Inhoudsopgave Voorwoord Samenvatting



Vergelijkbare documenten
ONDERZOEK ONDER IN JEZUS GELOVENDE JODEN


HC zd. 6 nr. 32. dia 1

AANTEKENINGEN WAAROM WERD GOD EEN MENS?

Relatie <> Religie. Beste Galsem,

Alpha Cursus IGGDS DE HOEKSTEN Woensdag 22 april 2015 Restaurant Algorfa Bijeenkomst 12 Waarom en hoe zou ik het anderen vertellen?

OPDRACHT: Lees de vier tekstgedeelten en beantwoord de 4 bijbehorende vragen. Luk 15:11-32 Joh 3:14-17, Joh 15:9-17 Matt 5:43-48, Joh 13:33-35

Johannes 20, april Pasen 2014 Wehl. (ds. A. Oude Kotte-de Boon) Thema: 'Het verhaal van Maria van Magdala ' Gemeente,

Naar een beleidsplan voor de PG Lemmer

Wat zegt Paulus in Romeinen 7:7-12?

Neem nu even tijd om de Heilige Geest te vragen je te helpen bij deze studie en inzicht te geven in zowel het Woord als in je eigen leven.

INFORMATIE OVER HET GEBRUIK VAN KINDERBIJBELS VOOR GEZINNEN MET JONGE KINDEREN

leren omgaan met Diversiteit In je gemeente

Preek over de opdracht: Laat de Geest u vervullen (Efeziërs 5:18b) Van drs Ton de Ruiter. Lees vooraf eerst: Efeziërs 5:1,2 en 5:15-33 en 6:1-10

Doel van Bijbelstudie

Verder op weg met Jezus

Preek Psalm 78: september 2015 In het spoor van Opening winterwerk Spiegelbeeld I

In het voetspoor van...

De krachtige gemeente. De krachtige gemeente Handelingen 2:42-47 en 4:32-35

De Bijbel open (12-10)

Luisteren naar de Heilige Geest

Een Visioen van Liefde

De geboden onderhouden, is trouw zijn aan God, maar het is evenzeer trouw zijn aan onszelf, aan onze ware natuur, en aan onze diepe aspiraties.

zondagmorgen 14 november 2010 Welkomkerk ds. W.H. Hendriks-Vogelaar

Een weg door de geestelijke stromingen vragenlijst voor het jodendom. Naam:

Handreiking bij 40 DAGEN GEBED voor groep 4-8 van de basisschool

Geloof tegenover gevoelens

1. Wat is vervuld worden met de Geest? 2. Wat is het verschil tussen een christen die wel met de Geest vervuld is en een christen die niet met de

Een weg door de geestelijke stromingen vragenlijst voor het Christendom. Naam:

Naam: VAN WILLIBRORD tot Statenbijbel

De gelijkenis van de twee zonen. Eerst lezen Daarna volgen er vragen en opdrachten

Waarom doet Hij dat zo? Om de diepste bedoeling van Gods geboden aan te geven. Daar kom ik straks op terug. Hij geeft in de Bergrede de beloften en

Woord vooraf Inleiding 9

In de serie Twee op de kansel. Thema: Wat is ons essentieel?

Werkstuk Levensbeschouwing Kinderdoop

De daden van de vergoddelijkte Augustus, met welke hij de wereld aan het oppergezag van het Romeinse volk onderwierp.

Verschillen in geloven. Over geloofsopvoeding als je verschillend gelooft. Mogelijkheden voor twee soorten bijeenkomsten

Voor jou! Dit boek is voor jou. Het gaat over God. En over God en jou samen. Over Gods liefde voor jou.

Praktische opdracht Levensbeschouwing PKN Godsdienst

Jezus zoekt ruzie. en tussen een schoondochter en haar schoonmoeder

1 Korintiërs 12 : 27. dia 1

Liederen solozang Prijs: 7,= euro per stuk

Met regelmaat komt ik nog in de Ooster. Als ik naar deze Oosterkerkgemeente kijk, dan zie ik een zeer levendige gemeenschap.

Dit omvat de boeken van de joden over hun geloof in god. Hierin kun je lezen over:

wat is passend? naar aanleiding van Paulus brief aan de Kolossenzen wil ik dat uitwerken voor 4 categorieën vier kringen

In de loop van de vele jaren dat ik in mijn bediening sta, constateerde

GEMEENTEVISIE EVANGELISCHE GEMEENTE ALBLASSERWAARD JOZUA. Geleid door de Geest

De drie-engelenboodschap, ACTUEEL!

GROEPSOPDRACHT: Bespreek met elkaar welke relatieverbanden in de Bijbel genoemd worden:

Leeftijd: 9-12 Thema: erbij horen, kerk Tijdsduur: 60+ min. Deze bijeenkomst gaat over het ontstaan van de Kerk.

LEVEN MET LEF Bijbelstudie 6: Een vrouw voor Izak: Op zoek naar de ware Jacob(a)

Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker, verkondigen wij de dood des Heren totdat Hij komt.

Tot een geloofsgesprek komen. I Ontmoeten

Handreiking bij een spirituele zoektocht.

Openingsgebeden INHOUD

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: 1 Korinthiërs 7, 14 Middagdienst Dopen. Broeders en zusters,

Maria, de moeder van Jezus

1 Samuel 16:1-13 Matteus 22: Gemeente van Christus,

Leeswijzer ten behoeve van het lezen en verwerken van de Messias leren deel II

Kennismakingsvragen:

U ZULT MIJN GETUIGEN ZIJN

DISCIPELSCHAP BIJBELSTUDIE VGSU BLOK

Tekst: Lucas 24: Thema: Grote vreugde Hemelvaartsdag

Terug naar de Essentie

Kingdom Faith Cursus Het geschenk van God

40-dagendagboek. Discipelen van Jezus. Leren dienen in de gaven van de Geest. Kees de Vlieger. Een Kerygma studie

2.2. Het Nieuwe Testament, of het verhaal van Jezus en de eerste kerk 1

Preekschets voor 26 mei 2013 Trinitatis. Lezingen : Spreuken 8:22-31 en Johannes 3:1-13

God bestaat en Hij is belangrijk We hebben God nodig in ons leven Jezus: Zijn leven Jezus: Zijn dood Jezus: Zijn opstanding De Heilige Geest

Bijbelstudies voor de Bruggroepen Romeinen studie 2

levensbeschouwelijke identiteit van catent Scholen zijn als bomen Leven niet alleen Zonder grond en wortels Leeft geen school, niet één

Leerplan Orthodoxe Godsdienst Secundair Onderwijs - 1 e jaar BSO

DOPEN. Th ema s N i e u w L e v e n M a as tri ch t. Geloven = dopen

Kingdom Faith Cursus Het Woord van God

Deze PowerPoint presentatie gaat over Kerk en Israël, in het bijzonder over de Protestantse Kerk (in Nederland) en Israël. Met de naam Israël wordt

Maarten Luther

DE WEEK VOOR WE HET AV0NDMAAL VIEREN

1 Korintiёrs 1:9. Marcus 10:45. Handelingen 4:12. Johannes 17:3. 1 Korintiёrs 3:16. Johannes 15:9,10. Psalm 32:8

Waarom zou ik geloven?

Ik ben blij dat ik nu voor u lijd Ik ben blij dat ik voor mijn geloof mag lijden Ik ben blij dat ik mag lijden voor de Kerk van Jezus Christus

Paulus pastorale oproep. Galaten 4:12. Broeders; ik smeek het u! wees zoals ik want ook ik ben zoals u Het begin gedenken. Galaten 4:13-15.


Genesis 1 en 2 enkele verzen Marcus 16: Pasen is opstaan

DE ERVARING VAN DE EENHEID IN DE VROEGE KERK

7. Anders en toch (een beetje) hetzelfde

Zondag 19 januari Viering in de Week van Gebed. voor de eenheid van de christenen. Paulusgemeenschap en. Protestantse Gemeente de Eshof

Paulus brief aan de Romeinen. #1 voorbereiding

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,

Dat is een verlangen dat wij allemaal, denk ik, wel kennen. Dat we zo graag eens God willen zien. Wie wil dat niet.

