Aanmoedigingspremies Tijdskrediet Zoals reeds eerder werd aangekondigd wil de Vlaamse Gemeenschap het stelsel van de aanmoedigingspremies in de privé-sector hervormen. Het besluit van 14 december 2001 dat in deze hervorming voorziet, is nu verschenen in het BS. Vanaf 1 januari 2002 zullen de werknemers die tewerkgesteld zijn in het Vlaamse Gewest, en die hun tijdskrediet opnemen of hun loopbaan verminderen, in bepaalde omstandigheden bovenop hun onderbrekingsuitkering uitbetaald door de RvA, een premie ontvangen. Ter herinnering: ten gevolge van het belangenconflict dat de Waalse Regering heeft opgeworpen tegen dit besluit, zullen de aanmoedigingspremies voorlopig nog niet worden uitbetaald. Alle nieuwe aanvragen worden intussen wel behandeld, doch de uitbetaling ervan wordt uitgesteld. Algemene voorwaarde tot Vijf soorten Toepassingsgebied toekenning aanmoedigingspremies Gemeenschappelijke Suppletieve regeling Aanvraagprocedure bepalingen Overgangsbepalingen 1. Toepassingsgebied Dit besluit is van toepassing op de werknemers uit de privé-sector die tewerkgesteld zijn in het Vlaamse Gewest. De werknemers die tewerkgesteld zijn in de Vlaamse social profitsector ressorteren niet onder dit besluit. Voor hen geldt een eigen systeem van aanmoedigingspremies, zoals voorzien in het besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 2000. De werknemers tewerkgesteld in de beschutte of sociale werkplaatsen (uitgez. het omkaderingspersoneel) vallen daarentegen wel onder het toepassingsgebied van dit besluit, met uitzondering van de regeling inzake de landingsbanen. 2. Algemene voorwaarde tot toekenning De werknemers die onder het toepassingsgebied van dit besluit vallen, kunnen slechts aanspraak maken op de aanmoedigingspremies voorzover de toepassing van deze vormen van aanmoedigingspremies werd voorzien in : - een sectorakkoord of bij ontstentenis, - een bedrijfsakkoord of een toetredingsakte Indien de sector geen sectorakkoord heeft neergelegd, is een suppletieve regeling van toepassing. 3. Vijf soorten aanmoedigingspremies 3.1. Aanmoedigingspremies in het kader van het opleidingskrediet Het tijdskrediet wordt opgenomen of de loopbaan wordt verminderd voor het volgen van een opleiding. Onder opleiding wordt verstaan: - een door de VDAB georganiseerde beroepsopleiding - onderwijs en opleiding georganiseerd, gesubsidieerd of erkend door de Vlaamse Overheid waarvan het programma ten minste 120 uren op jaarbasis omvat, of een hiermee gelijkgestelde opleiding - opleiding georganiseerd, gesubsidieerd of erkend door de sectorale opleidingsfondsen. B. Duur van het opleidingskrediet?
