ToetredingsonderhandelingenmetKroatië = Hoofdstuk27:milieu. DeSloveensedelegatiehandhaaftechtereenvoorbehoudbijdegeheletekst.

Vergelijkbare documenten
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 oktober 2000 (26.10) (OR. en) 12415/00 LIMITE ELARG 155

L 328/32 Publicatieblad van de Europese Unie BIJLAGE A

PUBLIC LIMITE L CO FERE TIE OVER DE TOETREDI G TOT DE EUROPESE U IE IJSLA D. Brussel, 13 oktober 2011 (17.10) (OR. en) AD 46/11 LIMITE CO F-IS 19

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 31 oktober 2000 (15.11) (OR. en) 12705/00 LIMITE ELARG 160

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 april 2000 (06.04) (OR. en) 7482/00 LIMITE ELARG 40

PUBLIC GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT VAN DE EUROPESE UNIE (vervangt doc /99 CONF-CY 48/99)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 22 november 2002 (04.12) (OR. en) 14477/02 LIMITE ELARG 379

de heer Uwe CORSEPIUS, secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie

Raad van de Europese Unie Brussel, 12 januari 2015 (OR. en)

TOETREDINGSDOCUMENT Betreft: GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT VAN DE EUROPESE UNIE Hoofdstuk 10: Informatiemaatschappij en media

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

PUBLIC LIMITE L CO FERE TIE OVER DE TOETREDI G TOT DE EUROPESE U IE - TURKIJE - Brussel, 12 juni 2008 (16.06) (OR. en) AD 17/08 LIMITE CO F-TR 6

EIR 2019: Selectie van de belangrijkste feiten over de stand van de uitvoering van de milieuwetgeving in Europa

PUBLIC. Brussel, 19 juli 2002 (25.07) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 11088/02 LIMITE ELARG 245

NOTA "A"-PUNT het Comité van permanente vertegenwoordigers

*** ONTWERPAANBEVELING

A8-0249/139. Door de Commissie voorgestelde tekst

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 maart 2000 (OR. en) 5685/00 Interinstitutioneel dossier: 96/0304 (COD) LIMITE ENV 22 CODEC 68

bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 259 van 18/08/98

BESLUITEN. Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 192, lid 1,

Conclusies van de Raad betreffende de bestrijding van het tabaksgebruik

Inhoud. Deel 1 Algemene toelichting / 17. Lijst van Afkortingen / Inleiding / Geschiedenis / 20

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 175, Gezien het voorstel van de Commissie ( 1 ),

PUBLIC. Brussel, 23 juli 2002 (28.08) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 11238/02 LIMITE ELARG 254

OTA BESLUIT VAN DE RAAD houdende vaststelling van het standpunt van de Gemeenschap in de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan

Publicatieblad van de Europese Unie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

452 ( ) Nr juli 2015 ( ) ingediend op. Ontwerp van decreet

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 april 2014 (OR. en) 7911/14 Interinstitutioneel dossier: 2014/0079 (NLE) PECHE 147

EUROPEES PARLEMENT. Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie. van de Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie

MEDEDELING AAN DE LEDEN

14890/09 gar/gar/sd 1 DG I

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 oktober 2002 (29.10) 13344/02 Interinstitutional File: 2001/0107 (COD) LIMITE

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 september 2002 (04.10) (OR. en) 12275/02 LIMITE ELARG 278

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 oktober 2000 (20.10) (OR. en) 11951/00 LIMITE ELARG 142

12950/17 van/asd/dp 1 DG B 2B

Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document.

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

10667/16 oms/hh 1 DGG 2B

PUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275

(98/C 364/02) Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 130 S, lid 1,

PUBLIC. Brussel, 2 juli 2004 (06.07) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE /04 Interinstitutioneel dossier: 2002/0254 (COD) LIMITE

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

PUBLIC. Brusel,7december1999(11.01) (OR.f) RAADVAN DEEUROPESEUNIE 12985/99 LIMITE PV/CONS68 SAN180

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 juni 2002 (07.06) (OR. en) 9487/02 LIMITE ELARG 193

COMMISSION DELEGATED REGULATION (EU) No /.. of

BESLUIT VAN DE COMMISSIE. van

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING. INTERPRETATIENOTA Nr

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/9 VAN DE COMMISSIE

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 maart 2007 (13.04) (OR.en) ST 8028/07 Interinstitutioneel dossier: 2006/0135(CNS) LIMITE JUSTCIV 75

Publicatieblad van de Europese Unie L 77/25

Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document.

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 oktober 2004 (07.10) 12561/04 LIMITE EUROJUST 78

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 18 november 2008 (OR. en) 15311/08 E V 781 MAR 199 MED 76

*** ONTWERPAANBEVELING

Raad van de Europese Unie Brussel, 27 juni 2017 (OR. en)

BIJLAGE. bij het. Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad

Besluit van. tot intrekking Asbestbesluit milieubeheer

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Integrale tekst Afvalstoffenlijst

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

8461/17 nes/ons/sl 1 DGG 2B

SLOTAKTE. FA/TR/EU/HR/nl 1

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 8 februari 2012 (09.02) (OR. en) 6293/12 Inte rinstitutioneel dossier: 2012/0021 (NLE)

Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid ONTWERPRESOLUTIE

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

MEDEDELING AAN DE LEDEN

Inhoudsopgave I. BASISREGELS. A. Substantiële regels

RICHTLIJNEN. (Voor de EER relevante tekst)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 maart 2011 (OR. en) 7770/11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0042 (NLE) MED 9 WTO 108 AGRI 223 PECHE 78 UD 65

*** ONTWERPAANBEVELING

- Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (afgekort DABM ) 3

BIJLAGE. bij. Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Brussel, 14 mei 2012 (OR. en) RAAD VA DE EUROPESE U IE /11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0303 ( LE) AMLAT 99 PESC 1390 WTO 388

MEDEDELING AAN DE LEDEN

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2008 Nr. 107

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

13157/16 cle/van/dp 1 DGG 1A

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0176/288. Amendement. Patrick Le Hyaric, Younous Omarjee namens de GUE/NGL-Fractie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 31 augustus 2010 (OR. en) 13033/10 ENV 547 ENT 102

(Voor de EER relevante tekst)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL MILIEU

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

De Commissie dient een voorstel in voor grenswaarden voor de luchtkwaliteit voor benzeen en koolmonoxide

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag

Deze nota bevat ook een planning voor de verdere behandeling van dit dossier in de aanloop naar de zitting van de Raad TTE (8-9 juni 2006).