Apostolische rondzendbrief

GODS GEZIN. Studielessen voor 4-7 jarigen

Jezus en jij. Tekst: Willem de Vink. Illustraties: Arjan Wilschut, Timo Visser en Willem de Vink

RESULTATEN VAN DE ENQUETE 'GELOVEN IN BENNEKOM' - eerste wijk - Inleiding. Resultaten. 1. Kerklidmaatschap en kerkbezoek

Op reis door het rijk der Letteren en der Godgeleerdheid

Kingdom Faith Cursus HEILIG, HEILIG, HEILIG

VIERENDE GEMEENSCHAP...

Jezus, de gnosis en het dogma

Het huis van de angst en het huis van de liefde Preek van Jos Douma over Romeinen 8:15

40-dagendagboek. Discipelen van Jezus. Leren leven in de kracht van Jezus. Kees de Vlieger. Een Kerygma studie

1 Johannes. - Kringleiderhandeleiding -

Transcriptie:

INHOUD Inhoudsopgave Voorwoord Samenvatting pagina: 2 3 5 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding van het onderzoek 6 1.2 Doelstelling en opzet van het onderzoek 6 1.3 Werkwijze 7 1.4 Opzet van het rapport 8 Hoofdstuk 2 Messiasbelijdende Joden in Nederland 2.1 Geschiedenis in vogelvlucht 10 2.2 Hadderech 11 2.3 Identiteit 12 Hoofdstuk 3 Joden in Nederland 3.1 Inleiding 14 3.2 Joden in Nederland 14 3.3 Halacha 15 3.4 Wie is Joods? 16 Hoofdstuk 4 De Interviews 4.1 Inleiding 17 4.2 Algemeen 17 4.3 Joodse identiteit 18 4.4 Gezinssituatie 20 4.5 Messiasbelijdende Joden 22 4.6 Hadderech 24 4.7 Jodendom of Joods geloof 27 4.8 Christelijke geloofsgemeenschappen 29 4.9 Geloof: de Bijbel 32 4.10 Geloof: de Messias 32 4.11 De staat Israël 36 Hoofdstuk 5 Conclusies 5.1 Inleiding 40 5.2 Joodse identiteit 40 5.3 Geloof in Jesjoea 41 5.4 Theologische thema s 41 5.5 Hadderech 42 Nawoord 44 Bibliografie 45 Bijlage 1 - Theologische reflectie 1.1 Inleiding 46 1.2 Joodse identiteit 46 1.3 Christelijke identiteit van Joodse gelovigen 47 1.4 De Messias 48 1.5 Toekomstverwachting 48 2

VOORWOORD Ieder mens gaat in zijn leven door allerlei fasen heen. Dit betreft het dagelijks leven, maar ook het geestelijk leven of geloofsleven. Een mens maakt in zijn of haar leven allerlei ontwikkelingen en gebeurtenissen mee die het vorm en inhoud geven. Men komt al dan niet tot allerlei ontdekkingen, ervaart het leven misschien als een zoektocht, een puzzeltocht of als een feest, als een zware tocht of misschien als een woestijntocht. Soms lijkt het leven ook een onbegaanbare tocht. De tocht in het geloof in mijn leven begon al op jonge leeftijd. Ik was een jaar of tien toen de woorden van de predikant in de kerk als het ware werkelijk bij me binnen kwamen. Ik ging begrijpen waar hij het over had en dat maakte indruk op mij. Als jong kind vond ik overigens de bijbelverhalen van de juf op school ook prachtig, zij gebruikte dan zo n mooi groen bord met allerlei platen die ze er zomaar op kon plakken. Bij één van die vertellingen vertelde ze heel intens over het lijden en sterven van Jezus. Toen kwam er heel diep van binnen een besef dat hij ook voor mij was gestorven aan het kruis. De tocht die ik ging in het geloof was niet zozeer een actieve zoektocht om antwoorden te vinden op wat ik nu eigenlijk geloofde, maar het was meer een rustige, kabbelende tocht die mooie, maar ook moeilijke ervaringen op mijn levenspad brachten. Ik was er zeker van dat God met mij meeleefde en in perioden van wanhoop of verdriet wist ik Hem altijd wel te vinden door het gebed. In 1998 volgde ik samen met mijn man Martin een Alpha- cursus en opnieuw kwam er een verdieping in mijn geloofsleven. Ik leerde wat het betekende om God bij allerlei (dagelijkse) dingen van mijn leven te betrekken en ik ervoer bewust de kracht van de Heilige Geest daarbij. Met die verandering in mijn geloofsleven kwam er ook een open oog en oor voor het volk Israël van toen en nu. Ik had nooit te horen gekregen of beseft wat een belangrijke plaats Gods volk nog steeds speelt in Zijn plan met de mensheid en met deze wereld. Ik ervaar het als een groot voorrecht en als genade dat ik de plaats van Israël mag herkennen en erkennen in het plan van God. Juist dit volk kan spreken over turbulente levensfasen die zij heeft meegemaakt door de geschiedenis heen. De persoonlijke getuigenissen van Joden en Messiasbelijdende Joden spreken dikwijls over een moeilijk begaanbare, zo niet onbegaanbare weg. Toch heeft het volk standgehouden, zelfs na de verschrikkingen die het heeft moeten doorstaan in en na de Tweede Wereldoorlog. God laat Zijn volk niet los en geeft het steeds weer nieuwe kracht om te leven. Nooit eerder ben ik zo intensief betrokken geweest bij Israël, het Joodse volk, met name bij de Messiasbelijdende Joden, als bij deze opdracht. De afstudeeropdracht van Hadderech ervaar ik als een cadeau van God, een opdracht die Hij op mijn pad heeft gebracht. Met heel veel plezier en in verwondering van Zijn kracht heb ik dan ook aan deze opdracht gewerkt. In het rapport dat voor u ligt heb ik geprobeerd een antwoord te vinden op de vraag hoe Messiasbelijdende Joden in Nederland hun Joodse- en christelijke identiteit in hun dagelijks leven en in hun geloofsleven beleven. In het inleidende hoofdstuk verwoord ik de aanleiding en het doel van het onderzoek en op welke wijze ik het onderzoek heb uitgevoerd. 3

In de twee hoofdstukken daaropvolgend, respectievelijk met de titels: Messiasbelijdende Joden - en Joden in Nederland, geef ik achtergrondinformatie over deze beide groepen en hoe zij van belang zijn voor de beleving van de betreffende doelgroep die ik heb geïnterviewd en voor de beschrijving van deze gesprekken in het kader van de eerdergenoemde vraagstelling. Vervolgens volgt een uitgebreid verslag, in hoofdstuk 4, van de reacties, zowel mondeling als schriftelijk, die ik heb gekregen van een kleine vijftig Messiasbelijdende Joden in Nederland, al dan niet lid van Hadderech. In hoofdstuk 5 volgen een aantal conclusies die ik op grond van het onderzoek heb gemaakt. Vanwege het theologisch karakter van de opleiding heb ik een theologische reflectie geschreven die is bijgevoegd in de bijlage. Dit is een kleine aanzet, die vooral vanuit empirisch oogpunt is geschreven. Op theologisch gebied is er weinig geschreven over de Messiasbelijdende Joden. Wellicht is dit onderzoek aanleiding tot verdere theologische studie over dit onderwerp. Een extra bijlage, die vanwege de omvang niet in het rapport is opgenomen, bestaat uit de uitgebreide uitwerking van de interviews. Omdat er geen eensluidende naam is voor de gelovige in Jezus met een Joodse achtergrond, heb ik in dit rapport gekozen voor de term Messiasbelijdende Joden. In de wetenschap dat niet iedereen zich zo noemt, heb ik hier toch voor gekozen om de duidelijkheid van het rapport te verhogen. Zo heb ik ook gekozen voor de naam Jesjoea in plaats van Jezus, omdat dat de naam is die door Hadderech wordt gebruikt en omdat de naam Jezus in zowel Jodendom als Messiasbelijdend Jodendom een smet draagt. In de citaten van de geïnterviewden zelf heb ik de naam Jezus wel laten staan als zij die zelf zo gebruikten. De titel van dit rapport heb ik ontmoeting genoemd. De ontmoeting en de gesprekken die ik gevoerd heb met mensen die afstammen van het Joodse volk is voor mij heel bijzonder geweest. Een wens die al langere tijd in mijn hart leefde is nu uitgekomen. Gods volk niet alleen maar liefhebben vanaf de zijlijn, vooral in gedachte en met het verstand, maar daadwerkelijk met hen in contact komen, van hart tot hart met hen spreken en hen ontmoeten. Ik wens een ieder veel leesplezier bij het lezen van dit rapport. Ottoland, juni 2010 Léonneke Romeijn 4

