De verschillende termijnen die in de tekst worden genoemd zullen tijdens de tweede lezing van het ontwerp opnieuw worden besproken.



Vergelijkbare documenten
(2000/C 311 E/22) COM(2000) 279 def. 2000/0116(COD) (Door de Commissie ingediend op 31 mei 2000)

(2001/C 154 E/05) COM(2000) 884 def. 2000/0116(COD) Ongewijzigd

Bijlage Indicatieve streefcijfers voor de lidstaten

***II GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT PE-CONS 3659/1/01 REV 1

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 januari 2003 (28.01) (OR. en) 15528/02 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 2001/0077 (COD) ENER 315 CODEC 1640

6986/01 CS/vj DG H I NL

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

- Politiek akkoord over een gemeenschappelijk standpunt

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 mei 2004 (03.06) (OR. en) 9919/04. Interinstitutioneel dossier: 2004/0109 (COD) 2004/0110 (COD)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 april 2003 (02.05) (OR. en) 8515/1/03 REV 1. Interinstitutioneel dossier: 2002/0185 (COD)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 september 2001 (06.09) (OR. fr) 11580/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0186 (COD)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655

8620/01 AL/td DG H I NL

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785

"Culturele Hoofdstad van Europa" voor het tijdvak 2005 tot 2019 ***I

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT PE-CONS 3668/1/03 REV 1 MAR 117 SOC 348 CODEC 1193 OC 575

VERORDENING (EG) VAN DE COMMISSIE van 30 november 2009 tot vaststelling van overgangsmaatregelen voor de uitvoering van de Verordening

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 november 2004 (26.11) (OR. en) 15130/04 JAI 490 ASIM 47

(98/C 364/02) Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 130 S, lid 1,

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

PUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 7 januari 2009 (09.01) (OR. fr) 17438/1/08 REV 1 ATO 133

BIJLAGEN. bij het. Voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad

Samenstelling van het Europees Parlement met het oog op de verkiezingen van 2014

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 9 december 2002 (OR. en) 14052/2/02 REV 2 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 2001/0046 (COD)

INHOUD. Bladzijde A-PUNTEN

PUBLIC. Brussel, 2 juni 2003 (11.06) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. 9919/03 Interinstitutioneel dossier: 2002/0286 (CNS) LIMITE FISC 87 ENER 164

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 november 2003 (27.11) (OR. fr) 15314/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0274 (COD) CULT 66 CODEC 1678

De meeste delegaties steunden de compromistekst en onderstreepten daarbij hun bereidheid om te streven naar een akkoord bij de eerste lezing.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 oktober 2010 (03.11) (OR. en) 7512/10 ADD 1 PV/CONS 15 ENV 169

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 november 2007 (16.11) (OR. en) 15314/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0244 (CNS) LIMITE AGRILEG 171

(Voor de EER relevante tekst)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2004 (05.11) (OR. en) 14028/04 EUROPOL 50 JAI 409

III BESLUITEN OP GROND VAN TITEL VI VAN HET EU-VERDRAG

A8-0249/139. Door de Commissie voorgestelde tekst

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT 2004/0045 (COD) PE-CONS 3601/05 ENV 16 CODEC 22 OC 5

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 juli 1999 (07.09) (OR. en) 10456/99 LIMITE DROIPEN 5

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

Het Europees Parlement en het Economisch en Sociaal Comité hebben respectievelijk op 20 april 1994 en op 30 juni 1993 advies uitgebracht.

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 november 2003 (07.11) (OR. it) 14286/03 LIMITE VISA 180 COMIX 662

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT TRANS 134 CODEC 408

Voor de delegaties gaat hierbij de ontwerp-verordening zoals deze er na de vergadering van de Groep visa van 20 februari 2003 uitziet.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 oktober 2009 (15.10) (OR. en) 14299/09 ADD 1 AGRILEG 182 DENLEG 93

Publicatieblad van de Europese Unie L 357/3

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 februari 2002 (18.02) (OR. fr) 6249/02 Interinstitutioneel dossier: 2001/0114 (CNS) LIMITE

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

Handel in garanties van oorsprong betreffende elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen

De tekst van dit document is identiek aan die van de voorgaande versie.

Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen

Raad van de Europese Unie Brussel, 6 juli 2017 (OR. en)

PUBLIC LIMITE NL RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 september 2006 (12.09) (OR. en) 8082/1/06 REV 1. Interinstitutioneel dossier: 2005/0104 (COD)

A8-0392/337. Dario Tamburrano, Piernicola Pedicini, Eleonora Evi, David Borrelli, Rosa D'Amato, Marco Zullo namens de EFDD-Fractie

14899/09 HD/mm DG H 2 A

Publicatieblad van de Europese Unie

Richtlijn 2006/121/EG van het Europees Parlement en de Raad. van 18 december 2006

PE-CONS 56/1/16 REV 1 NL

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document.

Handel in garanties van oorsprong betreffende elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

Handel in garanties van oorsprong betreffende elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 8 november 2000 (OR. fr) 12741/00 LIMITE SCH-EVAL 65 COMIX 754

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 april 2016 (OR. en)

Definitielijst HG- Certificatensysteem

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 april 2012 (OR. en) 8179/12 Inte rinstitutioneel dossier: 2012/0014 (NLE) AVIATION 55 RELEX 282 MACAO 4 OC 175

PUBLIC 11642/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0109 (CNS)

Brussel, 9 december 2010 (OR. fr) ASSOCIATIE TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN MAROKKO UE-MA 2706/10

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 juni 2002 (27.06) (OR. en) 10067/02 Interinstitutioneel dossier: 2001/0077 (COD) ENER 135 CODEC 776

NL Publicatieblad van de Europese Unie L 157/ 87. RICHTLIJN 2004/74/EG VAN DE RAAD van 29 april 2004

EUROPEES PARLEMENT Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling. van de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling

BIJLAGE. bij. Voorstel voor een besluit van de Raad

Handel in garanties van oorsprong betreffende elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen

7566/17 eer/gys/sl 1 DGG 3B

RICHTLIJN 2009/109/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

LIFE.1.C EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT. Brussel, 14 maart 2019 (OR. en) 2019/0019 (COD) PE-CONS 62/19 SOC 114 EMPL 81 PREP-BXT 62 CODEC 500

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

Publicatieblad van de Europese Unie L 331/13

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

Publicatieblad van de Europese Unie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 10 mei 2006 (15.05) (OR. en) 9133/06 ADD 2. Interinstitutioneel dossier: 2005/0153 (CNS) LIMITE

De delegaties handhaven vooralsnog een algemeen studievoorbehoud bij het voorstel.

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document.

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

PUBLIC. Brussel, 8 oktober 2009 (08.10) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 14149/09 LIMITE ENV 649 ENT 183

6325/03 md 1 DG C II

9317/17 pro/gra/sl 1 D 2A

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 maart 2000 (OR. en) 5685/00 Interinstitutioneel dossier: 96/0304 (COD) LIMITE ENV 22 CODEC 68

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 maart 2007 (13.04) (OR.en) ST 8028/07 Interinstitutioneel dossier: 2006/0135(CNS) LIMITE JUSTCIV 75

Transcriptie:

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 juli 2000 (25.08) (OR. fr) 10693/00 LIMITE ENER 52 ENV 255 NOTA VAN HET VOORZITTERSCHAP Betreft: Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bevordering van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen op de interne elektriciteitsmarkt nr. Comv: doc. 9312/00 ENER 41 CODEC 431 - COM (2000) 279 def. Na de eerste lezing van het in hoofde genoemde voorstel door de Groep Energie, heeft het voorzitterschap een ontwerptekst opgesteld waarin in ruime mate de tijdens de besprekingen geformuleerde suggesties en opmerkingen zijn overgenomen. Wijzigingen zijn onderstreept en geschrapte passages zijn aangegeven met [ ]. De verschillende termijnen die in de tekst worden genoemd zullen tijdens de tweede lezing van het ontwerp opnieuw worden besproken. 10693/00 gys/ngs/td 1