BIJLAGE V. Technische bepalingen inzake stookinstallaties. Deel 1. Emissiegrenswaarden voor de in artikel 32, lid 2, bedoelde stookinstallaties

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE. Begeleidend Document. bij het Voorstel voor een

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Transcriptie:

ConseilUE RAADVAN DEEUROPESEUNIE Brusel,17december2008(18.12) (OR.fr) PUBLIC 17226/08 LIMITE ELARG145 NOTA van: d.d.: aan: Betreft: degroepuitbreidingenlandenwaarmeetoetredingsonderhandelingenworden gevoerd 16december2008 hetcomitévanpermanentevertegenwoordigers UITBREIDING ToetredingsonderhandelingenmetKroatië = Hoofdstuk27:milieu 1. Voordedelegatiesgaathierbij,methetoogopdevolgendevergaderingvande toetredingsconferentiemetkroatië,hetontwerpvangemeenschappelijkstandpuntvande EuropeseUnieinzakemilieudathetresultaatisvandebesprekingenvandeGroep uitbreidingenlandenwaarmeetoetredingsonderhandelingenwordengevoerd. Dezetekstisvoor26delegatiesaanvaardbaar. DeSloveensedelegatiehandhaaftechtereenvoorbehoudbijdegeheletekst. 2. DitdosierwordtderhalveterbeoordelingaanhetComitévanpermanente vertegenwoordigersvoorgelegd. 17226/08 YEN/mv 1 DGEI

CONFERENTIE OVER DE TOETREDING TOT DE EUROPESE UNIE - KROATIË - BIJLAGE ONTWERP GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT VAN DE EUROPESE UNIE Kroatië - Onderhandelingshoofdstuk 27: milieu Dit standpunt van de Europese Unie is gebaseerd op haar algemene standpunt ten aanzien van de toetredingsconferentie met Kroatië (CONF-HR 2/05) en is onderworpen aan de door de toetredingsconferentie goedgekeurde onderhandelingsbeginselen (CONF- HR 5/05), te weten: een standpunt dat een partij ten aanzien van een hoofdstuk van de onderhandelingen inneemt, loopt geenszins vooruit op het standpunt van die partij ten aanzien van andere hoofdstukken; akkoorden - ook deelakkoorden - die tijdens de onderhandelingen over achtereenvolgens te behandelen hoofdstukken worden bereikt, kunnen pas als definitief worden aangemerkt wanneer een algeheel akkoord is bereikt; alsmede aan de in de punten 13, 16 en 26 van het onderhandelingskader bedoelde vereisten. De EU onderstreept dat Kroatië zowel de Stabilisatie- en Associatieovereenkomst als het Partnerschap voor toetreding, die de fundamentele elementen van de pretoetredingsstrategie vormen, behoort na te leven. De EU spoort Kroatië ertoe aan door te gaan met de aanpassing aan het acquis en met de effectieve toepassing en handhaving hiervan, en in het algemeen al voor de toetreding beleidsmaatregelen en instrumenten te ontwikkelen die zoveel mogelijk aansluiten bij die van de EU. 17226/08 YEN/mv 2

De EU moedigt Kroatië aan te zorgen voor de integratie van de eisen inzake milieubescherming in de vaststelling en de uitvoering van ander sectoraal beleid, en voor de bevordering van duurzame ontwikkeling. De EU wijst er voorts op dat alle nieuwe investeringen in overeenstemming moeten zijn met het milieuacquis. De EU neemt er nota van dat Kroatië in zijn standpunt CONF-HR 17/08 het acquis van hoofdstuk 27 zoals dat op 1 juni 2008 van kracht is, aanvaardt, maar om enkele overgangsmaatregelen verzoekt. Bij wijze van algemeen antwoord op Kroatië's verzoek om overgangstermijnen memoreert de EU haar algemene onderhandelingsstandpunt, namelijk dat overgangsmaatregelen een uitzondering vormen, in tijd en draagwijdte beperkt zijn, en vergezeld gaan van een plan voor de toepassing van het acquis met duidelijk omschreven stappen. Zij mogen in geen geval wijzigingen van de regels en het beleid van de Unie met zich brengen, de goede werking daarvan verstoren of tot ernstige verstoring van de concurrentie leiden. Horizontale wetgeving De EU neemt nota van de door Kroatië geleverde inspanningen om zijn wetgeving nog meer af te stemmen op het acquis op milieugebied, daaronder begrepen de bekrachtiging van het Verdrag betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden (het Verdrag van Aarhus). De EU neemt er nota van dat regelgeving en een programma voor de ontwikkeling en het beheer van het milieubeschermingsinformatiesysteem zullen worden aangenomen met het oog op het verzamelen en verwerken van milieugegevens en de rapportering aan het Europees Milieuagentschap (EEA), overeenkomstig het acquis. De EU neemt er nota van dat het Kroatische milieuagentschap voornemens is voor het einde van 2008 een toetredingsaanvraag in te dienen bij het EEA. De EU neemt tevens nota van de bekrachtiging van het memorandum van overeenstemming inzake de deelname van Kroatië aan het financieringsinstrument voor civiele bescherming, en verzoekt Kroatië werk te maken van de ondertekening van het memorandum betreffende zijn deelname aan het communautair mechanisme voor civiele bescherming. 17226/08 YEN/mv 3