SAMENVATTING In dit afstudeerproject wordt verslag gedaan van de resultaten van een onderzoek naar de identiteitsbeleving van Messiasbelijdende Joden in Nederland. De doelstelling van het onderzoek is om meer kennis en inzicht te krijgen in de beleving van de Joodse- en christelijke identiteit in het dagelijks leven en in het geloofsleven van Messiasbelijdende Joden in Nederland. Het rapport kan tevens een bijdrage leveren aan de interne bezinning binnen het bestuur van Hadderech, de Nederlandse Vereniging van Jesjoea Hammasjiach belijdende Joden, voor het beleid van de vereniging in de komende jaren. Na de Tweede Wereldoorlog wordt de Joodse identiteit voor Messiasbelijdende Joden steeds belangrijker. Daarmee komt echter hun deelname in de christelijke kerken onder druk te staan omdat zij daar nauwelijks erkenning krijgen voor hun dubbele identiteit. Hun verbondenheid met Israël en het Joodse volk wordt echter steeds sterker. Uit het onderzoek blijkt dat Messiasbelijdende Joden behoefte hebben om naast hun geloofsbeleving in Jesjoea, invulling te geven aan hun Joodse identiteit. Dit doen zij onder meer door Joodse symbolen en rituelen te gebruiken in hun dagelijks leven en in hun geloofsleven. Juist met de behoefte aan erkenning van hun Joodse identiteit en hun geloof in Jesjoea kunnen zij nauwelijks terecht in de kerk. De heilloze geschiedenis van de vervangingstheologie is daar debet aan. De theologie mag daarin misschien een flinke stap hebben gezet, in de plaatselijke kerken blijkt de vervangingstheologie een hardnekkig onkruid dat lastig is te verwijderen. Uit het onderzoek blijkt dat de Joodse identiteit domineert ten opzicht van de christelijke identiteit en er ligt voor de kerk dan ook een stevige opdracht om een fundamenteel verandering van denken op gang te brengen binnen de kerken over de vraag: hoe kunnen we er als kerk voor zorgen dat onze gelovige Joodse broeders en zusters zich thuis gaan voelen binnen de christelijke geloofsgemeenschappen. Uit het onderzoek blijkt ook dat de christelijke dogma s zoals de Drie- eenheid en de goddelijkheid van Jesjoea door Messiasbelijdende Joden vaak vanuit hun Joodse denken wordt gezien. Zij kunnen meestal niet uit de voeten met het hokjesdenken vanuit de Griekse denkwereld die de westerse kerk sterk heeft overgenomen. Voor Hadderech komen er een aantal boeiende en haalbare conclusies uit het onderzoek voort: de behoefte om elkaar vaker te ontmoeten is in te vullen door het organiseren van ontmoetingen rondom een Joodse feestdag of een excursie naar een Joodse gelegenheid. Men kan met de jongeren aan de slag door bijvoorbeeld een kamp te organiseren of bijeenkomsten waarin het intergeneratief leren nieuwe uitdagingen schept: de jongeren leren van ouderen en de ouderen leren van de jongeren. Ook op het gebied van de PR, het verspreiden van de bekendheid van Hadderech in Nederland, en voor het maandblad zijn vanuit het onderzoek mogelijkheden aangereikt om dit aantrekkelijker te maken. Het enthousiasme onder sommige leden is groot om de vereniging een nieuwe impuls te geven en dat is belangrijk voor de voortgang van een belangrijke vereniging als Hadderech. Messiasbelijdende Joden zijn de eerstelingen van de Oogst. De dubbel uitverkorenen. Vanuit de Joodse identiteit en het geloof in Jesjoea Messias mag het voor Messiasbelijdende Joden in Nederland een uitdaging zijn om vanuit die identiteit de kerken te helpen in het ontdekken van de Joodse wortels en wat dat betekent voor het kerk- zijn van nu om op die manier inhoud te geven aan de brug die zij kunnen zijn tussen synagoge en kerk. 5

HOOFDSTUK 1 Inleiding 1.1 Aanleiding van het onderzoek De aanleiding van het onderzoek komt voort uit een vraag van het bestuur van Hadderech, de Nederlandse Vereniging van Jesjoea Hammasjiach belijdende Joden. In augustus 2009 deed zij een oproep onder de vierde- jaars studenten van de vrijdagopleiding aan de CHE, om een afstudeeronderzoek te starten in opdracht van de vereniging. Het bestuur noemt een aantal feiten die de aanleiding vormen om een onderzoek te starten naar de identiteitsbeleving van de Messiasbelijdende Joden in Nederland: De wisselingen in het bestuur en in de redactie van het verenigingsblad roepen de behoefte op om te reflecteren vanuit de achterban. De regelmatige vragen over de positie van de Messiasbelijdende Joden in Nederland vanuit de kerken en haar leiding. Een symposium in november 2010 van het CIS over Messiasbelijdende Joden. Messiasbelijdende Joden geloven dat Jesjoea, de beloofde Messias van Israël is. Hierdoor komen zij in een ingewikkelde situatie terecht aangaande hun identiteit. Voor de Joden zijn zij geen Jood meer en door de christenen worden zij gezien als christen en niet als Jood. Beide groepen reageren alsof de Messiasbelijdende Jood zijn of haar Joodse identiteit als een jas uit zou kunnen trekken als hij of zij ervoor kiest om Jesjoea als de Messias te belijden. Bovendien geeft de geschiedenis geen positieve kijk op de manier waarop christenen met de Joden zijn omgegaan en is het heel begrijpelijk dat zij niet met hen willen worden geassocieerd. Daardoor komen de Messiasbelijdende Joden als het ware tussen twee stoelen te zitten, op geen van beide kunnen ze werkelijk ontspannen gaan zitten. De belangrijkste vraag in dit onderzoek is dan ook: Hoe beleven Messiasbelijdende Joden in Nederland hun Joodse- en christelijke identiteit in hun dagelijks leven en in hun geloofsleven? 1.2 Doelstelling en opzet van het onderzoek De doelstelling van het onderzoek is om meer kennis en inzicht te krijgen in de beleving van de Joodse- en christelijke identiteit in het dagelijks leven en in het geloofsleven van Messiasbelijdende Joden in Nederland. Het rapport kan tevens een bijdrage leveren aan de interne bezinning binnen het bestuur van Hadderech voor het beleid van de vereniging in de komende jaren. Het onderzoek beoogt informatie te geven over de beleving van de Messiasbelijdende Joden in Nederland. Om deze informatie completer te maken is het nodig om de achtergrond van deze groep te bestuderen. Door middel van literatuurstudie heb ik meer informatie gekregen op de volgende vragen: Wat verstaan we onder Messiasbelijdende Joden, met name in Nederland, wat is hun geschiedenis en wie zijn zij? Wie is de vereniging Hadderech, hoe is haar geschiedenis, welke doelstelling heeft de vereniging en welke activiteiten organiseert zij? Wat verstaan we onder Joden en het Jodendom, met name in Nederland, waar komen zij vandaan en hoe leven zij? 6