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de bevordering van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen op de interne elektriciteitsmarkt Hoofdstuk I Werkingssfeer en definities Artikel 1 Deze richtlijn heeft ten doel de wetgevingen van de lidstaten onderling aan te passen om een gemeenschappelijke raamregeling tot stand te brengen met het oog op een verhoging van het aandeel van alle hernieuwbare energiebronnen in de elektriciteitsproductie binnen de interne elektriciteitsmarkt Artikel 2 De definities van Richtlijn 96/92/EG zijn voor deze Richtlijn van toepassing. In deze richtlijn wordt verstaan onder: 1. "hernieuwbare energiebronnen": hernieuwbare niet-fossiele bronnen (wind, zonne-energie, aardwarmte, golf- en getijdenenergie, waterkrachtcentrales [ ] alsmede biomassa, waaronder met name wordt verstaan producten van de landbouw en de bosbouw, plantaardig afval van de landbouw, de bosbouw en de levensmiddelenindustrie, onbehandeld houtafval en kurkafval, organische fractie van afval en biogassen) 1 ; 2. "elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen": elektriciteit die is opgewekt in installaties die uitsluitend gebruikmaken van hernieuwbare energiebronnen, alsmede elektriciteit die met hernieuwbare energiebronnen is opgewekt in hybride installaties die met conventionele energiebronnen werken, ook als noodvoorziening; 3. "steunregeling": een regeling uit hoofde waarvan een elektriciteitsproducent op basis van een van overheidswege uitgevaardigde regeling rechtstreeks of indirect overheidssteun ontvangt, waaronder in het bijzonder directe prijssteun die wordt betaald als subsidie per geleverd en verkocht kwh (bijvoorbeeld quotaregelingen op basis van aanbestedingen of met groencertificaten, vaste terugleveringstarieven en regelingen met vaste premies), investeringssteun en belastingvrijstellingen; 4. "verbruik van elektriciteit": de binnenlandse productie van elektriciteit, met inbegrip van de zelfopgewekte elektriciteit, plus de invoer, verminderd met de uitvoer (brutoverbruik). 1 Het verdient aanbeveling coherent te blijven met de bestaande definities in de desbetreffende communautaire voorschriften. 10693/00 gys/ngs/td 2

Hoofdstuk II Nationale streefcijfers voor het verbruik van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen Artikel 3 1. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om te bereiken dat het verbruik van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen evolueert volgens de overeenkomstig lid 2 vastgelegde nationale streefcijfers. Die maatregelen moeten in verhouding staan tot het te bereiken doel. 2. Uiterlijk een jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn en daarna om de vijf jaar stellen de lidstaten een verslag vast, dat zij publiceren, waarin voor elk van de volgende tien jaren de nationale streefcijfers voor het toekomstige binnenlandse verbruik van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen worden vastgesteld [ ], uitgedrukt in kwh of als percentage van het elektriciteitsverbruik. Bij de vaststelling van deze streefcijfers baseren de lidstaten zich op de in bijlage opgenomen referentiewaarden en zien zij erop toe dat de streefcijfers [ ] verenigbaar zijn met eventuele nationale verbintenissen uit hoofde van de verbintenissen die de Gemeenschap in verband met de klimaatverandering in het kader Kyoto is aangegaan. In het verslag wordt ook een overzicht gegeven van de maatregelen die op nationaal niveau genomen of gepland zijn om deze doelstellingen te verwezenlijken. 3. [ ] De lidstaten publiceren, voor het eerst 24 maanden na de inwerkingtreding van deze richtlijn en vervolgens jaarlijks, een verslag waarin wordt aangegeven in hoeverre de nationale streefcijfers van het voorgaande jaar zijn verwezenlijkt en in hoeverre de genomen maatregelen in overeenstemming zijn met de nationale verbintenis in verband met de klimaatverandering. 4. [ ] Aan de hand van de in lid 3 bedoelde verslagen van de lidstaten beoordeelt de Commissie [ ] in hoeverre: - de door de lidstaten genomen maatregelen bijdragen tot het verwezenlijken van de nationale streefcijfers; - de nationale streefcijfers verenigbaar zijn met de algemene doelstelling van 12% van het bruto binnenlandse energieverbruik in 2010, zoals aangegeven in het Witboek over duurzame energiebronnen en in het bijzonder met het aandeel van 22,1% van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen in het totale elektriciteitsverbruik in de Gemeenschap in 2010, zoals vermeld in bijlage bij deze richtlijn. 10693/00 gys/ngs/td 3

