Project Fonds voor Landbouw en Visserij

Vergelijkbare documenten
Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw

Wintertarwe. Resultaten rassenproef Uitzaai Roel Van Avermaet LTCW

Resultaten praktijkproeven GRAANGEWASSEN 2015

Rassenonderzoek in een moeilijk tarwejaar

Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr G.32, 11 september 2014

5.1 Perceelsspecifieke voorspellingsmodellen om bladluizen, graanhaantjes en DON gehaltes in wintertarwe te voorspellen

Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr G.31, 14 september 2013

Resultaten praktijkproeven GRAANGEWASSEN 2016

Copyright Boerenbond. Uitzaai Welk tarweras kiezen?

..- ' Rekening houden met rnaximaal aantal toepassingen per handels: Wintertarwe ten aanzien van bladziekten. Ziektebestrijdi ng granen.

Resultaten praktijkproeven GRAANGEWASSEN 2014

Resultaten praktijkproeven GRAANGEWASSEN 2013

Resultaten praktijkproeven GRAANGEWASSEN 2017

Graanvergadering Wintergerst Rassenproef Algemeenheden van de rassen wintergerst Opbrengstresultaten vzw

Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr G.21, 12 juni 2013

Copyright Boerenbond. Hoe scoorden de wintertarwe- rassen dit seizoen?

Resultaten praktijkproeven GRAANGEWASSEN 2018

Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr G.32, 14 september 2013

1 RASSENONDERZOEK WINTERTARWE

Studieavond GRAANTEELT 19 september 2018 VTI Poperinge

Resultaten praktijkproeven GRAANGEWASSEN 2011

Fungicideproef wintertarwe Morgan Carlens Technisch onderzoeksmedewerker Pibo-Campus vzw

Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr G.12, 6 juni 2019

Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr G.30, 8 augustus 2014

Rassenadvies: Wintertarwe

Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr G.02, 8 februari 2013

RASSENONDERZOEK WINTERTARWE 2019

Zijn aarfusarium en de gerelateerde mycotoxinen te voorspellen in wintertarwe?

IMPRESSION Vroege baktarwe!

Geïntegreerde aanpak van aarfusarium in granen en het effect op mycotoxinen

BEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit LCG-Brochure Granen Oogst 2009)

Wintertarwe. Resultaten rassenproef Uitzaai Roel Van Avermaet LTCW

Geïntegreerde aanpak van aarfusarium in granen en het effect op mycotoxinen

Fonds voor Landbouw en Visserij

Resultaten uit de rassenproeven tarwe en gerst, oogst Johan De Koker, LTCW

Rassenadvies Wintertarwe Midden-Nederland

Rassenadvies Wintertarwe Midden-Nederland

Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr G.04, 5 maart 2013

BEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit LCG-Brochure Granen Oogst 2009)

Resultaten uit de rassenproeven tarwe en gerst, oogst Johan De Koker LTCW

RASSENONDERZOEK TRITICALE 2019

CerDis; Graan adviesmodule Praktijk Netwerk Fusarium

Wintertarwe Zuid-Nederland

Rassenadvies: Wintertarwe

Rassenadvies Wintertarwe Zuid-Nederland

Perceelsgegevens Pagina 9

9.1 Kiemremming van in het veld

Praktijknetwerk aarfusarium

ALFONS. Wintertarwe Maaltarwe. NIEUW! Midden laat rijp Stevig en gezond Uitermate geschikt na maïs. Teeltadvies. Raseigenschappen Alfons

Resultaten en succes, daar zijn kampioenen voor!

Perceelsgegevens Pagina 10

-1- BEZOEKERSGIDS :WINTERGERST RASSENPROEF WINTERGERST... 5

RASSENADVIES: WINTERTARWE

Praktijknetwerk Fusarium Onderwerpen. Aarfusarium. relevante mycotoxinen in graan. risicofactoren aarfusarium.

Rassenadvies Wintertarwe Midden-Nederland

GRAANGEWASSEN. Overzicht van het onderzoek Wetenschappelijk verslag

Nieuwe aanbevolen rassen van wintertarwe

Nieuwe aanbevolen rassen van wintertarwe

Bestrijding van blad- en aarziekten in wintertarwe. EH 859 Door: ing.h.w.g.floot

Den Haag, 14 september 2009

GRAANGEWASSEN. Overzicht van het onderzoek Wetenschappelijk verslag

GRAANGEWASSEN. Overzicht van het onderzoek Wetenschappelijk verslag

WAARNEMINGSVELD WINTERGERST Proefopzet Perceelsgegevens Waarnemingen... 12

Rassenadvies Wintertarwe Midden-Nederland

22a Grondbewerkingssystemen voor de teelt van wintertarwe EH 0623 Door: ing.h.w.g. Floot

DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw

RASSENADVIES: WINTERTARWE

KWS SMART HENRIK SAHARA. AVEVE-zaaigranen, de eerste stap richting topresultaat!