Door middel van het praktische onderzoek heb ik vervolgens naar antwoorden gezocht op de volgende vragen: Op welke manier speelt de Joodse achtergrond, de Joodse identiteit, een rol in het dagelijks leven en in het geloofsleven van de Messiasbelijdende Jood? Op welke manier speelt het geloof in Jesjoea een rol in het dagelijks leven en in het geloofsleven van de Messiasbelijdende Jood? Op welke manier spelen de christelijke geloofsgemeenschappen 1 een rol in het leven van de Messiasbelijdende Jood? Welke positie hebben Messiasbelijdende Joden in kerkelijk Nederland? Voor de interne bezinning binnen het bestuur van Hadderech is de uitwerking van de voorgaande vragen belangrijk. Door middel van de conclusies die het onderzoek levert, kan zij zoeken naar mogelijkheden om de kennis die zij met dit onderzoek heeft opgedaan, over de geloofs- en identiteitsbeleving van de Messiasbelijdende Joden in Nederland, in te gaan zetten op het beleid van de vereniging voor de komende jaren. In verband met de privacy van de mensen die hebben meegewerkt aan de interviews worden er geen namen vermeld. De citaten die ik heb gebruikt bij de verwerking van de interviews zijn zoveel mogelijk letterlijk overgenomen. Wel is de persoonlijke informatie van de mensen weggelaten om herkenning uit te sluiten, behalve door de persoon zelf die de woorden heeft uitgesproken. Medewerking aan het onderzoek vond plaats op basis van vrijwilligheid. De verkregen informatie via de interviews zal met de meest mogelijke zorgvuldigheid worden omgeven om de privacy van de betrokkenen te waarborgen. 1.3 Werkwijze De werkwijze van dit onderzoek is tweeledig geweest. Allereerst heb ik een verdiepende literatuurstudie gedaan om inhoudelijk meer informatie te krijgen over de betreffende doelgroep: de Messiasbelijdende Joden en dan specifiek in Nederland. Aan deze studie zit tegelijkertijd een studie vast over het Jodendom in Nederland, omdat ik bij het onderzoek van de Messiasbelijdende Joden ook informatie nodig heb over het Jodendom. Deze beiden zijn namelijk zeer met elkaar verweven. Daarnaast heb ik studie verricht naar de Nederlandse Vereniging van Jesjoea Hammasjiach belijdende Joden, Hadderech, omdat zij een belangrijke rol spelen in dit onderzoek onder de Messiasbelijdende Joden in Nederland. Daarbij heb ik o.a. gekeken naar hun identiteit en geschiedenis, doelstellingen en activiteiten. De tweede manier waarop ik gegevens heb verzameld voor dit onderzoek is het persoonlijke contact dat ik heb gehad met een aantal Messiasbelijdende Joden in Nederland. Hiervoor heb ik gekozen voor enerzijds een kwalitatieve benadering, anderzijds een kwantitatieve benadering. Bij deze laatstgenoemde benadering gaat het er om zoveel mogelijk mensen te benaderen met een standaard vragenlijst. Bij de kwalitatieve benadering gaat het om open gesprekken waarbij de mogelijkheid bestaat naar een diepergaand inzicht in de belevings- en ervaringswereld van de mensen. 1 Met christelijke geloofsgemeenschappen bedoel ik de traditionele kerken, de evangelische beweging en de messiaanse gemeenschappen. 7

Bij deze kwalitatieve benadering heb ik gekozen voor een halfgestructureerde interviewvorm. Door gebruik te maken van de vragenlijst die opgesteld is voor de kwantitatieve benadering krijgt het gesprek een bepaalde structuur waardoor alle onderwerpen en vragen aan bod komen, maar het geeft ook ruimte aan de persoonlijke opvattingen en belevingen van de gesprekspartner. Concreet houdt het voorgaande in dat er ongeveer 60 mensen schriftelijk zijn benaderd met de vraag om aan het onderzoek mee te werken door middel van de standaardvragenlijst. Van deze 60 mensen zijn 30 mensen mondeling geïnterviewd. Bij deze 30 personen heb ik de kwalitatieve benadering gebruikt met behulp van de vragenlijst. De schriftelijke reacties noem ik dan de kwantitatieve benadering, waarvan ik 18 reacties heb terugontvangen. Ter bevordering van mijn eigen rol tijdens de mondelinge gesprekken heb ik de mensen gevraagd of het gesprek mocht worden opgenomen via een kleine voicerecorder. Allen hebben daarmee ingestemd. Hierdoor kon ik mij tijdens de gesprekken volledig concentreren op mijn gesprekspartner en werd ik niet afgeleid door het onthouden en opschrijven van informatie. Daarbij deed ik de belofte om de opname na verwerking zo snel mogelijk weer te verwijderen en inmiddels is alle opgenomen materiaal vernietigd. In totaal zijn 62 personen met een Joodse achtergrond benaderd door middel van een brief van Hadderech en een meegestuurde vragenlijst met de vraag om mee te werken aan het onderzoek. Zoals eerder vermeld hebben 30 personen mondeling meegedaan en hebben 18 mensen de lijst schriftelijk ingevuld en verstuurd. Van degenen die niet mee wilden of konden werken aan het onderzoek hebben sommigen ook aangegeven welke reden daaraan ten grondslag lag: men voelde zich niet Joods genoeg of Messiasbelijdend Joods genoeg om daadwerkelijk aan het onderzoek deel te nemen, of men had wel belangstelling voor de Joodse afkomst, maar niet op de wijze waarop dat vorm zou geven aan hun geloof. Anderen gaven aan geen tijd of geen belangstelling te hebben om mee te doen. Een klein aantal verbleef in het buitenland waardoor er geen mogelijkheid was voor hen om mee te doen. Soms vonden mensen de vragen te persoonlijk en zagen af van deelname. Bij deze wil ik iedereen die deel heeft genomen aan het onderzoek, hetzij schriftelijk, hetzij mondeling heel hartelijk danken voor hun deelname. Zonder hen had dit rapport niet tot stand kunnen komen. Met diegenen die ik persoonlijk heb ontmoet heb ik stuk voor stuk hele bijzondere gesprekken gehad. Ik dank jullie voor jullie openheid en kwetsbaarheid. Het was voor mij een genoegen jullie te ontmoeten. 1.4 Opzet van het rapport Het rapport is in overeenstemming met de werkwijze in twee delen geschreven. Het eerste deel is de beschrijving van de opgedane kennis vanuit de literatuur en is vooral bedoeld om een dieper inzicht te krijgen in de achtergrond, de cultuur en geschiedenis van de doelgroep. Het tweede deel bevat de uitwering van het praktische deel van dit onderzoek, de interviews, en het bevat de conclusies die voortkomen uit het gehele onderzoek. Het eerste deel bestaat uit Hoofdstuk 2 en 3. 8

Hoofdstuk 2 beschrijft in vogelvlucht de geschiedenis van de Messiasbelijdende Joden in Nederland. Het ontstaan van Hadderech, de Nederlandse Vereniging van Jesjoea Hammasjiach belijdende Joden is daar onlosmakelijk mee verbonden. Haar ontstaan en haar betekenis voor Messiasbelijdend Joods Nederland wordt besproken. Ook haar doelstellingen en haar activiteiten vandaag de dag komen aan de orde in dit tweede hoofdstuk. Een aparte paragraaf verteld over de identiteit van de Messiasbelijdende Joden. Hoofdstuk 3 beschrijft het Jodendom en geeft een korte geschiedenis van de Joden in Nederland. Welke tradities kent het Jodendom en welke gebruiken zijn er. Een belangrijke vraag die in dit gedeelte naar voren komt en die van groot belang is voor de Messiasbelijdende Joden is de vraag: wie is Jood en wie niet? en wie bepaald wie Joods is en wie niet. Het tweede deel beschrijft het praktische deel van het onderzoek. Hoofdstuk 4 is een uitgebreide weergave van de schriftelijke en mondelinge interviews. Hoofdstuk 5 geeft een aantal conclusies weer die ik heb ontdekt vanuit de literatuurstudie, maar vooral ook uit het praktische deel van het onderzoek, de interviews. Het geheel wordt omgeven door een voorwoord en een nawoord waarin ik vooral mijn persoonlijke ervaringen en bevindingen beschrijf aangaande het onderzoek. Aan het eind van het rapport is een literatuurlijst bijgevoegd. In de bijlage is een theologische reflectie te lezen. In een externe bijlage zijn alle interviews uitgebreid samengevat, deze is dusdanig gecensureerd dat men slecht zichzelf zou kunnen herkennen in de uitspraken. 9