Wat klimaatverandering betreft, neemt de EU nota van de door Kroatië geleverde inspanningen om zijn wetgeving af te stemmen op het desbetreffende acquis, met inbegrip van de bekrachtiging van het Protocol van Kyoto. De EU neemt er nota van dat een nationale strategie is opgesteld, met een actieplan voor de uitvoering van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering en het bijbehorende Protocol van Kyoto. De EU neemt tevens nota van de plannen van Kroatië om de omzetting van de resterende delen van het acquis in deze sector, inclusief Richtlijn 2003/87/EG, in 2008 te voltooien en om een nationaal plan voor de toewijzing van emissierechten en wetgeving op het gebied van registratie aan te nemen. De EU verzoekt Kroatië dit werk voort te zetten en tegelijkertijd Beschikking 280/2004/EG betreffende een bewakingssysteem en andere onderdelen van het EU-klimaatveranderingsbeleid waartoe in het kader van het Europees Programma inzake klimaatverandering het initiatief is genomen, uit te voeren. Kroatië zal zich vóór toetreding pas effectief bij de EU-regeling voor de emissiehandel (ETS) kunnen aansluiten indien het een afzonderlijke bilaterale overeenkomst sluit om zijn regeling voor de emissiehandel aan de EU ETS te koppelen. De EU onderstreept voorts dat Kroatië zich moet voorbereiden op de toekomstige verbintenissen uit hoofde van de beschikking inzake de verdeling van de inspanning (streefcijfers voor niet onder de ETS vallende sectoren), die naar verwachting in 2009 in werking zal treden. Met betrekking tot de administratieve capaciteit neemt de EU nota van de nieuwe organisatiestructuur van het ministerie van Milieubescherming, Ruimtelijke Ordening en Bouwbeleid die sinds 2007 van kracht is, alsook van de plannen van Kroatië om zijn capaciteit op dit gebied, inclusief wat milieu-inspectie betreft, te versterken. De EU verzoekt Kroatië om de capaciteitsopbouw, ook op regionaal en lokaal niveau, voort te zetten, in overeenstemming met het plan voor de totstandbrenging van de nodige administratieve capaciteit op nationaal, regionaal en lokaal niveau en de beschikbaarstelling van de benodigde financiële middelen voor de toepassing van het milieuacquis (hierna "het actieplan") van februari 2008. De EU onderstreept ook dat er een nieuwe structuur voor het Kroatische milieuagentschap moet worden aangenomen, zodat het personeelsbestand gevoelig kan worden uitgebreid, een betere taakverdeling kan worden uitgewerkt voor de naleving van de eisen van het acquis en verder kan worden gewerkt aan de uitbouw van de nationale registers in het kader van het pas opgerichte milieubeschermingsinformatiesysteem. De EU neemt nota van de oprichting van een nationale raad infrastructuur en ruimtelijke gegevens, met het oog op de uitvoering van de INSPIRE-richtlijn (2007/2/EG). De EU neemt nota van de voorgenomen versterking van het landelijk directoraat bescherming en redding, dat verantwoordelijk is voor civiele bescherming. De EU neemt er ten slotte nota van dat de inspectiediensten een samenwerkingsovereenkomst hebben ondertekend, die thans wordt uitgevoerd. 17226/08 YEN/mv 4

Luchtkwaliteit De EU neemt nota van de door Kroatië geleverde inspanningen om zijn wetgeving verder af te stemmen op het acquis inzake luchtkwaliteit, met inbegrip van de bekrachtiging van de protocollen bij het Verdrag betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand. De EU verzoekt Kroatië dit werk voor te zetten, onder meer wat betreft de richtlijnen inzake nationale emissiemaxima en betreffende de luchtkwaliteit en schonere lucht voor Europa, die nog niet zijn omgezet. De EU neemt er nota van dat in mei 2008 een nationaal plan ter bescherming en verbetering van de luchtkwaliteit 2008-2011 is aangenomen, en dat thans een informatiesysteem inzake luchtkwaliteit wordt opgericht. De EU onderstreept dat de uitvoering van het acquis moet worden versterkt, onder meer door het controlenetwerk te moderniseren en verder te ontwikkelen en door maatregelen te nemen om de verontreiniging geleidelijk te verminderen, overeenkomstig de in het acquis vastgestelde grenswaarden voor bepaalde verontreinigende stoffen. De EU neemt er nota van dat Kroatië verzoekt om een overgangsperiode tot en met 31 december 2017 voor artikel 5, lid 1, en bijlage III van Richtlijn 1999/30/EG betreffende grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, zwevende deeltjes en lood in de lucht (d.w.z. artikel 13, lid 1, en bijlage XI, punt B, van Richtlijn 2008/50/EG betreffende de luchtkwaliteit en schonere lucht voor Europa) in het deel betreffende de toepassing van grenswaarden voor het zwevende deeltje PM10 in de lucht voor de agglomeraties Zagreb, Rijeka, Sisak en Kutina. De EU neemt er nota van dat Kroatië eveneens om een overgangsperiode tot en met 31 december 2017 verzoekt voor artikel 4, lid 1, en bijlage II, punt 1, van Richtlijn 1999/30/EG (d.w.z. artikel 13, lid 1, en bijlage XI, punt B, van Richtlijn 2008/50/EG) in het deel betreffende de grenswaarden voor stikstofoxiden in de lucht voor de agglomeraties Zagreb en Rijeka. De EU neemt er kennis van dat tijdens deze periode, overeenkomstig het nationaal plan ter bescherming en verbetering van de luchtkwaliteit, maatregelen zullen worden genomen om de verontreiniging te verminderen en de eisen van het acquis na te leven. Indachtig de noodzaak tot bescherming van de menselijke gezondheid, vraagt de EU Kroatië zijn verzoek om een overgangsperiode voor de grenswaarden voor PM10 en stikstofoxiden te heroverwegen. De EU verzoekt Kroatië te overwegen om gebruik te maken van de door artikel 22 van Richtlijn 2008/50/EG geboden flexibiliteit wat betreft PM10 en stikstofdioxide. De EU verzoekt Kroatië om een uitvoeringsplan, dat onder andere meer gedetailleerde informatie bevat over het huidige niveau van PM10 en stikstofdioxide in de lucht voor de betrokken agglomeraties, de maatregelen ter beperking daarvan zodat de grenswaarden worden nageleefd, een tijdschema met termijnen, de geraamde kosten en de financieringsbronnen. 17226/08 YEN/mv 5