Rassenadvies. Wintertarwe Zuid-Nederland

Themadag granen CGO: rassenonderzoek in nieuw perspectief. Wintertarwe-areaal 2016 in hectare. Gemiddelde tarweopbrengst ton/hectare

Studieavond GRAANTEELT 18 september 2019 VTI Poperinge

Nieuwe cijfers wintertarwerassen

Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Akkerbouwbericht Nr G.03, 6 maart 2012

Resultaten praktijkproeven GRAANGEWASSEN 2019

GRAANGEWASSEN. Overzicht van het onderzoek Wetenschappelijk verslag

RASSENADVIES: WINTERTARWE

Zaaigranen van AVEVE, de keuze van de professionals!

AVEVE-zaaigranen, voorsprong van bij de zaai!

Topopbrengsten in rassenproef zomertarwe biologische teelt

Rassenadvies Wintertarwe Noordwest-Nederland

RASSENPROEF WINTERGERST...

Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw. Onderzoek naar blad- en aarziektenbestrijding in wintertarwe 2010

DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw

GRAANGEWASSEN. Overzicht van het onderzoek Wetenschappelijk verslag

Praktijknetwerk aarfusarium

De beste genetica wel!

1 : WINTERGERST RASSENPROEF WINTERGERST : WINTERTARWE RASSENPROEF WINTERTARWE LCG... 14

Zaaigranen Het weer kan je niet kiezen... De beste genetica wel!

Themadag granen CGO: rassenonderzoek in nieuw perspectief. Ton Wouda commercieel manager akkerbouw Limagrain Nederland

HET WEER KAN JE NIET KIEZEN... DE BESTE GENETICA WEL!

Proefresultaten wintergranen september 2018 Martine Peumans vzw PIBO-campus

Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw. SPNA ziektenbestrijding in wintertarwe 2012

BEZOEKERSGIDS

ACTIVITEITENVERSLAG van de PROEFVELDWERKING BOTTELARE

Ziektebestrijding wintertarwe Noord Holland Onderzoek Ing. R.D. Timmer

Voorwoord 1. DEEL 1 :WINTERGERST 5 1. RASSENPROEF WINTERGERST Proefopzet Perceelsgegevens Waarnemingen...

ACTIVITEITENVERSLAG van de PROEFVELDWERKING BOTTELARE

ACTIVITEITENVERSLAG 2009 van de PROEFVELDWERKING BOTTELARE

AVEVE-zaaigranen, maakt het verschil!

BORODINE De gezondste

Transcriptie:

Project Fonds voor Landbouw en Visserij Implementatie en optimalisatie van een aarfusarium en DON-voorspellingsmodel in de Vlaamse graanteelt en graanverwerkende sector PROJECTRESULTATEN 2015 Project uitgevoerd door: Landbouwcentrum Granen Eiwitrijke gewassen - Oliehoudende zaden Kleine industrieteelten Vlaanderen LCG vzw Project met financiële steun van de Vlaamse overheid Departement Landbouw en Visserij Fonds voor Landbouw en Visserij 1

2

INHOUD 1. Inleiding... 5 2 Rassenvergelijking ten aanzien van het mycotoxinen gehalte (DON) in de graankorrel bij wintertarwe... 6 3 Rassenvergelijking ten aanzien van het gehalte mycotoxinen (DON) in de graankorrel na kunstmatige infectie bij wintertarwe... 9 4 Aarziektebestrijdingsproeven: vergelijking van fungiciden ten aanzien van het gehalte mycotoxinen (DON) in de graankorrel, bij toepassing in het aarstadium in wintertarwe... 11 5. Perceelsspecifiek voorspellingsmodel om de graad van aarfusarium-aantasting en het DON gehalte in wintertarwe te voorspellen... 15 3

