabetes had en een vitaminegebrek. Verweerder heeft toen geweigerd klager te behandelen. De commissie maakt uit het journaal op dat er in november 2011 een eenmalig verhoogd glucosegehalte is gevonden. Deze constatering wil nog niet zeggen dat er ook daadwerkelijk sprake is van diabetes. Dat vereist nader onderzoek. Deze onderzoeken nemen enige tijd in beslag. Wetende dat een patiënt naar een andere huisarts wil omdat de arts-patiënt relatie is verstoord, ligt het in de rede die onderzoeken door de opvolgende huisarts uit te laten voeren. De commissie constateert, ook na wat op de hoorzitting aan de orde is geweest, dat het beëindigen van de behandelrelatie in november 2011 een door beide partijen gedragen besluit was. Beide partijen stonden daar achter en konden zich daarin vinden. Er is snel een opvolgend huisarts gevonden. Er is geen lacune ontstaan in de huisartsenzorg. De Klachtencommissie acht dit klachtonderdeel ongegrond.

DE UITSPRAAK De commissie verklaart: Klachtonderdeel 1: ongegrond Klachtonderdeel 2: ongegrond DE REACTIE VAN DE HUISARTS Overeenkomstig artikel 2 lid 5 van de Wet klachtrecht cliënten zorgsector (WKCZ) heeft de huisarts de plicht om binnen een maand na ontvangst van deze uitspraak schriftelijk aan klager en aan de klachtencommissie mee te delen of hij naar aanleiding van de uitspraak maatregelen zal treffen en zo ja, welke. Ingeval de huisarts niet binnen een maand aan deze verplichting voldoet, behoort hij dit met vermelding van de redenen te laten weten.