Boekverslag Nederlands De kleine blonde dood door Boudewijn B?ch Boekverslag door een scholier 2292 woorden 27 maart 2001 5,9 36 keer beoordeeld Auteur Genre Boudewijn Büch Psychologische roman, Biografie Eerste uitgave 1985 Vak Nederlands 1. De auteur van het boek is Boudewijn Büch. Voluit heet hij Boudewijn Maria Ignatius Büch. 2. Het boek heet De Kleine Blonde Dood. 3. Het boek is voor het eerst uitgegeven in 1985. Ik heb de 19e druk gelezen uit 1995. De uitgever is uitgeverij De Arbeiderspers. 4. Boudewijn gaat op schoolreisje naar een speeltuin in de buurt van Nijmegen. Ze zitten er aan de Duitse grens en de leerlingen krijgen daar de kans eens op Duits grondgebied te staan. Bijna alle leerlingen, want Boudewijns vader heeft hem verboden ook maar een voet in Duitsland te zetten. Boudewijn zit zijn boterhammen te eten terwijl de andere kinderen zich vermaken in Duitsland. Boudewijns vader die altijd al een bijzondere kennis en interesse had in vlinders verzamelde deze ook. Boudewijn zag een zogenaamd landkaartje vliegen en dacht dat z'n vader heel trots op z'n zoon zou zijn als hij deze vlinder bij z'n collectie kreeg. Boudewijn rende de vlinder achterna en kreeg deze na een tijd te pakken. Boudewijn belandt in verboden gebied en wordt aangehouden door twee grenswachten en deze brengen hem terug naar de bus. Als z'n vader dit hoort krijgt hij een woede-uitbarsting en trapt de vlinder kapot. Hij wil geen Duitse vlinders. Boudewijn gaat met zijn zoontje naar de dierentuin. Mickey krijgt veel te eten en te drinken, en in het café komt alles er weer uit. Boudewijn belt zijn 'vriendin' Fleurette op die ze komt ophalen en waar ze alles schoon maken. Rainer Büch is van Joodse afkomst en is voor de Tweede Wereldoorlog naar Nederland gevlucht. Tijdens de oorlog heeft Büch een heldendaad begaan en is hierom zeer bekend geworden in zijn omgeving. Welke heldendaad dit was wordt niet duidelijk in het verhaal. Boudewijns vader is aan de ene kant anti-duits, maar aan de andere kant is hij zeer militaristisch opgesteld. Boudewijns moeder heeft het moeilijk, want haar echtgenoot kan soms zeer gewelddadig worden. Een paar dagen voor Kerstmis verbiedt hij het vieren Pagina 1 van 5
van het Kerstfeest. Als hij een toefje slagroom ziet op het nagerecht, slaat hij de huiskamer kort en klein en wordt agressief tegen zijn vrouw en kinderen. Toch heeft Boudewijn veel bewondering voor zijn vader. Soms ging zijn vader weg zonder te zeggen waarheen en dan kwam hij een tijd later weer terug. Als blijkt dat er iemand in zijn geheime kastje is geweest, slaat hij Boudewijns broer in elkaar. Zijn zoon had foto's van Joden in concentratiekampen tijdens de Tweede Wereldoorlog gezien. Boudewijns vader is hoofd van de Reservepolitie, waar na een tijd iedereen wegloopt vanwege het iedere avond verplicht marcheren. Als Büch de koets van de Koningin aanvalt, wordt deze opgepakt en hij vindt dit de aanleiding zijn verdiende onderscheidingen terug te sturen naar de Burgemeester. Ook in het oorlogsmuseum krijgt de vader van Boudewijn een aanval omdat hij zegt dat de uniformen niet kloppen. Hij maakt zichzelf belachelijk. Boudewijn krijgt zenuwtoevallen door de toestand thuis. Hierdoor wordt hij naar een inrichting in Brabant gestuurd. Hier heeft Boudewijn een vreselijke tijd. Het ergste van alles vindt hij het leesverbod. Als hij thuiskomt wordt hij ernstig ziek: een buikvliesontsteking. Boudewijn raakt in een coma en een paar weken later geraakt hij hier weer uit. Zijn vader geeft hem een bulldozer, boeken (die zijn vader hem zal voorlezen), en