NL Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen

Vergelijkbare documenten
Publicatieblad van de Europese Unie

Deze herziene versie van het verslag is opgesteld na bespreking in de Groep materieel strafrecht van 23 juni 2004.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 januari 2008 (21.01) (OR. en) 5213/08 COPEN 4

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN KADERBESLUIT VAN DE RAAD over de accreditatie van activiteiten van gerechtelijke laboratoria

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 16 juni 2009 (24.06) (OR. en) 10964/09 JAI 391 E FOPOL 170

(Voorbereidende besluiten krachtens titel VI van het Verdrag betreffende de Europese Unie)

wet aangenomen, maar ratificatie nog niet bekendgemaakt

III BESLUITEN OP GROND VAN TITEL VI VAN HET EU-VERDRAG

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

III BESLUITEN OP GROND VAN TITEL VI VAN HET EU-VERDRAG

Inhoudstafel. Europese Unie Verdrag van 25 maart 1957 betreffende de Werking van de Europese Unie 153

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

10213/00 AL/hb DG H III NL

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 1 februari 2010 (OR. en) 5306/10 Interinstitutioneel dossier: 2009/0189 (NLE) JAI 35 COPEN 7

(2002/C 42/07) Gelet op de Overeenkomst tot oprichting van een Europese Politiedienst ( 1 ), inzonderheid op artikel 43, lid 1,

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Benelux Verdrag 27 juni 1962 aangaande de uitlevering en de rechtshulp in strafzaken tussen het Koninkrijk België, het Groothertogdom

III BESLUITEN OP GROND VAN TITEL VI VAN HET EU-VERDRAG

Strafrecht & Strafprocesrecht

1. Het Coreper heeft het ontwerp-besluit van de Raad op 1 december 2004 besproken aan de hand van document 15281/04 + COR 1.

RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD

12848/1/18 REV 1 CS/srl/sht ECOMP.2.B

Nationaal Benelux Prüm Europese Unie

geraadpleegd door de Raad overeenkomstig artikel 39, lid 1 van het EU-Verdrag (C5-0757/2000),

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 18 december 2009 (21.12) (OR. en) 17691/09 COPEN 249 JAI 935

WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het Europees justitieel netwerk

Het Europees Parlement is verzocht advies over het voorstel uit te brengen.

Publicatieblad van de Europese Unie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 januari 2008 (06.02) (OR. en) 5213/08 ADD 1 COPEN 4

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Eerste Kamer der Staten-Generaal

AANGENOMEN TEKSTEN Voorlopige uitgave

8620/01 AL/td DG H I NL

(Resoluties, aanbevelingen en adviezen) RESOLUTIES RAAD

2. Het Europees Parlement heeft op 12 juni 2001 advies over het voorstel uitgebracht. 2

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

PUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275

Alle teksten zijn bijgewerkt tot 1 januari Gert Vermeulen

Prüm Verdrag 27 mei 2005 tussen het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, het Koninkrijk Spanje, de Republiek Frankrijk, het Groothertogdom

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Publicatieblad van de Europese Unie

6986/01 CS/vj DG H I NL

5307/10 VP/mm DG H 2 B

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 18 juni 2004 (23.06) (OR. en) 10665/04 Interinstitutioneel dossier: 2003/0270 (C S) LIMITE COPE 74

7566/17 eer/gys/sl 1 DGG 3B

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 september 2001 (06.09) (OR. fr) 11580/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0186 (COD)

1 PB nr. C 24 van , blz PB nr. C 240 van , blz PB nr. C 159 van , blz. 32.

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 november 2003 (07.11) (OR. it) 14286/03 LIMITE VISA 180 COMIX 662

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 oktober 2005 (30.11) (OR. en) 13615/05 ADD 1 ENFOCUSTOM 61

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13289/00 LIMITE JAI 135

Publicatieblad van de Europese Unie L 277/23

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 mei 2010 (OR. en) 9288/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0817 (COD)

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 mei 2016 (OR. en)

VOORLOPIGE AGENDA van de 1885e vergadering van het COMITE VAN PERMANENTE VERTEGENWOORDIGERS (2e deel)

L 76/16 NL Publicatieblad van de Europese Unie KADERBESLUIT 2005/214/JBZ VAN DE RAAD. van 24 februari 2005

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 november 2004 (29.11) (OR. en) 14504/1/04 REV 1 LIMITE

Raad van de Europese Unie Brussel, 23 september 2014 (OR. en)

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen

TRACTATENBLAD VAN HET

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

(COM(2001) 259 C5-0359/ /0114(CNS))

