Tussen Kortrijk en Lauwe, Blanche en zijn peerd?



Vergelijkbare documenten
SAMENVATTING "DUURZAME MOBILITEIT VOOR EEN DUURZAME ARBEIDSMARKT" - LANGZAAM VERKEER / HIVA

25% Algemeen. 66% Tijdens de spitsuren

De beroepsbevolking in de grensregio s van Nederland en Vlaanderen: grote verschillen aan weerszijden van de grens

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

Mobiliteitsenquête Vlaams ABVV Werk jij in een mobiliteitsvriendelijk bedrijf?

VLAANDEREN OP HET EUROPESE SCOREBORD Hoofstuk 4

67,3% van de jarigen aan het werk

Lokale arbeidsmarktindicatoren in de Vlaamse Arbeidsrekening (VAR)

& ' & ( # $ % & ' & ( ) - * % ) +&, - -. ) /!0!1!!/, -. ) )/& * ! " #$ % & & ' ( % & & ' ) *+,, *, ' " #! -.

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013

Jongeren vinden moeilijker een job - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, derde kwartaal

Onderwijs en arbeidsmarkt: tweemaal actief

Capita Selecta Recent Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen

PERSBERICHT Brussel, 25 juni 2013

Mobiliteitsmanagement in uw bedrijf Trends en opportuniteiten waarop u kan inspelen

DE GENKSE ARBEIDSMARKT (cijfers )

DE GENKSE ARBEIDSMARKT (cijfers )

DE VLAAMSE PROVINCIES IN EUROPEES PERSPECTIEF Hoofdstuk 4

Tabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996

WORKLESS HOUSEHOLDS IN VLAANDEREN Hoofdstuk 21

Bedrijven en vervoerplannen: de praktijk

PERSBERICHT Brussel, 30 september 2013

Vorming. VERPLICHTING BEDRIJFSVERVOERPLAN: HET ACTIEPLAN (de maatregelen)

VOLTIJDS LOONTREKKEND DOOR HET LEVEN Hoofdstuk 21

Evaluatie van de activeringsplicht van oudere werklozen

De sociale balans gewaardeerd en gecorrigeerd

Ondernemerschap in Vlaanderen: een vergelijkende, internationale studie

Aandeel van de gerechtigden op wachten overbruggingsuitkeringen. volledige werkloosheid - analyse volgens arrondissement

Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen

Aanvraag van een/de parkeerkaart(en) «BEDRIJF EN ZELFSTANDIGE»

GENKSE BEVOLKING OP ARBEIDSLEEFTIJD NAAR SOCIO-ECONOMISCHE POSITIE

De regionale impact van de economische crisis

«Bestaat er een verband tussen de leeftijd van de werkloze en de werkloosheidsduur?» (2 de deel)

Capita Selecta Recent Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen

BIJLAGE 1: Frequentietabellen

Wachten tot de witte raaf aan de deur komt kloppen? Een analyse van het instroom- en retentiebeleid bij bedrijven

Een exploratief onderzoek naar omvang en profiel van uitkeringsovertreders bij Vlaamse werklozen

SENSIBILISATIE VOOR EEN POSITIEVE MODAL SHIFT BIJ EEN VERHUIS

Nieuw loopbaanakkoord zet de stap naar maatwerk

DE GEHARMONISEERDE WERKLOOSHEID IN RUIME ZIN

Infoblad - werknemers U bent een werkloze van 50 jaar of ouder?

PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2014

Brussel, 4 juli Advies interregionale mobiliteit. Advies. fysieke interregionale mobiliteit

Hoe zoeken werkzoekenden?

