Samenvatting Maatschappijwetenschappen Politieke besluitvorming, massamedia, criminaliteit en rechtsstaat

Vergelijkbare documenten
Samenvatting Maatschappijwetenschappen Criminaliteit en Rechtsstaat

Samenvatting Maatschappijleer Criminalitiet

Samenvatting Maatschappijwetenschappen Hoofdstuk Criminaliteit en Rechtsstaat

Criminaliteit. en rechtsspraak

9,5. Criminaliteit en rechtsstaat. Samenvatting door Manon 2259 woorden 10 mei keer beoordeeld. Maatschappijwetenschappen

8,7. Samenvatting door een scholier 1406 woorden 29 november keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk rechtsstaat &4-6-7

Eindexamen vwo maatschappijwetenschappen II

Samenvatting Maatschappijleer Criminaliteit

Samenvatting Geschiedenis Criminaliteit

8,6. Samenvatting door een scholier 1173 woorden 3 april keer beoordeeld. Maatschappijleer. Hoofdstuk 4. CRIMINALITEIT. 1. Criminaliteit.

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 en 2

Eindexamen maatschappijwetenschappen vwo I

7,1. Paragraaf 1.1 Rechtsregels. Samenvatting door een scholier 3191 woorden 13 maart keer beoordeeld. Maatschappijwetenschappen

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2, Rechtsstaat

5,7. Begrippenlijst door F. 972 woorden 17 maart keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer. Paragraaf 1:

Samenvatting Maatschappijleer Criminaliteit

Recht is het geheel van gedragsregels, samengesteld door de overheid, die betrekking hebben tot het handelen van de mens als lid van de samenleving

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1, Criminaliteit en rechtstaat (Via Delta)

Criminaliteit. Examenkatern KGT

Eindexamen vwo maatschappijwetenschappen 2014-I

I RECHT EN RECHTVAARDIGHEID

Samenvatting Maatschappijwetenschappen Samenvatting H1-4: Criminaliteit en Rechtsstaat

PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING

Sommige normen zijn zo belangrijk > vastgelegd in de wet: rechtsbronnen. Als je deze overtreed vertoon je crimineel gedrag.

Samenvatting Maatschappijleer Rechtsstaat

Samenvatting Maatschappijleer Criminaliteit, Strafrecht en de Samenleving

Rechtsstaat Hfdst. 1. Idee een oorsprong van de rechtsstaat 1. Wat verstaan we onder een rechtsstaat?(par. 1.1)

ARRESTANTENVERZORGING. Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek

Bij maatschappijleer onderzoek je maatschappelijke problemen. (verslaving, samenleving etc.)

MAW- Criminaliteit en rechtsstaat

Samenvatting door L woorden 28 februari keer beoordeeld. Maatschappijwetenschappen. Hoofdstuk 1 Wat is criminaliteit?

Vak Maatschappijwetenschappen Klas Havo 5 Thema Criminaliteit en rechtsstaat Onderwerp Hoofdstuk 1 Wat is criminaliteit?

Samenvatting Maatschappijleer Rechtstaat 1 t/m 9

Rechtstaat: Waarin burgers met grondrechten worden beschermd tegen machtsmisbruik door de overheid.

6,9. Samenvatting door een scholier 1543 woorden 5 augustus keer beoordeeld. Maatschappijleer

8.1. Boekverslag door L woorden 25 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 + 2

6,4. Samenvatting door een scholier 2327 woorden 3 december keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Rechtsstaat

Hoofdstuk 1 regels en rechten

6, Wat is recht? 1.2 Wat is criminaliteit? Spreekbeurt door een scholier 2401 woorden 27 juni keer beoordeeld

Samenvatting Maatschappijleer Rechtsstaat

7,2. Samenvatting door een scholier 3565 woorden 8 mei keer beoordeeld. Maatschappijwetenschappen. Criminaliteit en rechtsstaat

Recht is het geheel van gedragsregels, vastgesteld door de overheid, die betrekking hebben op het handelen van mensen als leden van een samenleving

7,7. Samenvatting door een scholier 1909 woorden 22 oktober keer beoordeeld. Maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Criminaliteit

Eindexamen maatschappijwetenschappen vwo I

1) Geef 2 voorbeelden van maatschappelijke normen die geen rechtsnormen zijn.