de mooiste medaille. Na een jaar wordt Boudewijn uit het ziekenhuis ontslagen. Thuis zingen al de kinderen uit zijn klas voor hem en krijgt hij een fiets van zijn ouders. Onkel Jobab is een slachtoffer van de Duitse experimenten op de Joden. Boudewijn en zijn broers noemen Onkel Jobab gek in zijn hoofd. Als Jobab komt logeren, moet Boudewijn met hem gaan wandelen. Ze lopen naar Noordwijkerhout. Daar kopen ze patatten. Onkel Jobab betaalt met een waardeloze Mark en moet samen met Boudewijn rennen, om niet gepakt te worden door de frietboer. Omdat Boudewijn en Onkel Jobab te laat thuis zijn moet Boudewijn voor straf zonder eten naar bed. Een tijd nadat zijn ouders gescheiden zijn gaat Boudewijn op bezoek bij zijn vader. Hij is nu voor de vijfde maal getrouwd. Zijn echtgenote is de achttienjarige Deense Astrid Nisgren. Hoewel Boudewijn homoseksueel is heeft hij nu toch een kind gekregen van zijn vroegere lerares Mieke. Als hij dit verteld aan zijn vader trekt hij wit weg en Astrid slaat hem. Als Boudewijn vertrekt geeft zijn vader hem nog vijfentwintig gulden. Een periode na het bezoek aan zijn vader krijgt Boudewijn een brief van zijn moeder met daarbij een rouwkaart: zijn vader is gestorven. Het overlijden van zijn vader valt hem zwaar. Twee weken na zijn vaders dood krijgt hij een brief van zijn vader: De grootste kwelling die zijn vader hem ooit heeft aangedaan. De brief werd een obsessie voor hem. De laatste zinnen van de brief schrijft Boudewijn over, de rest verbrandt hij. Later vertelt de dokter hem dat zijn vader zelfmoord gepleegd had. De zoon van Boudewijn en Mieke heet Micky. Mieke is veertien jaar ouder dan Boudewijn. Aangezien Mieke aan de drank is, zorgt Boudewijn voor zijn zoon. Samen wonen zij met Fleurette en haar dochter in een huis. Als Fleurette en haar dochter het huis verlaten, gaat Boudewijn voor een tijdje met vrienden naar Parijs. Micky zal bij Gerda, de beste vriendin van Mieke, logeren. Boudewijn heeft Gerda nadrukkelijk gezegd Micky niet aan Mieke mee te geven. Uiteindelijk heeft Mieke haar zoon toch meegenomen. Micky vraagt nog of zijn vader nog een cadeautje voor hem meeneemt, maar het zal niet nodig zijn, want bij thuiskomst krijgt Boudewijn te horen Pagina 2 van 5
dat zijn zoon in het ziekenhuis is opgenomen. Micky ligt in een coma. Hij is bij Mieke van een portiektrap gevallen. Na eerst bij Mieke geweest te zijn, gaat Boudewijn naar het ziekenhuis. Hier vertelt de dokter hem dat Micky klinisch dood is. De val was een gevolg van een gezwel in de hersenen, dat plotseling geknapt is. Uiteindelijk besluit Boudewijn dat de behandelingen gestopt moeten worden. Micky was altijd al een fan van de Rolling Stones. Als zijn lichaam gecremeerd wordt, wordt er het nummer 'Out of time' gedraaid. Boudewijn is de enige aanwezige bij de crematie. Boudewijn heeft hier bewust voor gekozen: er mag beslist geen spoor van Micky op de aarde over blijven. Hiermee wil hij zichzelf straffen. Hij zegt dat hij een slechte vader was. Zes jaar na de crematie bezoekt Boudewijn voor de krant een open dag van het crematorium. Nadat de reportage in de krant heeft gestaan, krijgt Boudewijn een boze brief van de Directeur van het crematorium. Als Boudewijn iemand hoort zeggen 'Rouw verjaart niet', weet hij dat hij het boek kan schrijven: De kleine blonde dood. 5. Hier volgt een lijst van hoofdfiguren. De vader en de zoon worden zeer goed gekarakteriseerd door de auteur (roundcharacters). De vader, RainerBüch, is van joodse afkomst. In 1937 is hij uit Duitsland naar Nederland gevlucht. In de oorlog heeft hij