De Commissie publiceert haar conclusies in een verslag, voor het eerst 36 maanden na de inwerkingtreding van deze richtlijn en vervolgens jaarlijks. Wanneer uit de conclusies van dat verslag blijkt dat [ ] de nationale streefcijfers niet overeenkomstig de algemene doelstelling van 12% worden bereikt, doet de Commissie het Europees Parlement en de Raad voorstellen voor de vaststelling van afzonderlijke nationale streefcijfers die voor de betrokken lidstaten bindend zijn. Hoofdstuk III Toegang van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen tot de interne markt voor elektriciteit Artikel 4 Steunregelingen De Commissie houdt toezicht op de toepassing van steunregelingen in de lidstaten en dient uiterlijk vijf jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn een verslag in over de ervaring die met de toepassing en het naast elkaar bestaan van verschillende steunregelingen in de lidstaten is opgedaan. [ ] Dit verslag gaat zo nodig vergezeld van een voorstel voor een communautaire raamregeling betreffende steunregelingen ten behoeve van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen. Deze raamregeling zal: a) gebaseerd zijn op de beginselen van de interne markt voor elektriciteit; b) rekening houden met de karakteristieken van de verschillende hernieuwbare energiebronnen, alsmede met die van de verschillende technologieën en met de geografische verschillen; c) efficiënt zijn, met name wat de kostprijs betreft, en eenvoudig; d) toereikende overgangsregelingen voorzien om het vertrouwen van de investeerders in stand te houden; e) niet van toepassing zijn op waterkrachtcentrales met een vermogen van meer dan 15 MW. Artikel 5 Garantie van de oorsprong van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen 1. De lidstaten zorgen er binnen twee jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn voor dat de oorsprong van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen in de zin van deze richtlijn als zodanig kan worden gecertificeerd volgens objectieve en niet-discriminerende criteria die door elk van de lidstaten worden vastgesteld. Zij zien erop toe dat daartoe [ ] certificaten worden uitgegeven. 10693/00 gys/ngs/td 4

2. Deze certificaten - vermelden uit welke energiebronnen de elektriciteit is geproduceerd en in het geval van waterkrachtcentrales wordt aangegeven of het vermogen meer of minder dan 15 MW bedraagt; - [ ] dienen de producenten van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen in staat te stellen aan te tonen dat de door hen verkochte elektriciteit is geproduceerd overeenkomstig de definitie van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen in deze richtlijn. 3. De certificaten worden door de lidstaten voor dit doel wederzijds erkend. Iedere weigering van de erkenning van certificaten, met name om redenen in verband met het voorkomen van fraude, moet berusten op objectieve, doorzichtige en niet-discriminerende criteria. Wanneer erkenning van een certificaat wordt geweigerd, kan de Commissie de weigerende partij verplichten het certificaat te erkennen, met name rekening houdend met de doorzichtige en niet-discriminerende criteria waarop de erkenning gebaseerd is. 4. De lidstaten wijzen in het jaar volgende op de inwerkingtreding van deze richtlijn een bevoegde instantie aan die onafhankelijk is van de productie- en distributiebedrijven en die met het toezicht op de uitgifte van dergelijke garantiecertificaten wordt belast. 5. De lidstaten voeren passende mechanismen in om te bereiken dat de certificatie nauwkeurig en betrouwbaar is en geven in het in artikel 3, lid 3, bedoelde verslag aan welke maatregelen zij hebben getroffen om de betrouwbaarheid van het certificatiestelsel te garanderen. 6. Na raadpleging van nationale deskundigen gaat de Commissie in het in artikel 8 bedoelde verslag in op de vorm en voorwaarden die de lidstaten bij de certificatie van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen in acht dienen te nemen. Zo nodig doet de Commissie het Europees Parlement en de Raad het voorstel om gemeenschappelijke regels hiervoor vast te stellen. Hoofdstuk IV Administratieve procedures Artikel 6 1. De lidstaten of de door hen aangewezen bevoegde organen herzien het bestaande wet- en 10693/00 gys/ngs/lg 5

