Docentenhandleiding. Hoofdstuk 1 Inleiding



Vergelijkbare documenten
MINIMODULES VOOR 3 VWO

4 Verbranding. Bij gele vlammen ontstaat roet (4.1)

Een mengsel van lucht, hete verbrandingsgassen en kleine deeltjes vaste stof In rook zitten ook soms vonken

Basisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media Hoofdstuk 1 Stoffen bladzijde 1

Proef Scheikunde Het suikergehalte in Cola en Cola Light bepalen

Aardolie is een zwart, stroperig mengsel van heel veel stoffen, wat door middel van een bepaalde scheidingsmethode in zeven fracties gescheiden wordt.

Uitwerkingen. T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen

CHEMIE. Weet wat je drinkt als je nog rijden moet!!! Een practicum over alcohol. Prof. dr. Wanda Guedens Lic. Monique Reynders

T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen

Datum Voorzitter Secretaris Klusser

Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen

Een ei wordt tijdens het bakken verhit. Er moet constant warmte toegevoegd worden, deze reactie is daarom endotherm.

1) Stoffen, moleculen en atomen

Samenvatting Chemie Overal 3 havo

Hypothese Benodigdheden (1 e keer) Opstelling (1 e keer) Werkwijze (1 e keer) Werkwijze (1 e keer) Waarnemingen (1 e

Bacteriën maken zwavel Vragen en opdrachten bij de poster

Rekenen aan reacties (de mol)

Hoofdstuk 4. Chemische reacties. J.A.W. Faes (2019)

Scheikundige begrippen

S S. Errata Nova scheikunde uitwerkingen leerjaar 4 havo 140,71. Met dank aan Mariëlle Marsman, Mill-Hill College, Goirle. Hoofdstuk 1 Atoombouw

5 Formules en reactievergelijkingen

AAN de slag 1.1 de bunsenbrander

Oefenvragen Hoofdstuk 4 Chemische reacties antwoorden

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3

Vorming van niet-metaaloxiden

Uitwerkingen Basischemie hoofdstuk 1

Proef Scheikunde Proeven

De ontbrandingstemperatuur is de laagste temperatuur waarbij een stof gaat branden

De meeste verbrandingsproducten zie en ruik je niet. Maar je kunt ze wel aantonen met een zogeheten reagens.

Thema 2 Materiaal uit de natuur

Oefen opgaven rekenen 4 HAVO bladzijde 1

H7 werken met stoffen

Samenvatting 3.1, 3.2 en 3.3 (2)

Fasen: de die toestanden waarin je water (en veel andere stoffen) kunt tegenkomen.

Energie in je lichaam

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2

Afsluitende les. Leerlingenhandleiding. Alternatieve brandstoffen

Wat is een explosie? Een explosie is een zeer snel verlopende brand met een vrijkomende (verwoestende) drukgolf.

Methode: Chemie. Verslag van de proeven opdracht 6, 19, 45, 70 van Hoofdstuk 3, Chemische reacties

Prof. dr. Wanda Guedens Mevr. Monique Reynders

Deel 1: traditionele kalkwater met koolstofdioxide test.

3.1 Energie. 3.2 Kenmerken chemische reactie

Wat is CO2? (koolstofdioxide) een gas is dat in de lucht zit, net als zuurstof. ervaren of je CO 2

RACEN met... WC-papier

Foutenberekeningen. Inhoudsopgave

En wat nu als je voorwerpen hebt die niet even groot zijn?

BIOLOGIE Energie & Stofwisseling HAVO Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Lelydorp [HHS-SGL]

Eindexamen scheikunde havo 2006-II

SCHEIKUNDE VWO 4 MOLBEREKENINGEN ANTW.

Les Koolstofkringloop en broeikaseffect

Zijn alle zuren even sterk?

Opgave 1. n = m / M. e 500 mg soda (Na 2CO 3) = 0,00472 mol. Opgave 2. m = n x M

Verslaglegging workshop van oud naar nieuw! Woudschoten 14 en 15 november 2003 Marijn Meijer en Annet van Schijndel (Newmancollege te Breda)

Colofon. Titel: Xact Groen Scheikunde deel 2 ISBN: NUR: 124 Trefwoord: mbo, groen, scheikunde

Kaarsvlam vergelijken met de vlam van een wiek

Onderwerp: Onderzoek doen Kerndoel(en): 28 Leerdoel(en): - Onderzoek doen aan de hand van onderzoeksvragen - Uitkomsten van onderzoek presenteren.