De EU neemt er nota van dat Kroatië verzoekt om een overgangsperiode tot en met 31 december 2012 voor artikel 3, lid 2, artikel 4, leden 2, 3 en 4, artikel 5, lid 2, en artikel 6, leden 2 en 3, van Richtlijn 94/63/EG betreffende de beheersing van de uitstoot van vluchtige organische stoffen (VOS) als gevolg van de opslag van benzine en de distributie van benzine vanaf terminals naar benzinestations. De EU neemt er kennis van dat de bestaande opslaginstallaties van terminals en benzinestations tijdens deze periode aan de eisen van de richtlijn zullen worden aangepast. Om een volledige beoordeling van het verzoek mogelijk te maken, verzoekt de EU Kroatië meer gedetailleerde informatie te verstrekken over het soort, het debiet, de locatie en het aantal installaties die onder de richtlijn vallen, alsook over de mate waarin deze reeds aan de richtlijn voldoen. Kroatië dient tevens een uitvoeringsplan voor te leggen waarin het een raming van de kosten, informatie over de financieringsbronnen en tijdschema's voor de investeringen verstrekt. De EU neemt er nota van dat Kroatië verzoekt om een overgangsperiode tot en met 31 december 2012 voor artikel 3, lid 2, onder e), artikel 4, lid 1, onder e), en artikel 4, lid 5, van Richtlijn 98/70/EG betreffende de kwaliteit van benzine en van dieselbrandstof (als gewijzigd), en voor artikel 3, leden 1 en 2, artikel 4, lid 1, en de artikelen 4 bis, 4 ter en 4 quater van Richtlijn 1999/32/EG betreffende een vermindering van het zwavelgehalte van bepaalde vloeibare brandstoffen (als gewijzigd). De EU neemt er nota van dat tijdens deze periode de modernisering van de twee raffinaderijen zal worden voltooid, zodat brandstoffen kunnen worden geproduceerd die aan de eisen van het acquis voldoen. In afwachting daarvan voldoet slechts een gedeelte van de vloeibare brandstoffen die in de binnenlandse raffinaderijen worden geproduceerd aan de eisen van de genoemde richtlijnen. De EU wijst erop dat vertragingen in de naleving gevolgen kunnen hebben voor de grensoverschrijdende handel en voor de lokale en regionale luchtkwaliteit. Om een volledige beoordeling van het verzoek mogelijk te maken, verzoekt de EU Kroatië meer gedetailleerde informatie te verstrekken over de soorten, kwaliteit en hoeveelheid van de door binnenlandse raffinaderijen geproduceerde brandstoffen (met inbegrip van de soorten en de hoeveelheid die aan de eisen van het acquis voldoen), alsmede over de uitgevoerde en ingevoerde brandstoffen, de brandstofprijzen en de marktstructuur. Kroatië dient tevens een uitvoeringsplan voor de raffinaderijen voor te leggen, dat onder andere een raming van de investeringskosten, een inventarisatie van de financieringsbronnen en een tijdschema met termijnen bevat. Met betrekking tot het verzoek om een overgangsperiode voor artikel 4 bis van Richtlijn 1999/32/EG herinnert de EU eraan dat in dit artikel bepalingen van bijlage VI van het Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen worden overgenomen die reeds bindend zijn voor Kroatië. 17226/08 YEN/mv 6

Met betrekking tot de administratieve capaciteit neemt de EU nota van de geplande versterking van de capaciteit van het ministerie van Milieubescherming, Ruimtelijke Ordening en Bouwbeleid, inclusief de inspectiediensten, en van het Kroatische milieuagentschap. De EU onderstreept dat de luchtkwaliteit naar behoren moet worden gecontroleerd, hetgeen een uitgebouwd netwerk van meetstations, uitrusting en personeel veronderstelt. De EU neemt er in dit verband nota van dat het meteorologisch en hydrologisch instituut ermee zal worden belast de taak van deskundige op het gebied van het meten van de luchtkwaliteit op zich zal nemen, en verzoekt Kroatië om nadere verduidelijking van het tijdschema voor de capaciteitsopbouw en een geplande datum voor de aanvang van de nieuwe taak van dat instituut. Afvalbeheer De EU neemt nota van de door Kroatië geleverde inspanningen om de afstemming van de wetgeving voort te zetten, alsook van de plannen om de resterende delen van het acquis in deze sector voor het einde van 2008 te behandelen. De EU neemt eveneens nota van de aanneming van het nationaal afvalbeheersplan, in 2007, en van de oprichting van een systeem voor het beheer van bepaalde categorieën afval (verpakkingsafval, afgewerkte olie, afvalbatterijen en -accu's, autowrakken, elektrische en elektronische apparatuur, oude banden). De EU moedigt Kroatië aan, verder werk te maken van de afstemming van de wetgeving en een tijdige implementatie, en ervoor te zorgen dat het voldoet aan het acquis, met name wat betreft de bouw van centra voor afvalbeheer, de sanering van bestaande stortplaatsen en "hot spot"-gebieden en de verdere ontwikkeling en exploitatie van systemen voor de verzameling en behandeling van bepaalde categorieën afval, waaronder elektrische en elektronische apparatuur, verpakkingsafval, autowrakken en PCB's/PCT's. De EU neemt er nota van dat Kroatië om een overgangsperiode tot en met 31 december 2015 verzoekt voor artikel 14, punt c), van Richtlijn 1999/31/EG betreffende het storten van afvalstoffen. De EU neemt er kennis van dat, met het oog op de naleving van de in de richtlijn vervatte eisen, de sanering van bestaande stortplaatsen en de omvorming ervan tot afvaloverslagstations of recyclingvoorzieningen tijdens deze periode zullen worden voortgezet, evenals de bouw van nieuwe stortplaatsen binnen de centra voor afvalbeheer. Om een volledige beoordeling van het verzoek mogelijk te maken, verzoekt de EU Kroatië om een uitvoeringsplan voor deze richtlijn, met inbegrip van plannen voor de sanering en sluiting van de bestaande stortplaatsen, het aantal stortplaatsen, de geraamde kosten, de financieringsbronnen en een tijdschema met termijnen. Kroatië moet tevens informatie verstrekken met betrekking tot de bouw van nieuwe stortplaatsen om aan de eisen van het acquis te voldoen, met inbegrip van de kosten, financieringsbronnen en een tijdschema met termijnen. 17226/08 YEN/mv 7

