Handleiding bij het benchmarking rapport MPG Inleiding De tabellen van het globalisatierapport of finale rapport worden aangemaakt per registratiesemester. De globalisatie is een fase van de controleprocedure. Waar het controleprogramma in verschillende stappen de betrouwbaarheid van individuele records evalueert is het de bedoeling van het globalisatierapport om op basis van enkele overzichtstabellen de validiteit van de gegevens te evalueren. Vermits het hier niet meer gaat over punctuele fouten maar over systematische of interpretatiefouten, kan enkel de voorziening zelf uitsluitsel geven over het realiteitsgehalte van de ingestuurde gegevens. Wanneer de voorziening akkoord gaat met het globalisatierapport van een semester kan ze de export finaliseren (daarom wordt in het opvolgingsscherm van de controles in Portahealth gesproken van een finaal rapport) waardoor de gegevens via een beveiligde internetverbinding worden doorgestuurd naar de FOD Volksgezondheid. Vooraleer men dit doet kan men een downloadbaar benchmarking rapport bekijken waarin: 1) de tabellen van het actuele globalisatierapport (semester t ) worden vergeleken met de tabellen van het vorige globalisatierapport (semester t-1) en 2) dit laatste rapport t-1 met het globalisatierapport t-1 van een referentiegroep Daar het benchmarking rapport gebaseerd is op het globalisatierapport is de kwaliteit van dit laatste bepalend voor de benchmarking. Dienst datamanagement 1
Referentiegroepen Alle voorzieningen die MPG registreren worden volgens kenlettercombinatie gegroepeerd: Aa A+a >0 n=57 1 Kk K+k >0 n=11 Tt T+t >0 n= 4 AaKk A+a>0 K+k>0 n=13 AaTt A+a>0 T+t>0 n=34 AaKkTt A+a>0 K+k>0 T+t>0 n=15 Q Q>0 n=42 (PVT) R R>0 n=85 (IBW) Per kenlettercombinatie (=referentiegroep) wordt een benchmarking-rapport gemaakt. Op basis van de door de voorziening geregistreerde erkende plaatsen in de velden SI10 t/m SI21 van het bestand Structure Institution (SI) wordt de referentiegroep gekozen. Benchmarking Het globalisatierapport bestaat uit twee delen. Een eerste deel beschrijft gegevens van de instelling terwijl het tweede deel gegevens beschrijft die door de leefeenheden worden ingevuld. Het benchmarking rapport betreft het eerste deel van het globalisatierapport en wordt enkel aangemaakt wanneer er voor de voorziening door de FOD, MPG werden opgeladen voor zowel semester t als semester t-1! Benchmarking betekent hier de vergelijking van 1 instelling met alle instellingen van hetzelfde type. De vergelijking van een voorziening met de referentiegroep betreft ofwel de percentielen P25-P50-P75 ofwel de frekwentiedistributie % van de referentiegroep per tabel van het globalisatie rapport. De percentielen van de referentiegroep worden berekend op de aantallen van elk ziekenhuis in de groep, de eigen voorziening inbegrepen 2. Percentielen worden berekend telkens wanneer 1 waarde mogelijk is per ziekenhuis (bv. gemiddelde verblijfsduur, het aantal opnames, % missing). 1 Aantallen volgens MPG export2008/2 2 Om de anonimiteit van de voorzieningen in kleine referentiegroepen te waarborgen Dienst datamanagement 2
Het voorbeeld hierboven betreft een PVT met een doorsnee verblijfsduur gezien de waarde 1475.22 van 2008/1 op de mediaan P50 van de referentiegroep valt. De helft van de voorzieningen heeft een verblijfsduur van die grootte of kleiner, de andere helft heeft een gemiddeld langere verblijfsduur De frekwentiedistributie van de referentiegroep betreft alle, door de instellingen van de referentiegroep, geëxporteerde verblijven (ook die van de eigen voorziening) en alle antwoordmogelijkheden per onderwerp. Frekwentiedistributies betreffen de tabellen waarin er meerdere antwoordmogelijkheden mogelijk zijn per instelling omdat er meerdere verblijven zijn. Waar in het globalisatierapport de 75% meest voorkomende antwoordalternatieven worden getoond worden in het benchmarking rapport de 100% voorkomende antwoordalternatieven weergegeven. Dienst datamanagement 3