Basisopleiding mobiliteitscoördinatoren. Module 2 Aan de slag met mobiliteitsmanagement OEFENING

Is er morgen nog werk voor iedereen? Egbert Lachaert Jong Vld 30 maart 2015

Zelfstandige in bijberoep

1 op 4 West-Vlamingen fietst regelmatig naar het werk

De arbeidsmarkt in de provincies en gemeenten

TEWERKSTELLING EN PARTICIPATIE VAN PERSONEN UIT DE KANSENGROEPEN Editie 2018 (data 2017)

De uitkeringsgerechtigden ten laste van de RVA sedert 5 jaar en meer

ARBEIDSMARKTMOBILITEIT Hoofdstuk 8

HOOFDSTUK 2. Onze opdracht.

De ronde van Vlaanderen

5.2 Wie is er werkloos?

De helft van de 15 tot 64-jarigen met een langdurig gezondheidsprobleem of moeilijkheid bij het uitvoeren van dagelijkse handelingen is aan het werk

Diagnostiek woon-werkverkeer Informatiesessiete Antwerpen op

3. Kenmerken van personenwagens

Werkgelegenheid en werkloosheid (EAK)

SESSIE #12 Bedrijvig met een werkloze auto. Een getuigenis Smart Move. 18/11/2014 Inspiratiedag Leg de Link

Werken of vrije tijd?

PERSBERICHT Brussel, 28 maart 2013

Werknemers in Vlaams-Brabant: 1 op 5 fietst, 1 op 10 laat zich rijden

Feiten en cijfers over arbeid en gezin

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin

De bruisende stad. Beleidskader

De Vlaamse arbeidsmarkt Een terugblik

Vlaanderen binnen Europa

Bediende in de logistieke sector: kansen voor vrouwen?

Vlaamse Arbeidsrekening

Vlaamse Arbeidsrekening

Bedrijfsvervoersplan voor de industrieterreinen Genk-Zuid en Genk-Noord

Werkgroep Arbeidsmarkt Onderwijs

Levenslang leren en werk Analyses op de SONAR databank

Vlaamse Arbeidsrekening

Enquêteformulier de ondernemingsraad. de vakbondsafvaardiging I of mededeling aan de werknemers II

ACTIVEREN, COMPETENTIES MOBILISEREN Epiloog

Afspraak met de medewerker van morgen EEN TOEKOMSTBESTENDIG HR- BELEID VOOR DE VLAAMSE OVERHEID

CARS 2. Mobiliteit. De roadmovie van uw werknemers. Nathalie Van Bauwel

CAREER COMPETENCES AND CAREER OUTCOMES A critical analysis of concepts and complex relationships. Heidi Knipprath & Katleen De Rick

verkeer veilige veiligheid verbindingen BIJLAGE 6: TAG CLOUDS MOBILITEIT staat stad stiptheid stress tijd tram trein treinen uur veilig

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2015

Hinder door een handicap of langdurige gezondheidsproblemen

Bedrijfsvervoerplannen: ze werken!

Arbeidsmarkt in Zuid-Oost-Vlaanderen

Vraag nr. 37 van 29 januari 2002 van de heer ROLAND VAN GOETHEM Antwoord 1. Overzicht over alle kenmerken heen

Een op vijf werknemers in Vlaamse bedrijven ouder dan 45 jaar

Hoofdstuk 7 DE NIET-BEROEPSACTIEVE BEVOLKING. Natascha Van Mechelen IN VLAANDEREN. 1 Omvang en samenstelling

De Brusselse arbeidsmarkt: statistische gegevens

DETERMINANTEN VAN LAGE WERKINTENSITEIT IN HUISHOUDENS MET ARBEIDSONGESCHIKTE GEZINSLEDEN Empirische analyses voor de EU-15

INLICHTINGENBLAD (voor de werkgevers behalve de administraties)

PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015

Conclusie. Over de relatie tussen laaggeletterdheid en armoede. Ingrid Christoffels, Pieter Baay (ecbo) Ineke Bijlsma, Mark Levels (ROA)

Heel gunstige arbeidsmarktevolutie in Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten -

DE FEITEN. Langer werken nodig. Wat vind jij van staken? Heeft staken zin? een studentenjob. Sint-Lodewijkscollege Lokeren zoekt LEERKRACHT ENGELS

De impact van een flexibele zoektocht naar nieuw werk bij werklozen op de kans en kwaliteit van hertewerkstelling. Sarah Vansteenkiste

Sessie 2 Vinden jongeren bij de aanvang van hun arbeidsloopbaan passende jobs?