De EU neemt er nota van dat Kroatië om een overgangsperiode tot en met 31 december 2020 verzoekt voor artikel 5, lid 2, punt c), van Richtlijn 1999/31/EG inzake het storten van afval. De EU neemt er kennis van dat het aandeel van naar stortplaatsen over te brengen biologisch afbreekbaar stedelijk afval tijdens deze periode geleidelijk zal worden verminderd en uiteindelijk het voorgeschreven niveau van 35% van de hoeveelheid over de referentieperiode zal halen. Om een volledige beoordeling van het verzoek mogelijk te maken, verzoekt de EU Kroatië gestandaardiseerde EUROSTAT-gegevens te verstrekken over de hoeveelheid naar stortplaatsen over te brengen biologisch afbreekbaar stedelijk afval in de referentieperiode en in de huidige situatie, alsook een plan voor de geleidelijke vermindering van deze hoeveelheid, met een tijdschema en termijnen, en een overzicht van de daaraan verbonden kosten (deze gegevens kunnen worden opgenomen in het in de vorige alinea bedoelde uitvoeringsplan). De EU verzoekt Kroatië voort te gaan met zijn inspanningen om de administratieve capaciteit in deze sector te versterken, in overeenstemming met het actieplan. De EU onderstreept met name hoe belangrijk het is dat op regionaal en op lokaal niveau voor capaciteitsopbouw wordt gezorgd en dat de inspectiediensten verantwoordelijk zijn voor de uitvoering en handhaving van het acquis. De nodige aandacht moet uitgaan naar de versterking van het fonds voor milieubescherming en energie-efficiëntie, door financiële middelen ter beschikking te stellen voor de ontwikkeling en uitvoering van verschillende projecten, waaronder de sanering van stortplaatsen, de bouw van centra voor afvalbeheer en de oprichting van systemen voor de verzameling en behandeling van bepaalde categorieën afval. Waterkwaliteit De EU neemt nota van het bereikte niveau van afstemming van de wetgeving en verzoekt Kroatië om meer inspanningen op dit gebied, met name met het oog op de aanneming van de nieuwe Waterwet en van de Financieringswet waterbeheer, met de daarop aansluitende uitvoeringswetgeving. De EU neemt nota van de aanneming van de strategie voor waterbeheer. De EU neemt tevens nota van het voornemen om tegen eind 2009 de stroomgebiedbeheersplannen, het register van beschermde gebieden en het monitoringprogramma voor oppervlaktewater, grondwater en beschermde gebieden op te stellen. De EU neemt er tevens nota van dat Kroatië vóór eind 2008 een aantal uitvoeringsplannen zal aannemen, onder meer voor de richtlijn inzake de behandeling van stedelijk afvalwater. De EU verzoekt Kroatië zich voor te bereiden op de omzetting en uitvoering van Richtlijn 2008/56/EG tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het beleid ten aanzien van het mariene milieu, en zijn plannen ter zake voor te leggen. 17226/08 YEN/mv 8

De EU neemt er nota van dat Kroatië verzoekt om een overgangsperiode tot en met 31 december 2020 voor artikel 4 van Richtlijn 2000/60/EG tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid. De EU neemt er nota van dat dit verzoek verband houdt met andere verzoeken om overgangsperiodes in de watersector. De EU wijst erop dat, indien Kroatië stroomgebiedbeheersplannen, monitoringplannen en programma's met maatregelen met het oog op een goede watertoestand opstelt en zorgt voor monitoring die beantwoordt aan het huidige acquis, het nauwkeuriger zal kunnen bepalen op welke punten het eventueel verzoeken met betrekking tot Richtlijn 2000/60/EG zal moeten indienen. De EU verzoekt Kroatië informatie te verstrekken over de uitvoering van de richtlijn, met een tijdschema en termijnen, en zijn verzoek om een overgangsperiode te specificeren. De EU neemt er nota van dat Kroatië om een overgangsperiode tot en met 31 december 2030 verzoekt voor de artikelen 3, 4, 5, 6 en 7 van Richtlijn 91/271/EG inzake de behandeling van stedelijk afvalwater. De EU neemt er kennis van dat tijdens deze periode de bouw zal worden voltooid van systemen voor het opvangen en de behandeling van stedelijk afvalwater die beantwoorden aan de eisen van het acquis. Om een volledige beoordeling van het verzoek mogelijk te maken, verzoekt de EU Kroatië informatie te verstrekken over de aanwijzing van kwetsbare gebieden en over de huidige stand van zaken betreffende systemen voor het opvangen en het behandelen van afvalwater. Kroatië moet tevens een uitvoeringsplan, met kostenraming, financieringsbronnen, maatregelen ter versterking van de administratieve capaciteit, tijdschema en termijnen, voorleggen. Dit plan moet recht doen aan de prioriteiten van de richtlijn en een verdeling volgens de verschillende categorieën van de richtlijn bevatten. De EU neemt er nota van dat Kroatië om een overgangsperiode tot en met 31 december 2012 verzoekt voor artikel 6 van Richtlijn 91/676/EEG inzake de bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten, met betrekking tot de monitoring van oppervlaktewater en grondwater. Om een volledige beoordeling van het verzoek mogelijk te maken, verzoekt de EU Kroatië om een uitvoeringsplan, met een tijdschema voor de aanwijzing van kwetsbare gebieden, alsook een tijdschema, termijnen, een raming van de kosten en de financieringsbronnen met betrekking tot de ontwikkeling van het monitoringnetwerk en het monitoringprogramma. 17226/08 YEN/mv 9

De EU neemt er nota van dat Kroatië om een overgangsperiode tot en met 31 december 2019 verzoekt voor artikel 5, lid 4, van Richtlijn 91/676/EEG inzake de bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten, met betrekking tot stikstofverbindingen uit mest en de bouw van mestopslagvoorzieningen. Om een volledige beoordeling van het verzoek mogelijk te maken, verzoekt de EU Kroatië om een uitvoeringsplan dat recht doet aan de verschillende prioriteiten van de richtlijn, met een tijdschema, kostenraming en financieringsbronnen voor de opstelling en uitvoering van een actieprogramma, inclusief de bouw van opslagvoorzieningen. Verder moet informatie worden verstrekt over het opstellen van codes van goede landbouwpraktijken en de huidige mestopslagcapaciteit van de landbouwbedrijven, tezamen met een gedegen evaluatie van de constructiebehoeften met het oog op de naleving van de in de richtlijn vervatte eisen. De EU verzoekt Kroatië gedetailleerde informatie te verstrekken over het landbouwstelsel, en met name over de verschillende systemen van veeteelt en gemengde bedrijven en de huidige totale productie van mest en vee per diersoort. De EU neemt er nota van dat Kroatië verzoekt om een overgangsperiode tot en met 31 december 2020 voor de artikelen 9 en 14, in relatie met bijlage I, deel B, en bijlage III van Richtlijn 98/83/EG betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water. De EU neemt er kennis van dat tijdens deze periode openbare systemen van drinkwatervoorziening zullen worden aangelegd waarmee aan het acquis zal worden voldaan. Om een volledige beoordeling van het verzoek mogelijk te maken, verzoekt de EU Kroatië een uitvoeringsplan voor te leggen dat recht doet aan de verschillende prioriteiten van de richtlijn, met inbegrip van gedetailleerde informatie over de verschillende parameters, de huidige grenswaarden en de afstemming ervan op de eisen van het acquis, de geraamde investeringslast, de financieringsbronnen, en een tijdschema met termijnen. 17226/08 YEN/mv 10