4

1. Inleiding Deoxynivalenol (DON) is een mycotoxine geproduceerd door de schimmels die aarfusarium veroorzaken. Het is schadelijk voor mens en dier. De EU verordening EG 856/256 voorziet in een wettelijke norm van 1250 ppb voor tarwe voor menselijke consumptie. Ook het mycotoxine T-2 wordt geproduceerd door Fusarium schimmels. Voor dit mycotoxine is binnen de EU een nieuwe richtlijn rond maximale waarden in de maak. Het probleem van aarfusarium en de hieraan gekoppelde mycotoxineproblematiek in granen is niet eenvoudig te beheersen. De infectie gebeurt immers op het veld zodat het voorkomen van de ziekte in sterke mate beïnvloed wordt door weersomstandigheden en perceelsgebonden factoren (voorvrucht, rassenkeuze, bodembewerkingen, ). De variatie in aantastingsintensiteit is dan ook groot en schommelt sterk van jaar tot jaar en binnen een jaar van locatie tot locatie. Er is een duidelijk verschil in gevoeligheid voor Fusarium van de rassen wintertarwe. Daarom is het noodzakelijk om de gevoeligheid van Fusarium op rasniveau goed te kennen, gebaseerd op objectieve informatie bekomen tijdens verschillende jaren (inclusief verschillende klimaatsomstandigheden). Daarenboven is er elk jaar een snelle evolutie in de vernieuwing van het rassenaanbod. Vandaar de noodzaak om elk jaar aan de hand van specifieke proeven de rasgevoeligheid te evalueren. Het nemen en analyseren van heel veel stalen wintertarwe is belangrijk om informatie te verkrijgen over de gevoeligheid van rassen wintertarwe voor Fusarium en DON-mycotoxines. Daarnaast vormen deze analyses ook de basis om het reeds ontwikkelde aarfusarium en DON-voorspellingsmodel verder te valideren en up-to-date te houden. 5

2 Rassenvergelijking ten aanzien van het mycotoxinen gehalte (DON) in de graankorrel bij wintertarwe Binnen het rassensortiment bestaan aanzienlijke verschillen in gevoeligheid voor Fusarium en de lijst van rassen is zeer dynamisch: elk jaar komen er nieuwe veelbelovende rassen bij en vallen er minder productieve of gevoelige rassen weg. Omtrent de rasresistentie en de relatie ervan met mycotoxineaccumulatie is ondertussen een uitgebreide database aanwezig waarbij de tarwe rassen van de rassenlijst ingedeeld zijn in risicoklassen voor Fusarium aantasting en aanwezigheid van DON. Het LCG vzw legt in dit verband jaarlijks op negen verschillende plaatsen in Vlaanderen rassenproeven van wintertarwe aan. Binnen het LCG-rassenonderzoek wintertarwe werd in 2015 op zeven locaties het gehalte aan DON in de graankorrel bepaald na de oogst op het gewas behandeld met fungiciden en dit op zeventien rassen: Anapolis, Atomic, Avatar, Bergamo, Cellule, Faustus, Forum, Henrik, Gedser, JB Diego, KWS Ozon, Lithium, Mentor, RGT Reform, Rubisco, Sahara en Tobak. Deze analyses werden uitgevoerd op een mengstaal van de 4 herhalingen. Op vijf locaties werd ook het gehalte mycotoxinen DON bepaald op een mengstaal van het onbehandeld gewas. De zeven locaties van het rassenonderzoek waar het gehalte mycotoxinen DON werd bepaald, omvatte vier proeven in de provincie West-Vlaanderen (Koksijde, Poperinge, Houtave en Zwevegem), twee proeven in de provincie Oost-Vlaanderen (Bottelare en Kieldrecht) en één proef in de provincie Limburg (Tongeren). De ziektebestrijding werd uitgevoerd op basis van de ziektedruk in het perceel en omvatte een aarbehandeling en in functie van de proefplaats één tot twee bladbehandelingen. 2.1 Proefomstandigheden a. Proefplaats Koksijde, kustpolder, provincie West-Vlaanderen De proef werd aangelegd door Inagro, Afdeling akkerbouw, te Rumbeke-Beitem (D. Wittouck, L. Willaert, J. Claeys, L. Vandewalle, K. Boone, S. Debosschere, C. Demeester, A. Vandaele, J. Vandenbulcke, M. Berten, K. Hosten en M. Demeulemeester). Grondsoort: klei Voorvrucht: suikerbieten Er werd geploegd (16 oktober 2014) vóór de zaai van de wintertarwe. Zaaidatum: 17 oktober 2014 Oogstdatum: 6 augustus 2015 Ziektebestrijding: - voorlaatste blad (07/05/2015): Granovo 2 l/ha - aarbehandeling (04/06/2015): Ceriax 1,75 l/ha b. Proefplaats Poperinge, provincie West-Vlaanderen De proef werd aangelegd door het Vrij Technisch Instituut, afdeling Land- en Tuinbouw, te Poperinge (P. Vermeulen, D. Goethals en S. Vandeputte). Grondsoort: zandleem Voorvrucht: bonen Er werd geploegd (18 oktober 2014) vóór de zaai van de wintertarwe. Zaaidatum: 20 oktober 2014 Oogstdatum: 5 augustus 2015 Ziektebestrijding: - 1 e knoop (21/04/2015): Apache 1,5 l/ha - voorlaatste blad 08/05/2015): Granovo 1,7 l/ha - aarbehandeling (01/06/2015): Ceriax 1,75 l/ha c. Proefplaats Zuienkerke (Houtave), provincie West-Vlaanderen De proef werd aangelegd door Inagro, Afdeling akkerbouw, te Rumbeke-Beitem (D. Wittouck, L. Willaert, J. Claeys, L. Vandewalle, K. Boone, S. Debosschere, C. Demeester, A. Vandaele, J. Vandenbulcke, M. Berten, K. Hosten en M. Demeulemeester). Grondsoort: klei Voorvrucht: vlas Er werd geploegd (28 september 2014) vóór de zaai van de wintertarwe. 6