Chemisch rekenen versie

Een glas water uit de ijskast en met ijsklontjes wordt op tafel gezet. De buitenkant wordt nat. Waarom?

Meten is weten, dat geldt ook voor het vakgebied natuurkunde. Om te meten gebruik je hulpmiddelen, zoals timers, thermometers, linialen en sensoren.

Is de pinda een energiebron? Zo ja, hoeveel energie bevat de pinda dan?

Onderscheid tussen chocolade en dieetchocolade

Opgave 1. Opgave 2. Bereken het chloorgehalte in de droge grond in μg/kg.

Docentenhandleiding 2x15 Daderprofiel DNA kit

Bindingen. Suiker Suiker heeft de molecuulformule C 12 H 22 O 11

Maken van siliconen uit zand

Opgave 1 Een ideaal gas is een gas waarvan de moleculen elkaar niet aantrekken en bovendien als puntmassa s opgevat kunnen worden.

6.9. Boekverslag door G woorden 13 december keer beoordeeld. Scheikunde

2 VWO 2 HAVO Oefenstof dichtheid.

Praktische opdracht Scheikunde Redoxreactie puntenslijper metalen

Dichtheid.info hoort bij de lesserie Dichtheid praktisch gezien. Alle informatie voor leerlingen is hier te vinden.

De oorspronkelijke versie van deze opgave is na het correctievoorschrift opgenomen.

Antwoorden deel 1. Scheikunde Chemie overal

Hoofdstuk 3 Organische stoffen

Samenvattingen. Samenvatting Thema 1: Stofwisseling. Basisstof 1. Organische stoffen:

De ijzer en zwavelreactie

Eindexamen scheikunde havo 2001-II

Hoofdstuk 1. Scheikunde is overal. J.A.W. Faes (2019)

Docentenhandleiding 6x5 Daderprofiel DNA kit

AAN DE SLAG Arbeid verricht door de wrijvingskracht (thema 1)

Curie Hoofdstuk 6 HAVO 4

Het opzetten van je gisting

Proef Scheikunde Redoxtitratie Bepaling vitamine C in tabletten

PENTA college CSG Scala Rietvelden vakgroep biologie Glaswerk practicum. Naam: Klas: Samengewerkt met:

a. Beschrijf deze reactie met een vergelijking. In het artikel is sprake van terugwinning van zwavel in zuivere vorm.

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2

-5- Noem de blusmethoden voor een klasse A-brand. -5- Omschrijf de brandklassen. -5- Noem de blusmethoden voor een klasse B-brand.

Leerlingenhandleiding

Samenvatting NaSk H3 water en lucht + H4 warmte

5 a de gele vlam wappert, is minder heet en geeft roet af b vlak boven de kern c met de gasregelknop d de brander is dan moeilijk aan te steken

4VMBO H2 warmte samenvatting.notebook September 02, Warmte. Hoofdstuk 2. samenvatting. Vaak zetten we Chemische energie om in Warmte

Een stof heeft altijd stofeigenschappen. Door hier gebruik van te maken, kun je stoffen makkelijk scheiden.

Exo-energetische reactie: Een chemische reactie waarbij energie vrijgegeven wordt.

Antwoorden. 3 Leg uit dat er in het zout twee soorten ijzerionen aanwezig moeten zijn.

Aan de slag 1bis Samenhang tussen het ademhalingsstelsel en het bloedvatenstelsel

De kracht van Archimedes

Fossiele brandstof kent problemen

scheikunde pilot vwo 2015-II

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen

Antwoorden hoofdstuk 3

Transcriptie:

Docentenhandleiding Over de inhoud Het boekje bij voorkeur als boekje laten afdrukken op A3 papier. De meeste repro afdelingen op school beschikken over geavanceerde apparatuur waar dit een koud kunstje is. Voorin het boekje is een studiewijzer afgedrukt. Na het uitdelen van de boekjes laat de docent de leerlingen de data bij de lesnummers noteren. De lessen zijn gebaseerd op een rooster van 50 minuten. De leerlingen maken op deze manier kennis met het fenomeen studiewijzer. De tekst en opdrachten bevinden zich op het linker deel van het boekje. De aantekeningen en uitwerkingen kunnen aan het einde van het project onderdeel gaan uitmaken van een beoordeling door de boekjes te laten in te leveren en voor een cijfer te laten meetellen. De leerlingen werken de eerste vijf hoofdstukken in 2-tallen. In hoofdstuk 6 en 7 wordt gewerkt met onderzoeksteams die bestaan uit 4-tallen. De onderzoeken hebben een enigszins open karakter. De leerlingen moeten zelf beslissen hoe ze hun onderzoek gaan opzetten. De docent stuurt daar waar nodig bij. Denk bij de practica aan veiligheid (jas, bril). Als voorbereiding op het open onderzoek van hoofdstuk 7 moet van te voren een suikeroplossing worden vergist. Dit proces moet zo n drie weken van te voren worden ingezet. Houd daar rekening mee bij de uitvoering van het project. Hoofdstuk 1 Inleiding De leerlingen oriënteren zich eerst op het onderwerp door de tekst door te lezen en de bijbehorende vragen te maken. De vragen voor de havo zijn iets makkelijker gemaakt dan de vragen voor het vwo. Vereiste voorkennis zijn de begrippen formules, reactievergelijking, ontleding, verbranding, katalysator, destillatie en kookpunt. Hoofdstuk 2 Bioethanol en het milieu In dit hoofdstuk aandacht voor het milieu en de koolstofkringloop. Vereiste voorkennis zijn de begrippen formules, reactievergelijking, verbranding, aantonen van verbrandingsproducten (reagens) en kringlopen van elementen. De koolstofdioxide in onderzoek 1 kan eenvoudig opgevangen worden in een grote omgekeerde erlenmeyer en daarna aangetoond met kalkwater. Verder zal de ontstane waterdamp condenseren op het koude glas van de erlenmeyer. Dit zal echter te weinig zijn om aan te tonen met een reagens. Hoofdstuk 3 Dichtheid van een brandstof Onderzoek 2 is geen eenvoudig experiment. Er zal heel nauwkeurig gewerkt moeten worden. Gebruik droge maatcilinders en begin met een instructie over het vullen en aflezen van een maatcilinder (met behulp van een pasteur pipet de meniscus op de maatstreep brengen). Gebruik verder een nauwkeurige elektronische balans met 2 decimalen.

De theoretische waarden zijn (bij 293 K): Stofnaam ρ in g ml -1 Ethanol 0,80 Water 0,998 Benzine 0,72 Diesel 0,84 Zonnebloemolie 0,92 De waarden die door leerlingen worden gemeten zullen ongetwijfeld enigszins afwijken van deze theoretische waarden. Deze afwijkingen zijn vaak terug te voeren op de nauwkeurigheid waarmee het onderzoek uitgevoerd wordt. Leuk voor de discussie in hoofdstuk 6 de betrouwbaarheid van het onderzoek. Maakt het bijvoorbeeld uit of je een maatcilinder gebruikt van 10, 25, 50 of 100 ml? Leerlingen uit 5 vwo van het Oscar Romero te Hoorn hebben dit uitgezocht en kwamen tot de volgende resultaten op basis waarvan het lijkt dat een maatcilinder van 10 of 25 ml redelijk betrouwbare resultaten oplevert. Stofnaam Volume maatcilinder Massa vol (g) Massa leeg (g) Massa vloeistof (g) Dichtheid in g ml -1 Ethanol 10 19,20 11,18 8,02 0,802 25 37,98 17,96 20,02 0,801 100 117,18 36,82 80,36 0,804 Water 10 21,12 11,18 9,94 0,994 25 42,44 17,96 24,48 0,979 100 144,36 45,18 99,18 0,992 Benzine 10 18,68 11,18 7,50 0,750 25 36,64 17,96 18,68 0,747 100 111,68 36,82 77,86 0,779 Diesel 10 19,32 11,18 8,14 0,814 25 38,32 17,96 20,36 0,814 100 126,6 36,82 89,78 0,898 Zonnebloemolie 10 20,24 11,18 9,06 0,906 25 40,56 17,96 22,6 0,904 100 135,16 36,82 98,30 0,983 Als er netjes gewerkt wordt kan na de meting de vloeistof worden teruggeschonken in de voorraadfles. Maatcilinders na afloop ontvetten met aceton of in de vaatwasser. Zie ook de rubriek Voor de TOA: de benodigdheden. Hoofdstuk 4 Viscositeit van een brandstof De snelheid (in ml s -1 ) waarmee een vloeistof uit een volumetrische pipet van 25,00 ml loopt, wordt als maat genomen voor de viscositeit. De verschillen in uitloopsnelheid voor water, ethanol, benzine en diesel zijn niet erg groot. Alleen zonnebloemolie heeft een stuk grotere uitloopsnelheid. Nauwkeurig werken is dus weer een vereiste.