De EU neemt kennis van de nieuwe regelgeving betreffende de interne structuur van het ministerie van Regionale Ontwikkeling, Bosbouw en Waterbeheer, en met name van de nieuwe organisatie en van de beoogde versterking van de beide afdelingen voor waterbeheer, ten opzichte van de situatie zoals beschreven in het actieplan. De EU verzoekt Kroatië meer informatie te verstrekken over de plannen voor verdere capaciteitsopbouw in deze afdelingen in 2009. De EU neemt kennis van de oprichting, in het ministerie van Landbouw, Visserij en Plattelandsontwikkeling, van een afdeling visserij met bevoegdheden op het gebied van de kwaliteit van zoet water, ter ondersteuning van het leven van vissen. De EU onderstreept dat de administratieve capaciteit in de sector waterkwaliteit behoort te worden versterkt, met name op regionaal en lokaal niveau en met betrekking tot de inspectiediensten, in overeenstemming met het actieplan van februari 2008. De EU onderstreept voorts dat een nieuwe structuur voor de Kroatische Watermaatschappij moet worden goedgekeurd, met het oog op een betere taakverdeling en een doeltreffend waterbeheer, in overeenstemming met de eisen van het acquis. De EU neemt er kennis van dat binnen de Kroatische Watermaatschappij een hoofdlaboratorium voor waterbeheer is opgericht, dat belast is met de monitoring van de waterkwaliteit. De EU benadrukt ook hoe belangrijk het is dat coördinatiemechanismen worden ontwikkeld en dat de samenwerking tussen de administratieve overheden die over de uitvoering en de handhaving van het acquis op het gebied van waterkwaliteit gaan, wordt versterkt. Natuurbescherming De EU neemt nota van het bereikte niveau van afstemming van de wetgeving en verzoekt Kroatië om meer inspanningen op dit gebied, met name wat betreft de "Habitatrichtlijn" en de "Vogelstandrichtlijn". De EU neemt er kennis van dat het nationaal ecologisch netwerk, dat 1500 gebieden omvat, is opgericht en verzoekt Kroatië voort te gaan met de uitwerking van een lijst van gebieden voor het NATURA 2000-netwerk. De EU neemt er nota van dat Kroatië voornemens is eind 2008 een nationale strategie en een actieplan ter bescherming van de biologische en de landschapsdiversiteit aan te nemen. De EU neemt er nota van dat Kroatië verzoekt om wijzigingen in de bijlagen van Richtlijn 92/43/EEG inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna en van Richtlijn 79/409/EEG inzake het behoud van de vogelstand. De EU neemt tevens nota van het verzoek van Kroatië toestemming te mogen verlenen voor de verkoop van bepaalde vogelsoorten, overeenkomstig artikel 6, lid 1, van Richtlijn 79/409/EEG. Om een volledige beoordeling van de verzoeken mogelijk te maken, verzoekt de EU Kroatië om wetenschappelijk informatie ter onderbouwing van deze verzoeken. 17226/08 YEN/mv 11

De EU neemt er nota van dat Kroatië om een voorbehoud verzoekt met betrekking tot de voltooiing van de lijst van mariene NATURA 2000-gebieden. De EU herinnert er echter aan dat de lijst van NATURA 2000-gebieden bij toetreding moet zijn voltooid en aan de Commissie moet worden voorgelegd. De EU verzoekt Kroatië voort te gaan met onderzoek en ontwikkeling van wetenschappelijke gegevens voor de aanwijzing van deze gebieden. De EU neemt er tevens nota van dat Kroatië om geografische beperkingen zal verzoeken, met name wat betreft de jacht op bepaalde soorten die in Kroatië niet bedreigd zijn en bijgevolg als wildsoorten worden aangemerkt, alsook wat betreft de handel in deze soorten in het geval van legaal gevangen specimens. Om een volledige beoordeling van het verzoek mogelijk te maken, vraagt de EU Kroatië dit met wetenschappelijke informatie te onderbouwen. De EU onderstreept dat de administratieve capaciteit inzake natuurbescherming verder moet worden uitgebouwd, met name op regionaal en lokaal niveau, met inbegrip van overheidsinstellingen voor het beheer van nationale en natuurparken, en andere beschermde gebieden, en op het vlak van de inspectiediensten (natuurbeschermingsinspectie en veterinaire inspectie). De EU benadrukt ook hoe belangrijk het is dat de coördinatiemechanismen verder worden ontwikkeld en dat de samenwerking tussen de diverse administratieve organen die over de uitvoering en de handhaving van het acquis op dit gebied gaan, voortdurend wordt verbeterd. De EU neemt in dit verband nota van de voorgenomen aanwerving van extra personeel bij het ministerie van Cultuur, dat verantwoordelijk is voor natuurbescherming, het Nationaal instituut voor natuurbescherming en de overige instellingen, in overeenstemming met het actieplan van februari 2008. Bestrijding van industriële verontreiniging en risicobeheersing De EU neemt nota van de inspanningen van Kroatië om zijn wetgeving in deze sector verder af te stemmen op het acquis, en van de plannen om de omzetting van de resterende delen van het acquis, met name van de IPPC- en de Seveso II-richtlijnen, tegen eind 2008 te voltooien. De EU neemt er nota van dat het de bedoeling is dat in 2008 een plan voor de terugdringing van emissies door grote stookinstallaties wordt aangenomen. De EU neemt er nota van dat Kroatië voornemens is zijn nationaal stelsel voor de toekenning van keuren ook na toetreding te handhaven. 17226/08 YEN/mv 12