regelgevingskader voor vergunningsprocedures of de overige procedures van artikel 4 van Richtlijn 96/92/EG die van toepassing zijn op installaties voor elektriciteitsproductie uit hernieuwbare energiebronnen, teneinde: - de belemmeringen voor de verhoging van de elektriciteitsproductie uit hernieuwbare energiebronnen in de regelgeving en anderszins te verkleinen; - de procedures op het betrokken bestuursniveau te stroomlijnen en te bespoedigen en; - ervoor te zorgen dat de regels objectief, transparant en niet-discriminerend zijn, waarbij zij terdege rekening houden met de karakteristieken van de diverse hernieuwbare technologieën. 2. De lidstaten publiceren niet later dan twee jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn een verslag over de in lid 1 genoemde herziening, waarin in voorkomend geval de getroffen en de te treffen maatregelen staan. In het verslag zou met name op de volgende punten ingegaan moeten worden: a) coördinatie tussen de verschillende administratieve instanties die bij de in lid 1 bedoelde procedures betrokken zijn [ ]; b) redelijke termijnen voor het verloop van de in lid 1 bedoelde procedures; c) haalbaarheid van een versnelde planologische procedure voor producenten van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen; d) eventuele invoering van mechanismen waarbij het uitblijven van een besluit van de bevoegde instanties omtrent de aanvraag van een vergunning binnen een bepaalde termijn automatisch mag worden opgevat als een vergunning; e) oprichting van centrale ontvangkantoren [...] voor het indienen van vergunningaanvragen of voor de afwikkeling van de overige in lid 1 bedoelde procedures betreffende de bouw van installaties voor elektriciteitsproductie uit hernieuwbare energiebronnen; f) identificatie op nationaal, gewestelijk of plaatselijk vlak van geschikte plaatsen voor de vestiging van nieuwe installaties voor elektriciteitsproductie uit hernieuwbare energiebronnen; 10693/00 gys/ngs/lg 6

g) de opstelling van planologische richtsnoeren voor de in lid 1 bedoelde projecten [ ]; h) aanwijzing van een [ ] instantie die optreedt als bemiddelaar bij geschillen tussen de instanties die met de afgifte van vergunningen zijn belast en de aanvragers daarvan; i) invoering van uitgebreide voorlichtings- en opleidingsprogramma s betreffende hernieuwbare-energietechnologieën voor het personeel dat belast is met de uitvoering van de in lid 1 bedoelde procedures. 2. Aan de hand van de in lid 2 van dit artikel bedoelde verslagen van de lidstaten beoordeelt de Commissie in het in artikel 8 bedoelde verslag de beste praktijken op het gebied van administratieve procedures die bijdragen tot de bevordering [ ] van de productie van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen. Hoofdstuk V Aspecten betreffende het net Artikel 7 1. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat transmissie- en distributienetbeheerders op hun grondgebied [ ] de transmissie en de distributie van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen vergemakkelijken, zonder dat de betrouwbaarheid en de veiligheid van het net in het gedrang komt. Zulks dient te geschieden door bij voorrang toegang te verlenen of, bij ontstentenis daarvan, door middel van subsidies, een passende tarifering of de toekenning van quota 2. Deze bepaling is niet van toepassing op waterkrachtcentrales met een vermogen van meer dan 15 MW. 2. De lidstaten verplichten de transmissie- en distributienetbeheerders om nationale standaardvoorwaarden op te stellen en bekend te maken betreffende de vergoeding van de kosten van technische aanpassingen, zoals netaansluitingen en -verzwaringen, die nodig zijn om een nieuwe 2 Deze zin zal opnieuw kunnen worden geformuleerd in het licht van de bijdragen die aan de delegaties met betrekking tot dit artikel zijn gevraagd. 10693/00 gys/ngs/lg 7