Zaaidatum: 10 oktober 2014 Oogstdatum: 1 augustus 2015 Ziektebestrijding: - voorlaatste tot laatste blad (08/05/2015): Granovo 1,7 l/ha - aarbehandeling (04/06/2015): Ceriax 1,75 l/ha d. Proefplaats Zwevegem (Sint-Denijs), provincie West-Vlaanderen De proef werd aangelegd door Inagro, Afdeling akkerbouw, te Rumbeke-Beitem (D. Wittouck, L. Willaert, J. Claeys, L. Vandewalle, K. Boone, S. Debosschere, C. Demeester, A. Vandaele, J. Vandenbulcke, M. Berten, K. Hosten en M. Demeulemeester). Grondsoort: leem Voorvrucht: aardappelen Er werd geploegd (17 oktober 2014) vóór de zaai van de wintertarwe. Zaaidatum: 18 oktober 2014 Oogstdatum: 3 augustus 2015 Ziektebestrijding: - voorlaatste blad (07/05/2015): Granovo 1,7 l/ha - aarbehandeling (01/06/2015): Ceriax 1,75 l/ha e. Proefplaats Beveren (Kieldrecht), Wase polder, provincie Oost-Vlaanderen De proef werd aangelegd door het Land- en Tuinbouwcentrum Waasland (LTCW), Biotechnische en sport, te Sint-Niklaas (D. Martens, R. Van Avermaet en A. Cerpentier). Grondsoort: lichte polder Voorvrucht: suikerbieten Er werd geploegd vóór de zaai van de wintertarwe. Zaaidatum: 4 december 2014 Oogstdatum: 11 augustus 2015 Ziektebestrijding: - voorlaatste blad (15/05/2015): Granovo 1,7 l/ha - aarbehandeling (12/06/2015): Ceriax 1,75 l/ha g. Proefplaats Bottelare, provincie Oost-Vlaanderen De proef werd aangelegd door de Universiteit Gent, Faculteit Toegepaste Bio-ingenieurswetenschappen en Hogeschool Gent, Faculteit Natuur en Techniek te Gent (G. Haesaert, V. Derycke, K. Audenaert en J. Latré). Grondsoort: lichte zandleem Voorvrucht: gele mosterd (zaadproductie) Er werd geploegd (24 oktober 2014) vóór de zaai van de wintertarwe. Zaaidatum: 25 oktober 2014 Oogstdatum: 3 augustus 2015 Ziektebestrijding: - voorlaatste blad (15/05/2015): Granovo 1,7 l/ha - aarbehandeling (04/06/2015): Ceriax 1,75 l/ha i. Proefplaats Tongeren, provincie Limburg De proef werd aangelegd door de vzw PIBO Campus en het Provinciaal Instituut voor Biotechnisch Onderwijs (PIBO), te Tongeren (D. Cauffman, J. Fagard, N. Luyx, M. Carlens, M. Peumans en K. Vrancken). Grondsoort: leem Voorvrucht: cichorei Er werd geploegd (30 oktober 2014) vóór de zaai van de wintertarwe. Zaaidatum: 30 oktober 2014 Oogstdatum: 2 augustus 2015 Ziektebestrijding: - laatste blad (26/05/2015): Palazzo 1,6 l/ha - aarbehandeling (09/06/2015): Ceriax 1,75 l/ha 7