Arbeidsmarktcongres Steunpunt WSE 12 december 2011

Transcriptie:

Mobiliteit Tussen Kortrijk en Lauwe, Blanche en zijn peerd? Mobiliteit, op zoek naar duurzame oplossingen Sepelie R., Van Hoof K., Bruyninckx H., Verbruggen H. (), Duurzame mobiliteit voor een duurzame arbeidsmarkt, HIVA-K.U.Leuven & Langzaam Verkeer vzw, Leuven (VIONA-onderzoek) Tratsaert K., Heylen E. et al. (), Denkpistes en werkinstrumenten ten behoeve van een duurzame beheersing van de woon-werkverplaatsingen, Langzaam Verkeer vzw et al., Brussel (DWTC-onderzoek) Er gaat haast geen dag voorbij zonder dat de toenemende verkeersdrukte op één of andere manier in verband wordt gebracht met eventuele economische gevolgen van deze evolutie. We merken ook dat daar in toenemende mate verwijzingen naar de arbeidsmarkt bijhoren. Nochtans is het verband tussen mobiliteit en arbeidsmarkt weinig beschreven en nog minder empirisch onderzocht. De manier waarop de economische activiteiten in het algemeen en arbeid in het bijzonder georganiseerd én gelokaliseerd zijn, heeft een impact op de mobiliteit. Het omgekeerde is ook waar: mogelijkheden en beperkingen op het vlak van mobiliteit beïnvloeden de economische activiteiten en de arbeidsmarkt. De mobiliteitsevolutie speelt zich momenteel af in een periode van toenemende krapte op de arbeidsmarkt. Het werkloosheidscijfer daalt en bedrijven hebben het steeds moeilijker om (geschikte) arbeidskrachten te vinden. Er wordt daarbij wel eens geopperd dat een slechte bereikbaarheid van het bedrijf de zoektocht naar geschikte arbeidskrachten kan bemoeilijken. Redenen te over dus om de relatie tussen mobiliteit en arbeidsmarkt nauwkeuriger te onderzoeken... Beweging in onderzoek over mobiliteit en arbeidsmarkt Begin werden twee onderzoeken over mobiliteit en arbeidsmarkt afgerond. Het eerste onderzoek, in opdracht van VIONA, ging in op de meer fundamentele vraag op welke manier de arbeidsmarkt wordt beïnvloed door de mobiliteitsmarkt, en omgekeerd. We wilden nagaan welke factoren daarin een rol spelen aan zowel werknemers- als werkgeverszijde en of mobiliteit een verklaring biedt voor de werkloosheidsval. Het begrip werkloosheidsval verwijst naar het feit dat het voor werklozen soms (financieel) beter is om werkloos te blijven dan een job te aanvaarden, bv. omdat bij het aanvaarden van een job een aantal voordelen wegvallen (bv. extra OVER. WERK Tijdschrift van het Steunpunt WAV -/ 8