producent die elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen aan het net wenst te leveren, op het koppelnet aan te sluiten. Deze voorwaarden dienen te zijn gebaseerd op objectieve, doorzichtige en niet-discriminerende criteria, waarbij in het bijzonder rekening wordt gehouden met alle kosten en baten, die met de aansluiting van deze producenten op het net verband houden, van hernieuwbare-energie-installaties. 3. De transmissie- en distributienetbeheerders zijn verplicht de nieuwe producent die aansluiting op het net wenst, een volledige, gedetailleerde raming van de kosten van aansluiting te verstrekken. 4. De lidstaten verplichten de transmissienet- en distributienetbeheerders om nationale standaardvoorwaarden op te stellen en bekend te maken betreffende de verdeling van de kosten van de installaties, zoals netaansluitingen en -verzwaringen, over alle producenten die daarvan profiteren. De kostenverdeling geschiedt door middel van een [ ] op objectieve, doorzichtige en niet-discriminerende criteria gebaseerd mechanisme, waarbij rekening wordt gehouden met de voordelen van de aansluiting voor de aanvankelijk en de later aangesloten producenten en voor de transmissie- en distributienetbeheerders. 5. In het in artikel 6, lid 2, bedoelde verslag gaan de lidstaten tevens in op de maatregelen die dienen te worden getroffen om de toegankelijkheid van het elektriciteitsnet voor elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen te verbeteren. In het verslag wordt, onder meer, de haalbaarheid van de invoering van bidirectionele meting onderzocht. Hoofdstuk VI Slotbepalingen Artikel 8 [ ] Op basis van [ ] de verslagen die de lidstaten krachtens artikel 3, lid 3, en artikel 6, lid 2, uitbrengen, dient de Commissie uiterlijk op 31 december 2005 en vervolgens om de vijf jaar, bij het Europees Parlement en de Raad [ ] een samenvattend verslag in over de uitvoering van deze richtlijn. 10693/00 gys/ngs/lg 8

[ ] In dit verslag - wordt ingegaan op de geboekte vorderingen met de doorberekening van de externe kosten van elektriciteit uit andere dan hernieuwbare energiebronnen en het effect van staatssteun voor elektriciteit uit andere dan hernieuwbare energiebronnen; - wordt in het bijzonder bekeken of de lidstaten de in het kader van [ ] artikel 3, lid 2, vastgestelde nationale streefcijfers van de [ ] in artikel 3, lid 4, bedoelde algemene doelstelling kunnen halen en of zich discriminatie tussen verschillende energiebronnen voordoet. De Commissie doet zo nodig dit verslag vergezeld gaan van voorstellen aan het Europees Parlement en de Raad voor verdere maatregelen. Artikel 9 De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk 24 maanden na de inwerkingtreding ervan aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis. Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar deze richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van de bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten. Artikel 10 Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. Artikel 11 Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten. Gedaan te Brussel, voor het Europees Parlement de Voorzitster voor de Raad de Voorzitter 10693/00 gys/ngs/lg 9

BIJLAGE Referentiewaarden voor de nationale streefcijfers van de lidstaten 3 voor het aandeel van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen in het bruto elektriciteitsverbruik in 2010 Deze bijlage bevat referentiewaarden voor de vaststelling van de nationale streefcijfers voor elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen, zoals bedoeld in artikel 3, lid 2. RES-E % 1997 4 RES-E % 2010 RES-E TWh 2010 Percentage* Oostenrijk 72,7 78,1 55,3 België 1,1 6,0 6,3 Denemarken 8,7 29,0 12,9 Finland 24,7 35,0 33,7 Frankrijk 15,0 21,0 112,9 Duitsland 4,5 12,5 76,4 Griekenland 8,6 20,1 14,5 Ierland 3,6 13,2 4,5 Italië 16,0 25,0 89,6 Luxemburg 2,1 5,7 0,5 Nederland 3,5 12,0 15,9 Portugal 38,5 45,6 28,3 Spanje 19,9 29,4 76,6 Zweden 49,1 60,0 97,5 Verenigd Koninkrijk 1,7 10,0 50,0 Europese Unie 13,9% 22,1% 674,9 * Verbruik van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen in % van het totale bruto elektriciteitsverbruik van 3058 TWh zoals voorspeld in het basisscenario. Uit: Energy in Europe - European Union Energy Outlook to 2020, speciaal nummer van november 1999; Commissie - "The shared analysis project". 3 4 Onder voorbehoud van het resultaat van de tussen de lidstaten en de Commissie geplande bilaterale besprekingen. Officiële gegevens over 1997 van Eurostat over uit hernieuwbare energiebronnen opgewekte elektriciteit, vergeleken met de streefcijfers voor 2010. 10693/00 gys/ngs/lg 10 BIJLAGE