Brussel, 22 april 2010 (23.04) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 8703/10 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 2010/0802 (COD) COPEN 102 CODEC 325

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 7 januari 2008 (20.01) (OR. en) 5039/08 COPEN 3 EUROJUST 3 EJN 3

16907/06 dau/lep/ls 1 DG H 2B

Tweede Kamer der Staten-Generaal

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

PUBLIC. Brussel, 30 april 2002 (08.05) (OR. fr,en) RAAD VA DE EUROPESE U IE. 8434/02 Interinstitutioneel dossier: 2001/0114 (C S) LIMITE

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 25 april 2008 (OR. en) 5602/1/08 REV 1 (nl) COPEN 12

TRACTATENBLAD VAN HET. Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; (met Bijlagen) Rome, 25 maart 1957

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 februari 2002 (18.02) (OR. fr) 6249/02 Interinstitutioneel dossier: 2001/0114 (CNS) LIMITE

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 april 2003 (12.05) (OR. el) 8696/03 LIMITE VISA 70 COMIX 260

Document 5206/01 DROIPEN 2 - COM(2000) 854 def. PB C 62 E, , blz. 324 (mensenhandel) en blz. 327 (uitbuiting).

6850/08 AL/mg DG C I

2. De MDG heeft op 17 juni besloten "financiële criminaliteit en financiële recherche" tot onderwerp van de vijfde evaluatie te maken.

AF/CE/CH/FRAUDE/nl 1

Raad van de Europese Unie Brussel, 10 maart 2015 (OR. en)

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 2 juni 2003 (06.06) (OR. en) 9748/03 LIMITE VISA 91 FRONT 67 COMIX 326

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2004 (05.11) (OR. en) 14028/04 EUROPOL 50 JAI 409

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 91,

III BESLUITEN OP GROND VAN TITEL VI VAN HET EU-VERDRAG

9116/19 JVB/jvc/srl JAI.2

BETREFFENDE DE VOORRECHTEN EN IMMUNITEITEN VAN DE EUROPESE UNIE

EUROPESE UNIE Communautair Bureau voor Plantenrassen

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

519 der Beilagen XXII. GP - Staatsvertrag - niederländischer Übereinkommenstext (Normativer Teil) 1 von 6

Transcriptie:

7.3.2001 NL Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 75/3 Initiatief van de regeringen van de Franse Republiek, het Koninkrijk Zweden en het Koninkrijk België met het oog op de aanneming door de Raad van een kaderbesluit inzake de tenuitvoerlegging in de Europese Unie van beslissingen tot bevriezing van vermogensbestanddelen of bewijsstukken (2001/C 75/02) DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, HEEFT HET VOLGENDE KADERBESLUIT VASTGESTELD: Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, inzonderheid op artikel 31, onder a), en artikel 34, lid 2, onder b), TITEL I Gezien het initiatief van de Franse Republiek, het Koninkrijk Zweden en het Koninkrijk België( 1 ), Gezien het advies van het Europees Parlement( 2 ), Overwegende hetgeen volgt: TOEPASSINGSGEBIED Artikel 1 Definities In dit kaderbesluit wordt verstaan onder: (1) De Europese Raad van Tampere van 15 en 16 oktober a) beslissingsstaat : de lidstaat waarin een gerechtelijke 1999 heeft het beginsel van wederzijdse erkenning autoriteit in de zin van dit kaderbesluit in het kader van onderschreven, dat de hoeksteen van de justitiële samen- een strafprocedure een beslissing tot bevriezing heeft werking binnen de Unie zou moeten worden in zowel gegeven; burgerlijke als strafzaken. b) tenuitvoerleggingsstaat : de lidstaat op het grondgebied waarvan het vermogensbestanddeel (of het bewijsstuk) (2) Dit beginsel moet ook van toepassing zijn op gerechtelij- zich bevindt; ke bevelen die in de fase voorafgaande aan het onderzoek ter terechtzitting worden gegeven, in het bijzonder c) beslissing tot bevriezing : elke door een bevoegde gerechdie op grond waarvan de bevoegde autoriteiten snel telijke autoriteit van de beslissingsstaat getroffen maatrebewijsmateriaal veilig kunnen stellen en beslag kunnen gel ter voorkoming van vernietiging, verwerking, verleggen op gemakkelijk verplaatsbare voorwerpen. plaatsing, overdracht of vervreemding van een goed dat: het voorwerp kan uitmaken van inbeslagneming (3) Op 29 november 2000 heeft de Raad overeenkomstig door de beslissingsstaat, de conclusies van Tampere een programma van maatregelen goedgekeurd om uitvoering te geven aan het een bewijsstuk kan zijn; beginsel van wederzijdse erkenning in strafzaken, met als eerste prioriteit (maatregelen 6 en 7) de aanneming van een instrument ter toepassing van het beginsel van d) vermogensbestanddeel : elk roerend lichamelijk of onli- wederzijdse erkenning bij bevriezing van bewijsstukken chamelijk goed of elk onroerend goed, alsmede de en vermogensbestanddelen. rechtshandelingen of documenten ter staving van de eigendom van of het recht op dat goed, en waarvan de autoriteit die om bevriezing verzoekt van mening is: dat het de opbrengst is van een in artikel 2 genoemd strafbaar feit, of een vermogensbestanddeel dat geheel of gedeeltelijk met die opbrengst overeen- stemt, (4) In een eerste fase zou een dergelijk instrument van toepassing moeten zijn op een beperkt aantal strafbare feiten die reeds het voorwerp van een gezamenlijk optreden in de Europese Unie zijn geweest. (5) De rechten van partijen of van derden te goeder trouw moeten geëerbiedigd worden, en dat de mogelijkheid bestaat dat het wordt vernietigd, verwerkt, verplaatst, overgedragen of vervreemd; ( 1 ) PB C... e) bewijsmiddel : voorwerpen en documenten die als over- ( 2 ) PB C... tuigingsstuk kunnen dienen.