Voor deze voorziening valt op dat ze erg vaak het antwoordalternatief Onbekend gebruikt gezien de waarde 39.26% van 2008/1% slechts door een minderheid van de voorzieningen in de referentiegroep gerealiseerd wordt (P75 betekent dat deze waarde slechts door 25% van de voorzieningen behaald wordt, 75% scoort lager). Vergelijking van de frekwentiedistributies % toont voor wat de beroepsstatus van de bewoners van de PVT in kwestie betreft een proportioneel groter aantal (2008/1: 64.63%) die een invaliditeitsuitkering ontvangen dan het geval is voor de bewoners in de referentiegroep van alle PVT-voorzieningen (2008/1: 44.19%). Inhoud van het Benchmarking rapport 3 De gegevens betreffen telkens de registratieperiodes t en t-1 met referentiegegevens voor de periode t-1 1. Identificatie: coördinaten van de voorziening en de benchmarking groep die van toepassing is 2. Erkende behandeldiensten (SI-record): de omvang van de voorziening met het aantal erkende plaatsen per kenletter in vergelijking met de percentielen van de aantallen in de benchmarking groep 3 Gedetailleerde info over de tabellen van het globalisatierapport vindt men in de «Handleiding bij het globalisatierapport MPG Versie 2» op de webpagina van MPG (rubriek: richtlijnen) Dienst datamanagement 4
3. Beschikbare plaatsen (SU-record): de organisatie van de voorziening in aantal leefeenheden en het aantal plaatsen in 1,2 of meer persoonskamers en de percentielen van deze aantallen in de benchmarking groep 4. Bezettingsgraad: de gerealiseerde ligdagen per kenletter (DR-record) in verhouding tot het maximum mogelijk te realiseren ligdagen per trimester en semester in vergelijking met de percentielen van de referentiegroep 5. Turn-over: gerealiseerd aantal medische (her-)opnames in het semester in vergelijking met de aantallen gerealiseerd door de voorzieningen in de referentiegroep 6. Distributie opnamedagen (MA04): proportionele verdeling (%) van de opnames over de dagen in de week 7. Verblijfsduur (MD04): gemiddelde verblijfsduur in kalenderdagen van de in het semester beëindigde medisch-psychiatrische verblijven 8. Afwezigheidsdagen (ID-records): gemiddelde afwezigheid uit de voorziening in kalenderdagen van de intermediaire ontslagen in het semester 9. Herkomst patiënt (MA07): case-mix volgens arrondissement van de woonplaats van alle patiëntenverblijven aanwezig in de export 10. Verwijzende instanties (MA10.01 t/m MA10.03): overzicht van de bij de medische opname betrokken instanties voor alle patiëntenverblijven aanwezig in de export 11. Leeftijdsgroepen (IP03): Leeftijdgroepen op basis van het geboortejaar van alle patiëntenverblijven aanwezig in de export 12. Geslacht (IP04): Geslachtsverdeling van alle patiëntenverblijven aanwezig in de export 13. Wijze van opname (MA09) 4 : case-mix van de wijze van opname (vrijwillig vs onvrijwillig) van alle patiëntenverblijven aanwezig in de export 14. Type opname (MA08): proportionele verdeling van de verblijven in de export naar type opname (< 24 uur versus > 24 uur) 15. Leefmilieu voor opname (MA11): proportionele verdeling van de verblijven in de export naar leefmilieu vóór opname 16. Type beëindigd onderwijs (MA12): proportionele verdeling van de verblijven in de export naar type beëindigd onderwijs (buitengewoon versus gewoon onderwijs) 17. Niveau beëindigd onderwijs (MA13): proportionele verdeling van de verblijven in de export naar niveau van beëindigd onderwijs 18. Beroepsstatus bij opname (MA14): proportionele verdeling van de verblijven in de export naar beroepsstatus bij opname 19. Hoofdberoep bij opname (MA15): proportionele verdeling van de verblijven in de export naar hoofdberoep bij opname 20. Vaakst voorkomende DSM-IV codes op as 1.1 (MA16_01): case-mix ziektebeelden op basis van de proportionele verdeling van de diagnosecodes ingevuld op as 1.1 van de DSM-IV bij medische opname van de verblijven in de export 21. Gebruik van de DSM-IV hoofddiagnose-assen (MA16_09): proportionele verdeling van de gebruikte DSM-IV hoofddiagnose-assen bij medische opname van de verblijven in de export 4 enkel voor PZ en PAAZ Dienst datamanagement 5