De overheid voert een tweesporenbeleid: preventie en repressie van criminaliteit.

Samenvatting Maatschappijwetenschappen Criminaliteit

Samenvatting Maatschappijleer Rechtsstaat

- Rechtsstaat: stelt de belangrijkste regels vast voor burgers en voor de overheid.

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 t/m 6, 8, 9, Rechtsstaat

MAATSCHAPPIJLEER PERIODE 1. Gerard

Samenvatting Maatschappijleer Rechtstaat - Hoofdstuk1 t/m 9 + inleiding

Samenvatting Maatschappijleer Rechtstaat

Veiligheid als probleem

Proeftoets E2 vwo4 2016

1. Recht en rechtvaardigheid

Proeftoets E2 havo

Samenvatting door een scholier 2881 woorden 6 maart keer beoordeeld. Maatschappijleer. Hoofdstuk 2 Waarden en normen

Samenvatting Maatschappijwetenschappen Criminaliteit en rechtsstaat

Samenvatting Maatschappijwetenschappen Criminaliteit en rechtstaat

Antwoorden Maatschappijleer Criminaliteit

Regels bestaan er in elke samenleving. Aan de basis van elke regel staat steeds een waarde.

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 4 Criminaliteit

Samenvatting Maatschappijleer Criminaliteit

De rechtsstaat is een soort sociaal contract tussen burgers en bestuurders. Beiden hebben plichten.

Samenvatting door Hieke 1817 woorden 11 maart keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer. Hoofdstuk Rechtsstaat

Maatschappijleer VWO 5

Samenvatting Maatschappijwetenschappen Criminaliteit, H1 t/m H9

let op: lees de tekst nog een keer goed door, ik heb alleen de woorden uit de begrippenlijst genoteerd!

Samenvatting Maatschappijleer Criminaliteit

Witteboordencriminaliteit Criminaliteit die vanachter bureau s wordt gepleegd door met papieren en cijfers te rommelen, fraude.

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 en 2

Eindexamen maatschappijwetenschappen havo I

Normen, gedragsregels. (religieuze, morele, fatsoensnormen en rechtsnormen, zoals wetten.)

Samenvatting Criminaliteit en Rechtsstaat

Samenvatting Maatschappijleer Criminaliteit

Samenvatting Maatschappijleer H1t/m H7; Criminaliteit

1 keer beoordeeld 26 november 2014

HET WERK VAN DE OFFICIER VAN JUSTITIE

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 + 2

Samenvatting Maatschappijleer Inleiding recht

Criminaliteit en Rechtsstaat

Samenvatting Maatschappijleer Rechtstaat Hoofdstuk

5,9. Samenvatting door een scholier 2819 woorden 22 januari keer beoordeeld. Maatschappijwetenschappen. Criminaliteit en rechtsstaat

Onmaatschappelijk gedrag: gedrag dat mensen onfatsoenlijk vinden, bijv met je handen eten, dit gedrag wordt niet bestraft.

Samenvatting Maatschappijleer Criminaliteit

Ministers geven dagelijks richtlijnen aan hun ambtenaren of aan instanties. Taak: Stellen wetten vast. Zorgt voor uitvoering van de wetten.

Samenvatting door een scholier 1913 woorden 23 mei keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer paragraaf 1 t/m 7

Samenvatting Maatschappijleer Criminaliteit

Eindtermen en toelichtingen bij. Keuzedomein F: Criminaliteit en rechtsstaat

Maatschappijwetenschappen Criminaliteit en rechtsstaat

Samenvatting Maatschappijwetenschappen Criminaliteit & Rechtsstaat H1-H6

Inhoudsopgave. 3 Materieel strafrecht: opzet en schuld Inleiding 45

Eindexamen vmbo gl/tl maatschappijleer II

Samenvatting Maatschappijleer Criminaliteit en strafrecht

Transcriptie:

Samenvatting Maatschappijwetenschappen Politieke besluitvorming, massamedia, criminaliteit en rechtsstaat Samenvatting door K. 1992 woorden 18 juni 2016 7,1 7 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijwetenschappen Massamedia Maatschappijwetenschappen Criminaliteit & Rechtsstaat Kelly Drijver Hoofdstuk 1 Wat is criminaliteit? 1.1 Strafbaar gedrag 2 Definities van criminaliteit: Formeel: Het geheel van gedragingen dat wettelijk strafbaar is gesteld. In de praktijk: Het geheel van gedragingen dat door bevolking als strafbaar wordt beschouwd: tijd en plaats gebonden wordt beïnvloed door media cultureel bepaald Waarde= Een principe dat mensen belangrijk vinden om na te streven. Normen= gedragsregels Rechtsnormen= Normen zo belangrijk zijn dat ze in wetten worden vastgelegd. Delict= De juridische benaming van strafbaar gedrag. Misdrijven= De meer ernstige strafbare feiten zoals diefstal, mishandeling, moord, fraude, rijden onder invloed en Pagina 1 van 11

vernieling. Overtredingen= De minder ernstige strafbare feiten, zoals rijden door rood licht of het onbevoegd betreden van iemands terrein. Strafwaardig= Gedrag dat volgens iemand of een grotere groep mensen strafbaar zou moeten zijn. Criminalisering= Het strafbaar worden van bepaald gedrag. Decriminalisering= Een strafbare gedraging wordt uit het strafrecht gehaald en is daardoor niet langer verboden. Welke gedragingen wel/niet strafbaar worden gesteld is afhankelijk van: De maatschappelijke context. De ernst van de gevolgen De morele opvattingen van de mensen met veel politieke macht. 1.2 Criminaliteit als maatschappelijk en politiek probleem Criminaliteit is een maatschappelijk probleem, omdat: Het heeft veel (im)materiële gevolgen voor de samenleving. Het houdt verband met andere maatschappelijke ontwikkelingen. Tegengestelde belangen als veiligheid en vrijheid spelen een grote rol. Voor de oplossing is een sturende rol van de overheid noodzakelijk. Materiële schade: Directe financiële schade Indirecte financiële schade Kosten voor criminaliteitsbestrijding Immateriële schade: Gevoelens van onveiligheid Emotionele en psychische problemen Morele verontwaardiging Veranderende opvattingen over goed en kwaad Toe- en afname van criminaliteit in verband met andere maatschappelijke ontwikkelingen: Afnemend gezag van de overheid. Afnemende betekenis van het maatschappelijke middenveld (school, kerk, vereniging) => individualisering. Minder sociale controle. Veranderend normen- en waardenbesef. Toegenomen welvaart. De afgenomen pak- en strafkans. Werkloosheid Technologische ontwikkelingen. Internationalisering. Pagina 2 van 11

Veiligheidsparadox: Hoe meer veiligheid we hebben, hoe erger we een inbreuk daarop ervaren. Veiligheidsutopie: Het (onhaalbare) verlangen naar het samenvallen van maximale vrijheid en veiligheid. *Samenvatting blz 3 - Gemeenschappelijke oplossing nodig H2 Aard en omvang van criminaliteit 2.1 Soorten criminaliteit Soorten criminaliteit: Delicten tegen de openbare orde en het gezag. Geweldsdelicten tegen elven en persoon (moord/mishandeling). Ruwheidsdelicten (vernieling/graffiti) Vermogensdelicten (diefstal/inbraak) Seksuele delicten (aanranding/verkrachting) Verkeersdelicten (autorijden onder invloed) Milieudelicten (dumpen van chemisch afval) 2.2 Beeldvorming rond criminaliteit * Samenvatting blz 4/5 2.3 Het meten van criminaliteit Kwalitatieve methoden (diepte) Diepte interviews Open vraagstelling Kwantitatieve methoden (hoeveel): Slachtofferenquêtes. Dader enquêtes. Politie- en rechtbank statistieken Slachtofferenquêtes: Geven beeld van zaken waar men niet snel aangifte van doet/gevoelens van mensen Nadelen: Pagina 3 van 11