C 75/4 NL Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen 7.3.2001 Artikel 2 Strafbare feiten Dit kaderbesluit is van toepassing op alle beslissingen tot bevriezing in verband met feiten die naar het recht van de beslissingsstaat een van de onderstaande strafbare feiten uitmaken: nationale beslissing tot bevriezing, tenzij deze autoriteit een van in artikel 6 genoemde gronden aanvoert om de beslissing niet ten uitvoer te leggen. Aan de bevoegde autoriteit van de beslissingsstaat wordt met ongeacht welk middel dat een spoor in geschrifte nalaat, onverwijld kennis gegeven van de tenuitvoerlegging van de beslissing tot bevriezing. a) illegale drugshandel; 2. Alle bijkomende dwangmaatregelen worden genomen b) fraude waardoor de financiële belangen van de Gemeenschap worden geschaad in de zin van de overeenkomst van 26 juli 1995 betreffende de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen( 1 ) en de bijbehorende protocollen van 29 november volgens de procedure van de tenuitvoerleggingsstaat. Artikel 5 1996( 2 ), 27 september 1996( 3 ) en 19 juni 1997( 4 ); Duur van de bevriezingsmaatregel c) het witwassen van opbrengsten van criminaliteit; 1. De bevriezing van het goed moet in de tenuitvoerleg- gingsstaat gehandhaafd worden totdat de tenuitvoerleggingsstaat aan het in artikel 8, lid 1, onder a) of b), bedoelde verzoek heeft voldaan. d) eurovalsemunterij; e) corruptie; f) mensenhandel. TITEL II 2. Indien het verzoek of de instructie bedoeld in artikel 8, lid 1, onder a) of b), niet binnen de daar vermelde termijn is toegezonden, wordt de maatregel ingetrokken. PROCEDURE VOOR DE TENUITVOERLEGGING VAN BESLIS- SINGEN TOT BEVRIEZING 3. De beslissingsstaat gehoord, kan de tenuitvoerleggingsstaat naar gelang van de concrete omstandigheden passende Artikel 3 voorwaarden stellen om de duur van de bevriezing van het vermogensbestanddeel te beperken. Indien de tenuitvoerleggingsstaat overeenkomstig deze voorwaarden vrijgave overweegt, Toezending van beslissingen tot bevriezing stelt hij de beslissingsstaat daarvan in kennis en geeft hij hem de mogelijkheid opmerkingen te maken. Elke beslissing tot bevriezing in de zin van dit kaderbesluit, vergezeld van het in artikel 7 bedoelde certificaat, wordt door de gerechtelijke autoriteit die haar heeft gegeven rechtstreeks 4. De gerechtelijke autoriteiten van de beslissingsstaat geven toegezonden aan de voor de tenuitvoerlegging bevoegde onverwijld de gerechtelijke autoriteiten van de tenuitvoerleg- gerechtelijke autoriteit. Als deze laatste niet bekend is, verzoekt gingsstaat kennis van de vrijgave. de gerechtelijke autoriteit van de beslissingsstaat langs alle mogelijke kanalen, waaronder de contactpunten van het Europees justitieel netwerk, de tenuitvoerleggingsstaat om inlichtingen. Artikel 6 Artikel 4 Onmiddellijke tenuitvoerlegging 1. Elke overeenkomstig artikel 3 toegezonden beslissing tot bevriezing wordt door de bevoegde autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat zonder enige andere formaliteit erkend en onverwijld ten uitvoer gelegd, op dezelfde wijze als een Gronden voor niet-tenuitvoerlegging De gerechtelijke autoriteiten van de tenuitvoerleggingsstaat kunnen zich alleen bij ontstentenis of onvolledigheid van het in artikel 7 bedoelde certificaat tegen de tenuitvoerlegging van de beslissing tot bevriezing verzetten. Bij ontstentenis of onvolledigheid van het certificaat kan de tenuitvoerleggingsautoriteit: een termijn bepalen waarbinnen het certificaat moet ( 1 ) PB C 316 van 27.11.1995, blz. 48. worden voorgelegd of aangevuld; ( 2 ) PB C 151 van 20.5.1997, blz. 2. ( 3 ) PB C 313 van 23.10.1996, blz. 2. ( 4 ) PB C 221 van 19.7.1997, blz. 12. een gelijkwaardig document aanvaarden;

