Inspectierapport Kindcentrum Eerde (BSO) Valkenbergstraat 23 5466RS Veghel Registratienummer 522415684 Toezichthouder: GGD Hart voor Brabant In opdracht van gemeente: Meierijstad Datum inspectie: 18-12-2017 Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 27-12-2017
Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Overzicht getoetste inspectie-items... 9 Gegevens voorziening... 11 Gegevens toezicht... 11 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 12 2 van 12
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Beschouwing KC Eerde BSO is gehuisvest ruimtes van basisschool Petrus en Paulus. Men maakt gebruik van het Talentenplein van de school. Het afgelopen jaar is het aantal kinderen op de BSO fors gegroeid. Steeds vaker vormt men een eigen groep 4-12. Waar nodig (slecht enkele BSO-kinderen en ook weinig KDV aanbod) vormt men een groep 0-13. Hierdoor is ook in Eerde buitenschoolse opvang mogelijk. De kinderen die van een BSO gebruik willen maken doen dat liever in Eerde dan in Veghel. Het pedagogisch beleidsplan voorziet ook in die groep van 0-13. Het onderzoek betreft een risicogestuurde inspectie waarbij alleen de kerntaken zijn beoordeeld. Voor een nadere omschrijving en toelichting op de geïnspecteerde voorwaarden verwijs ik u naar de desbetreffende inspectie-items in het rapport. Conclusie: KC Eerde BSO voldoet, bij de gecontroleerde onderdelen, aan de voorwaarden zoals genoemd in de Wet Kinderopvang. Advies aan College van B&W Geen handhaving. KC Eerde BSO voldoet, bij de gecontroleerde onderdelen, aan de voorwaarden zoals genoemd in de Wet Kinderopvang 3 van 12
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat De BSO voldoet aan de onderzochte voorwaarden met betrekking tot het pedagogisch klimaat. Binnen dit onderdeel zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: - Het bieden van een gevoel van emotionele veiligheid. - De mogelijkheid bieden tot de ontwikkeling van persoonlijke competenties. - De ruimte bieden tot het ontwikkelen van sociale competenties. - De mogelijkheid geven om normen en waarden eigen te maken. Om een goed beeld te krijgen van beleid, visie en praktijk is het beleidsplan gecontroleerd. Er zijn geen wijzigingen sinds de laatste inspectie. Observatie o.a. bij: binnenkomst, meehelpen (ruimte inrichten, fruit delen, drinken inschenken), fruit-drinken, gesprekjes met en tussen kinderen, divers spel buiten, kerststukje afmaken, "correctief gesprek", hapjes maken (voor ouders). Pedagogische praktijk Het pedagogisch beleidsplan is sedert de laatste controle niet gewijzigd. Pedagogische praktijk De pedagogische praktijk voldoet. Bij de observatie is gebruik gemaakt van het veldinstrument 2015 observatie pedagogische praktijk 4-12 jaar. Items hieruit staan hieronder cursief. Observatie: Pedagogisch beleidsplan: Beroepskrachten handelen volgens de uitgangspunten en werkinstructies in het pedagogisch beleidsplan. Zij weten waarom ze zo handelen en wat de bedoeling ervan is in relatie tot de vier pedagogische basisdoelen. Beroepskrachten bespreken hun handelen (aanpak, effect op de kinderen) op vaste momenten met het team. Pedagogisch beleid is geagendeerd. Emotionele veiligheid: Kennen/ herkennen Beroepskrachten kennen ieder kind in de groep. Ze kennen hen bij naam en weten persoonlijke bijzonderheden. 4 van 12
PM-ers kennen de kinderen. Zij kennen ook de thuissituatie en andere bijzonderheden van de kinderen. Respectvol contact Beroepskrachten hebben korte gesprekjes met kinderen waarbij beiden bijdragen aan de voortgang en inhoud van het gesprek (dialoog). Zij sluiten meestal op passende wijze aan op de situatie en/of de vraag van een kind. Er is verbaal en non-verbaal contact. Er wordt veel onderling gesproken. De inbreng komt daarbij van beide kanten. Tijdens het fruitdrinkmoment is er voortdurend sprake van onderlinge conversatie. Het "correctief gesprek" wordt respectvol gevoerd. Vertrouwde gezichten kinderen en medewerkers Kinderen hebben op hun opvangdag altijd (een aantal) vaste/vertrouwde andere kinderen in de groep. Er is sprake van max. 3 vaste beroepskrachten die de groep begeleiden. Er zijn vaste PM-ers. Bij vervang wordt rekening gehouden met wie men inzet. Contact/affectie Beroepskrachten laten merken dat ze de kinderen accepteren zoals ze zijn. Ze geven complimentjes, maken grapjes, hebben oogcontact. Contacten zijn ongedwongen. Beide partijen hebben inbreng. Energie en sfeer Er is een aangename sfeer in de groep. De meeste kinderen tonen in hun gedrag dat ze zich op hun gemak voelen. De sfeer is ontspannen. Kinderen spelen lekker samen. Alle kinderen doen mee met de aangeboden activiteiten. Persoonlijke competentie: Programma - Vrije tijd / ontspanning Beroepskrachten hebben een herkenbaar programma. Het programma bestaat uit vrij spel en gestructureerde individuele en groepsactiviteiten. De activiteiten zijn gevarieerd en bieden zowel rustmomenten als actieve uitdaging. Kinderen hebben de mogelijkheid om zich te ontspannen en/of schooldrukte af te reageren. Na het fruit-drinken gaat men naar buiten om energie kwijt te raken. Kinderen zijn niet verplicht om mee te doen een de aangeboden activiteit maar allen doen mee. Ongewenst gedrag wordt vriendelijk, maar duidelijk, gecorrigeerd. Aandacht - Wederkerigheid Beroepskrachten tonen hun betrokkenheid door met aandacht naar individuele kinderen te luisteren en aan te sluiten op de inhoud en reikwijdte van wat een kind vertelt. Beroepskrachten en de kinderen waarderen elkaars aanwezigheid door samen te praten, naar elkaar te luisteren, plezier te maken, ervaringen te delen. Gesprekjes ontstaan op initiatief van zowel kinderen als PM-ers. "Correctief gesprek" gebeurt duidelijk. Betrokkene heeft inspraak maar wat gevraagd wordt is duidelijk. 5 van 12