1. 2. 3. 4. 5. Illegalen, toeristen en jongeren onder de 15 worden onderbelicht. Verwijzing delicten (zedendelicten) Subjectieve meting (wat voor de 1 criminaliteit is) Alleen veelvoorkomende (steekproef) Slachtofferloze criminaliteit (rijden onder invloed etc.) Politiestatistieken: Geven informatie over misdrijven die zijn aangegeven/ontdekt.. Politie schrijft proces verbaal (Verslag: tijdstip, de plaats en de toedracht van een overtreding/misdrijf/ongeluk.) Nadelen 1. 2. 3. Aangifte bereidheid is bij sommige vormen van criminaliteit beperkt Sommige delicten worden niet ontdekt (dronken rijden) Sommige delicten zijn minder zichtbaar (witteboordencriminaliteit.) *samenvatting: blz 6 - Kanttekeningen H3 Hoe ontstaat crimineel gedrag? 3.1 Wie is crimineel? Gemeenschappelijke kenmerken: Geslacht (vaker mannen dan vrouwen) Leeftijd (jongeren eerder dan ouderen) Maatschappelijke positie (lager eerder dan hoger) Etnische afkomst Woonomgeving Uit onderzoek blijkt dat mensen vooral in hun adolescentie (16-23) delicten plegen. Kenmerken jeugdcriminelen: Weinig besef van geldende normen (niet uit huis meegekregen) Relatief veel problemen (drugs, alcohol, schulden) Gebrekkige sociale vaardigheden Weinig perspectief (laag opleidingsniveau en persoonlijke problemen) 3.2 Oorzaken van crimineel gedrag Criminologie= De wetenschap die onderzoek doet naar (de oorzaken van) strafbaar gedrag en de gevolgen criminaliteit voor de samenleving. Beschrijvende criminologie: Is er om een helder en compleet beeld te geven van de aard en omvang van de criminaliteit. D.m.v. Dader- en slachtofferenquêtes Theoretische criminologie: Probeert crimineel gedrag te verklaren. Pagina 4 van 11

Twee soorten: 1. 2. Microniveau (vanuit de individuele situatie en de persoonskenmerken van criminelen) Macroniveau (vanuit structurele en culturele kenmerken van samenlevingen als geheel) Microniveau Onderzoek richt zich op biologische (erfelijkheid, emoties), psychologische risico zoekend gedrag) en sociaalpsychologische (risicofactoren als gezin/school) verklaringen Neutralisatie: Het ontkennen van de eigen verantwoordelijkheid voor crimineel gedrag. Macroniveau Structurele verklaringen voor crimineel gedrag en criminaliteit door het te zien als een gevolg van maatschappelijke ongelijkheid en sociale omgeving. (Sub)culturele verklaringen door criminaliteit te zien als een gevolg te zien van culturele verschillen. 3.3 Theorieën over criminaliteit Lombroso-theorie: Theorie van de geboren misdaad. Fysieke kenmerken: brede kaken, doorlopende wenkbrauwen etc. Aangeleerd gedragstheorie: Crimineel gedrag wordt aangeleerd. Ga je om met delinquenten, dan zal je sneller geneigd zijn tot crimineel gedrag Het gezin, de buurt en de vriendengroep (peergroup) zijn hierin bepalend. Gelegenheidstheorie/rationele keuze theorie: Aanwezigheid van potentiële daders + aanwezigheid van doelwitten + afwezigheid van sociale bewaking = bepaald niveau criminaliteit. De gelegenheid maakt de dief! Oplossing: Minder kansen bieden aan (potentiële) criminelen: meer bewaking, controle, pakkans vergroten, etc. Anomietheorie: Snelle, ingrijpende sociale veranderingen leiden tot collectieve normvervaging, normonzekerheid, normloosheid (anomie). Criminaliteit is normaal In Westerse samenleving, grote nadruk op bereiken van materiële welvaart en hoge sociale status die echter niet door iedereen bereikt kan worden: anomie kan hierdoor ontstaan. Oplossing: maatschappelijke ongelijkheid verkleinen. Etiketteringstheorie: De crimineel wordt gemaakt door hem of haar crimineel te noemen. Waarom niet naar mijn etiket handelen? Oplossing: Niet stigmatiseren maar mensen die zich crimineel hebben gedragen kansen bieden om te (re)integreren in de samenleving. Pagina 5 van 11

