1 Tasten in het duister Omgaan met (vermeend) seksueel misbruik
COLOFON Verantwoordelijk Uitgever SCOUTS en GIDSEN VLAANDEREN vzw Pieter Michiels Lange Kievitstraat 74 2018 Antwerpen september 2007 www.scoutsengidsenvlaanderen.be INHOUD Tasten in het duister... 1 Inleiding... 3 Definitie... 4 Seksueel misbruik?... 4 Grensoverschrijdend gedrag... 4 Signalen!... 5 Een lid versus een niet lid... 6 Tussen twee leden... 6 De vraag komt via een leid(st)er... 6 Luister naar het verhaal... 6 De vraag komt rechtstreeks van het lid (of ouder)...10 Waar kan je terecht?... 11 Scouts en Gidsen Vlaanderen...11 JAC (JongerenAdviesCentrum):...11 CAW (Centrum Algemeen Welzijnswerk):...11 Slachtofferhulp:...11 Daderhulp:...11 Vertrouwenscentrum Kindermishandeling:...11 2
Inleiding Je weet maar nooit of je er als leiding, groepsleiding of districtscommissaris mee te maken krijgt. Seksueel misbruik is geen thema van alledag en zeker niet evident om mee om te gaan. In deze nota wordt er geschetst wat je moet doen en hoe je ermee kan omgaan bij een melding van seksueel misbruik. Als je na het lezen van deze nota nog niet goed weet wat of hoe, aarzel dan zeker niet om contact op te nemen met het nationaal secretariaat. Een belangrijke rode draad in dit soort situaties is de aandacht die uitgaat naar zowel het vermeende slachtoffer als de vermeende dader. Uitgaan van schuld is dus uit den boze. Elke situatie is zo verschillend dat dé procedure hier niet neergeschreven kan worden, laat het een hulp zijn die je niet hoeft te gebruiken. Deze nota omvat: - een definitie van seksueel misbruik en grensoverschrijdend gedrag, - situatie met een lid versus een niet lid, - situatie tussen twee leden, - nuttige adressen van organisaties waar je terechtkan. De term lid dekt in deze nota aangesloten bij Scouts en Gidsen Vlaanderen, zowel als leid(st)er als effectief lid.
Definitie Seksueel misbruik? Er is sprake van seksueel misbruik: - wanneer een bepaalde beleving van seksualiteit wordt opgedrongen aan een kind of jongere, - wanneer men een kind of de jongere onder druk zet en gebruikt omwille van de eigen genotsbeleving. We spreken van seksueel misbruik wanneer men bv. een kind verplicht zich voor de andere uit te kleden, geslachtsorganen te laten bekijken, toe te kijken terwijl de ander zich masturbeert, betast wordt, Typerend is dat het gaat om een machtsverhouding, waarbij de meerdere misbruik maakt van zijn situatie van lichamelijk of positioneel overwicht d.m.v. emotionele druk, dwang of geweld. Meestal zal de pleger het slachtoffer aanmanen tot geheimhouding van wat er gebeurd is. Omdat seksueel misbruik niet altijd met de handeling op zich te maken heeft, maar vooral met de intentie van de pleger is het vaak moeilijk om als buitenstaander uit te maken of er misbruik gepleegd wordt. Een zelfde handeling (bv. een kind helpen bij het uitkleden en wassen) kan uiteindelijk met een verschillende intentie gesteld worden. Wanneer een leider voortdurend allerlei redenen verzint om jongetjes uit te kleden en daar duidelijk zijn eigen plezier in zoekt, dan is hier duidelijk sprake van misbruik. Dit betekent geenszins dat je achterdochtig dient te worden bij elke vorm van lichamelijk contact tussen leiding en leden. Grensoverschrijdend gedrag Er is sprake van grensoverschrijdend gedrag wanneer je als begeleider bij een bepaald kind over de grens gaat van wat voor dit kind aanvaardbaar is. Grensoverschrijdend gedrag doet zich bv. voor wanneer we een kind, dat zich liever zonder jouw gezelschap uitkleedt, toch verplichten dit te doen en zijn/haar gedrag daarbij afwimpelen als flauw
Signalen! Omwille van het verborgen karakter van seksueel misbruik zal het openlijk vaststellen of op heterdaad betrappen slechts uitzonderlijk voorkomen. Bij grensoverschrijdend gedrag neemt de kans iets toe omdat de dader zich hier meestal zelf niet van bewust is. De meeste slachtoffers van seksueel misbruik en van grensoverschrijdend gedrag zullen hier zelden rechtstreeks over praten. In de meeste gevallen zal je dus eerder onrechtstreeks geconfronteerd worden met bepaalde signalen. Een signaal kan bv. zijn dat het desbetreffende kind zich duidelijk anders gedraagt dan voorheen tegenover een bepaalde begeleider of groepslid. Je merkt dat een kind zich ongemakkelijk voelt in zijn/haar nabijheid en deze persoon zoveel mogelijk ontwijkt. Een ander signaal kan bv. zijn wanneer je het gevoel hebt dat er iets is tussen die twee personen waar de rest niets van weet. Het kan ook voorkomen dat een kind of jongere thuis seksueel misbruikt wordt. Ook in zulke situatie zal het slachtoffer hier zelden uitdrukkelijk over praten of om hulp vragen. Signalen die zouden kunnen wijzen op seksueel misbruik thuis zijn o.a. plotselinge veranderingen in het gedrag of relaties met andere kinderen. Een kind dat zonder aanwijsbare redenen bv. in een gesloten en teruggetrokken kind verandert of vice versa. Het verstijven bij aanrakingen of uit de weg gaan van elk lichamelijk contact of anderzijds een buitensporige interesse voor seks, het dwangmatig en openlijk masturberen Tot slot willen we hierbij opmerken dat voorgaande signalen niet noodzakelijk steeds met seksueel misbruik of grensoverschrijdend gedrag te maken hebben. Het is best mogelijk dat deze signalen wijzen op een heel ander achterliggend probleem.