HOOFDSTUK 2 Messiasbelijdende Joden in Nederland 2.1 Geschiedenis in vogelvlucht De voorgeschiedenis van de Messiasbelijdende Joden in Nederland begint in de 17 e en 18 e eeuw. Twee bekende namen van Joden die tot inzicht kwamen dat Jesjoea de beloofde Messias van Israël was, zijn Fredericus Ragstat à Weille en Christiaan Salomon Duijtsch. Het bijzondere aan de bekeringsverhalen van deze twee Joden is dat zij Jesjoea als de Messias zijn gaan belijden buiten de zending en de verkondiging van de kerk om, maar vanuit de bestudering van het Oude Testament. Als zij, na hun bekering, eenmaal in de kerk zijn binnengetreden door de doop, lijkt het alsof hun Joodse identiteit ophoudt te bestaan. Zij assimileren volledig als christen in de kerk. Toch is dit het begin van een beweging van Joden in ons land die gaan geloven dat Jesjoea de beloofde Messias is voor Israël en de volken. In de 19 e eeuw ontstond in Engeland the London Society for promoting Christianity amongst the Jews. Vanuit deze Engelse Zendingsorganisatie zijn er in Nederland rond 1817 twee vestigingen ontstaan waaruit het zendingswerk onder de Joden in Nederland gestalte kreeg. In Amsterdam was dat de Zionskapel en in Rotterdam Elim. Joseph Zalman en later Johannes Rottenberg zijn intensief bij deze laatst genoemde organisatie werkzaam geweest. Hun grote liefde voor Jesjoea, die zij wilden delen met hun Joodse broeders en zusters en met de christelijke kerk, was indrukwekkend. Daarnaast kwam vanuit de Schotse Zendingskerk ook een zendingsbeweging op gang. Mannen als Isaac da Costa en Abraham Capadose waren verbonden met deze beweging. Zij hadden allen de overtuiging dat zij als christenen met een Joodse achtergrond het evangelie onder hun volksgenoten moesten brengen. Zij misten binnen de kerk het besef van verbondenheid met het Joodse volk, het zicht op de Bijbelse beloften voor Israël en de drang om de Joden tot jaloersheid te brengen. Aan het begin van de 20 e eeuw kwam deze gedachte meer en meer onder druk te staan. Niet iedere Messiasbelijdende Jood was nog steeds overtuigd van de noodzaak van zending onder het Joodse volk. Een andere benadering werd gezocht. Onder de leiding van Philip Trostianetsky is er op aandringen van de International Hebrew Christian Alliance in 1928 een vereniging opgericht voor Messiasbelijdende Joden in Nederland: de Nederlandsche Vereeniging van Joden- Christenen. Het belangrijkste doel van de vereniging was om Joden- christenen te verenigen zodat zij samen in staat zouden zijn Jesjoea als de Messias te verkondigen en samen van de redding die zij in Hem gevonden hadden, te getuigen. De vereniging belegde bijeenkomsten waarin Joden, die geloofden dat Jesjoea de Messias van Israël is, hun getuigenis gaven. Een belangrijk punt bij de oprichting van deze vereniging was dat een meerderheid pleitte voor het stemrecht van uitsluitend Joden- christenen. Men was bang dat het anders één van de vele christelijke verenigingen zou worden als er zowel stemrecht voor Joden- christenen als niet- Joden- christenen zou komen. De Joodse identiteit van de vereniging speelde een belangrijke rol. Het was echter niet de bedoeling om door middel van de vereniging een eigen gemeente te gaan vormen. Zij waren tenslotte ook lid van een christelijke gemeente. Toch waren enkelen daarvan niet overtuigd en weigerden zich aan te sluiten bij de vereniging. In de donkere oorlogstijd 40-45 vormden Messiasbelijdende Joden in kamp Westerbork wel een eigen gemeente. Zij werden er door de nood toe gedwongen. De geestelijk verzorgers voor deze noodgemeente waren Israël Paulus Tabaksblatt en Max Enker. 10

De Tweede Wereldoorlog heeft ook onder de Messiasbelijdende Joden veel slachtoffers gemaakt. Het protest van de kerken tegen de deportaties van de Joden heeft daar weinig of geen verandering in kunnen brengen. Een kleine groep Messiasbelijdende Joden heeft de kampen overleeft of zijn door onderduiken gespaard gebleven. Een aantal jonge Joden zijn door het onderduiken in contact gekomen met het christelijk geloof, doordat zij door christelijke gezinnen werden opgevangen. Zij waren onder de indruk van de liefde en opofferingen van deze christenen, die zich inzetten voor hun naasten met gevaar voor eigen leven. Door het Bijbellezen aan tafel en de zelfstudie uit de Bijbel die daaruit volgde gingen zij nadenken over het Nieuwe Testament en menigeen kwam tot de overtuiging dat Jesjoea de Messias van Israël was. 2.2 Hadderech Na de oorlog vonden deze jonge Joodse gelovigen elkaar en zij richtten een Joods- christelijke jeugdvereniging op, Hadderech, de Weg, omdat haar Heer de Weg, de Waarheid en het Leven is. Hadderech, de weg, omdat zij de weg wil zijn, welke naar Hem leidt. 2 De belangrijkste taken die zij zichzelf hebben gesteld, in die tijd, is het steunen van elkaar, het bestuderen van het Woord, alle mogelijke problemen met elkaar bespreken en het zoeken naar een visie die bij hen past. De vereniging is kort na de oorlog opgericht zonder te weten dat er reeds een vereniging van Messiasbelijdende Joden bestond, de NVJC die opgericht was in 1928. Al snel zochten beide verenigingen contact met elkaar en in 1947 komt het tot een samenwerking. In 1953 fuseert Hadderech met de NVJC en blijft de naam Hadderech bestaan in het verenigingsblad dat wordt uitgegeven door de nieuwe vereniging. In 1968 komt het uiteindelijk tot een statuten- en naamswijziging van de vereniging en heten vereniging en blad voortaan Hadderech, de Weg. Met de naam Hadderech willen de Messiasbelijdende Joden aangeven dat Jesjoea Hammasjiach (Jezus de Messias) voor hen de weg tot God, de Vader is. Ook geven zij met deze naam aan dat zij volledig Jood zijn gebleven, zij zijn door hun geloof in Jezus tot hun Joodse bestemming gekomen. Of zoals dominee Buskes, tijdens de oorlog, in de doopdienst van Marjorie Eberlé- Gotlib zei: Nu bent u echt Joods geworden. 3 Het hele zendingsaspect onder het Joodse volk, dat voor de oorlog nog van betekenis was binnen de oude vereniging, is na de oorlog in de loop der jaren volledig verdwenen. In 1968 wordt dat door een statutenwijziging bekrachtigd door de formulering en van de daaruit voortkomende roeping jegens de Jood weg te laten. Hadderech is tegen zending onder het Joodse volk. Zij ziet haar zendingsterrein veel meer in de christelijke geloofsgemeen- schappen om de christenen weer bekend te maken met de Joodse wortels waar het christelijk geloof op is geënt en die in de geschiedenis verloren zijn gegaan. Zoals al eerder genoemd, ziet Hadderech haar belangrijkste doel in het opvangen en steunen van elkaar als Messiasbelijdende Joden of christenen met een Joodse achtergrond. Dat blijkt hard nodig, want zij voelen zich vaak miskend door zowel de kerk als door het Joodse volk. Zij worden uitgestoten uit hun eigen gemeenschap, waarmee zij zich nog sterk verbonden voelen, het Joodse volk. Aan de andere kant willen zij graag behoren tot de gemeente van Jesjoea Hammasjiach. 2 Ruiter, E. J. de, Op zoek naar identiteit, gemeenschapsvorming bij Messiasbelijdende Joden in Nederland, p70 3 Klinken, G. van, Christelijke stemmen over het Jodendom, zestig jaar Interkerkelijk contact (ICI) 1946-2006, p25 11