Bindingstheorie/Intergratietheorie: Waarom zijn mensen juist niet crimineel: Immers we all would if we could. Sociaal aangepast gedrag is gevolg van binding. Het uitgangspunt bij de verklaring van delinquentie is het gebrek aan attachment, de affectieve binding met anderen, zoals ouders, vrienden en collega s. Socialecontroletheorie: Criminaliteit wordt voorkomen door de dreiging van sancties. Hieronder vallen zowel formele als informele sancties. Noodzakelijk hiervoor zijn de sociale binding en de daaruit voorkomende sociale controle (stap verder dan bindingstheorie) pakkans. Oplossing: Meer sociale controleren, overtreders aanspreken op hun gedrag, potentiële overtreders het gevoel geven dat er op hen gelet wordt. Differentiële-associatie theorie: Gaat er vanuit dat crimineel gedrag wordt aangeleerd in contact met mensen uit het eigen sociaal milieu; al naar gelang van het sociale milieu zo verschillend-positief o afwijzen- worden gereageerd (associatie) op verschillende soorten crimineel gedrag. H4 De rechtsstaat 4.1 Regels en rechten Rechtsstaat= een land waar burgers met wetten worden beschermd tegen macht en willekeur door de overheid. Rechtsbron= Een officieel document waarin een rechtsregel is vastgesteld: wetten, tot stand gekomen met instemming van de Eerste en Tweede Kamer. Algemene Maatregel van Bestuur, ministeriële regelingen. Gemeenten en provincies mogen regels maken (verordeningen) Jurisprudentie: het geheel van rechterlijke beslissingen waarin de wet nader is uitgelegd en toegepast. Rechtsregels= Gesteld en gehanteerd door de overheid. Gelden voor iedereen. Gaan voor andere regels/normen. Bieden rechtszekerheid (wat wel/niet toegestaan is) Ordenen de samenleving. Maken onafhankelijke rechtspraak mogelijk. Conflicten vreedzaam oplossen. Pagina 6 van 11

Grondbeginselen rechtsstaat: Legaliteitsbeginsel Scheiding van machten Grond- of vrijheidsrechten van burgers zijn in de wet omschreven en gewaarborgd. Onafhankelijke rechter beslist in geschillen 4.2 Rechtsstaat en strafrecht Triaspolitica: 1. De wetgevende macht: vormen samen de belangrijkste wetgevende macht. Zij maken wetten waarin wordt vastgesteld wat strafbaar is en wat de maximum straffen zijn. 2. De uitvoerende macht: Spoort strafbare feiten op en vervolgt de verdachte (Politie en OM) Daarnaast het toezicht op het naleven van wetten en het handhaven van de openbare orde (politie) 3. De rechterlijke macht: Berechting door rechters die onafhankelijk van het bestuur en onpartijdig zijn. Strafrecht Welk gedrag is strafbaar en, geen gedrag is strafbaar tenzij de wet het vooraf strafbaar heeft verklaard (legaliteitsbeginsel) Iedereen heeft recht op een eerlijk proces voor een onafhankelijke rechter. Iedereen wordt voor onschuldig gehouden totdat zijn schuld door de rechter bewezen is geacht (onschuld presumptie) Er zijn wettelijke voorschriften verbonden aan het strafproces. Dwangmiddelen zijn mogelijk, maar strikt aan wettelijke grenzen gebonden. Elke verdachte heeft recht op verdediging. Strafprocesrecht De procedure van opsporing, vervolging en berechting. Legaliteitsbeginsel: men kan alleen veroordeeld worden voor gedrag dat bij de wet strafbaar is gesteld. Geen straf zonder schuld. De wet kent per delict een maximumstraf. De wet kent uitzonderingen op strafbaarheid (noodweer/overmacht) 4.3 Dillema s en spanningen Wetten die onze vrijheid (te veel) beperken. (Te) ruime opsporingsbevoegdheden. De dubbele pet van de politie (opsporen strafbare feiten + handhaving openbare orde). De dubbele pet van het O.M. Spanningen tussen politie en O.M. Spanning tussen wetgever en rechter. Werkdruk van rechters. Klassenjustitie Het sociale milieu heeft invloed op de opsporing, vervolging en berechting van een verdachte. Door verschillen in inkomen, opleiding, scholing en cultuur hebben niet alle verdachten gelijke mogelijkheden om hun belangen even goed te verdedigen. Politie, officieren van justitie en rechters verwachten vaak dat bepaald crimineel gedrag voorkomt bij bepaalde sociale milieus: Pagina 7 van 11