Spelbetrokkenheid De meeste kinderen zijn het grootste deel van de tijd bezig met een bepaalde activiteit. Spel gaat spontaan. Er wordt veel samen gespeeld. Ook bij de activiteiten is men samen bezig. Buitenactiviteiten Kinderen gaan dagelijks naar buiten. Hoort er gewoon bij. Responsief Beroepskrachten herkennen de signalen van individuele kinderen, kunnen deze correct interpreteren. Het is duidelijk dat de PM-ers de kinderen goed kennen. Ze kennen de bijzonderheden van het individuele kind. Sociale competentie: Samen spelen samen leren - Aanmoedigen onderling contact - Regie voeren Beroepskrachten laten veel initiatief voor samenspel over aan de kinderen. Beroepskrachten moedigen interactie tussen leeftijds- en/of groepsgenootjes aan. Beroepskrachten grijpen adequaat in bij negatieve interacties tussen kinderen. Zij helpen om de betreffende situatie stop te zetten of op te lossen. Kinderen kiezen zelf met wie men speelt. Waar dat wat moeizaam gaat spelen de PM-ers een actieve rol. Waar nodig grijpt men in. Stimulerend contact Beroepskrachten moedigen gesprekken tussen henzelf en de kinderen, en tussen kinderen onderling aan, door zowel luisteren als praten. Beroepskrachten en kind dragen beiden bij aan de inhoud en voortgang van het gesprek. Er wordt veel gecommuniceerd zowel tussen kinderen als tussen kinderen en PM-ers. Waarden en normen: Eenduidig handelen Beroepskrachten hanteren de afspraken, regels en omgangsvormen op eenduidige en consequente wijze. Verbondenheid met anderen Kinderen reageren positief op andere kinderen. Er is belangstelling en nieuwsgierigheid naar wat andere kinderen doen en kunnen. Inbreng, meebeslissen, meedoen 6 van 12
Beroepskrachten geven ruimte aan kinderen om bij activiteiten aan te geven waar hun voorkeur naar uitgaat. Er is sprake van respectvolle omgang met elkaar. Kinderen worden daar (indien nodig) ook op gewezen of gecorrigeerd. Te zien is dat men elkaar waardeert. Samen maakt men de opvang gezellig. Gebruikte bronnen: Interview (PM-ers, kinderen) Observaties (zie inleiding pedagogisch klimaat) Website Pedagogisch werkplan 7 van 12
Personeel en groepen De BSO is het afgelopen jaar flink gegroeid. Steeds vaker is het een eigen BSO-groep. Bij aanbod van slechts enkele BSO-kinderen vormt men samen met het KDV 1 groep. De vaste PM-ers zijn al langer op deze locatie werkzaam. Bij nodig vervang probeert men vaste PM-ers in te zetten. Verklaring omtrent het gedrag De VOG's zijn eerder ingezien. De VOG's van de PM-ers vallen allen onder de continue screening. Passende beroepskwalificatie De diploma's zijn eerder ingezien. Alle kwalificaties zijn passend. Opvang in groepen Een eigen groep 4-12 of, bij slechts enkele BSO-kinderen, een combinatiegroep 0-13. Beroepskracht-kindratio Roosters ingezien en besproken. Geen afwijkingen geconstateerd. Gebruikte bronnen: Interview (PM-ers, kinderen) Observaties (zie inleiding pedagogisch klimaat) Website Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Plaatsingslijsten Presentielijsten Personeelsrooster 8 van 12
Overzicht getoetste inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het vastgestelde pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven vanaf 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger is vóór aanvang van de werkzaamheden aan de houder overgelegd en bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee jaar. De actuele verklaring omtrent het gedrag is niet ouder dan twee jaar, te rekenen vanaf de dag van afgifte van de meest actuele verklaring omtrent het gedrag. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals opgenomen in de meest recent aangevangen cao kinderopvang. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen De opvang vindt plaats in basisgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 9 van 12
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 10 van 12
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Kindcentrum Eerde Website : http://www.kroontjeveghel.nl Aantal kindplaatsen : 20 Gegevens houder Naam houder : Kinderopvang 't Kroontje Adres houder : Pr W Alexander Sportprk 3 Postcode en plaats : 5461XL Veghel Website : www.kroontjeveghel.nl KvK nummer : 17281593 Aansluiting geschillencommissie : Ja Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Hart voor Brabant Adres : Postbus 3024 Postcode en plaats : 5003DA Tilburg Telefoonnummer : 088-3686845 Onderzoek uitgevoerd door : G van der Wijst Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Meierijstad Adres : Postbus 10001 Postcode en plaats : 5460DA Veghel Planning Datum inspectie : 18-12-2017 Opstellen concept inspectierapport : 18-12-2017 Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : 27-12-2017 Verzenden inspectierapport naar houder : 09-01-2018 Verzenden inspectierapport naar : 09-01-2018 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 30-01-2018 11 van 12
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 12 van 12