In de kerk worden zij echter niet begrepen in hun Joodse identiteit die bij hen hoort en niet verdwijnt nu zij geloven in Jesjoea als de Messias van Israël. Veel meer zien zij dat hun Joodse identiteit vervult wordt door het geloof in Jesjoea. Elk jaar komen de leden van Hadderech bijeen rondom de Paasviering en de Sedermaaltijd. De ontmoeting met elkaar en de viering van Pesach en de Opstanding van Jesjoea staan centraal in het Paasweekend. Een tweede ontmoeting van de leden vindt plaats in het najaar rondom de algemene ledenvergadering. Sommigen ontmoeten of spreken elkaar vaker in het jaar of komen bij elkaar voor Bijbelstudie. In 1986 telde de vereniging zo n 160 Joodse leden waarvan ongeveer 40 leden elkaar regelmatig ontmoeten. Het huidige aantal Joodse leden is in bijna vijfentwintig jaar verminderd tot ongeveer 30. Dit komt met name door de vergrijzing binnen de vereniging en de geringe toename van jonge Joodse leden. Al vanaf de oprichting van de Jeugdvereniging geeft Hadderech een eigen maandblad uit dat ook de naam Hadderech heeft. Het blad bevat artikelen die geschreven zijn door Messiasbelijdende Joden uit binnen en buitenland en ook door niet- Joodse auteurs die de opvattingen van de vereniging delen. In het blad is veel aandacht voor alles wat er in en rond Israël gebeurt. Maar het bevat ook theologische artikelen en verenigingsnieuws. Door de toenemende vergrijzing binnen de vereniging is het niet voor iedereen mogelijk om elkaar te ontmoeten op de jaarlijkse bijeenkomsten. Door middel van het maandblad blijft toch een zekere verbondenheid bestaan. 2.3 Identiteit Na de Tweede Wereldoorlog worden Messiasbelijdende Joden zich steeds meer bewust van hun Joodse identiteit. Door de kerken is hen doorgaans verteld dat hun Joodse identiteit is vervangen door de christelijke identiteit. Door de doop werden de Joden ingelijfd in de christelijke gemeente en zij voelden dat zelf vaak ook zo. Vooral door de stichting van de staat Israël in 1948 gingen de jonge Joodse gelovigen beseffen dat zij gewoon Joden waren gebleven ondanks hun geloof in Jesjoea als de Messias. Dit besef bracht een dilemma met zich mee. Sommigen vonden dat zij moesten kiezen tussen het beleven van hun Joodse identiteit en het geloof in Jesjoea. Door die keuze zijn in die tijd een aantal Messiasbelijdende Joden teruggekeerd naar het Jodendom. Onder hen waren ook een aantal actieve leden van Hadderech. Diegenen die de Joodse identiteit en het geloof in Jesjoea niet als een dilemma zagen, maar juist als een verrijking en een nieuwe dimensie van hun geloof, gingen op zoek naar het bewust beleven van de Joodse identiteit. Dat was niet gemakkelijk en ook binnen Hadderech bracht dat de nodige spanningen met zich mee. Men was bang dat er een te grote verwijdering zou komen met de kerk. Met het inbrengen van Joodse elementen binnen de vereniging, zoals het vieren van de Sedermaaltijd is daarom altijd gezocht naar een verbinding tussen het Joodse en het geloof in Jesjoea. Messiasbelijdende Joden zien zichzelf als de voortzetting van de oorspronkelijke gemeente zoals deze in het boek Handelingen beschreven wordt. De eerste gemeente, die ontstond vanuit de volgelingen van Jesjoea en het getuigenis van de apostelen in Jeruzalem, bestond uitsluitend uit Joden. 12

In het boek Handelingen lezen we nergens dat de Joodse identiteit van deze mensen verdween nadat zij geloofden dat Jesjoea de Messias van Israël was. Messiasbelijdende Joden blijven deel van het uitverkoren volk. Christenen uit de volkeren worden door hun geloof in Jesjoea ingevoegd in het uitverkoren volk (Rom.11:17). De manier waarop Messiasbelijdende Joden hun Joodse identiteit beleven en vormgeven is heel divers. Het gaat van het volledig naleven van de Wet op orthodoxe wijze tot aan het leven uit genade en niet meer onder de Wet, en alles wat daar tussenin zit. De Messiaans Joodse beweging denkt steeds meer na over een Messiaans Joodse theologie. Belangrijke zaken die daarin een rol spelen zijn o.a. het vieren van de Joodse Sjabbat op vrijdagavond en zaterdag overdag en het vieren van de Joodse feesten die in de Bijbel beschreven staan. Messiasbelijdende Joden zien de Bijbel als het Woord van God en zowel Oude Testament (OT) als Nieuwe Testament (NT) zien zij als canoniek. Israël is het uitverkoren volk van het verbond en Jesjoea is de Messias die alle beloften in het OT heeft vervuld en zal vervullen in de toekomst. Messiasbelijdende Joden geloven bijna allemaal in één God, Vader, Zoon en Heilige Geest, maar zij kunnen niet goed uit de voeten met de geloofsbelijdenissen van de kerk. Velen zien de staat Israël als een vervulling van de OT- ische profetieën over de terugkeer van het Joodse volk naar het land Israël. De Tora of de Wet van God is een belangrijk theologisch thema voor Messiasbelijdende Joden, vanwege de plaats van de Tora in het Joodse leven en de Joodse identiteit. Deze identiteit is namelijk gebaseerd op het feit dat zij behoren tot het volk van het verbond, waaraan God zijn Wet heeft gegeven op de Sinaï. Daarom is het bijna onmogelijk voor een Messiasbelijdende Jood om geen standpunt te hebben ten aanzien van de Wet. Zoals aangegeven is de naleving van de Wet binnen de Messiaanse beweging heel divers. Deze diversiteit loopt parallel aan de verschillen die er ook zijn binnen de totale Joodse gemeenschap, orthodox en seculier, ten aanzien van de Wet. 13

HOOFDSTUK 3 Joden in Nederland 3.1 Inleiding Om dit onderzoek onder de Messiasbelijdende Joden recht te doen is het nodig om enige informatie te geven over het Jodendom en het Joodse volk. De wortels van de mensen vanuit de doelgroep komen tenslotte uit het Joodse volk voort. Zij voelen zich vaak sterk verbonden met het Joodse volk en het Jodendom. Daarom is het nodig om bepaalde elementen vanuit het Jodendom te belichten. De term Jodendom omvat het geheel van culturele en godsdienstige uitingen die voortkomen uit het Joodse volk, maar ook het Joodse volk als zodanig wordt ermee bedoeld. De naam die de Bijbel gebruikt voor het Joodse volk is kinderen Israëls, Benee Jisraeel of volk van Israël, Am Jisraeel, naar aanleiding van de naam die Jacob van God krijgt in Gen.32:28, Israël: God strijdt. De kern van de Joodse identiteit zit in de gevoelens van saamhorigheid. Ondanks dat er onderling grote verschillen zijn in godsdienstige overtuigingen en leefwijzen, hebben allen die zichzelf Jood noemen het gevoel dat zij tot één volk behoren en dat zij een gemeenschappelijke achtergrond en geschiedenis hebben. 3.2 Joden in Nederland Aan het eind van de zestiende eeuw komen er voor het eerst Joden naar Nederland. De moeilijke situatie in Portugal en Spanje bracht deze Joden naar Noordelijker streken, waaronder ook Nederland. Onder deze Portugese of Sefardische Joden bevonden zich vele Marranen de zogenaamde nieuwe christenen. Zij hadden zich als gevolg van de talloze en hevige vervolgingen in hun thuisland moeten laten dopen, maar in het geheim bleven velen van deze nieuwe christenen hun Joodse geloof zoveel mogelijk trouw en eenmaal in Nederland keerden een aantal van hen terug tot het Jodendom. Het merendeel van deze Sefardische Joden, met hun rooms- katholieke achtergrond, waren kooplieden en zij werden vooral gedoogd door het protestante Nederland vanwege hun grote aanwinst voor de handel. Zo ontstonden de eerste gemeenten van Joden in Nederland met name in Amsterdam. In de 17 e eeuw kwamen er ook steeds meer Joden uit Duitsland en Polen deze kant op, de Asjkenazische Joden. Vanaf die tijd kent Nederland twee Joodse gemeenschappen: de Portugese of Sefardische Joden en de Hoogduitse of Asjkenazische Joden. De emancipatie van de 18 e en 19 e eeuw bezorgden ook de Joden in Nederland gelijke burgerrechten. Hierdoor groeiden de Joden uit tot een van de zuilen in de Nederlandse maatschappij, met eigen scholen, eigen instellingen en een eigen krant, het Nieuw Israëlitisch Weekblad (NIW). In de loop van de tijd assimileerden een deel van de Joodse gemeenschap met de Nederlandse bevolking en integreerde goed in de Nederlandse maatschappij. De Tweede Wereldoorlog maakte een welbewust einde aan het bloeiende Jodendom in Nederland. Van de ruim 140.000 Joden zijn er 107.000 gedeporteerd en omgebracht. Slechts 5200 keerden terug, 20.000 doken onder en 15.000 overleefde, vooral vanwege het feit dat ze gemengd gehuwd waren. 4 4 Heide, A. van der, Jodendom, p170 14