2.2 Proefresultaten: gehalte mycotoxinen in de graankorrel na de oogst 2.2.1 Behandeld met fungiciden Tabel 2: DON-gehalte in de graankorrel na de oogst (mg/kg)(behandeld met fungiciden). Ras Poperinge Sint-Denijs Bottelare Tongeren Koksijde Houtave Kieldrecht Gemiddelde Anapolis 0,00 0,06 0,00 0,00 0,14 0,23 0,00 0,06 Atomic 0,00 0,07 0,00 0,00 0,13 0,04 0,00 0,03 Avatar 0,00 0,16 0,00 0,02 0,06 0,07 0,00 0,05 Bergamo 0,00 0,13 0,30 0,00 0,10 0,12 0,00 0,09 Cellule 0,00 0,03 0,11 0,04 0,08 0,04 0,00 0,04 Faustus 0,00 0,03-0,10 0,12 0,09 0,00 - Forum 0,00 0,11 0,02 0,09 0,17 0,12 0,00 0,07 Gedser 0,00 0,10 0,00-0,07 0,07 - - Henrik 0,00 0,13 0,00 0,02 0,18 0,05 0,00 0,05 JB Diego 0,00 0,18 0,00 0,07 0,07 0,04 0,00 0,05 KWS Ozon 0,00 0,07 0,01 0,05 0,05 0,14 0,06 0,05 Lithium 0,00 0,18 0,00 0,10 0,16 0,12 0,00 0,08 Mentor 0,00 0,17 0,00 0,07 0,14 0,07 0,00 0,06 RGT Reform 0,06 0,11 0,00 0,00 0,08 0,03 0,02 0,04 Rubisco 0,00 0,03 0,00 0,04 0,19 0,06 0,00 0,05 Sahara 0,00 0,25 0,00 0,10 0,27 0,19 0,13 0,13 Tobak 0,00 0,19 0,00 0,07 0,18 0,37 0,04 0,12 Gemiddelde 0,00 0,12 0,03 0,04 0,13 0,11 0,02 2.2.2 Niet behandeld met fungiciden Tabel 3: DON-gehalte in de graankorrel na de oogst (mg/kg) (niet behandeld met fungiciden). Ras Poperinge Sint-Denijs Bottelare Koksijde Houtave Gemiddelde Anapolis 0,00 0,17 0,00 0,23 0,21 0,12 Atomic 0,00 0,19 0,00 0,11 0,16 0,09 Avatar 0,00 0,10 0,00 0,08 0,05 0,04 Bergamo 0,00 0,06 0,00 0,07 0,02 0,03 Cellule 0,00 0,05 0,00 0,09 0,22 0,07 Faustus 0,00 0,24-0,09 0,05 - Forum 0,00 0,00 0,00 0,09 0,07 0,03 Gedser 0,07 0,21 0,00 0,18 0,06 0,10 Henrik 0,00 0,17 0,00 0,15 0,21 0,11 JB Diego 0,16 0,22 0,00 0,20 0,06 0,13 KWS Ozon 0,09 0,09 0,00 0,10 0,28 0,11 Lithium 0,00 0,25 0,00 0,14 0,16 0,11 Mentor 0,03 0,07 0,00 0,06 0,10 0,05 RGT Reform 0,00 0,05 0,00 0,16 0,08 0,06 Rubisco 0,00 0,07 0,00 0,09 0,08 0,05 Sahara 0,00 0,30 0,00 0,14 0,00 0,09 Tobak 0,00 0,15 0,00 0,25 0,19 0,12 Gemiddelde 0,02 0,14 0,00 0,13 0,12 8

3 Rassenvergelijking ten aanzien van het gehalte mycotoxinen (DON) in de graankorrel na kunstmatige infectie bij wintertarwe 3.1 Doel Bij granen veroorzaken Fusarium schimmels stengelrot en voetziekten, doch het grootste probleem treedt op bij aaraantasting. Naast de derving van opbrengst en kwaliteit worden door de meeste Fusarium schimmels mycotoxinen afgezet. Bij tarwe wordt vooral DON gevormd. Tarwe blijkt vooral tijdens de bloei gevoelig voor Fusarium schimmels. Veelvuldige regenval, hoge relatieve vochtigheid en hevige dauw in de periode van de bloei tot zacht deegrijp begunstigen de infectie. Er bestaan aanzienlijke verschillen tussen de rassen qua gevoeligheid voor Fusarium aantasting. Deze komen echter pas goed tot uiting wanneer de infectieomstandigheden optimaal zijn en homogeen verspreid zijn over het perceel. Een rassenclassificatie in functie van Fusarium gevoeligheid is daarom niet eenvoudig te bekomen. Het vereist een artificiële infectie (natuurlijke infectie is zelden voldoende regelmatig over het veld aanwezig) en men dient rekening te houden met de verschillen in bloeidatum tussen de rassen. Hiervoor werd door het LCG op twee proefplaatsen in Vlaanderen een rassenproef wintertarwe aangelegd waarbij een artificiële infectie met Fusarium werd uitgevoerd. Er werd geïnfecteerd met een sporenoplossing. Na de oogst werd het gehalte mycotoxine DON bepaald in de graankorrel. 3.2 Rassenclassificatie naar gevoeligheid aarfusarium Op basis van de resultaten van de proeven met kunstmatige infectie, kunnen de rassen worden ingedeeld naar hun gevoeligheid voor aarfusarium. De rassen worden ingedeeld in vier klassen: gevoelig, matig gevoelig, matig tolerant en tolerant. Enkel de rassen die tenminste 2 jaar in proef werden opgenomen zijn weergegeven en getoetst aan buitenlandse referenties. Rassen uit de gevoelige of matig gevoelige groep worden best gemeden bij hoge risico s op aarfusarium (bv. korrelmaïs of tarwe als voorvrucht en gewasresten onvoldoende ingewerkt). Tabel 5: Gevoeligheid voor aarfusarium van wintertarwe rassen 1. Gevoelig Matig gevoelig Matig tolerant Tolerant Alsace Azzerti Altigo Akteur Anthus Belcast Altos Apache Caphorn Bergamo Armada Carenius Lexus Biscay Avatar Henrik Nemocart Challenger Celebration Melkior Oakley Deben Cellule Omart Robigus Dekan Centenaire Winnetou Rosario Edgar Contender Zohra Tobak Einstein Corvus Toisondor Evasion Elixer Tuscan Expert Faustus Florett Folklor Forum Hattrick Homeros Hourra Horatio Impression Hyperion Inspiration Istabraq Intro JB Asano Julius Katart Kaspart Linus Koreli Lithium Lear Manager Limes Mentor Lincoln Mulan Lion Ozon Louisart Pepidor Matrix Premio Ortop Razzano Patrel Rollex Profilus 9