toelagen bij kinderbijslag) of een aantal nadelen opduiken (bv. kosten kinderopvang). Mobiliteit zou een reden kunnen zijn om een job te weigeren, bv. wanneer men een eigen wagen zou moeten aanschaffen of openbaar vervoer moet betalen om op het werk te geraken. Deze extra kosten kunnen de oorzaak zijn van het feit dat men uiteindelijk minder inkomen heeft dan met een werkloosheidsuitkering. Het tweede onderzoek, in opdracht van DWTC, ging na op welke manier het woon-werkverkeer beter én anders kan verlopen. Met beter én anders wordt bedoeld: meer duurzaam, of minder exclusief met de individuele wagen. Duurzame mobiliteit? In het VIONA-onderzoek werd relevante literatuur omtrent de raakvlakken tussen de arbeidsmarkt en de mobiliteitsmarkt doorgenomen. Een aantal bestaande databanken werden onderzocht en beoordeeld op hun bruikbaarheid voor deze thematiek: de Volkstelling, de Loon- en Arbeidstijdgegevens van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, het ArbeidsMarktInformatiesysteem van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding, het Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen, het Onderzoek Verplaatsingsgedrag België en de Panel Study van Belgische huishoudens. Op basis van dit onderzoek werd een nieuwe databank samengesteld met mobiliteits- en arbeidsmarktindicatoren op het niveau van de gemeenten. Essentieel binnen dit onderzoek was het begrip duurzaamheid. We onderscheiden hierbij vijf aspecten in de combinatie arbeidsmarkt en mobiliteitsmarkt: bereikbaarheid, sociale rechtvaardigheid, veiligheid, milieu en leefbaarheid Wij concentreerden ons hier voornamelijk op de eerste twee. Tussen Kortrijk en Lauwe,... In de literatuurstudie stootten we op topics zoals woon-werkverkeer, de automobiliteit en het daarbij horende fileprobleem, instrumenten om de fileproblematiek te helpen oplossen etc. Ook locatietheorieën, arbeids-flexibiliteit (telewerken, vierdagenweek e.d.) kwamen ter sprake. Een essentieel en vernieuwend onderdeel van het onderzoek betrof het opstellen van een globale ontsluitingstypologie voor de Vlaamse gemeenten aan de hand van een clusteranalyse op basis van vier ontsluitingsvariabelen: bereikbaarheid per Kaart 86 OVER. WERK Tijdschrift van het Steunpunt WAV -/

trein, per bus/tram, via hoofd- en primaire. Er werden in totaal zeven clusters gevormd, waarbij cluster de best ontsloten gemeenten van Vlaanderen bevat en cluster 7 de slechtst ontsloten gebieden, gezien vanuit het vervoersaanbod. Kaart geeft een visuele voorstelling van deze clusters. Tabel geeft de typering van elke cluster alsook een overzicht van de kenmerken per cluster. Er wordt weergegeven hoe goed ze scoren op elk van de ontsluitingsindicatoren ten opzichte van de globale gemiddelden. Eén plusteken betekent dat de score ongeveer het globale gemiddelde bedraagt (minstens het globale gemiddelde of iets erboven), één minteken betekent dat de score iets lager dan het globale gemiddelde ligt. ++ betekent zeer goed, +++ uitstekend en slecht. De arbeidsmarkt typeerden we aan de hand van de werkzaam- en de werkloosheidsgraad. Het samenbrengen van de ontsluitingstypologie en de arbeidsmarkttypologie maakte het mogelijk om de relatie na te gaan tussen mobiliteit en arbeidsmarkt op een empirische basis. Tabel illustreert de relatie tussen de ontsluiting van een gemeente en de arbeidsmarktvariabele werkzaamheidsgraad. De mobiliteitsclusters in deze tabel komen overeen met de beschrijvingen uit tabel. Enkele hypothesen die getoetst konden worden, zijn: in gemeenten die goed ontsloten zijn, zijn meer arbeidsplaatsen beschikbaar; goed ontsloten gemeenten tellen meer beroepsactieve mensen; in gemeenten die goed ontsloten zijn, zijn er minder werklozen; goed ontsloten gemeenten hebben een bevolking met een hoge werkzaamheidsgraad. De conclusie van deze analyses is, dat er in een aantal gevallen een verband werd gevonden tussen arbeidsmarktsituatie en ontsluiting op het niveau van de gemeenten. De bevindingen zijn echter niet voldoende om te concluderen dat dat verband universeel is, en zeker niet voldoende om te beweren dat het vervoersaanbod (in casu: treinaanbod, basismobiliteit, autosnel, primaire ) de arbeidsmarktpositie van de inwoners van een gemeente mede bepaalt. Om hierover uitsluitsel te krijgen, is bijkomend onderzoek nodig. Een verfijning van de opgenomen mobiliteitsindicatoren Tabel. Globale ontsluitingstypologie en typering clusters Cluster (n=aantal gemeenten) Typering Treinscore Basismobiliteit Op- en afritten Primaire weg (n=) Globaal zeer goede ontsluiting +++ +++ +++ (n=3) Globaal goede ontsluiting +++ ++ ++ + 3 (n=3) Globaal vrij goede ontsluiting ++ + ++ + 4 (n=3) Goede ontsluiting via de bus en de hoofd, maar onvoldoende ontsluiting via de trein en de primaire ++ + (n=4) Heel goede ontsluiting via de primaire en goede ontsluiting via de bus, maar slechte ontsluiting via de trein en de hoofd 6 (n=87) Goede ontsluiting via de trein, maar slechte ontsluiting via de bus, de hoofd- en de primaire 7 (n=4) Goede ontsluiting via de bus, maar slechte ontsluiting via de trein, de hoofd- en de primaire + +++ + + OVER. WERK Tijdschrift van het Steunpunt WAV -/ 87