Er kan sprake zijn van vooroordelen en stereotypen die van invloed zijn op hun manier van optreden. H5 Overheidsbeleid 5.1 Integraal veiligheidsbeleid nadruk op het voorkomen van onveiligheid. Het strafrecht mag geen belemmering zijn voor de misdaadbestrijding. Burgers worden opgeroepen criminaliteit te melden en worden in toenemende mate moreel benaderd. Meer beleid ontwikkeld en maatregelen genomen om zogenaamde veelplegers aan te pakken. Preventief beleid: Voorlichting en onderwijs. Vergroten (sociale) controle. Bevorderen sociale veiligheid Repressief beleid: Opsporingsbeleid Vervolgingsbeleid Gevangenisbeleid Nieuwe wetgeving Recente ontwikkelingen: Uitbreiding van bevoegdheden (de overheid heeft nieuwe bevoegdheden) Toegenomen inbreuk op de persoonlijke levenssfeer. Nieuwe maatregelen Groeiende internationale invloed 5.2 Criminaliteitsbeleid in de praktijk Soort criminaliteit nadruk op: Voorbeeld veelvoorkomende criminaliteitpreventie meer conducteurs op de bus Jeugdcriminaliteit Preventie werkgelegenheidsprojecten georganiseerde criminaliteit Repressie uitbreiding opsporingsbevoegdheden Witteboordencriminaliteit Repressie informatieplicht voor banken Terrorisme preventie + repressie radicalisering tegengaan extra bevoegdheden voor AIVD 5.3 Standpunten van politieke partijen over criminaliteit Pagina 8 van 11

Linkse partijen: leggen de nadruk op de maatschappelijke oorzaken. Rechtse partijen: leggen de nadruk op individuele oorzaken. Sociaaldemocraten: Crimineel gedrag hangt samen met de maatschappelijke context waarin mensen leven. Liberalen: Rationalistisch individualisme Christendemocraten: De mens is geneigd tot het kwade. * Boek blz 74/75 overzicht politieke visies H6 Opsporen, vervolgen en berechten. 6.1 De politie Belangrijkste taken: Handhaving van de openbare orde (bescherming veiligheid burgers en preventie) Hulpverlening. Opsporing. Daarnaast: Toezicht in het publieke domein. Signalering en advisering inzake veiligheid en veiligheidsbeleid. Vroegsporing: Het voorbereiden van strafbare feiten zonder dat er formeel nog sprake is van een verdachte. Zonder toestemming: De politie mag een verdachte staande houden (Iemand laten stilstaan om hem te vragen naar personalia) De politie kan een verdachte aanhouden ofwel arresteren. Een verdachte mag worden gefouilleerd (aan zijn kleding en lichaam worden onderzocht.) De politie mag een verdachte in het belang van het onderzoek 6 uur op het bureau vasthouden. Voor verlenging is toestemming nodig. Bewijsmateriaal mag in beslag worden genomen. Met toestemming: De politie mag een woning binnengaan met een machtiging tot binnentreding. Als er een huiszoekingsbevel door de rechter-commissaris is gegeven, mag de politie in de woning zoeken naar bewijzen. Voor het opvragen van speciale persoonsgegevens, heeft de politie toestemming nodig van de officier van justitie. De politie mag alleen preventief fouilleren in bepaalde gebieden. Als de politie een verdachte 6 uur heeft vastgehouden, kan hij een officier van justitie toestemming geven voor een verlenging van max. 3 dagen. Bij infiltratie moet de officier van justitie steeds toestemming geven. Pagina 9 van 11