De EU neemt er nota van dat Kroatië om een overgangsperiode tot en met 31 december 2017 verzoekt voor artikel 5, lid 2, van Richtlijn 2008/1/EG inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging (IPPC). De EU neemt er nota van dat de huidige IPPC-installaties tijdens deze periode zullen worden gemoderniseerd, zodat zij voldoen aan de eisen van het acquis. De EU onderstreept dat meer inspanningen behoren te worden geleverd met betrekking tot de uitvoering van de richtlijn, onder meer wat betreft de voltooiing van de inventaris van IPPC-installaties en de aanvang van de afgifte van IPPC-vergunningen. In dit verband dringt de EU er bij Kroatië op aan de procedure voor studies naar de aanpassing van de installaties aan de eisen van de richtlijn in te korten. Om een volledige beoordeling van het verzoek mogelijk te maken, verzoekt de EU Kroatië om een plan voor de uitvoering van de richtlijn, inclusief meer gedetailleerde informatie over het soort, het aantal en de locatie van de IPPC-installaties, een tijdschema voor de afgifte van vergunningen voor deze installaties, alsmede plannen voor de aanpassing ervan, met inbegrip van een kostenraming, financieringsbronnen en een tijdschema met termijnen. De EU benadrukt dat overgangsperioden alleen per geval kunnen worden overwogen wanneer bekend is om welke installaties het gaat. Kroatië moet ook informatie verstrekken over exportcijfers voor de betrokken industriële installaties en over de mogelijke grensoverschrijdende gevolgen van vertragingen in de naleving en de weerslag daarvan op het vermogen om te voldoen aan de eisen van andere onderdelen van het EU-acquis op milieugebied. De EU verzoekt Kroatië zich verder te beraden op mogelijkheden om de negatieve gevolgen van een eventuele overgangsperiode, zoals mogelijke concurrentievervalsing, te beperken. De EU neemt er nota van dat Kroatië om een overgangsperiode tot en met 31 december 2017 verzoekt voor artikel 4, leden 1 en 3, van Richtlijn 2001/80/EG inzake beperking van de emissies van bepaalde verontreinigende stoffen in de lucht door grote stookinstallaties. De EU neemt er nota van dat de installaties tijdens deze periode zullen worden aangepast aan de eisen van de richtlijn. De EU onderstreept in dit verband dat Kroatië zijn definitie van "bestaande" en "nieuwe" installaties moet afstemmen op het acquis. Om een volledige beoordeling van het verzoek mogelijk te maken, verzoekt de EU Kroatië informatie te verschaffen over de "bestaande" en de "nieuwe" installaties (als gedefinieerd in de richtlijn) en een uitvoeringsplan voor te leggen met informatie over de huidige en beoogde emissies van SO2, NOx en stof, de geraamde investeringskosten, financieringsbronnen, en een tijdschema met termijnen. De EU benadrukt dat overgangsperioden alleen per geval kunnen worden overwogen wanneer bekend is om welke installaties het gaat. 17226/08 YEN/mv 13

De EU neemt er nota van dat Kroatië verzoekt om een overgangsperiode tot en met 31 december 2015 voor artikel 5 en de bijlagen IIA en IIB van Richtlijn 1999/13/EG inzake de beperking van de emissie van vluchtige organische stoffen ten gevolge van het gebruik van organische oplosmiddelen bij bepaalde werkzaamheden en in installaties. De EU neemt er nota van dat ongeveer 1.500 installaties/werkzaamheden in Kroatië onder de richtlijn vallen en dat deze tijdens de gevraagde overgangsperiode zullen worden gemoderniseerd, zodat zij aan de eisen van de richtlijn voldoen. In dit verband verzoekt de EU dat Kroatië zou verduidelijken of de definities van met name "bestaande" installatie afgestemd zijn op het acquis. Om een volledige beoordeling van het verzoek mogelijk te maken, verzoekt de EU Kroatië een uitvoeringsplan voor te leggen, met inbegrip van meer gedetailleerde informatie over het soort, het aantal en de locatie van de betrokken installaties/werkzaamheden, de aldaar geproduceerde en vervolgens geëxporteerde goederen, de geraamde investeringskosten, de financieringsbronnen en een tijdschema met termijnen. De EU verzoekt Kroatië informatie te verstrekken over de mogelijke grensoverschrijdende gevolgen van vertragingen in de naleving, en zich verder te beraden op mogelijkheden om de negatieve gevolgen van een eventuele overgangsperiode, zoals mogelijke concurrentievervalsing, te beperken. De EU neemt er nota van dat Kroatië voornemens is de administratieve capaciteit in deze sector te versterken, in overeenstemming met het actieplan van februari 2008. De EU beklemtoont het belang van capaciteitsopbouw, met name wat inspectiediensten betreft. De EU neemt in dit verband nota van de plannen van Kroatië voor de verdere ontwikkeling van de capaciteit van de inspectiediensten na 2009, met het oog op het uitvoeren van controles in installaties waarvoor eisen inzake geïntegreerde milieubescherming zijn geformuleerd. Chemische stoffen De EU neemt nota van de inspanningen van Kroatië om zijn wetgeving in deze sector verder af te stemmen op het acquis, daaronder begrepen wijzigingen van de Chemicaliënwet en de aanneming van uitvoeringswetgeving, onder meer voor Verordening (EG) nr. 1907/2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH). De EU neemt er nota van dat Kroatië stappen heeft ondernomen om partij te worden bij het Verdrag van Rotterdam. De EU neemt tevens nota van de aanneming van de nationale strategie inzake chemische stoffen. De EU verzoekt Kroatië voort te gaan met de omzetting, ook van de biocidenrichtlijn, en het acquis verder uit te voeren. 17226/08 YEN/mv 14

Wat de administratieve capaciteit betreft, neemt de EU kennis van de nieuwe organisatiestructuur (sinds april 2007) van het ministerie van Volksgezondheid en Sociale Zekerheid, inclusief de onlangs opgerichte afdeling gevaarlijke chemische stoffen. De EU neemt tevens nota van de plannen ter versterking van de administratieve capaciteit, onder meer van het Kroatische toxicologisch instituut en van de sanitaire inspectie, in overeenstemming met het actieplan van februari 2008. Tot slot neemt de EU er nota van dat een overeenkomst inzake coördinatie en samenwerking tussen het ministerie en andere bevoegde instanties op het gebied van chemische stoffen op stapel staat en dat deze eind 2008 zal worden ondertekend. Genetisch gemodificeerde organismen (GGO's) De EU neemt nota van de inspanningen van Kroatië om zijn wetgeving in deze sector af te stemmen op het acquis, en van de plannen met betrekking tot de omzetting van het acquis. De EU verzoekt Kroatië voort te gaan met de uitvoering. Wat de administratieve capaciteit betreft, neemt de EU er kennis van dat binnen de nieuwe structuur van het ministerie van Volksgezondheid en Sociale Zekerheid een afdeling controle van genetisch gemodificeerde organismen is opgericht. De EU neemt eveneens kennis van de oprichting van de afdeling ontwikkeling van het wetenschappelijk bestel binnen het ministerie van Wetenschap, Onderwijs en Sport, en van de afdeling plantaardige productie binnen het ministerie van Landbouw, Visserij en Plattelandsontwikkeling, die beide bevoegd zijn inzake GGO's. De EU neemt tevens nota van de plannen om in 2008 een inspectiedienst op te richten die het ingeperkt gebruik van GGO's zal controleren, ter vervollediging van het algemene stelsel van inspectiediensten voor GGO's. De EU neemt nota van het voornemen van Kroatië om de capaciteit van de voor GGO's bevoegde organen, onder meer laboratoria en inspectiediensten, te versterken. Gezien het aantal instellingen dat betrokken is bij de uitvoering en handhaving van het acquis op het gebied van GGO's onderstreept de EU dat hun werkzaamheden behoren te worden gecoördineerd. In dit verband neemt de EU er nota van dat een overeenkomst inzake coördinatie en samenwerking tussen het ministerie van Volksgezondheid en Sociale Zekerheid en andere bevoegde instanties op het gebied van GGO's op stapel staat en dat deze eind 2008 zal worden ondertekend. De EU neemt er tevens nota van dat Kroatië van plan is twee raden op te richten: de GGO-raad en de "raad voor doelbewuste introductie van GGO's in het milieu en voor het ingeperkt gebruik ervan". 17226/08 YEN/mv 15

