Zoönose in aantocht! Help, wat nu? 12 Juni 2014 Arjen van de Giessen, Kitty Maassen, mede namens de leden van het SOZ
Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld Honorarium of andere (financiële) vergoeding Aandeelhouder Andere relatie, namelijk Geen Bedrijfsnamen 2
Inhoud presentatie Aanleiding tot veranderingen in de aanpak van zoönosen De risicoanalysestructuur zoönosen Rol van het Signalerings Overleg Zoönosen (SOZ) Voorbeelden van zoönotische signalen 3
Nederland, een klein en bevolkt land. 33.883 km 2 16.7 miljoen inwoners 75 miljoen kippen 7 miljoen varkens 3.9 miljoen runderen 1.2 miljoen schapen 0.4 miljoen geiten 4
... Waar we houden van huisdieren... 1,8 miljoen honden 3,3 miljoen katten 4,5 miljoen siervogels / duiven 1,7 miljoen konijnen/knaagdieren 0,25 miljoen terrariumdieren 19 miljoen aquarium-/vijvervissen 5
Geïmporteerde levende dieren (vanuit derde landen) (Buitengrens Inspectie Post (BIP) Schiphol (2012) 27 miljoen siervissen 3 miljoen eendagskuikens 3.120 paarden 1.031 honden 450 katten 628 wilde dieren / exoten, waaronder: o o o o o o Zeehonden Lama s Apen Eenden Kangoeroes Etc. 6
Transmissieroutes zoönoseverwekkers Direct contact Dier Mens Voedingsmiddelen Milieu / Vectoren 7
16-feb 20 24 28 2 6 10 14 18 22 26 30 3 7 11 15 19 23 27 1 May 5 9 13 number of cases 2003: uitbraak van Aviaire Influenza H7N7 25 20 15 453 cases, 89 H7 pos 349 conjunctivitis, 22% H7 78 conjunctivitis + ILI, 10% H7 37 ILI, 5% H7 3 secondaire cases 20 10 10 Fatal case 5 0 Koopmans et al, 2004 8
2004: emergence veegerelateerde MRSA 9
Toename tekenbeten en ziekte van Lyme 100.000 80.000 Huisartsconsulten voor Tekenbeten 93.000 Erythema migrans 73.000 Tekenbeet 60.000 60.000 40.000 Erythema migrans 20.000 30.000 12.000 17.000 22.000 0 6.000 Hofhuis et al., 2010 1994 2001 2005 2009 10
2007-2010: Q-koorts epidemie 11
Aanbevelingen voor verbetering van de signalering en bestrijding van opduikende zoönosen d.m.v. een One Health aanpak Implementatie van een humaan-veterinair geïntegreerde risicoanalysestructuur zoönosen in 2011 12
Doel van de risicoanalysestructuur zoönosen adequate herkenning en opvolging van zoönotische signalen en tijdige opschaling 13
14
Signaleringsoverleg zoönosen (SOZ) Humane en veterinaire partners Structureel overleg (1x / maand) Urgente signalen: spoedprocedurre Beoordelen van signalen met oog op (mogelijke) risico s voor de VGZ Alle signalen van mogelijke zoönotische aard Meldingsplichtige zoönosen Niet-meldingsplichtige zoönosen Informeren humaan veterinair Informeren professionals Melding/advisering aan volgende schakel (of aan andere partij die actie kan ondernemen) 15
16
Responseteam Zoonosen Humane en veterinaire expertise. RT-Z heeft regie over outbreak response: Bestrijdingsacties (via GGD en NVWA) Laboratoriumcapaciteit (incl. opschaling) Communicatie 17
18
OMT-Z en BAO-Z Ernstige acute dreigingen die bestuurlijk ingrijpende acties vergen OMT-Z: brengt wetenschappelijke kennis volksgezondheid en diergezondheid bijeen, eventueel aangevuld met entomologische / ecologische kennis, t.b.v. risico-beoordeling Adviseert het BAO-Z over opties voor risicomanagement en risicocommunicatie. BAO-Z: beoordeelt de geadviseerde maatregelen op bestuurlijke haalbaarheid en wenselijkheid Adviseert de minister van VWS en de staatssecretaris van EZ tav besluitvorming 19
Deskundigenberaad Minder acute dreiging DB-Z: brengt wetenschappelijke kennis volksgezondheid en diergezondheid bijeen, eventueel aangevuld met entomologische / ecologische kennis Voert een risico-beoordeling uit en brengt kennis-hiaten in kaart Geeft advies aan minister van VWS over benodigde follow-up acties (incl. aanbevelingen voor onderzoek) 20
21
Signaleringsoverleg Zoönosen (SOZ) Deelnemende partijen: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) Gemeentelijke gezondheidsdienst (GGD) Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) Central Veterinary Institute (CVI) of Wageningen UR Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) Faculteit Diergeneeskunde (FD) van de Universiteit Utrecht Dutch Wildlife Health Centre (DWHC) 22