in het verzet gezeten en na de bevrijding kreeg hij een onderscheiding voor zijn heldhaftig optreden. Een oorlogstrauma bezorgt hem grote psychische problemen. Typisch is zijn verscheurdheid. Enerzijds heeft hij een grote hekel aan Duitsland en de Duitsers, anderzijds heeft hij een sterke hang naar militaristisch optreden. Dit bezorgt hem tal van conflicten, zowel in als buiten zijn gezin. Hij is erg onevenwichtig en onrustig. Soms is hij erg aardig voor de kinderen, maar soms gaat hij als een krankzinnige te keer. Zijn vrouw heeft veel te verduren en een scheiding kan dan ook niet uitblijven. Na de scheiding trouwt hij nog vier keer. Zijn leven eindigt door zelfdoding. Ook de zoon (Boudewijn) heeft psychische problemen. Al jong wordt hij geruime tijd verpleegd in een jeugdpsychiatrische inrichting in Brabant. Hoewel hij veel te verduren heeft van zijn vader, heeft hij toch een grote bewondering voor Vati. In seksueel opzicht vertoont hij een duidelijke gespletenheid. Hij heeft een homoseksuele geaardheid en bedrijft de liefde met een veertien jaar oudere vrouw van wie hij vroeger les heeft gehad. Voor zijn zoontje wil hij meer een vriend dan een vader zijn. Hoewel hij in niet geringe mate wordt geconfronteerd met krankzinnigheid, drankmisbruik en de dood, weet hij zich in het leven redelijk te handhaven. De moeder van Boudewijn wordt door de schrijver getekend als een type. Ze is zorgzaam, tracht te matigen en te bemiddelen en neemt het op voor haar kinderen. Het is voor haar een opluchting als haar man het huis uit is. Het karakter van Mieke, de moeder van de zoon van Boudewijn, komt niet goed uit de verf. Ze is weinig wilskrachtig en weet geen weerstand te bieden aan de verlokkingen van de alcohol. Een flatcharacter dus. 6. Het boek gaat voornamelijk over de bovengenoemde hoofdfiguuren. Pagina 3 van 5
7. Het eerste deel speelt na de oorlog. Dat van de oorlog is te merken aan de vader bij wie de oorlog nog vrij vers in het geheugen ligt. Het tweede deel speelt twintig jaar later. Het verhaal kon zich ook in een andere tijd afpelen, zolang er dan maar een oorlog geweest is zoals de tweede wereldoorlog. 8. De schrijfstijl: Het verhaal wordt bekeken door de ogen van de hoofdpersoon, Boudewijn. Dit is dus een ik-perspectief. Alles wordt in de verleden tijd verteld, de vertelsituatie is dus achteraf vertellend. De ruimte: Het verhaal speelt zich grotendeels af in Wassenaar, maar Leiden, Brabant, Italië en Duitsland komen er ook in voor. Het milieu is een 'gewoon' Joods gezin in het eerste deel en in het tweede deel is het een gewoon modern Nederlands milieu. De vertelwijze: Het boek is geschreven in de ik-vorm. Het is dus een ik-perspectief. Het einde: Het einde is een open einde. Het verhaal stopt niet. De volgorde: Niet chronologisch. Er lopen twee verhaallijnen door elkaar, en ook de tijden lopen door elkaar, dit alles is als je begint met lezen knap verwarrend en moeilijk, maar na een tijdje went het wel. 9. Het boek heeft als onderwerp de vader-zoon relatie (Boudewijn met zijn vader en Boudewijn met zijn eigen zoontje) en als sub- onderwerp wat de oorlog met iemand (Boudewijns vader in dit geval) doet. 10. Dit boek heeft de titel: "De Kleine Blonde Dood". Dit is omdat Boudewijn altijd bang is dat er iets met zijn (blonde) zoon Micky gebeurt als hij bij zijn dronken moeder Mieke is. Op een dag zegt hij: "Soms schrik ik 's nachts wakker van het idee dat hij een auto ongeluk krijgt. En dan is die kleine blonde dood." 11. Boudewijn Maria Ignatius Büch werd op 14 december 1948 geboren in Den Haag en groeide