Gevoelig Matig gevoelig Matig tolerant Tolerant Scor Pulsar Selekt Radius Smuggler Rubisko SW Tataros RGT Reform Vivant Sahara Waldorf Spirit Tabasco Tulsa Unicum Vasco 1 Enkel rassen die 2 jaar werden getest in speciaal daartoe aangelegde proeven zijn opgenomen 10

4 Aarziektebestrijdingsproeven: vergelijking van fungiciden ten aanzien van het gehalte mycotoxinen (DON) in de graankorrel, bij toepassing in het aarstadium in wintertarwe In de LCG-aarziektebestrijdingsproeven werden verschillende fungiciden vergeleken ten aanzien van onder meer het gehalte mycotoxinen (DON) in de graankorrel, bij toepassing in het aarstadium in wintertarwe. Deze aarziektebestrijdingsproeven omvatten twee proeven wintertarwe in de provincie West-Vlaanderen (Zwevegem en Poperinge), twee proeven wintertarwe in de provincie Oost-Vlaanderen (Melle en Kieldrecht) en één proef wintertarwe in de provincie Limburg (Tongeren). Op de vijf proefvelden werd een voorafgaande bladbehandeling uitgevoerd rondom het stadium voorlaatste blad met een bladfungicide. Na de oogst werd het gehalte DON bepaald in de graankorrel. 4.1 Proefomstandigheden a. Proefplaats Poperinge, provincie West-Vlaanderen De proef werd aangelegd door het Vrij Technisch Instituut, afdeling Land- en Tuinbouw, te Poperinge (P. Vermeulen, D. Goethals en S. Vandeputte). Grondsoort: zandleem Voorvrucht: bonen Er werd geploegd (18 oktober 2014) vóór de zaai van de wintertarwe. Zaaidatum: 20 oktober 2014 Ras: Cellule Oogstdatum: 5 augustus 2015 Ziektedruk Bladziekten Er was een vroege aantasting van bladvlekkenziekte maar deze bleef in de loop van het verdere groeiseizoen, mede door de weersomstandigheden (weinig neerslag), vooral onderaan in het gewas. Bij de bladbehandeling in het stadium 3e knoop (stadium 33) op 8 mei was er, behalve de bladvlekkenziekte onderaan in het gewas, in zeer beperkte mate meeldauw aanwezig; gele roest kwam niet voor. Bij de fungicidebehandeling in het stadium aar uit (stadium 59) op 1 juni waren er nog steeds weinig ziekten aanwezig. Vervolgens bleef de druk van bruine roest beperkt in het volledig onbehandeld object. Finaal vertoonde het volledig onbehandeld object een zeer beperkte druk van meeldauw (score 7,1), gele roest (score 8,2) en bruine roest (score 7,2); bladvlekkenziekte was in wat belangrijker mate aanwezig (score 5,8). Het controleobject (enkel bladbehandeling) vertoonde een lage ziektedruk (meeldauw score 7,2; bladvlekkenziekte score 6,8; gele roest score 8,6 en bruine roest score 7,7). Aarziekten Aarfusarium was nagenoeg afwezig. Fungicidebehandelingen De aarbehandelingen werden uitgevoerd in het stadium aar 100% uit op 1 juni 2015 met diverse te vergelijken aarfungiciden. Er werd op alle objecten een voorafgaande bladbehandeling uitgevoerd in het stadium 3 e knoop op 8 mei 2015 met Input 1,25 l/ha (behalve op het object volledig onbehandeld ). b. Proefplaats Zwevegem (Sint-Denijs), provincie West-Vlaanderen De proef werd aangelegd door Inagro, Afdeling akkerbouw, te Rumbeke-Beitem (D. Wittouck, L. Willaert, J. Claeys, L. Vandewalle, K. Boone, S. Debosschere, C. Demeester, A. Vandaele, J. Vandenbulcke, M. Berten, K. Hosten en M. Demeulemeester). Grondsoort: leem Voorvrucht: suikerbieten 11