De theoretische waarden zijn (bij 293 K): Stofnaam Kinematische viscositeit (cst)* Ethanol 1,5 Water 1,0 Benzine 0,4 0,8 Diesel > 3 Zonnebloemolie 55 *CentiStokes (cst) = 0.01 St = 1 mm 2 /s Gebruik steeds dezelfde pipet (niet elke pipet is hetzelfde) en een pipetteer ballon. Spoel eerst 3x voor (met kleine beetjes vloeistof). Spoelvloeistof van benzine, diesel en zonnebloemolie niet door de gootsteen, maar in het vat organisch afval. De beste volgorde van werken (gezien het voorspoelen) is: water ethanol benzine diesel zonnebloemolie 3x naspoelen met aceton Bij nauwkeurig werken is er een zekere trend zichtbaar, maar suggesties voor verbetering zijn welkom. Leerlingen uit 5 VWO van Oscar Romero kwamen tot de volgende resultaten. Stofnaam Uitstroomsnelheid in ml s -1 Ethanol 0,98 Water 1,09 Benzine 0,92 Diesel 1,03 Zonnebloemolie 2,53 Als er netjes gewerkt wordt kan na de meting de vloeistof worden teruggeschonken in de voorraadfles. Pipetten na afloop ontvetten met aceton. Zie ook de rubriek Voor de TOA: de benodigdheden. Hoofdstuk 5 Vlampunt van een brandstof Onderzoek 4 is een leuk onderzoek naar het vlampunt van een brandstof. Het vlampunt van een chemische stof is de laagste temperatuur waarbij de stof nog genoeg damp afgeeft om tot ontbranding te kunnen komen, wanneer hij in contact komt met een ontstekingsbron. Het vlampunt moet niet worden verward met de ontbrandingstemperatuur. Dat is de temperatuur waarbij een damp/lucht mengsel spontaan tot ontbranding komt. Het vlampunt is kenmerkend voor de kans dat er door een vonk of een gloeiend voorwerp brand ontstaat. Verder kunnen de leerlingen een duidelijk verschil zien in vlamkleur bij de verbranding van benzine en ethanol. Daar waar ethanol verbrandt met een schone blauwe vlam verbrandt benzine met een oranje roetende vlam. Aardig om de leerlingen hier op te attenderen!

De theoretische waarden zijn: Stofnaam Vlampunt ( o C) Ethanol 12 Ethanol Water (70% - 30%) 29 Benzine > -43 Diesel > 62 Zonnebloemolie > 250 In praktijk nemen de leerlingen dus het volgende waar: Stofnaam Ethanol Ethanol Water (70% - 30%) Benzine Diesel Zonnebloemolie Vlampunt beneden of boven kampertemp. beneden boven beneden boven boven In vergelijking met voorgaande twee onderzoeken gaat het hier om een kwalitatief onderzoek. In de nabespreking kan de docent de leerlingen confronteren met theoretische waarden. Hoofdstuk 6 Betrouwbaarheid van het onderzoek Leerlingen reflecteren eerst in tweetallen op de resultaten van onderzoek 2, 3 en 4 en maken daarbij gebruik van de bijlage op blz. 14 (H)/15(V). Daarna vergelijken ze hun eigen resultaten met een ander tweetal. De docent rondt af met een klassikale discussie over de betrouwbaarheid en nauwkeurigheid van een onderzoek. Hoofdstuk 7 Open onderzoeksopdracht Het open onderzoek wordt uitgevoerd in 4-tallen. Een werkplan wordt gemaakt en taken worden verdeeld. Om voldoende destillaat op te vangen voor een dichtheid en viscositeit bepaling moet er meerdere keren gedestilleerd worden of samengewerkt met andere groepen. Om een hoger alcoholpercentage te bewerkstelligen kan een destillatie-opzet of een vigreux. Destilleer zo langzaam mogelijk met een kleine blauwe (niet ruisende) vlam. Na de isolatie van de ethanol kan er getest worden op dichtheid, viscositeit en vlampunt om een antwoord te geven op de onderzoeksvraag en deelvragen. Leerlingen leveren per viertal een verslag in dat beoordeeld kan worden met een cijfer. Voor suggesties en reacties mailto: henkubbels@wanadoo.nl