dringt zich op. Mobiliteit is één van de factoren die een invloed kan hebben op de arbeidsmarktpositie van individuen, maar daarnaast zijn er wellicht andere factoren die meespelen en waarschijnlijk een sterkere invloed uitoefenen. Tabel. Kruistabel ontsluitingstype werkzaamheidsgraad Ontsluitingstypologie Werkzaamheidsgraad in % Klasse < 8,4 Klasse 8,4-6, Klasse 3 63,-66, Klasse 4 66,-68, Klasse > 68, Totaal Globaal zeer goede ontsluiting,3 6,3,3,,6 Globaal goede ontsluiting,6 66,7,6,3 33,3, 3, Globaal vrij goede ontsluiting,6,,6 3,8,,,8,,,3,, 3,4 3 Goede ontsluiting via de bus en de hoofd, maar onvoldoende ontsluiting via de trein en de primaire,6 3,8 3,,3 37,7 3,7, 3, 47, 3, 48,4,4, 43,3 3 4,4 Heel goede ontsluiting via de primaire en goede ontsluiting via de bus, maar slechte ontsluiting via de trein en de hoofd,3 7,, 3,,4 4,,6 3,7,,6 3,7 7, 4 4, Goede ontsluiting via de trein, maar slechte ontsluiting via de bus, de hoofd- en de primaire,3, 6, 8,6,, 6,8 4, 7,6 33,7 37, 34, 4 7,8 7,6 3,8 87 8, Goede ontsluiting via de bus, maar slechte ontsluiting via de trein, de hoofd- en de primaire 7,3 7, 43,8 6,8, 3,6 3,6 6,8 4,,6 4,, 4 3,3 Totaal 6, 3 7, 76 4,6 7 3,4 67,7 3 * Opmerking: Elke cel van de tabel bevat 4 getallen: het bovenste geeft het absolute aantal gemeenten weer, het tweede is het percentage ten opzichte van het totale aantal gemeenten, het derde stelt een rijpercentage voor en het onderste een kolompercentage 88 OVER. WERK Tijdschrift van het Steunpunt WAV -/