Ondanks alle wonden die waren geslagen tijdens en ook na de Tweede Wereldoorlog herstelde de Joodse gemeenschap zich wonderlijk wel in Nederland. Op godsdienstig gebied is er de liberale stroming en de strengere orthodoxie. Veel Nederlandse Joden beleven echter het Jodendom niet zozeer als godsdienst, maar meer als een cultuur die hen een identiteit verschaft. 3.3 Halacha De Bijbel, TeNaCH, is het fundament van de Joodse godsdienst. Vooral de Tora, de vijf boeken van Mozes, speelt daarin een belangrijke rol. De Tora bevat allerlei verhalen en voorschriften, maar is niet altijd duidelijk hoe deze voorschriften in de praktijk begrepen en uitgevoerd moeten worden. Daarom is er in de loop der eeuwen een mondelinge traditie ontstaan van de Tora, dit is de uitleg die de rabbijnen tot op de dag van vandaag geven op de voorschriften van de Tora. De rabbijnen beschouwen deze mondelinge Tora ook als onderricht van God en niet van mensen. Deze voortdurend in beweging zijnde beschouwingen op de wetten en de voorschriften in de Tora noemt men de halacha. Dit Hebreeuwse woord is afgeleid van het woordje lopen of gaan en daarmee suggereert men dat dit de weg is die de Joden dienen te lopen of te gaan. Het woord halachisch, dat verschillende keren genoemd wordt in dit rapport, betekent: volgens de (rabbijnse) Joodse wet. De klassieke rabbijnse bronnen, zoals de Misjna en de Talmoed, behandelen deze halacha. Deze bronnen hebben over het algemeen een praktische instelling en niet zozeer een theoretische instelling. Ook hun theologische inzichten en overtuigingen worden niet zozeer op een theoretische manier verwerkt maar veel meer door verhalen en voorbeelden uit de praktijk. In die zin is er verschil met de christelijke dogmatiek waar men veel meer theoretische denkt en van daaruit handelt. Zoals eerder genoemd bestaan er grote verschillen in de ruimte die een Jood in zijn leven geeft aan de godsdienst. Er is een grote diversiteit aan mogelijkheden, dat gaat van ultra- orthodox tot atheïst. Sommige Joden zijn lid van een Joodse gemeente, bezoeken op Sjabbat (zaterdag) een synagoge en houden zich aan de spijswetten. In Nederland kennen we drie Joodse kerkgenootschappen: het Nederlands- Israëlitisch Kerkgenootschap (NIK), het Portugees- Israëlitisch Kerkgenootschap (PIK) en de Liberaal- Religieuze Joden in Nederland (LJG). Anderen beperken hun Jodendom tot het lidmaatschap van bepaalde verenigingen, een bijzondere band met de staat Israël, belangstelling voor Joodse geschiedenis en cultuur of een abonnement op Joodse bladen. Weer anderen doen zelfs dat niet, terwijl er voor hun gevoel toch sprake blijft van een Joodse identiteit. In Nederland noemt meer dan de helft van de Joden zich niet- religieus. 5 5 Solinge, H. van, Vries, M. de, De Joden in Nederland anno 2000, p135 15

3.4 Wie is Joods? De halacha geeft op deze vraag een duidelijk antwoord: Jood is een ieder die uit een Joodse moeder is geboren en degene die volgens de halachische voorschriften formeel tot het Jodendom is toegetreden, de proseliet. Daarmee is de vraag echter niet helemaal opgelost. Zo is het heel goed mogelijk dat iemand in een Joodse omgeving opgroeit, zijn of haar leven inricht naar religieuze voorschriften, een Joodse vrouw of man trouwt en de kinderen een Joodse opvoeding geeft, maar zelf formeel niet als Jood beschouwd zou mogen worden omdat in een vorige generatie een gemengd huwelijk heeft plaatsgevonden en de afstamming via de vrouwelijke lijn onderbroken is. 6 Men noemt deze Joden ook wel vaderjoden. In tegenstelling tot de mening van de orthodoxie is in liberale kringen het toekennen van deze vaderjoden tot het Jodendom gangbaar. Hierin komen zij overeen met het beleid dat de staat Israël voert. De staat geeft het Israëlisch staatsburgerschap ook af aan hen die alleen een Joodse vader of grootvader hebben, mits zij niet overgegaan zijn naar een andere godsdienst. De dieperliggende reden hiervoor ligt in het feit dat de Nazi s in de Tweede Wereldoorlog ook hen die slechts een Joodse grootvader hadden, deporteerden en ombrachten. De staat wilde ook deze mensen een veilig thuis aanbieden en hen de mogelijkheid bieden om Aliyah te maken. Het Hebreeuwse woord Aliyah betekent letterlijk opgaan of opklimmen. Hier betekent het dat Joden die buiten Israël wonen, kunnen emigreren naar Israël. De staat Israël erkent Messiasbelijdende Joden niet als Joden, vanwege de overgang naar een andere godsdienst. Dat is voor de Messiasbelijdende Joden moeilijk omdat zij zichzelf wel als Jood zien, maar dus niet als zodanig worden erkend. De ondergedoken en overlevende rabbijn Justus Tal waarschuwde diegenen die overgingen tot het christendom vanuit het Jodendom. Zij trokken, volgens hem, een streep, een grens tussen zichzelf en het Jodendom. 7 Hoezeer Messiasbelijdende Joden zichzelf ook deel voelen van hun volk, zij worden door de Joodse gemeenschap als overlopers gezien. 6 Heide, A. van der, Jodendom, p108 7 Klinken, G. van, Christelijke stemmen over het Jodendom, zestig jaar Interkerkelijk contact (ICI) 1946-2006, p 16

HOOFDSTUK 4 De interviews 4.1 Inleiding Een belangrijk document in dit rapport is de weergave van de bijna 50 geïnterviewde Messiasbelijdende Joden in Nederland, hetzij mondeling hetzij schriftelijk. Vooral dit hoofdstuk zal een heel persoonlijk antwoord geven op de vraagstelling van dit onderzoek: Hoe beleven gelovigen in Jesjoea Messias in Nederland met een Joodse achtergrond hun Joods- christelijke identiteit in hun dagelijks leven en in hun geloofsleven? Omdat het zo belangrijk is dat de mensen hierover zelf aan het woord zijn, is dit een uitgebreid hoofdstuk geworden. Heel bewust heb ik ervoor gekozen om de mensen vooral zelf aan het woord te laten. Veel letterlijke citaten zal u dan ook aantreffen. In verband met de privacy van de geïnterviewden zijn er geen namen genoemd en de herkenning van één van de citaten zal slechts door de persoon zelf zijn. Het interview bestond uit een 10- tal hoofdvragen naar aanleiding van een bepaald thema. Onder deze hoofdvragen werden een aantal hulpvragen gesteld om het antwoord op de hoofdvraag nog meer te onderbouwen. In deze weergave van de interviews richt ik mij voornamelijk op de antwoorden op de hoofdvragen, maar de hulpvragen en hun antwoorden zijn ook nodig om tot een goed inzicht te komen. Een overzicht van de antwoorden op de hulpvragen heb ik bijgevoegd in de uitgebreide bijlage met zo goed als alle antwoorden van de 48 geïnterviewden. In de inleidende woorden van de vragenlijst staat aangegeven dat mensen vragen mogen overslaan of met n.v.t. in kunnen vullen. Daardoor vermelden de aangegeven tabellen niet altijd het totaal aantal van de 48 personen die geïnterviewd zijn. Sommigen hebben de vraag opengelaten of met n.v.t. beantwoord. Dit is dan niet meegenomen in de tabel of het staat als zodanig vermeld. 4.2 Algemeen Bij de algemene gegevens zijn de NAW- gegevens gevraagd, die ik hier uiteraard niet vermeld. Wat wel interessant is om te vermelden zijn de leeftijdsgroepen, de man- vrouw verhouding (tabel 1) en het land van geboorte van de in totaal 48 geïnterviewden. Tabel 1 Leeftijd Man Vrouw TOTAAL 0-9 10-19 2 2 20-29 2 2 4 30-39 3 3 40-49 4 3 7 50-59 5 5 10 60-69 4 2 6 70-79 3 3 6 80-89 2 7 9 90-99 1 1 25 23 48 17