Er wordt een basis opleidingskrediet van 24 maanden (2 jaar) toegekend. Hoe lang dit opleidingskrediet precies zal worden toegekend, is enerzijds afhankelijk van de wijze waarop de loopbaan onderbroken wordt (voltijds, deeltijds of halftijds) en anderzijds van het arbeidsregime van het jaar voorafgaand aan het opnemen van het opleidingskrediet. Heeft de werknemer ten minste 20 jaar loopbaananciënniteit, dan wordt het opleidingskrediet verhoogd met 6 maandeenheden. Het opleidingskrediet wordt toegekend voor de ganse periode van de opleiding indien de opleiding kadert in het tweedekansonderwijs of leidt tot een beroep dat voorkomt op de lijst van knelpuntberoepen. Bij volledige schorsing en de werknemer heeft in het voorafgaand jaar voltijds (minstens 75%) gewerkt: 150 per maand. Het opleidingskrediet wordt elke maand met één eenheid verminderd. 2 jaar) (maximum Bij vermindering van de arbeidsprestaties tot een 1/2 en de werknemer heeft in het voorafgaand jaar voltijds (minstens 75%) gewerkt: 100 per maand. Het opleidingskrediet wordt per maand met een halve eenheid verminderd. (maximum 4 jaar) Bij vermindering van de arbeidsprestaties met 1/5 en de werknemer heeft in het voorafgaand jaar voltijds gewerkt: 50 per maand. Het opleidingskrediet wordt per maand met 0,2 maandeenheid verminderd. (maximum 5 jaar) Bij volledige schorsing en de werknemer heeft in het voorafgaand jaar minstens 50% gewerkt : 100 per maand. Het opleidingskrediet wordt elke maand met een halve eenheid verminderd. (maximum 4 jaar) Bij volledige schorsing en de werknemer heeft in het voorafgaand jaar minstens 20% en minder dan 50% gewerkt: 50 per maand. Het opleidingskrediet wordt elke maand met 0,2 maandeenheid verminderd. (maximum 10 jaar 3.2. Aanmoedigingspremie in het kader van het zorgkrediet Het zorgkrediet wordt toegekend wanneer het tijdskrediet wordt opgenomen, of de loopbaan verminderd wordt om hiernavolgende redenen: - om zorg te verlenen aan zijn/haar kind geboren of geadopteerd na 1 januari 1998 en jonger dan 18 jaar. Voor kinderen die een handicap hebben van 66% geldt 1 januari 1994 als begindatum. - om zorg te verlenen aan de moeder/vader ouder dan 70 jaar. - om zorg te verlenen aan een zwaar ziek gezins- of familielid. - om zorg te verlenen aan een persoon die lijdt aan een ongeneselijke ziekte en die zich in een terminale fase bevindt. B. Duur van het zorgkrediet.
Het basiszorgkrediet bedraagt 12 maandeenheden ( 1 jaar). Hoe lang dit zorgkrediet precies zal worden toegekend is enerzijds afhankelijk van de wijze waarop de loopbaan onderbroken wordt (voltijds, deeltijds of halftijds) en anderzijds van het arbeidsregime van het jaar voorafgaand aan het opnemen van het opleidingskrediet. Per kind dat geboren of geadopteerd is na 1 januari 1998, of na 1 januari 1994 voor een kind met een handicap van minstens 66%, wordt het zorgkrediet met 3 maandeenheden verhoogd. Bij volledige schorsing en de werknemer heeft in het voorafgaand jaar voltijds (minstens 75%) gewerkt: 150 per maand. Het opleidingskrediet wordt elke maand met een eenheid verminderd. (maximum 1 jaar) Bij vermindering van de arbeidsprestaties tot 1/2 en de werknemer heeft in het voorafgaand jaar voltijds ( minstens 75%) gewerkt: 100 per maand. Het opleidingskrediet wordt per maand met een halve eenheid verminderd. (maximum 2 jaar) Bij vermindering van de arbeidsprestaties met 1/5 en de werknemer heeft in het voorafgaand jaar voltijds gewerkt: 50 per maand. Het opleidingskrediet wordt per maand met 0,2 maandeenheid verminderd. (maximum 5 jaar) Bij volledige schorsing en de werknemer heeft in het voorafgaand jaar minstens 50% gewerkt : 100 per maand. Het opleidingskrediet wordt elke maand met een halve eenheid verminderd. (maximum 2 jaar) Bij volledige schorsing en de werknemer heeft in het voorafgaand jaar minstens 20% en minder dan 50% gewerkt: 50 per maand. Het opleidingskrediet wordt elke maand met 0,2 maandeenheid verminderd. (maximum 5 jaar) 3.3. Aanmoedigingspremie bij loopbaanvermindering A. Voorwaarden De werknemer moet zijn voltijdse arbeidsprestaties verminderen met 1/5. B. Duur van het loopbaanverminderingskrediet? Het basisloopbaanverminderingskrediet bedraagt 12 maandeenheden. Werknemers van 50 jaar of ouder maken gedurende de volledige duur van de loopbaanvermindering aanspraak op deze aanmoedigingspremie. De premie bedraagt 50 per maand. Per maand dat de premie wordt uitbetaald, wordt het loopbaanverminderingskrediet verminderd met 0,2 maandeenheid. (maximum 5 jaar) 3.4. Aanmoedigingspremie bij landingsbaan De werknemer moet 50 jaar of ouder zijn en de arbeidsprestaties verminderen tot een halftijdse arbeidsbetrekking. B. Duur Deze aanmoedigingspremie wordt toegekend tot aan de wettelijke pensioenleeftijd. De aanmoedigingspremie bedraagt 50 per maand. 