Bronnen van signalen 23
Aangifteplichtige zoönosen Humaan GGD Veterinair NVWA SOZ vangnet voor nietmeldingsplichtige zoönosen 24
Mogelijke acties n.a.v een signaal Nader onderzoek / meer informatie verzamelen t.b.v. de risicobeoordeling Opstellen van een risicoprofiel t.b.v. de risicobeoordeling Aanpassen richtlijn/draaiboek (LCI/NVWA/ ) Advies aan specifieke organen (PVE/LTO/.) Communicatie aan professionals Maandelijks overzicht signalen E-mail alerts (vetinf@ct, inf@ct, labinf@ct) publicatie (bv Infectieziektenbulletin, TvDG) Risicocommunicatie aan specifieke doelgroepen (bv jagers) Melding aan volgende schakel risicoanalysestructuur Melding met advies Responseteam Zoönosen (RT-Z) Melding met advies Deskundigenberaad Zoönosen (DB-Z) 25
Criteria voor melding aan de volgende schakel 1. een uitbraak van een endemische of regelmatig voorkomende zoönose die groter is (opschaling nodig) of ernstiger is dan normaal 2. een uitbraak waarbij behandeling en/of preventie complex is of ingrijpend (bij mens en/of dier) Voorbeeld: Q-koorts epidemie 2007-2010 Implementatie van de structuur beoogt: Snellere signalering van outbreaks Geïntegreerde bestrijding 26
Criteria voor melding aan de volgende schakel 3. (een uitbraak met) lacunes in behandeling en/of preventie (bij mens en of dier) Laag-pathogene aviaire influenza kan leiden tot humane gezondheidsklachten Signalering van een lacune in het draaiboek AI v.w.b. mensen in direct contact met pluimvee bij een uitbraak van LPAI Resultaat: monitoring van gezondheidsklachten door GGD geïncludeerd in draaiboek 27
Criteria voor melding aan de volgende schakel 4. Opduiken van een nieuwe (vermoedelijk) zoönotische verwekker waarvan de impact op de volksgezondheid (nog) niet bekend is 5. een potentiële aanleiding voor maatschappelijke onrust Toename virulent type Clostridium difficile (078) bij de mens, mogelijk afkomstig uit de varkenshouderij (2011, DB-Z) Nieuw virus (SBV) onder schapen en runderen (2011, DB-Z: advies serologisch onderzoek onder hoogblootgestelden) Sterke toename Echinococcus multilocularis in vossen in Limburg (2013, risicocommunicatie naar (dieren)artsen en publiek in regio) Hoge seroprevalentie Chlamydia abortus bij schapen (2013, DB-Z: geen verhoogd risico) Gevallen van tularemie bij mensen en hazen (2013-2014) 28
opvolging humane casuïstiek communicatie regionaal richting medici Wildlife-borne zoönosen onderzoek Humane diagnostiek tularemie (PCR) Risicoprofiel Generieke surveillance in wildlife 2011: start doelgerichte surveillance naar tularemie in ingezonden hazen Communicatie met jagers etc. Meldingen veterinair bronopsporing Diagnostiek / bevestiging F. tularensis (veterinaire en humane monsters) Serologie (serumagglutinatie test) PCR Kweek (BSL3) 30
Acties SOZ nav signalen tularemie Nav gevallen 2013 Limburg: Voorlichting aan risicogroepen (dierenartsen (vetinf@ct), jagers) opstellen risicobeoordeling (begin maart 2014 gereed): VGZ-risico op dat moment gering (geen melding ikv structuur nodig) (aanvullende) acties risicocommunicatie kennislacunes (verspreiding/transmissie F. tularensis) Nav gevallen Zeeland, maart 2014: melding aan volgende schakel structuur met advies een Deskundigenberaad Zoönosen te overwegen Instelling van een projectgroep tularemie Monitoren problematiek Implementatie risico-communicatie Uitwerken onderzoeksmogelijkheden opvulling kennislacunes Risicocommunicatie Informeren medici in Noord-Limburg door GGD in voorjaar 2014 Informeren medische en veterinaire professionals (via labinf@ct / vetinf@ct) Continuering voorlichting aan risicogroepen (jagers, beroepsgroepen) 31
Maandelijks overzicht zoönosensignalen Professionals zoönosen kitty.maassen@rivm.nl 32 Zoonosenstructuur 4 oktober 2012
33
Wat kunt u doen? Zorg dat u geïnformeerd blijft over zoönosen! Meld aangifteplichtige ziekten! (bevoegden) Meld opvallende zaken (bv. een bijzondere toename in een specifieke zoönose) via reguliere partners (of eventueel de secretaris SOZ)! Wees alert! 34