Voor de TOA: de benodigdheden Onderzoek 1 Ethanol Kalkwater Porseleinen schaaltje Erlenmeyer (300 of 500 ml) om verbrandingsgassen op te vangen Onderzoek 2 Diesel Ethanol (alcohol) Benzine (Euro 95) Zonnebloemolie Maatcilinder 10 25 50 of 100 ml Pasteur pipet Elektronische balans Onderzoek 3 Diesel Ethanol (alcohol) Benzine (Euro 95) Zonnebloemolie Pipet (25,00 ml) Pipetteer ballon Stopwatch Onderzoek 4 Ethanol (alcohol) 70% ethanol 30% water mengsel Benzine (Euro 95) Diesel Porseleinen schaaltje Thermometer Statief + mannetje + klem Doekje Lange lucifers of aansteker Open onderzoek Vergistte suikeroplossing Destillatie opstelling + alle materialen van onderzoek 1 4 Veiligheid Ethanol en benzine zijn licht ontvlambaar. Diesel in mindere mate. In BINAS staan geen MAC waarden voor benzine en diesel vermeld, wel van petroleumether (90 mg m -3 ). Zorg in elk geval voor een goede ventilatie tijdens het gebruik van deze stoffen. Verzamel afval en resten in het vat voor Organische resten en laat deze niet in de gootsteen terecht komen. Sluit voorraadflessen gelijk af na gebruik.

Antwoorden 3HAVO Hoofdstuk 1 Inleiding 1 C 6 H 12 O 6 2 Bij ontleden heb je één beginstof, die uiteenvalt in twee of meer stoffen. 3 C 6 H 12 O 6 2 C 2 H 6 O + 2 CO 2 4 Katalysator 5 Deze suikermoleculen bestaan uit twee ringen. 6 C 12 H 22 O 11 + H 2 O 2 C 6 H 12 O 6 7 Hydro = water, hydrolyse is een reactie waar water voor nodig is. 8 Dat alle suiker door de gistcellen wordt omgezet in koolstofdioxide en ethanol. 9 Kookpunt water = 100 o C Kookpunt ethanol = 78 o C 10 Het verschil is 22 o C. Dit is in de praktijk niet voldoende voor een goede scheiding. 11 In de praktijk wordt het destillaat door een membraan heen gezogen doordat aan de andere kant van het membraan een vacuüm is. Omdat het membraan maar 1 stof doorlaat kan op deze manier een scheiding plaats vinden. Uiteindelijk houd je dan een mengsel over dat 99% alcohol bevat. Zo zuiver moet de bioethanol dus zijn! 12 Meer ruimte om gewassen te kweken en goedkopere arbeidskrachten. Hoofdstuk 2 Bioethanol en het milieu 13 Bioethanol wordt gemaakt uit plantaardig materiaal. Om te kunnen groeien nemen planten het broeikasgas CO 2 op uit de lucht. Dit is gunstig voor het milieu. 14 Bij het ontstaan van suikers in planten wordt CO 2 opgenomen uit de lucht. Dit noemen we de fotosynthese reactie (zie ook vraag 14 en onderstaande reactie). 6 CO 2 + 6 H 2 O C 6 H 12 O 6 + 6 O 2 15 Destilleren kost energie, want je moet het destillaat verwarmen. 16 Extra belastingheffing op bijvoorbeeld autobrandstoffen. 17 Sigaretten en alcoholische dranken. 18 Bij volledige verbranding ontstaat koolstofdioxide en water(damp). Bij onvolledige verbranding kan koolstofmonooxide en koolstof (roet) ontstaan.

Hoofdstuk 3 Dichtheid van een vloeistof 19 Benzine 0,72 g/ml Ethanol 0,80 g/ml Diesel 0,82-0,84 g/ml Zonnebloemolie 0,92 g/ml Water 1,00 g/ml Ethanol komt dus het meest in de buurt. 20/ 21 De kleppen en de klepzittingen van de motor zijn gemaakt van speciaal verhard materiaal, omdat ze anders oplossen in de ethanol. Hoofdstuk 4 Viscositeit van een brandstof 22 Ook hier komt ethanol komt het meest in de buurt, de andere vloeistoffen zijn te stroperig. Hoofdstuk 5 Vlampunt van een brandstof 23 Ja, ethanol heeft net als benzine een vlampunt beneden kamertemperatuur. Diesel en zonnebloemolie zitten daar boven. 24 Nee, dan wordt het vlampunt hoger. 25 De ontbrandingstemperatuur is de temperatuur waarbij de brandstof tot zelfontbranding komt (zonder een vlammetje er bij te houden). Bij het vlampunt geeft de brandstof net voldoende damp af om met een vlammetje er boven tot ontbranding te komen. Hoofdstuk 6 Betrouwbaarheid van het onderzoek 26/ 28 Onderzoek 2: zelfde temperatuur, pipet, balans, etc. Onderzoek 3: zelfde temperatuur, pipet/buret, goede stopwatch, etc. Onderzoek 4: zelfde afstand vlammetje, opstelling, etc.