Een lid versus een niet lid Wanneer de dader geen lid is en een lid komt bij jou met zijn/haar situatie dan is het niet aan jou als DC, groepsleider of leider om mee in te staan voor de begeleiding. Als zo n geval zou voorkomen is het belangrijk dat je naar zijn/haar verhaal luistert en het slachtoffer doorverwijst naar de dienst slachtofferhulp voor een verdere professionele ondersteuning. Als leiding, groepsleiding of DC kan je in zulke situatie ook altijd op het verbond terecht voor vragen en/of ondersteuning. Tussen twee leden De vraag komt via een leid(st)er Probeer bij voorkeur het gesprek face to face te voeren i.p.v. over de telefoon of via mail. Zo kan je beter inschatten waar de noden liggen en geef je diegene met de vraag ook een duidelijke signaal dat je mee naar een oplossing wil zoeken. Luister naar het verhaal Neem het verhaal sowieso serieus en probeer niet te minimaliseren. Wees niet te beroerd om een kapstok mee te nemen om je gesprek aan op te hangen en noteer het verhaal ook. Zeg ook dat je dit doet om alles helder op een rijtje te krijgen. Probeer onderscheid te creëren tussen vermoedens en feiten. Mogelijke hulpvragen hierbij: - Is het verhaal rechtstreeks via het lid gekomen? - Heb je zelf iets gemerkt? - Leeft het vermoeden ook bij anderen? - Zijn er eerdere gevallen of aanwijzingen? Ga op zoek naar welke stappen er al zijn ondernomen. - Gesprek met lid/ouders? - Gesprek met medeleiding? - Gesprek met vermeende dader? - Contact met externen (politie, slachtofferhulp, ) Creëer duidelijkheid. - Vat het verhaal samen
Het verhaal is er een van vermoedens Als er geen feiten zijn of er is geen lid (of ouder van) die een hulpvraag of duidelijk signaal heeft gesteld, is het in eerste instantie nodig om het vermoeden te checken. De moeilijkheid en dus ook de voorzichtigheid is om dit checken niet te laten uitmonden in roddels. Vergeet ook niet dat het om vermoedens gaat die evengoed niet waar kunnen zijn. - Kan je bij een betrouwbare medeleid(st)er terecht om je verhaal af te toetsen? - Is het mogelijk om een gesprek te voeren met het vermeende slachtoffer? - Kan je een gesprek voeren met de vermeende dader? Er is een duidelijk signaal richting seksueel misbruik Vaak is dit het geval als ofwel het lid of de ouders met een hulpvraag of melding komen en dit nog eens bevestigd wordt door feiten, vermoedens bij leiding en/of signalen van andere leden of leiding. Naargelang de ernst van de situatie is de benadering ook anders, zowel naar slachtoffer als dader. Verdere stappen Als er sprake is van seksueel grensoverschrijdend gedrag zijn er nog verschillende mogelijkheden. Het lid of de ouders willen klacht neerleggen tegen de dader Dit is uiteraard de minst prettige oplossing. Ga met het slachtoffer en de ouders op zoek naar een elegantere oplossing, maar hou de optie zeker nog open. Ze hebben het recht om dit te doen en hen hierin enkel in de weg lopen kan een averechts effect creëren.
Er zijn alleszins twee aandachtspunten: Zorg voor het slachtoffer - Verwijs hem/haar eventueel door naar professionele organisaties (slachtofferhulp, JAC, ) - Vraag wat je als groepsleiding kan doen - Vraag hoe je de ouders kan ondersteunen - Zorg voor een aanspreekpunt binnen de groep (zowel naar ouders als politie) Zorg voor de dader - Vertel hem dat er een klacht tegen hem/haar wordt neergelegd - Vertel hem/haar hoe zijn toekomst binnen de groep verder moet - Verwijs hem/haar door naar een professionele organisatie (daderhulp, JAC, CLG) - Vraag wat je als groepsleiding nog kan doen, maar wees bewust van je rol en wat daarbinnen mogelijk is. Het is goed mogelijk dat de politie vraagt om de dader niet te verwittigen; uiteraard moet je deze vraag respecteren. Probeer wel te vermijden dat de dader in scoutsverband wordt opgepakt. Het lid en/of de ouders willen geen klacht neerleggen tegen de dader Vaak gaat het niet om doelbewust misbruik, maar om grensoverschrijdend gedrag. Ga samen op zoek naar hoe je de situatie ziet evolueren. - Stapt het slachtoffer uit de groep? - Wat doe je met de dader? - Wat verwacht het slachtoffer/de ouders van de groepsleiding? - Hoe ziet de dader de situatie zelf evolueren?