7.3.2001 NL Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 75/5 de beslissingsstaat ervan vrijstellen indien hij zich vol- 2. Een verzoek: doende geïnformeerd acht. a) tot overdracht als bedoeld in lid 1, onder a), moet door Elke beslissing tot niet-tenuitvoerlegging moet met ongeacht de tenuitvoerleggingsstaat worden behandeld overeenkomstig de geldende voorschriften voor wederzijdse welk middel dat een spoor in geschrifte nalaat onverwijld worden genomen en ter kennis gebracht van de gerechtelijke autoriteiten van de tenuitvoerleggingsstaat. Artikel 7 rechtshulp in strafzaken; b) tot inbeslagneming als bedoeld in lid 1, onder b), moet door de tenuitvoerleggingsstaat worden behandeld overeenkomstig de geldende voorschriften voor tenuitvoerlegging van buitenlandse beslissingen in strafzaken. Certificaat 1. Het certificaat, waarvan het formulier in de bijlage staat, moet worden ondertekend door de bevoegde autoriteit van de beslissingsstaat die de maatregel bevolen heeft en die verklaart dat de inhoud ervan juist is. 2. Het certificaat wordt vertaald in de officiële taal of talen van de tenuitvoerleggingsstaat. 3. Elke lidstaat kan bij de aanneming van dit kaderbesluit of later, in een bij het secretariaat-generaal van de Raad ingediende verklaring, meedelen dat hij een vertaling in één of meer andere officiële talen van de instellingen van de Europese Gemeenschappen aanvaardt. Artikel 8 Behandeling van het bevroren goed Artikel 9 Beroep 1. Tegen elke overeenkomstig artikel 4 ten uitvoer gelegde bevriezingsmaatregel kan beroep zonder opschortende werking worden ingesteld door de vervolgde persoon, het slachtoffer of ongeacht welke natuurlijke of rechtspersoon die zich als derde te goeder trouw aandient bij de bevoegde autoriteit van de beslissingsstaat of van de tenuitvoerleggingsstaat overeenkomstig de nationale wetgeving van de betrokken lidstaat. 2. In de tenuitvoerleggingsstaat kan het beroep niet de grond van de zaak betreffen. 3. De gerechtelijke autoriteiten van de beslissingsstaat worden in kennis gesteld van het beroep en de aangevoerde middelen, om de door hen nodig geachte argumenten te kunnen hanteren. Zij worden in kennis gesteld van het resultaat van het beroep. 1. De in artikel 3 bedoelde toezending moet tevens bevatten, of binnen een termijn van ten hoogste vier dagen gevolgd Artikel 10 worden door: Aansprakelijkheid van de beslissingsstaat a) een verzoek tot overdracht van het goed naar de beslissingsstaat De beslissingsstaat is onder de in het recht van de tenuitvoerleggingsstaat om als bewijsstuk te dienen; bepaalde voorwaarden aansprakelijk ingeval de gegevens op het certificaat op het tijdstip van toezending met het oog op confiscatie; onjuist zijn en daardoor de tenuitvoerlegging mogelijk hebben gemaakt van een beslissing tot bevriezing waardoor een van de in artikel 9 genoemde personen schade heeft geleden. met het oog op teruggave aan het slachtoffer van een in artikel 2 genoemd strafbaar feit, De tenuitvoerleggingsstaat vergoedt deze schade overeenkomstig zijn eigen nationale wetgeving wanneer de persoon die in de twee eerste gevallen voorzover overdracht tussen de schade heeft geleden tegen hem een vordering tot schadeverbetrokken lidstaten mogelijk is, goeding heeft ingesteld. of b) een instructie dat het goed in de lidstaat van tenuitvoerleg- ging moet blijven in afwachting van een verzoek van de beslissingsstaat om in de tenuitvoerleggingsstaat een beslissing tot inbeslagneming ten uitvoer te leggen, ongeacht of deze beslissing in de beslissingsstaat reeds gegeven is of nog gegeven moet worden. De beslissingsstaat betaalt aan de tenuitvoerleggingsstaat de bedragen terug die laatstgenoemde heeft overgemaakt aan de personen die schade hebben geleden. De tenuitvoerleggingsstaat verzoekt de beslissingsstaat niet om vergoeding van de schade die eerstgenoemde eventueel zelf heeft geleden.