Antwoorden 3VWO Hoofdstuk 1 Inleiding 1 Bij ontleden heb je één beginstof, die uiteenvalt in twee of meer stoffen. 2 C 6 H 12 O 6 2 C 2 H 6 O + 2 CO 2 3 4 Katalysator 5 Op de plaats waar de ringen losgekoppeld worden komen op de betrokken koolstofstomen één H-atoom en één OH groep. Hiervoor is steeds één molecuul H 2 O nodig. 6 Deze suikermoleculen bestaan uit twee ringen. 7 C 12 H 22 O 11 + H 2 O 2 C 6 H 12 O 6 8 Hydro = water, hydrolyse is een reactie waar water voor nodig is. 9 Dat alle suiker door de gistcellen wordt omgezet in koolstofdioxide en ethanol. 10 Kookpunt water = 100 o C Kookpunt ethanol = 78 o C 11 Het is 22 o C. Dit is de praktijk niet voldoende voor een goede scheiding. 12 In de praktijk wordt het destillaat door een membraan heen gezogen doordat aan de andere kant van het membraan een vacuüm is. Omdat het membraan maar 1 stof doorlaat kan op deze manier een scheiding plaats vinden. Uiteindelijk houd je dan een mengsel over dat 99% alcohol bevat. Zo zuiver moet de bioethanol dus zijn! 13 Meer ruimte om gewassen te kweken en goedkopere arbeidskrachten.

Hoofdstuk 2 Bioethanol en het milieu 14 Bioethanol wordt gemaakt uit plantaardig materiaal. Om te kunnen groeien nemen planten het broeikasgas CO 2 op uit de lucht. Dit is gunstig voor het milieu. 15 Bij het ontstaan van suikers in planten wordt CO 2 opgenomen uit de lucht. Dit noemen we de fotosynthese reactie (zie ook vraag 14 en onderstaande reactie). 6 CO 2 + 6 H 2 O C 6 H 12 O 6 + 6 O 2 16 Destilleren kost energie, want je moet het destillaat verwarmen. 17 Extra belastingheffing op bijvoorbeeld autobrandstoffen. 18 Sigaretten en alcoholische dranken. 19 Bij volledige verbranding ontstaat koolstofdioxide en water(damp). Bij onvolledige verbranding kan koolstofmonooxide en koolstof (roet) ontstaan. Hoofdstuk 3 Dichtheid van een vloeistof 20 Benzine 0,72 g/ml Ethanol 0,80 g/ml Diesel 0,82-0,84 g/ml Zonnebloemolie 0,92 g/ml Water 1,00 g/ml Ethanol komt dus het meest in de buurt. 21/ 22 De kleppen en de klepzittingen van de motor zijn gemaakt van speciaal verhard materiaal, omdat ze anders oplossen in de ethanol. Hoofdstuk 4 Viscositeit van een brandstof 23 Ook hier komt ethanol komt het meest in de buurt, de andere vloeistoffen zijn te stroperig. Hoofdstuk 5 Vlampunt van een brandstof 24 Ja, ethanol heeft net als benzine een vlampunt beneden kamertemperatuur. Diesel en zonnebloemolie zitten daar boven. 25 Nee, dan wordt het vlampunt hoger. 26 De ontbrandingstemperatuur is de temperatuur waarbij de brandstof tot zelfontbranding komt (zonder een vlammetje er bij te houden). Bij het vlampunt geeft de brandstof net voldoende damp af om met een vlammetje er boven tot ontbranding te komen. Hoofdstuk 6 Betrouwbaarheid van het onderzoek 27/ 29 Onderzoek 2: zelfde temperatuur, pipet, balans, etc. Onderzoek 3: zelfde temperatuur, pipet/buret, goede stopwatch, etc. Onderzoek 4: zelfde afstand vlammetje, opstelling, etc.