In totaal zijn er 25 mannen en 23 vrouwen geïnterviewd. De leeftijdsgroepen bij de mannen zijn redelijk gelijk vertegenwoordigd met een piek in de middelste leeftijdsgroep 50-59. Bij de vrouwen is dit wat onevenwichtiger. Vooral de leeftijdsgroep 50-59 en 80-89 is sterk vertegenwoordigd terwijl de jongere vrouwen zijn ondervertegenwoordigd. Het land van geboorte is van 43 bevraagden Nederland, 3 komen uit Israël en 2 uit Engelstalige landen. Een belangrijk gegeven hieruit is dat het merendeel van de geïnterviewden te maken heeft gehad met de Tweede Wereldoorlog die grote invloed heeft gehad op het leven van de Joodse gemeenschap in Nederland en op hen die daar nauw bij betrokken zijn geweest. 4.3 Joodse identiteit Binnen het Jodendom speelt de vraag Wie is Jood en wie niet (Hoofdstuk 3). De Rabbijnen zeggen dat alleen halachische Joden Joods zijn. Bij Hadderech houdt men de regeling aan van de staat Israël die zegt dat iemand met één Joodse grootvader Aliyah kan maken naar Israël. In onderstaande tabel 2 is de verdeling te zien tussen halachische Joden en de zo genoemde vaderjoden binnen dit onderzoek: Tabel 2 Leeftijd M V joodse ouders joodse moeder joodse vader joodse grootvader M V M V M V M V 0-9 10-19 2 2 2 20-29 2 2 1 1 1 1 4 30-39 3 1 2 3 40-49 4 3 2 3 1 1 7 50-59 5 5 2 3 2 2 1 10 60-69 4 2 1 1 2 1 1 6 70-79 3 3 2 2 1 1 6 80-89 2 7 2 5 2 9 90-99 1 1 1 25 23 7 10 5 3 6 8 6 3 48 =Halachisch Joods Het aantal halachische Joden die aan dit onderzoek hebben meegewerkt is veel. Met 25 mensen vormen zij ruim de helft van het totale aantal ondervraagden. Dit is bijzonder omdat de assimilatie in Nederland onder de Joodse bevolking, maar juist ook onder de Messiasbelijdende Joodse bevolking toeneemt. Daardoor wordt de kans op halachisch Messiaans Jodendom steeds kleiner. De hoofdvraag die gesteld is in verband met de Joodse identiteit is: Hoe sterk voelt u zich verbonden met het Joodse volk? 18

Tabel 3 Leeftijd Totaal 10-29 30-59 60+ in % Heel sterk 1 5 7 13 27 Sterk 1 5 5 11 23 Redelijk sterk 2 4 7 13 27 Voor een deel 2 3 3 8 17 Moeilijk aan te geven 3 3 6 Totaal 6 20 22 48 100 Bovenstaande tabel 3 laat zien dat het merendeel zich sterk verbonden voelt met het Joodse volk. Dit is verdeeld in heel sterk, sterk en redelijk sterk. De overige 11 mensen voelen zich op zich wel verbonden met het Joodse volk, al is het alleen al door de Joodse wortels die terug te vinden zijn in hun voorgeslacht, maar vinden het moeilijk om daar een omschrijving voor te geven. Een aantal treffende uitspraken zijn: Moeilijk aan te geven, maar er gaat geen dag voorbij dat ik er niet bij stilsta. Wanneer het de Messiaanse tijd was, zou ik me 100% verbonden voelen. Vanwege mijn geloof in de Messias voel ik ook afstand. de verbondenheid is er, niet extreem, ik keur ook zeker niet alles goed wat ik hoor. Maar ik voel me er wel mee verbonden en dat heb ik ook wel gemerkt toen ik daar in Israël was. Op bepaalde momenten dacht ik: Hé ik zou er zo tussen kunnen lopen, wat uiterlijk betreft, maar ook wat gevoel betreft. Ik ben een Jodin en ik blijf een Jodin, maar omdat je geestelijk niet meer zo n contact hebt, is de weg gespleten Het Jodendom is voor mij geen privilege, het is een last. Ik ben opgegroeid met mond houden, nooit zeggen dat je Joods bent. Door de eeuwen heen is de angst groot. Een vraag die gesteld werd bij dit thema was de vraag of men blij is met de Joodse achtergrond. De meeste ondervraagden geven hier een positief antwoord op: blij tot zeer blij. Anderen voelen soms blijheid, maar soms ook helemaal niet. Opvallend is dat de helft van hen twee Joodse ouders hebben. De psychische gevolgen van de Tweede Wereldoorlog hebben daar zeker ook mee te maken. Ook de huidige situatie in Israël maakt dat mensen minder blij zijn met hun Joodse achtergrond. Religieus gezien voor mij van groot belang: Blij is niet het juiste woord ik heb toch geen keuze Vroeger niet, maar nu durf ik er echt voor uit te komen. Daar is verandering in gekomen. Doordat ik bij de Messiaanse beweging terecht gekomen ben, ben ik me veel meer gaan uitten als Jood. Toen durfde ik er voor uit te komen dat ik Joods was. Ik ben Messiaans geworden door hetgeen wat ik was en dat wat ik geworden ben. 19

Ik ben er wel blij mee, maar het is ook wel iets waar je altijd voor op moet komen. Mensen willen weten hoe je er mee omgaat en je moet altijd veel uitleggen. Ik wil niet dat het beter is, dat heb ik helemaal niet, dan heb ik het liever niet. Dat wisselt, al naar gelang de context. Ik denk dat mijn basisgevoel blijft; niet helemaal blij. Wanneer ik de Bijbel lees, of een mooi boek, of als Joden iets goeds of belangrijks doen, dan groei ik als Jood. Maar het basisgevoel is niet van joepie. Er zit teveel belasting, smart, pijn, maar ook smaad. 4.4 Gezinssituatie Met de gezinssituatie wordt in de eerste plaats bedoeld hoe de Joodse achtergrond een rol speelt in het eigen gezin van ondervraagde, mits van toepassing, of hoe het een rol speelt in zijn of haar leven. En in de tweede plaats hoe de Joodse achtergrond een rol speelt of heeft gespeeld in het gezin van geboorte. De hoofdvraag is: In hoeverre speelt uw Joodse achtergrond een rol in uw gezin of leven? Tabel 4 Leeftijd Totaal 10-29 30-59 60+ in % Belangrijke rol 1 3 5 9 19 Speelt een rol 4 9 8 21 44 Enigszins 1 2 3 6 Nauwelijks 1 3 4 8 17 Speelt geen rol 3 3 6 Nvt 4 4 8 Totaal 6 20 22 48 100 Wat opvalt is dat in bijna alle gezinnen waar ik op bezoek ben geweest ook in de inrichting van het huis te zien is dat het Joodse een warm hart wordt toegedragen. Vooral de mezoeza ben ik vaak tegengekomen. Ook de Menora of de Sjabbatbekers krijgen een plek in de woonkamer. Bijzonder vond ik het te ontdekken dat enkelen een speciale kast inrichten met verschillende aandenken aan hun Joodse wortels. Bijna twee derde van de ondervraagden geeft de Joodse achtergrond door aan de kinderen. Twaalf gezinnen doen dit ook actief door het houden van de Sjabbat en de feesten en door het houden van andere Joodse gebruiken. Twee gezinnen hebben hun zoons laten besnijden toen zij 8 dagen oud waren. Het merendeel geeft de achtergrond door aan de kinderen door er over te vertellen en door er met elkaar over te praten. Het verbaast dan ook niet dat 31 van de ondervraagden aangeven dat hun kinderen zich bewust zijn van hun Joodse identiteit en maar vier aangeven dat dit nauwelijks of niet speelt bij hun kinderen. De vraag of dit bewustzijn van de Joodse wortels bij de kinderen ook een belangrijke rol in hun leven inneemt wordt anders beantwoord. Het bewustzijn is er wel, maar er ook actief mee bezig zijn, is niet altijd aan de orde 20