Communicatie Naargelang de situatie kan je best even bekijken welke communicatie je wil voeren naar welke partijen. Een sobere communicatie is sowieso het meest aangewezen. Lees Blauw Licht er even op na voor het opstellen van een communicatieplan. - Wat vertel je aan betrokken partijen (ouders, dader, slachtoffer)? - Wat en hoe vertel je aan de groepsraad? - Vertel je iets aan je leden en wat? - Zorg voor een contactpersoon in de groep voor vragen van ouders en externen. - Spreek af met de groepsraad om allemaal dezelfde communicatie te voeren of alle vragen naar de communicatieverantwoordelijke van de groep af te leiden. - Als de situatie te moeilijk is aarzel dan niet om contact op te nemen met het nationaal secretariaat van Scouts en Gidsen Vlaanderen, zij bieden ondersteuning naar hoe je deze situatie het best aanpakt. Afspraken Maak duidelijke afspraken over welke stappen je gaat ondernemen. - Welke stappen ga je ondernemen? - Welke ondersteuning verwacht je? - Hoe ga je de communicatie voeren? - Wie breng je op de hoogte? (DC, GC, Verbond, ) - Maak een verslagje van het gesprek en de gemaakte afspraken. - Welke ondersteuning bied jij? Rechtsbijstand Normaal gezien kan je bij Scouts en Gidsen Vlaanderen terecht voor rechtsbijstand en juridisch advies. In een situatie waarbij twee leden betrokken zijn, wordt de rechtsbijstand niet verzekerd en kan slachtoffer noch dader beroep doen op deze dienst. Voor meer info bel je best met Scouts en Gidsen Vlaanderen. Nazorg Zolang de situatie lopend is, kan je best regelmatig bellen/afspreken om het verloop op te volgen en waar nodig aanwezig te zijn. De duur van dit proces is moeilijk te definiëren omdat de impact op de groepswerking niet altijd voorspelbaar is.
De vraag komt rechtstreeks van het lid (of ouder) Luister naar het verhaal van de aanklager en probeer alles duidelijk op een rijtje te krijgen. Vraag of hij/zij al contact heeft opgenomen met de (groeps)leiding en vraag anders dit (samen met jou) te doen. Als dit al gebeurd is, doorloop je het hierboven beschreven proces. Extra hierbij is dat je het lid of de ouder ook op de hoogte houdt van de uitkomst van dit gesprek. De mogelijkheid bestaat dat je als groepsleiding in eerste instantie een reactie van weerstand hebt, of de situatie minimaliseert. Het is in het belang van de groep om het verhaal toch serieus te nemen en op zoek te gaan naar de ware toedracht.
Waar kan je terecht? Hieronder staan een aantal organisaties die je kunnen ondersteunen. Van de meeste organisaties vind je er in elke provincie wel één of meerdere terug. Alle concrete adressen zijn te vinden via een handige zoekmachine op www.desocialekaart.be. Scouts en Gidsen Vlaanderen Indien je problemen hebt in verband met seksueel misbruik of iets anders, aarzel dan niet om het nationaal secretariaat te contacteren. Je vindt ons terug: Lange Kievitstraat 74, 2018 Antwerpen. Je kan ons per telefoon ook bereiken op 03 231 16 20. Bij nood bel je: 0474 26 14 01 JAC (JongerenAdviesCentrum): Een plek waar je als jongere met verschillende soorten vragen en/of problemen terechtkan. Zij zoeken mee naar een oplossing of een goede doorverwijzing. Je kan hier zowel (vermeende) slachtoffers als daders naar doorverwijzen. Vertrouwelijk en redelijk laagdrempelig. Ze zijn ook via mail en telefoon bereikbaar. CAW (Centrum Algemeen Welzijnswerk): Organisatie die het welzijn van mensen wil bevorderen ongeacht wie of wat ze zijn. Vaak een koepelorganisatie die (o.a.) zowel een dienst slachtofferhulp als een dienst daderhulp huisvest. Je kan ook iemand hiernaar doorsturen waarvan een dadervermoeden is, zonder dat die persoon onder die noemer benaderd wordt. Slachtofferhulp: Dienst voor (vermeende) slachtoffers van allerlei misbruiken. Daderhulp: Biedt ondersteuning op zowel socio-emotioneel als juridisch vlak. Bij een klacht begeleiden zij de beklaagde ook in de politionele zowel als in de juridische procedure. Vertrouwenscentrum Kindermishandeling: Meldpunt voor alle mogelijke situaties van geweld op kinderen. Hoogdrempeliger dan een JAC of CAW. Wel directere hulpverlening bij ernstige problemen of crisissituaties.