VRAGENLIJST VOOR MIDDELBARE SCHOLEN BELGISCH STRIPCENTRUM De volgende vragenlijst is ingedeeld naar drie categorieën: Gewoon Moeilijker Doordenker Om de juiste antwoorden te vinden neem je best de lijst vooraf door, de vragen staan immers niet in een logische volgorde. Daarna bezoek je het museum in de volgorde die je zelf kiest. Tijdens en na het bezoek kan je op zoek gaan naar de antwoorden op de vragen. De permanente collectie van het museum kent vier hoofdafdelingen: - De uitvinding van het Stripverhaal: over de voorlopers van de strip (eerste verdieping, achter de balie) - De Saint-Rochzaal: tentoonstelling van originele tekeningen (eerste verdieping, boven stripwinkel Slumberland) - Het Gouden Tijdperk van de Belgische Strip: de klassieke strip tot in de jaren 60 (tweede verdieping) - Victor Horta & de Waucquez Warenhuizen: over de geschiedenis van het gebouw (tweede verdieping, rond de centrale lichtput) Er zijn op elk moment meerdere tijdelijke tentoonstellingen in het museum - Retrospectieve Posy Simmonds & 100 jaar Marten Toonder (op de duplex/derde verdieping) - The Gallery: tentoonstelling van actuele strips (eerste verdieping, aan de kant van de Brasserie)
HET GEBOUW 1. Wie is de architect van dit gebouw? 2. Wat was dit gebouw voor het een museum werd? TAAL EN VERHAAL 3. Wat is een belangrijk element in de beeldverhalen van Hergé waarvoor ook Hitchcock bekend stond? 4. Hoe heetten de volgende personages oorspronkelijk in het Frans en hoe werden hun namen in het Engels vertaald? Bobby - - Kuifje - - Janssen & Jansen - - 5. Wat is het voordeel van een personage dat zowel niemand kan zijn als iedereen, een zogenaamd universeel karakter (zoals bijvoorbeeld Kuifje): welk effect heeft dit op de lezer? 6. Marten Toonder is in Nederland niet alleen bekend als striptekenaar, maar ook als een literair auteur met een bijzonder rijke woordenschat. Noem drie woorden die Toonder zelf bedacht en die het uiteindelijk tot in het Van Dale woordenboek schopten.
BEELD EN PAGINA 7. De meeste technieken die door hedendaagse tekenaars gebruikt worden, werden in werkelijkheid al eeuwen geleden uitgevonden door de monniken die middeleeuwse manuscripten versierden. Noem drie van die technieken die ze in de tentoonstelling De uitvinding van het stripverhaal worden voorgesteld. 8. Zet de volgende uitvindingen uit de (voor-)geschiedenis van het stripverhaal in de juiste volgorde : miniaturen drukpers centsprenten papier krantenfeuilletons 9. Welk formaat hebben de meeste originele stripplaten (meerderheid in de Saint-Roch zaal)? A5 (de helft van dit blad) A4 (de grootte van dit blad) A3 (ongeveer tweemaal dit blad) A2 (ongeveer viermaal dit blad) 10. Waarom, denk je? TRADITIE EN VERNIEUWING 11. Wie is de geestelijke vader van Kuifje? 12. Welke twee Belgische striptijdschriften zetten sinds de jaren 30 tot in de jaren 60 de toon in België en Frankrijk ( 1938 en 1946)? 13. Een bepaalde stijl domineert in die tijdschriften en zeker vlak na de Tweede Wereldoorlog. Je ziet hiernaast van die stijl een voorbeeld. Hoe noemt men die stijl?
14. Van de verschijning van Kuifje tot de jaren 60 zijn de meeste striphelden in de Europese traditie klassieke helden, die alles kunnen. Maar toch verschijnt er in 1957 voor het eerst een onhandige antiheld, die eigenlijk in niets slaagt. Over wie hebben we het? 15. Tot in de jaren 70 spelen een aantal klassieke auteurs een dominante rol. Ken jij deze klassiekers? Vul aan: Bollie & Billie van Blake & Mortimer van Guust Flater van Lucky Luke van De Smurfen van 16. Belangrijke klassieke, Vlaamse auteurs zijn: met Suske en Wiske met Nero met Cori de Scheepsjongen 17. Verbind volgende termen en namen in kolom 1 met die uit kolom 2 (telkens maar één mogelijkheid). Science fiction Krantenstrip Antiheld Architectuur De Klare Lijn Hergé Guust Flater Victor Horta Edgar P. Jacobs Suske en Wiske 18. Wat hoort niet thuis in het rijtje, en waarom? Tom Poes Gemma Bovery Gustave Flaubert Famous Fred The Baker Cat 19. Maarten Toonder wordt ook wel de Walt Disney van de lage landen genoemd, omdat hij in zijn studio s aan een hele generatie tekenaars werk bood. Hoeveel tekenaars werkten er in de Toonder Studio s?
EXTRA: LEESZAAL Ga naar de leeszaal op het gelijkvloers en zoek uit hoe Guust Flater in het Deens heet. EXTRA: EEN ACTUEEL VOORBEELD Ga naar The Gallery, de tentoonstellingsruimte voor actuele strips links van de trappen als je met je rug naar de receptie staat. Wat vind je van de strip die hier tentoongesteld staat? a) Zijn de tekeningen humoristisch of eerder realistisch? b) Over wat voor verhaal gaat het? Avontuur, science fiction, fabel, c) Welke thema s komen aan bod? d) Is de plaatindeling over het algemeen traditioneel of experimenteel? e) Beschrijf het kleurgebruik in het album. f) Speelt de tekst in dit album een belangrijke rol (tekstballons, kaders, onomatopeeën, ) of overweegt het grafische? g) Wat vind je bijzonder, interessant, lelijk, aan dit album?