C 75/6 NL Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen 7.3.2001 TITEL III SLOTBEPALINGEN Artikel 11 de Commissie nagaan in hoeverre de lidstaten de nodige maatregelen hebben getroffen om aan dit kaderbesluit te voldoen. 3. Het secretariaat-generaal van de Raad stelt de lidstaten in kennis van de ingevolge artikel 7, lid 3, afgelegde verklaringen. Toepassing Artikel 12 1. De lidstaten treffen de noodzakelijke maatregelen om uiterlijk op 31 december 2002 aan dit kaderbesluit te voldoen. 2. De lidstaten delen het secretariaat-generaal van de Raad en de Commissie uiterlijk op dezelfde datum de tekst mee van Gedaan te... de voorschriften waarmee zij hun verplichtingen uit hoofde van dit kaderbesluit in hun nationale recht omzetten. De Raad zal uiterlijk op 30 juni 2003 aan de hand van een verslag op grond van deze gegevens en van een schriftelijk verslag van Inwerkingtreding Dit kaderbesluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad. Voor de Raad De voorzitter

7.3.2001 NL Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 75/7 BIJLAGE Certificaat als bedoeld in artikel 7 1. Beslissingsstaat( 1 ) 2. Rechtsgebied of gerechtelijke autoriteit die de beslissing tot bevriezing heeft gegeven en het certificaat heeft afgegeven 2.1. Naam 2.2. Adres 2.3. Telefoon/fax/e-mail( 2 ) 2.4. Talen voor contacten met de autoriteit die de beslissing heeft gegeven( 3 ) 2.4.1. Duits 2.4.2. Engels 2.4.3. enz. 3. Strafbare feiten waarvoor vervolging wordt ingesteld 3.1. Illegale drugshandel 3.2. Fraude waardoor de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen worden geschaad 3.3. Het witwassen van de opbrengsten van criminaliteit 3.4. Eurovalsemunterij 3.5. Corruptie 3.6. Mensenhandel 4. Beslissing tot bevriezing 4.1. Datum 4.2. Voorwerp van de beslissing 4.2.1. Latere confiscatie 4.2.2. Vergaring van bewijsstukken 4.2.3. Teruggave aan het slachtoffer van een strafbaar feit 4.3. Vermogensbestanddeel of bewijsmiddel waarop de beslissing tot bevriezing betrekking heeft 4.3.1. Nauwkeurige beschrijving van het goed 4.3.2. Precieze locatie van het goed 4.3.3. Persoon die als eigenaar bekend staat ( 1 ) Elke rubriek van het certificaat is gesteld in de officiële talen van de Europese Unie: in voorkomend geval staat de vertaling op de keerzijde van het document, met verwijzing naar een nummer op de voorkant. ( 2 ) Volledige telefoon- en faxnummers (bij oproep vanuit het buitenland) vermelden, en zo mogelijk rechtstreekse oproepnummers. ( 3 ) Facultatieve informatie die niet onder artikel 7 valt.

C 75/8 NL Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen 7.3.2001 5. Maatregel die de tenuitvoerleggingsstaat dient te nemen ingevolge de beslissing tot bevriezing 5.1. Overdracht van het goed naar de beslissingsstaat 5.2. Bescherming van het goed in de tenuitvoerleggingsstaat in afwachting van een beslissing tot inbeslagneming 5.2.1. Reeds gegeven beslissing 5.2.2. Nog te geven beslissing 6. Aanvullende inlichtingen( 1 ) 7. Bij dit certificaat gevoegde tekst van het besluit tot bevriezing Gedaan te...... op... Handtekening en/of stempel ( 1 ) Facultatieve informatie die niet onder artikel 7 valt.