samen met zijn vijf broers - waarvan vier oudere - op in Wassenaar. Als kind leed Büch sterk onder het slechte huwelijk van zijn katholiek geworden joodse ouders, die hun onhandelbare zoon op zijn elfde naar een jeugdpsychiatrische inrichting in Brabant stuurden. Niet lang na zijn thuiskomst, bijna een jaar later, scheidden zijn ouders. Zijn door de oorlog getraumatiseerde vader, met wie Büch als kind een zeer innige band had, zou na verschillende mislukte pogingen daartoe uiteindelijk zelfmoord plegen. Na studies Nederlands, Duits en filosofie debuteerde Büch in 1976 met zijn eerste poëziebundel, Nogal droevige liedjes voor de kleine Gijs. Al voor zijn debuut genoot Büch enige, voornamelijk randstedelijke, bekendheid door zijn bijdragen aan tal van dagbladen en tijdschriften. Hij schreef regelmatig over zijn idolen Goethe en Mick Jagger. Zijn enige pseudoniem is Lothar Mantoua, een naam die af en toe in zijn autobiografische romans terug komt. Van 1984 tot 1988 had hij bij de VARA een eigen tv-programma: Büchs Boeken. Vanaf 1988 tot heden presenteert hij bij de VARA De wereld van Boudewijn Büch, waarin hij naar alle uithoeken van de wereld reist. (Uit: De kleine blonde dood, nawoord, p. 135-140, door Tonny van Pagina 4 van 5
Winssen). Tevens treedt hij regelmatig op in het theater. 12. Het verhaal is volgens mij gedeeltelijk autobiografisch omdat hij zelf de hoofdpersoon is maar er zijn ook dingen in gebeurd die hij wel verzonnen moet hebben. 13. Er is geen speciale opdracht. 14. Genre: De kleinde blonde dood is een novelle. Dit, omdat er allereerst niet zo heel veel personen in voorkomen. Daarnaast maakt de hoofdpersoon geen karakterontwikkeling mee, in ieder geval, dat gedeelte wordt overgeslagen. En de personen zijn niet gedetailleerd beschreven. Dit alles maakt het duidelijk dat het een novelle is. 15. Ik heb eigenlijk drie bronnen gebruikt. Deze bronnen zijn; Ten eerste: Lite-rom met als trefwoord De +Kleine +Blonde +Dood Ten tweede: De website Scholieren.com-Uittreksels Ten derde: Mijn eigen aantekeningen. 16. Ik denk dat al deze bronnen zeer betrouwbaar zijn. Op de tweede na dan, daarop staan uittreksels van andere scholieren. 17. Dit vond ik een zeer goed boek. Het verhaal over Boudewijn en zijn vader vind ik wel wat beter dan het verhaal over Micky, dit komt voornamelijk omdat over het eerste alles veel gedetailleerder wordt beschreven dan bij het verhaal over Micky. Bijvoorbeeld bij de opgezette vogels die zijn Vader had gewonnen wordt elke kleur en elk ander detail heel nauwkeurig verteld. "De eerste was een bontgekleurde, aardige vogel die op een plankje bevestigd was dat op zijn beurt weer steunde op een grauwgroen geverfd plankje. De Kauw was een saaie, naar zwart neigende gevederde vriend die ondertussen (volgens mijn vader) 'onze kleinste inlandse kraai' was. De Kauw zat ook op een takje en een plankje." Bij het verhaal over Micky lijkt alles wat sneller en daarom minder gedetailleerd geschreven. In het verhaal over Micky lijkt ook wat meer de nadruk te liggen op de lange gesprekken tussen Boudewijn en Micky die weer eens een vraag stelt (Wat is dit? Wat betekent dat? etc.). Ook de inhoud is goed, het is een zeer realistisch verhaal en je krijgt al gauw medelijden met Boudewijn. Dit komt ook doordat de hoofdpunten, het sterven van Micky en Boudewijns vader, ergens midden in het boek gebeuren. Micky is in dit boek toch wel het leukst, dit komt door zijn rare vragen en antwoorden. Of ik nog een boek van Büch ga lezen weet ik nog niet, maar dit is zeker een leuk boek om te lezen. Pagina 5 van 5