Lawaai De EU neemt nota van de inspanningen van Kroatië om zijn wetgeving in deze sector verder af te stemmen op het acquis. De EU verzoekt Kroatië voort te gaan met de uitvoering, met name wat betreft de opstelling van geluidsbelastingskaarten en actieplannen. De EU neemt er nota van dat Kroatië de capaciteit van de sanitaire inspectie zal versterken. De EU neemt er tevens nota van dat een overeenkomst inzake coördinatie en samenwerking tussen het ministerie van Volksgezondheid en Sociale Zekerheid en andere bevoegde instanties op het gebied van lawaai op stapel staat en dat deze eind 2008 zal worden ondertekend. Bosbouw De EU verzoekt Kroatië voort te gaan met de uitvoering van de wetgeving op het vlak van bosbouw, inclusief de aanneming van het landelijk bosbouwprogramma, de oprichting van de genenbank en de zadenbank, en de instelling van het bosbrandenregister en het register voor schade aan bossen. De EU neemt nota van de beoogde versterking van de administratieve capaciteit in deze sector, onder andere wat betreft de afdeling bosbouw van het ministerie van Regionale Ontwikkeling, Bosbouw en Waterstaat, de bosbouwinspectie en de adviesdienst voor bosbouw. 17226/08 YEN/mv 16

Actieplan administratieve capaciteit en financiële middelen De EU benadrukt in het algemeen dat spoedig aandacht moet worden geschonken aan het opbouwen van een sterke en goed toegeruste administratie voor de toepassing en handhaving van het milieuacquis. In dat licht verheugt het de EU dat Kroatië een actieplan heeft aangenomen met het oog op de benodigde administratieve capaciteit en de vereiste financiële middelen voor de uitvoering en de handhaving van het acquis. De EU verzoekt Kroatië om de Commissie nadere informatie over de monitoring en de coördinatie van de uitvoering van het actieplan te verstrekken. De EU zal de uitvoering van het actieplan en andere in Kroatië's onderhandelingsstandpunt gedane toezeggingen op de voet volgen. * * * De EU wijst erop dat dit hoofdstuk, gezien de huidige stand van de voorbereidingen, en met dien verstande dat Kroatië verdere vorderingen moet maken bij de aanpassing aan en uitvoering van het acquis in verband met het milieuhoofdstuk, pas voorlopig kan worden afgesloten wanneer de EU het erover eens is dat aan de volgende ijkpunten is voldaan: Kroatië neemt wetgeving aan om het acquis op het gebied van waterkwaliteit om te zetten, waarbij met name aan de nieuwe Waterwet en de nieuwe Financieringswet waterbeheer wordt gedacht, en neemt uitvoeringswetgeving aan zodat nieuwe en grote vorderingen kunnen worden gemaakt met het afstemmen van de wetgeving. Kroatië neemt wetgeving aan om het acquis op het gebied van bestrijding van industriële verontreiniging en risicobeheersing om te zetten en zorgt ervoor dat de toepasselijke definities, met name met betrekking tot installaties, op het acquis worden afgestemd. Kroatië stemt zijn wetgeving in de resterende sectoren van dit hoofdstuk verder af op het acquis en toont aan dat het volledig in staat zal zijn om op het moment van toetreding de uitvoering en de handhaving van de EU-voorschriften te garanderen. 17226/08 YEN/mv 17

In overeenstemming met het actieplan bouwt Kroatië op alle niveaus de capaciteit van de administratieve organen, met inbegrip van de inspectiediensten, verder uit; het zorgt voor een verdere verbetering van de coördinatie van de werkzaamheden en het toont aan dat het vóór de datum van toetreding over passende administratieve structuren zal beschikken om het acquis in alle sectoren van dit hoofdstuk te kunnen uitvoeren en handhaven. De voortgang die met de aanpassing aan en de uitvoering van het acquis wordt gemaakt, zal tijdens de gehele duur van de onderhandelingen worden gevolgd. De EU onderstreept dat zij bijzondere aandacht zal besteden aan het toezicht op alle bovengenoemde specifieke vraagstukken, zodat de administratieve capaciteit van Kroatië, zijn capaciteit voor de volledige afstemming van zijn wetgeving op het acquis voor alle in dit hoofdstuk genoemde sectoren en verdere vorderingen met de uitvoering kunnen worden gewaarborgd. Bijzondere aandacht moet worden besteed aan het verband van dit hoofdstuk met andere onderhandelingshoofdstukken. Of Kroatië's wetgeving in overeenstemming is met het acquis en of het in staat is het acquis toe te passen, zal pas in een later stadium van de onderhandelingen definitief kunnen worden beoordeeld. De EU verzoekt Kroatië om, naast alle informatie die de EU met het oog op de onderhandelingen over dit hoofdstuk kan verlangen en die aan de Conferentie moet worden verstrekt, geregeld gedetailleerde schriftelijke informatie aan de Stabilisatie- en Associatieraad te verstrekken over de voortgang die met de uitvoering van het acquis wordt gemaakt. Gezien het bovenstaande zal de Conferentie te gelegener tijd op dit hoofdstuk moeten terugkomen. Voorts herinnert de EU eraan dat er tussen 1 juni 2008 en de afsluiting van de onderhandelingen nieuw acquis kan zijn ontstaan. 17226/08 YEN/mv 18