Er werd geploegd (17 oktober 2014) vóór de zaai van de wintertarwe. Zaaidatum: 18 oktober 2014 Ras: Bergamo Oogstdatum: 3 augustus 2015 Ziektedruk Bladziekten Bij de bladbehandeling in het stadium voorlaatste blad op 11 mei vertoonde het gewas enkel bladvlekkenziekte doch zeer beperkt. Bij de aarbehandeling in het stadium aar 100% uit (stadium 59) op 4 juni was er weinig tot matig bladvlekkenziekte aanwezig op het volledig onbehandeld gewas en zeer sporadisch bruine roest. Op 6 juli was het gewas aan het vergelen wegens de hevige warmte tijdens enkele dagen in de voorafgaande periode (de maximumtemperatuur opgemeten door de metypaal in het nabijgelegen Helkijn bedroeg op 5 juni 32,0 C, op 12 juni 29,4 C en op 1 juli 36,3 C). Het volledig onbehandeld object vertoonde op 6 juli weinig bruine roest; de overige bladziekten konden niet meer adequaat beoordeeld worden. Het object met enkel een bladbehandeling (controleobject) vertoonde (geen tot) zeer weinig bruine roest en geen gele roest; bladvlekkenziekte kon niet meer adequaat beoordeeld worden. Aarziekten Zowel het volledig onbehandeld object als het object met enkel een bladbehandeling (controleobject) vertoonden geen aarfusarium van betekenis. Fungicidebehandelingen De aarbehandelingen werden uitgevoerd in het stadium aar 100% uit op 4 juni 2015 met diverse te vergelijken aarfungiciden. Er werd op alle objecten een voorafgaande bladbehandeling uitgevoerd in het stadium voorlaatste blad op 11 mei 2015 met Opus Team 1,5 l/ha + Bravo 1 l/ha (behalve op het object volledig onbehandeld ). c. Proefplaats Melle, provincie Oost-Vlaanderen De proef werd aangelegd door Universiteit Gent, Faculteit Toegepaste Bio-ingenieurswetenschappen en Hogeschool Gent, Faculteit Natuur en Techniek te Gent (G. Haesaert, V. Derycke, K. Audenaert en J. Latré). Grondsoort: zandleem Voorvrucht: maïs Er werd geploegd (24 oktober 2014) vóór de zaai van de wintertarwe. Zaaidatum: 25 oktober 2014 Ras: Tobak Oogstdatum: 5 augustus 2015 Ziektedruk Bladziekten Bij de bladbehandeling in het stadium voorlaatste blad op 15 mei was er bladvlekkenziekte aanwezig. Finaal vertoonde het controleobject (enkel bladbehandeling) een matige druk van bladvlekkenziekte; overige bladziekten bleven afwezig. Aarziekten Het controleobject (enkel bladbehandeling) vertoonde weinig aarfusarium. Fungicidebehandelingen De aarbehandelingen werden uitgevoerd in het stadium aar 100% uit op 10 juni 2015 met diverse te vergelijken aarfungiciden. Er werd op alle objecten een voorafgaande bladbehandeling uitgevoerd in het stadium voorlaatste blad op 15 mei 2015 met Granovo 1,7 l/ha. 12