Aanvaardbaar woon-werkverkeer... Het DWTC-onderzoek naar woon-werkverkeer bestond ten eerste uit het inventariseren en evalueren van bestaande maatregelen die een duurzaam woon-werkverkeer trachten te bewerkstelligen. Daarbij kwamen zowel maatregelen uit binnen- als buitenland (Groot-Brittannië, Frankrijk, Nederland en de Verenigde Staten) in aanmerking. Er werd een databank aangemaakt waarin 4 maatregelen werden opgenomen. Die werden geklasseerd volgens een viertal criteria: hoofddoelstelling van de maatregel (bv. verminderd gebruik van de eigen wagen, vermindering van de files etc.); beoogde verplaatsingen (enkel woon-werkverkeer, verplaatsingen van en naar een specifieke site of alle verplaatsingen); toepassingsgebied (site, lokaal/regionaal, nationaal, Europees of een combinatie van niveaus); type maatregel (stimuleren, ontmoedigen). Na het indelen van de maatregelen volgens bovenstaande criteria werd een selectie gemaakt van een -tal maatregelen, zodanig dat alle categorieën voldoende vertegenwoordigd waren. Het gaat om de volgende maatregelen: bedrijfsvervoerplan opstellen; flexibele werkuren; betaalde parkeerplaatsen bij het bedrijf; beperking van het aantal parkeerplaatsen bij het bedrijf; fietsenstallingen, douches en kleedkamers voorzien op het bedrijf; tussenkomsten in de kosten van het woon-werkverkeer door de werkgever met voorkeurbehandeling voor duurzame vervoerswijzen (regeling via collectieve arbeidsovereenkomsten); vrijstelling van RSZ-bijdragen voor premies die duurzame vervoerswijzen aanmoedigen; samenwerking tussen bedrijven en openbaarvervoermaatschappijen; organiseren van carpoolen; telewerken. Deze maatregelen werden vervolgens verder geëvalueerd volgens hun aanvaardbaarheid, (financiële) haalbaarheid en effectiviteit. De evaluatie gebeurde op basis van zowel interviews met binnenlandse experten als binnen- en buitenlandse literatuurstudie. Daarnaast werden ook een -tal voorbeelden van grootschalige vervoerplannen onderzocht in België, Nederland, Groot-Brittannië, Duitsland, Ierland en Frankrijk. Het gaat om vervoerplannen voor hogescholen, luchthavens of grote bedrijven.... moet financieel haalbaar zijn Of een bepaalde maatregel aanvaardbaar is, wordt in grote mate bepaald door een drietal factoren: probleembewustzijn, free-rider effect en controle (van werkgevers over werknemers). Bij de haalbaarheid gaat het vooral over het kostenplaatje van de diverse maatregelen. Werkgevers willen uiteraard geen of zo weinig mogelijk kosten dragen van (nieuwe) maatregelen in het woon-werkverkeer. Daarom is het van groot belang dat het volledige kostenplaatje zichtbaar wordt gemaakt. Dit impliceert dat ook de kosten van het bestaande systeem aangetoond worden, want die worden vaak onderschat (bv. bedrijfswagens, grondprijs parkeerplaatsen e.d.). Werknemers willen ook geen voordelen verliezen. Een autovergoeding, een bedrijfswagen, een gratis parking bij het bedrijf etc. worden beschouwd als onderdeel van het pakket van arbeidsvoorwaarden. Hieraan tornen kan de sociale vrede op de proef stellen. Vandaar dat het ook belangrijk is om het woon-werkverkeer als thema op te nemen in de CAO-onderhandelingen. Het beoordelen van de effectiviteit van de diverse maatregelen is zeer moeilijk. Onderzoek hierover bestaat nauwelijks, en is ook zeer moeilijk uit te voeren. Het effect van de maatregel op zich valt immers moeilijk af te zonderen. Een maatregel wordt altijd genomen in een bepaalde context, en het effect ervan wordt ook mede door die context bepaald. Het totaalpakket aan maatregelen is meestal van groter belang dan één of enkele afzonderlijke maatregel(en). Rita Sepelie Afdeling Duurzame Ontwikkeling HIVA Noot. Voor alle duidelijkheid stellen we hier voorop dat met de term mobiliteit in dit artikel de geografische mobiliteit bedoeld wordt en niet de beroeps-, functie- of bedrijfstakmobiliteit. OVER. WERK Tijdschrift van het Steunpunt WAV -/ 8