6.2 Openbaar Ministerie Taken van het OM: Leiden van opsporingsonderzoek. Vervolgen van strafbare feiten. Doen uitvoeren van opgelegde vonnissen. Seponeren: Als de OvJ strafzaken niet vervolgt. Redenen hiervoor: Veroordeling lijkt niet haalbaar. De verdachte is al op een andere manier gestraft. Vervolging is niet in het algemeen belang. Schikken: Het OM heeft de bevoegdheid zelfstandig een straf op te leggen. Bij delicten waar een maximale gevangenisstraf van zes jaar op staat. Deze strafschikking kan inhouden: Een taakstraf tot 180 uur. Een geldboete. Onttrekking aan het verkeer. Voorwaarden zoals deelname aan een afkickprogramma/straatverbod. Ontzegging van de rijbevoegdheid voor max. 6 maanden. 6.3 De rechter De organisatie van de strafrechtspraak is als volgt: Strafbare feiten worden berecht door de rechtbank. De overtredingen worden berecht door de kantonrechter, een onderafdeling van de rechtbank. Misdrijven - Lichte misrijven worden berecht door een rechter, de enkelvoudige kamer die politierechter wordt genoemd. Hooguit 1 jaar gevangenisstraf - Zwaardere misdrijven worden berecht door een meervoudige kamer met 3 rechters. Het gerechtshof behandelt het hoger beroep. De Hoge Raad behandelt het beroep in cassatie. Een rechtszaak bestaat altijd uit zeven stappen: 1. Opening: de rechter controleert de persoonsgegevens van de verdachte. De verdachte moet goed opletten en is niet verplicht op elke vraag te antwoorden. 2. Aanklacht: De officier leest de aanklacht voor. 3. Onderzoek: De rechter ondervraagt de verdachte, het slachtoffer en de advocaat. Verdachte hoeft niet de waarheid te spreken, getuigen wel, anders plegen ze meineed. 4. Requisitoir: OvJ vraagt de rechter om een bepaalde straf: de eis. 5. Pleidooi: Advocaat houdt pleidooi (verdedigd de verdachte) Vraagt meestal strafvermindering/vrijspraak. 6. Laatste woord: Verdachte mag spreken (spijt betuigen, excuses aanbieden) Pagina 10 van 11

1. Vonnis: Rechter doet uitspraak. Politierechter: dezelfde dag nog. Meervoudige kamer/gerechtshof: 2 weken later. H7 Criminaliteit en straf 7.1 Waarom straffen we? Vergelding (subjectieve wens van slachtoffers en/of publiek) Speciale preventie (voorkomen van recidive) en generale preventie (door een voorbeeld te stellen worden anderen afgeschrikt.) Beveiliging van de maatschappij en burgers. Handhaving van de rechtsorde en het voorkomen van eigenrichting. Heropvoeding (resocialisatie) voorbereiden van de gedetineerde op terugkom in de maatschappij. Genoegdoening aan het slachtoffer. Bij de doelen en functies van straffen heeft een ontwikkeling plaatsgevonden van daadrecht naar daderrecht: Daadrecht: De nadruk ligt op het gepleegde delict. Het delict rechtvaardigt het opleggen van een straf, ongeacht de persoon van de dader. Daderrecht: Bij strafrecht worden ook de (maatschappelijke) omstandigheden van de dader meegewogen. 7.2 Uitvoering van straf Officier van Justitie: Is verantwoordelijk voor het uitvoeren van de door de rechter opgelegde vonnissen. Moet ervoor zorgen dat een veroordeelde zijn gevangenisstraf ondergaat + opgelegde boetes en schadevergoeding geïnd worden. Houdt toezicht p de uitvoering van taakstraffen. Reclassering: = De reclassering spant zich in voor de maatschappelijke (her)inpassing van mensen die met het strafrecht in aanraking komen. Hulpverlening aan mensen die met justitie in aanraking zijn gekomen. Onderzoek en voorlichting over de persoon van de verdachte ten behoeve van OvJ en de rechter. Het voorbereiden en begeleiden van de uitvoering van taakstraffen. Pagina 11 van 11