d. Proefplaats Beveren (Kieldrecht), provincie Oost-Vlaanderen De proef werd aangelegd door het Land- en Tuinbouwcentrum Waasland (LTCW), Biotechnische en sport, te Sint-Niklaas (D. Martens, R. Van Avermaet en A. Cerpentier). Grondsoort: lichte polder Voorvrucht: suikerbieten Zaaidatum: 4 december 2014 Ras: Expert Oogstdatum: 11 augustus 2015 Ziektedruk Bladziekten (schaal 1-9; 9 = gezond) Gele roest en bladvlekkenziekte waren vroeg in het groeiseizoen aanwezig, doch de ziektedruk bleef vervolgens eerder beperkt. Uiteindelijk vertoonde het volledig onbehandeld object een eerder beperkte druk van bladvlekkenziekte en gele roest; daarentegen was er een belangrijke druk van bruine roest (score 4,5). Meeldauw kwam niet voor. Het controleobject (enkel bladbehandeling) vertoonde een beperkte ziektedruk (bladvlekkenziekte score 7,8; gele roest score 8,5 en bruine roest score 7,8). Aarziekten Aarfusarium was nagenoeg afwezig. Fungicidebehandelingen De aarbehandelingen werden uitgevoerd in het stadium aar 100% uit op 16 juni 2015 met diverse te vergelijken aarfungiciden. Er werd op alle objecten een voorafgaande bladbehandeling uitgevoerd in het stadium voorlaatste blad op 18 mei 2015 met Opus Team 1,5 l/ha (behalve op het object volledig onbehandeld ). e. Proefplaats Tongeren (Piringen), provincie Limburg De proef werd aangelegd door de vzw PIBO Campus en het Provinciaal Instituut voor Biotechnisch Onderwijs (PIBO), te Tongeren (D. Cauffman, J. Fagard, N. Luyx, M. Carlens, M. Peumans en K. Vrancken). Grondsoort: leem Voorvrucht: suikerbieten Er werd geploegd (18 oktober 2014) vóór de zaai van de wintertarwe. Zaaidatum: 28 oktober 2014 Ras: Sahara Oogstdatum: 2 augustus 2015 Ziektedruk De druk van zowel bladziekten als aarziekten was zeer beperkt. Fungicidebehandelingen De aarbehandelingen werden uitgevoerd in het stadium aar 100% uit op 4 juni 2015 met diverse te vergelijken aarfungiciden. Er werd op alle objecten een voorafgaande bladbehandeling uitgevoerd in het stadium voorlaatste blad op 4 mei 2015 met Input 1,25 l/ha. 13

4.2 Proefresultaten: gehalte mycotoxine DON in de graankorrel na de oogst Tabel 6: DON-gehalte in de graankorrel na de oogst (mg/kg). Aarstadium DON wintertarwe (mg/kg) handelsnaam fungicide (dosis/ha) werkzame stof fungicide (dosis in g/ha) Poperinge Zwevegem Melle Kieldrecht Tongeren Gemiddelde onbehandeld aar uit - 0,00 0,13 0,20 0,00 0,08 0,08 (controle) Adexar 1,5 l epoxcyconazool 93,75 + fluxapyroxad 93,75 0,00 0,03 0,15 0,06 0,05 0,06 Ceriax 1,75 l epoxyconazool 72,80 + fluxapyroxad 72,80 + pyraclostrobine 116,55 Aviator Xpro 1,25 l bixafen 93,75 + prothioconazool 187,5 Skyway Xpro 1,25 l bixafen 93,75 + prothioconazool 125 + tebuconazool 125 Acanto 0,8 l + Prosaro 1 l picoxytrobine 200 + prothioconazool 125 + tebuconazool 125 0,00 0,09 0,15 0,00 0,02 0,05 0,00 0,10 0,07 0,00 0,07 0,05 0,00 0,12 0,10 0,02 0,05 0,06 0,00 0,37 0,14 0,03 0,04 0,12 14

5. Perceelsspecifiek voorspellingsmodel om de graad van aarfusarium-aantasting en het DON gehalte in wintertarwe te voorspellen De aantastingsgraad van aarfusarium varieert sterk van groeiseizoen tot groeiseizoen en binnen een groeiseizoen van perceel tot perceel, waardoor deze niet eenvoudig te voorspellen is. Om inzicht te krijgen in het optreden van aarfusarium en om te komen tot een eenvoudig hanteerbaar voorspellingsmodel, werd in 2002 gestart met onderzoek naar de factoren die deze ziekte beïnvloeden (weersvariabelen en agronomische variabelen zoals voorvrucht, bodembewerking, tarweras, ). Dit leidde tot een perceelsspecifiek voorspellingsmodel om de graad van aarfusariumaantasting en het DON gehalte in wintertarwe te voorspellen. Dit voorspellingsmodel werd ontwikkeld door de Universiteit Gent, faculteit Bio-ingenieurswetenschappen in samenwerking met de Bodemkundige Dienst van België en het Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG). Vervolgens werd dit model geïmplementeerd in een webtool en is via de websites van het LCG en de Bodemkundige Dienst van België vrij toegankelijk. Het voorspellingsmodel kan geraadpleegd worden op de LCG-website (www.lcg.be) via de homepage onder Dienstverlening Granen : Voorspellingsmodel Aarfusarium en DON De bestaande databank met gegevens van de graanproeven (vanaf 2002) werd aangevuld met de nieuwe waarnemingen en DON metingen van 2015. Met deze gegevens zal het model hertraind worden en de parameter waarden zullen worden geüpdatet rekening houdend met deze nieuwe informatie. Dit zorgt ervoor dat het voorspellingsmodel up-to-date blijft. 15