3.5. Arbeidsduurvermindering in een onderneming in moeilijkheden of in herstructurering
- tewerkgesteld zijn in een onderneming in moeilijkheden of in herstructurering met uitbatingszetel in het Vlaamse Gewest. - de arbeidsduur moet met ten minste 10% van de voltijdse arbeidsregeling verminderd worden in het kader van een herstructureringsplan en, - de nieuwe arbeidsregeling moet nog minstens 50 % van een voltijdse betrekking bedragen. - het bewijs van onderneming in moeilijkheden of in herstructurering dient te worden geleverd. B. Hoe lang wordt de premie toegekend? De premie kan gedurende maximum 2 jaar worden toegekend. C. Cumulverbod Deze aanmoedigingspremie kan niet gecombineerd worden met inkomsten uit: een tweede deeltijdse of voltijdse tewerkstelling als werknemer, een zelfstandige activiteit, tenzij de zelfstandige activiteit reeds in bijberoep werd uitgeoefend gedurende minstens 1 jaar voor de aanvang van de arbeidsduurvermindering met een onderbrekingsuitkering of met een aanmoedigingspremie in het kader van het opleidingskrediet, het zorgkrediet, de vermindering met 1/5 of de landingsbaan. D. Bedrag Bij arbeidsduurvermindering tot een halftijdse betrekking en de werknemer heeft in het jaar voorafgaand minstens 75 % gewerkt: 125 per maand. Bij arbeidsduurvermindering met minimum 20 % van het aantal uren van de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur: 75 per maand. Bij arbeidsduurvermindering met minimum 10% en minder dan 20% van het aantal uren van de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur: 50 per maand. 4. Suppletieve regeling Werknemers die tewerkgesteld zijn in een sector die geen sectorakkoord heeft afgesloten, en hun onderneming heeft geen bedrijfsakkoord afgesloten noch een toetredingsakte opgesteld, kunnen onder bepaalde voorwaarden toch aanspraak maken op de volgende aanmoedigingspremies: - het opleidingskrediet in het kader van het tweedekansonderwijs. -het zorgkrediet in het kader van het ouderschapsverlof, het verlof voor medische bijstand of het verlof voor palliatieve zorgen. 5. Gemeenschappelijke bepalingen - Deze aanmoedigingspremies zijn gekoppeld aan de evolutie van het indexcijfer en zullen op 1 maart 2002 met 2 % verhogen ingevolge een indexaanpassing. - Het recht op de aanmoedigingspremies gaan verloren: wanneer de werknemer de onderneming verlaat, wanneer de werknemer zijn tijdskrediet of loopbaanvermindering stopzet. wanneer de werknemer niet meer voldoet aan de toekenningsvoorwaarden. 6. Aanvraagprocedure De werknemer moet zijn aanvraag indienen bij het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling tewerkstelling - Cel Aanmoedigingspremies, Markiesstraat 1,1000 Brussel. Het aanvraagformulier kan je downloaden op de website van Vlaanderen. ( www.vlaanderen.be) Bij het aanvraagformulier dient een kopie van het bedrijfsakkoord of de toetredingsakte te worden gevoegd, voorzover deze nog niet aan de administratie werd overgemaakt.
De aanmoedigingspremie moet aangevraagd worden tijdens de periode van het tijdskrediet, de verminderde arbeidsduur, de loopbaanvermindering of de landingsbaan. 7. Overgangsbepalingen Werknemers die nog in 2001 met loopbaanonderbreking zijn gegaan, of hun arbeidsduur hebben verminderd en aanmoedigingspremies genieten op basis van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 oktober 1998, behouden deze premies voor de toegekende duur. De vervangingsplicht opgelegd door dit besluit vervalt vanaf 1 januari 2002. Het besluit van de Vlaamse Regering van 6 oktober 1998 wordt opgeheven vanaf 1 januari 2002.